r w ïode Boekje van ^/lao lijkt nu wel definitief op weg -)aar De Slegte VEKTEH PE VEFSTE een verdwaalde auto is uitgerust met lampen, die het schijnsel van gloeiende spijkers verspreiden. Het is een fascinerend en geheimzinnig doorkijkje op pen volk in beweging. Vadertje Hon derd Namen De vraag blijft ondertussen actueel, in hoeverre deze kameraden van Tientsin zich bekommeren om de Sprong Voorwaarts naar het Magische Jaar 2000, waarop de partijtop in Peking alle ambitieuze plannen geijkt heeft. Jan met de Pet heeft zo te zien wel andere zaken om zich druk over te maken. Over zijn huis bijvoorbeeld, dat drie jaar geleden door een helse aardbeving binnen enkele minuten tot een vormeloze hoop stenen werd gedegradeerd. Sindsdien woont hij (en met hem tienduizenden inwoners van deze grauwe havenstad) in een krot van planken, triplex platen, uitgedeukte blikken en karton, dat hij op een trottoir rondom een boom in elkaar heeft geflanst. Die boom moet straks verhinderen, dat hij met zijn gezin door een winterstorm wordt weggeblazen. Kijk, dat is een reële zorg van Jan met de Pet, die in China Vadertje Honderd Namen wordt genoemd. Die bijnaam heeft hij te danken aan de honderd families, die eens, eeuwen geleden, als eersten het Chinese Rijk bewoonden. Vadertje Honderd Namen is gewend om van vroeg tot laat te zwoegen op zijn kleine veldje. „Ik graaf een put en zaai mijn graan", zegt hij berustend, ,,ik eet mijn rijst en drink mijn wijn. Wat kan de partij mij dan nog deren? Zolang er geen oorlog komt. blijf ik wel in leven". Generaties lang heeft zijn familie op de rand van de hongersnood geleefd en trouw de tol betaald aan keizers, war lords en brandschattende vreemdelingen. Maar gelukkig had hij altijd wel een oude wijsheid bij de hand, die hij als balsem op zijp brandende begeerte kon smeren. „Een mensenleven vult geen honderd jaren", waarschuwde een spreuk dan, „en toch is het vol van duizend jaar zorgen. De middag is kort en bitter en lang zijn de nachten. Waarom grijp je daarom niet naar de lamp en ga je nu gelijk op zoek naar de korte vreugde?" Vadertje Honderd Namen heeft het in zijn oren geknoopt en probeert er het besté van te maken. Als ik langs zijn permanente noodwoning recht tegenover de Vriendschapswinkel van Tientsin loop, is zijn vrouw op de stoep net bezig met de warme maaltijd voor die middag. Uit een zwarte pan op een geïmpro viseerd kampvuur stijgt de onmiskenbare geur van gekruide bami op. Als ik me een paar meter verder nog even omdraai maakt ze breed lachend een gebaar. Kom gerust binnen, zeggen haar fladderende handen. Binnen, dat betekent voor Vadertje Honderd Namen en zijn gezin .een grafdonkere ruimte van drie bij twee meter. De oude stoeptegels fungeren als vloerbedekking. Daarop liggen de matrassen; bij het geïmproviseerde raam van rijstpapier staan een tafel en vier stoelen. Alles ziet er kraakzindelijk uit. De vrouw schenkt groene thee in een- hoge kroes en gebiedt haar twee kinderen om mij een hand te geven. Daarna blijven ze zwaaien, totdat de bus met de vreemdeling om de hoek verdwenen is. Een kwartier later passeer ik op weg naar mijn hotelkamer voor de zoveelste keer de Grote Roerganger in de gang op de vierde verdieping. Ditmaal is één blik al voldoende om eikaars gedachten te raden. Het valt om de drommel niet mee om de uitverkoren leider te zijn van één derde deel van de wereld be vol king. Het zal mij benieuwen, hoe lang ze hem daar nog laten hange, LEO THURING Is ik uit mijn hotelraam in Tientsin kijk, zie ik ze onophoudelijk fietsen, van de vroege ochtend tot de EEN KLEINE REISTAFEL DOOR LEO THURING vroege avond. Het lijkt een ballet dat is ingestudeerd door Rudie van Dantzig. boeken-top-tien aanvoerde, nu definitief op weg is naar de filialen van De Slegte. In de etalage van een grote boekwinkel in Peking, die toch al de' indruk wekte, dat hij met oog op de jaarlijkse balans vast was uitgeruimd, zag ik hem gisteren ook al niet meer liggen. En in gesprekken met gidsen, tolken en partijbazen is het mij tot nog toe niet één keer overkomen dat één van hen het werkje uit zijn zak trok om mijn kapitalistisch gezwets met één van Mao's doeltreffende linkse directen af te straffen. Integendeelzoeven nog na de lunch, die wederom overdadig was, heeft één van mijn vaste begeleiders een blozende dertiger, die de Engelse taal vaardig hanteert zelfs enige kritische kanttekeningen geplaatst bij de vele verdiensten van leider Mao. Hij wachtte er overigens wel mee, totdat alleen wij beiden nog aan de ronde tafel waren overgebleven. Ook was hij pas bereid om te praten, nadat ik hem beloofd had zijn naam niet te vermelden, als ik zijn woorden zou aanhalen in één van mijn artikelen. „Mao heeft echt zijn best gedaan", meent hij, „dat zullen zelfs zijn vijanden moeten beamen. Maar zijn ongeluk is geweest, dat hij in de laatste jaren van zijn leven nauwelijks meer vat had op de vele stromingen in de partij. Later pas is gebleken, dat hij gemanipuleerd en misbruikt werd. Waarschijnlijk was hij toen al te ziek om er iets van te merken. Toen hij nog werkelijke macht had heeft hij wel degelijk serieus geprobeerd om het Chinese volk de weg naar een voorspoedig socialisme te wijzen. Maar echte vrijheid heeft hij ons toch niet gebracht". ,,En niemand merkte dat", zeg ik, „niemand protesteerde?". Dat gebrek heeft Mao altijd kunnen verdoezelen", meent hij, „hij was namelijk naast een groot staatsman ook een razend knappe improvisator. Als het dus voor de zoveelste keer uit de hand liep, wist hij er zich steevast weer met een handigheidje uit te manipuleren. Mao heeft trouwens zelf herhaaldelijk gezegd, dat Chinezen geboren kapitalisten zijn. Geef een Chinees één vinger en hij maakt zich binnen de kortste keren meester van alle handen in de buurt". „Dat verklaart ook het aanvankelijke succes van de Bende van Vier. Zij maakten handig misbruik van de ontevredenheid, die bij velen leefde en speelden de één tegen de ander uit. Het is rampzalig, wat deze mensen gedaan hebben, want ze hebben met hun veranderingen geen moment de voorspoed van het volk op het oog gehad. Met hun massale haatcampagnes hebben ze wél de solidariteit ondermijnd. In de jaren vóór zijn dood liep Mao feitelijk aan de leiband van zijn vrouw Tsjiang Tsjing, die zichzelf een soort keizerlijke macht had toegeëigend". „Dat is trouwens altijd het zwakke punt geweest van de Chinese samenleving. Eeuwenlang is China geregeerd volgens een streng feodaal systeem, waarin nauwelijks ruimte was voor inspraak en medezeggenschap. Van die erfenis heeft de Bende van Vier op schandelijke wijze misbruik gemaakt". „Het lijkt me nauwelijks een privilege, dat alleen de Bende van Vier zich heeft toegeëigend", zeg ik, „de vraag lijkt bijvoorbeeld gewettigd, wat de huidige leiders doen om het volk te betrekken bij het wel en wee van de Chinese staat. Afgezien van een paar muurkranten is er, geloof ik, In dit land geen enkele manier om er openlijk een eigen mening op na te houden. Ik krijg ook de sterke indruk, dat elke poging tot protest nog steeds in de kiem gesmoord wordt". Mijn begeleider plooit eerst een zuinige glimlach rondom zijn lippen, voordat hij antwoordt: „Ik heb u al gezegd, dat China een verleden heeft, dat op vele punten afwijkt van dat in de meeste landen. Onze geschiedenis heeft eeuwen lang heersers en onderworpenen gekend en tussen die i twpe groepen gaapte een vacuum. We zijn dan ook nauwelijks vertrouwd met begrippen als inspraak en mee-beslissen. Wij vertrouwen op de goede bedoelingen van onze leiders en de praktijk wijst uit, dat we op de goede weg zijn. Het Chinese volk heeft het nog nooit zo goed gehad als nu. Dat is een feit, waar niemand omheen kan". „Nu gaat het er alleen om, hoe de macht in ons land wordt verdeeld en op welke wijze onze leiders gecontroleerd worden. Er is veel aan te merken op de communistische partij van China, maar het volk heeft vertrouwen in zijn leiders. Het volk weet, dat de waarheid een rivier is. En een rivier gaat, zoals u ongetwijfeld weet, ook nooit recht toe recht aan op zijn doel af. De fout. die Mao waarschijnlijk heeft gemaakt is, dat hij in de Jang Tse-rivier is gesprongen en tóen ongewild de verkeerde kant is opgezwommen. We zlullen hem daarvoor niet verguizen, want hij heeft te veel gedaan voor China. Maar hij behoort wel tot een tijdperk in onze geschiedenis, dat definitief is afgesloten". Mao's bijbel Toch is er wel degelijk een periode geweest in de nu dertigjarige geschiedenis van de Chinese Volksrepubliek, waarin Mao's Rode Boekje de bijbel was, waaruit boeren, arbeiders en soldaten, de kracht putten voor hun denken en doen. Zwaaiend met dat nieuwe Chinese testament citeerden ruim één miljoen Gardisten op 18 augustus 1966 op het Tien An Men plein uit het blote hoofd (nou ja, bloot: dan moet je die pet wel even weg denken) de visioenen van hun Grote Leider. Zijn woorden waren toen de wet, die blindelings gehoorzaamd werd en vormden de papieren tijgers, die men onophoudelijk op ëlkaar losliet. Alleen Mao zag ook kans om alle periodieke zuiveringen te overleven en na elke sprong voorwaarts weer veilig met beide benen op de grond te komen. Hij bleek daarmee over een zaligmakend charisma te beschikken, waarmee wonderen verklaard en missers verdoezeld konden worden. Pas na zijn dood op 9 september 1976 begon men eerst omzichtig, later steeds luider aan zijn eeuwig gelijk te twijfelen. Ik vraag me overigens af, wie van de 900 miljoen Chinezen slapeloze nachten heeft van die soort problematiek. Als ik nu uit mijn hotelraam kijk zie ik er diep beneden mij een paar honderd fietsen. Het lijkt een ballet, dat is ingestudeerd door Rudi van Dantzig. Van vier kanten zweven ze geluidloos naar het kruispunt, waar ze een razend knap kruip door sluip door patroon weven, 's Morgens overheerst de kleur grijs, waaraan de nieuwe dag alleen pog wat vaag gele penseelstreken toevoegt. Je hebt dan het gevoel, dat Breitner persoonlijk de tubes heeft uitgekozen en daarmee het coloriet van dit stadsgezicht heeft bepaald, 's Avonds krijgt hetzelfde tafereel, de schimmige contouren van een heksensabbat. De honderden fietsen zijn onverlicht en alleen ^Bij het busstation van Tientsin worden de vertrektijden telkens gewijzigd door een oude man die er een dagtaak aan heeff. E WTSIN Deze keer IN pgt ie niet alleen in portiersloge, in de ,n9e en In de iense, kloosterkale 'tzaal, maar ook nog Mot) de gang, schuin gen over mijn - eepersoonskamer op vierde verdieping het iendschapshotel in ior ent sin. De plaats, die lar voor zijn portret om 3stig bij zestig timeterschat ik in gauwigheid; in woudige, zwarte :htlijst) is >serveérd, lijkt om \tegische redenen te gekozen. De Grote irganger kan \elijk vanuit zijn lijst ik boven de handblusser niet 'en mijn kamer in de fen houden, maar \k de twee jeugdige heraden, die achter tafel naast de lift in loorgrondelijk ietsdoen hun sk ^getwijfeld taaie iiigtaak vervullen. In China is werk voor pereen", heeft Mao rhaaldelijk bezworen, i dat leek in een land [ef ruim 900 miljoen woners, die zich ondanks alle acties voor geboortebeperking alweer klaar maken voor de Grote Sprong Voorwaarts naar het miljard, een uitzonderlijk knappe prestatie. De oplossing, die de partij voor het dreigend werkloosheids vraagstuk heeft uitgevogeld, is achteraf hartverove'rend simpel: er zijn gewoon op grote schaal arbeidsplaatsen gecreëerd op punten in de Chinese samenleving, waar geen werkzaamheden verricht behoeven te wordenJe moet er maar op komen.' Als blijkt, dat de kraan in mijn badkamer een hinderlijke loopneus heefl; meld ik dit onverwijld aan het tweetal in de gang. Maar hun kennis van vreemde talen blijft beperkt tot een stralende glimlach, die de vriendschap tussen hun land en het mijne ontegenzeglijk een extra stimulans geeft. Maar mijn sanitaire problemen zijn er niet mee opgelost. Als ik daarna één van hen meeneem naar mijn badkamer en hem wijs op de lekkage, verdwijnt hij schielijk en komt even later terug met een andere Chinees, die het beheer heeft over de Engelse sleutel en een kist met schroeven en spijkers. Ook voor het schQonhouden van de kamers, waar het schrijfgerei bestaat uit een inktpot en een kroontjespen, komen anderen in het geweer. En de lift werkt automatisch. Zodat ik wel moet aannemen, dat het tweetal slechts dient als stoffering en de potplanten vervangt, waarmee in vele westerse hotels veelal de gangen wat worden opgevrolijkt. Verbeuzelen De twee kameraden bij de lift verzuimen zelfs door het béstuderen van Mao 's Rode Boekje althans de schijn te wekken, dat ze hun tijd niet verbeuzelen. Het lijkt er trouwens op, dat deze onverbiddelijke bestseller, die jaren lang de Chinese n de hoofdstraat van Tientsin, eens een Japanse concessie, doet een ge pimpelde vrouw goede zaken met haar handel in mierzoete lekkernijen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 19