China
bekent
openlijk
kleur via
zijn
\K VZKSTE
'EÜTEH
EEN KLEINE REISTAFEL
DOOR LEO THURING
PEKING Ook de
Chinese Volksrepubliek
heeft zijn verplichte
toeristische
pelgrimsoorden, waar
je als vreemdeling niet
onderuit komt. Al was
het alleen maar omdat
het toerisme in dit land
een zwaan-kleef-aan-
spel is, waarbij de gids
voorop gaat en bepaalt
hoe de vreemdeling zijn
dag doorbrengt. Jn elk
fotoalbum van
Chinareizigers treft
men dan ook nagenoeg
dezelfde opnamen aan:
de Verboden Stad, de
graven van de Ming-
heersers en de Gróte
Muur. Veel meer is er
trouwens niet over van
het Chinese verleden,
want de mannen van
Mao zijn in 1949 gelijk
begonnen aan de grote
schoonmaak in de
penantkast van hun
voorvaderen. Tempels,
fortificaties en sierlijke
patriciërshuizen
moesten plaats maken
voor betonnen
eenheidsworsten en in
Peking werd de
eeuwenoude
stadsmuur, compleet
met torens en
toegangspoorten, met
de grond gelijk
gemaakt.
Een gevolg van deze
massale opruiming is
geweest, dat China nu
met zijn traditionele
uitjes hooguit drie
dagen kan vullen en de
toerist in de resterende
tijd van zijn verblijf zoet
moet zien te houden
met bezoeken aan
communes,
ziekenhuizen, scholen
en fabrieken.
Het lijken op het eerste
gezicht discutabele
reisdoelen voor
mensen die over de
halve aardbol zijn
gevlogen en vele
duizenden guldens
hebben geïnvesteerd in
hun Chinatrip. Maar in
de praktijk blijken
uitgerekend deze
programmapunten
golven van
enthousiasme los te
slaan bij de
deelnemers. Graag
heeft men er een
urenlange busreis voor
over om een glimp te
kunnen opvangen van
een drachtige zeug. En
als na afloop de
gelegenheid wordt
geboden tot het stellen
van vragen, dringt ook
de miljonair uit
Beverley Hills gretig
naar voren om de
leider van de commune
aan de tand te voelen.
Uiterst voldaan stapt
het gezelschap
vervolgens weer in de
bus, waar alweer
reikhalzend wordt
uitgekeken naar het
volgende hoogtepunt
van de reis. Ditmaal zal
een kleuterschool in vol
bedrijf bezichtigd
worden. Zeg nu zelf: we
vallen vandaag wel met
de neus in de boter.
Warming-up
Voordat de
leerplichtige
dreumesen bekeken
mogen worden, is er
eerst nog een warming-
up in de
gemeenschapszaal.
Aan de wanden hangen
weer de gebruikelijke
versieringen: Mao
rechts, Hua Guofeng
links. Berden ditmaal
achter glas en op
kabinetformaat. Boven
hun zorgelijke hoofden
is een rood spandoek
gespijkerd vol-sierlijke
witte arabesken.
„Wat staat daar nu?",
vraag ik aan onze
vrouwelijke gids,
mevrouw Huang
Manping.
Ze bestudeert de tekst
gedurende enige
seconden en zegt dan:
„Daar staat: dank zij de
grote proletarische
revolutie een hogere
produktie".
„Dat is inderdaad niet
gering", moet ik
toegeven. „En als ik
nog even vragen mag,
mevrouw Huang
Manping, lukt het al
een beetje? Wordt er
meer geproduceerd
dan vorig jaar?".
„Dat kunt u beter aan
'één van de kaderleden
van de commune
vragen", meent ze
stralend, „maar ik ben
er zéker van, dat hij
daaroyër positieve
berichten kan geven.
É)e arbeider weet wat
van hem verwacht
wordt".
De rest van de dag zal
Huang niet meer van
mijn zijde wijken. Nu ze
ontdekt heeft dat ik
belangstelling heb voor
alle boodschappen op
spandoeken en blinde
muren, wil ze me graag
een eersteklas
vreemdelingen tenminste nog de illusie
,o te verschaffen dat hun reis de moeite
el en dwars waard is geweest, houden
IU el alle landen een handvol uitjes achter
de hand, die fotogeniek en pittoresk
genoeg zijn om negatieve indrukken te
)en verbleken. Op die manier krijgt de
u 1st weliswaar een vertekend beeld van
actuele situatie waarin het betreffende
volk verkeert, maar zijn nachtrust is
inste gegarandeerd. En dat is ook wat
waard.
J Jarijs bijvoorbeeld wordt van hem niet
verwacht, dat hij een middagje uit zal
i kken voor een bezoek aan de grauwe
11 banlieu, maar dient hij onmiddellijk na
omst door te reizen naar het graf van
loieon. Terwijl dit toch nauwelijks een
)orbeeld genoemd kan worden van de
Ijze waarop de Fransen hun ontslapen
landgenoten ter aarde bestellen.
3 j daarna in Londen arriveert, staat een
bezoek aan de Tower 'bovenaan op zijn
amma. En nadat hij daar drie tergende
m uren langs zesduizend harnassen is
gestrompeld, heeft hij nog steeds geen
enkel inzicht in de stootkracht van het
huidige Engelse leger.
e )p onze beurt slepen buitenlanders bij
oorkeur linea recta naar Volendam en
rken en sturen hen daarna huiswaarts
-1et de zekerheid, dat Nederlanders op
mpen lopen en gestoken in ruwharige
"fbroeken de godganselijke dag bij het
havenhoofd paling staan te roken.
Jprdt de reiziger vrijwel overal op deze
ibet een rad voor de ogen gedraaid en
leven miljoenen stervelingen met het
tydende idee, dat het met de ondergang
edeze wereld zojn vaart nog niet loopt.
hebben het immers met eigen ogen
'ji, ze zijn er toevallig zelf bij geweest.
a \rmoe in Kenia? Het wordt inderdaad
Aerd, maar ze hebben anders in Nairobi
ekt goed kreeft gegeten. En nog voor
een spotprijsje ook.
dus ook duidelijk
onder", zeg ik
geschrokken.
„Dat zou ik zo niet
kunnen zeggen",
verontschuldigt ze zich,
„dat moet ik nakijken".
„Is dat echt niet te veel
moeite, mevrouw
Huang?".
Ze schudt haar ronde,
blozende hoofd. En
zendt me een blik
waarin ik duidelijk lees:
„We zijn immers op de
wereld om elkaar te
helpen, nietwaar? Van
de weeromstuit schenk
ik haar een spontane
knipoog. Nee, we
hebben het
uitzonderlijk goed met
elkaar getroffen, dacht
ik zo.
Mok groene thee
Onder het genot van
een mok groene thee
(met deksel voor het
warm houden, hetgeen
geen overbodige luxe is
want het Chinese
partijkader is
uitzonderlijk lang van
stof) geeft Chen
Chuyuan de laatste
gegevens door over oe
commune, waarvan hij
sinds enkele jaren vice-
president is. De
gemeenschap wordt
gevormd doer 50.000
personen, van wie 60
procent jonger js dan
18 en 10 procent ouder
dan 65. De leeftijd van
de'resterende 30
procent varieert van 20
tot 60.
„Onze commune is in
1958 gesticht", zegt
Chen na een ferme
slok, „en bestaat uit 94
produktiebrigades, die
1150 hectaren als
werkterrein hebben. In
deze commune worden
voornamelijk groenten
geteeld en varkens
gefokt. Momenteel
beschikken wij over
10.000 varkens, die
bestemd zijn voor de
slacht. De opbrengst
aan groenten per
hectare bedraagt
momenteel 93.700 kilo
en dat is ruim drie keer
zoveel als toen we
begonnen. Dit resultaat
hebben we te danken
aan het superieure
socialistische systeem,
dat werkers van- hoofd
en hand op
rechtvaardige wijze aan
de produktie laat
deelnemen".
„Wacht nou eens even,
meneer Chen. De
laatste tijd gaan er juist
hardnekkige geruchten,
dat de produktiviteit
van het Chinese volk
op alarmerende wijze
achteruit holt. De
opbrengst per arbeider
is tot een bedroevend
dieptepunt gedaald,
wordt beweerd".
Chen heeft de vraag,
die in het Engels Is
gesteld, glimlachend
aangehoord. Aan zijd
wrevelige blik te
oordelen, heeft hij het
woord voor woord
verstaan, maar hij doet
alsof zijn neus bloedt
en laat de tolk naast
hem de film eerst
uitvoerig ondertitelen.
Als dat gebeurd is,
blaast hij driftig een
wolk van scherpe
medeklinkers de zaal
in.
Wanneer hij is
uitgesproken zegt de
tolk opgeruimd: „Mistel
Chen zegt dat deze
commune beschikt
over 120 tractoren en
32 trucks. Er zijn zeven
lagere scholen, twee
bewaarscholen en voor
ëlke produktiebrigade
is er een kliniek voor
eenvoudige medische
behandelingen. Ernstig
ziekeh worden naar
De ingangspóort van de commune is aan weerszijden versierd met sierlijke opwekkingen om de produktie krachtig te verhogen,
is ontmaskerd, schijnt dat weer best te lukken.
Sinds de Bende van Vier
vertaalservice geven.
„Wat staat daar nu
weer, mevrouw
Huang?".
„Daar staat: Arbeiders
en onderdrukte
volkeren verenigt u".
„En wie zijn die
onderdrukte volkeren,
mevrouw Huang?".-
Ze staart me met een
verbaasde glimlach
aan. En je hoort haar
bijna knarsend denken:
heeft-ie er echt geen
notie van? Of houdt-ie
zich met opzet van den
domme om mijn parate
kennis te testen?
„Dat lijkt me toch
duidelijk", meent ze
oprecht, „dat zijn alle
volkeren die gebukt
gaan onder het
imperialisme".
„Mijn land valt daar
schep improvisaties
bovenop. Hij knakt
soepel voorover en
maakt een romantische
revérerice naar links en
rechts. Een open
doekje is zijn beloning.
Mister Chen bektjkt het
allemaal vahaf een
veilige afstand. Net in
de gemeenschapszaal
viel hij nog niet op in
zijn grijze slobberpak,
maar nu hij
concurrentie heeft
gekregen van de hope
des vaderlands, die
gestoken is in
bontgekleurde truien
en broeken, lijkt hij
opeens een uitgewoede
'distel in een veld vol
wilde bloemen.
Op het land, in de
varkensschuren en in
de bandenfabriek van
de commune dragen de
ouders van deze
kinderen volgens
partijvoorschrift nog
altijd hun groene of
blauwe uniformen. „Dat
zijn ze zo gewend",
verzekerde mister Chen
ons, „wij Chinezen
hebben geen enkele
behoefte aan
kapitalistische
modegrillen. Als wij ons
toch waar willén
maken, doen we dat
graag op een andere
manier".
Uit zijn mond klonk het
allemaal zeer
overtuigend. Maar het
dansende klasje vormt
toch een vraagteken
achter zijn redenering.
Het heeft er opeens alle .j
schijn van, dat China
via zijn kinderen
openlijk kleur bekent.
Het is een bescheiden
begin. Maar ook de
Chinees weet donders
goed, dat je altijd klein
moet beginnen.
LEO THURING
IN ZIJN
GRIJZE
SLOBBERPAK
LEEK
MISTER
CHEN
EEN DISTEL
IN EEN
VELD VOL
WILDE
BLOEMEN
Mister Chen Chuyuan,
vice-president van de
commune (één van de
80.000 in China,
waarvan er twaalf door
buitenlanders mogen
worden bezocht)
poseert welwillend
voor het bord met de
werkers van hoofd en
hand.
Een olijke Mao-turf in
van
de commune.
omver heeft gegooid.
Een samenleving met
900 miljoen mensen
kan nu eenmaal niet
zonder planning en
economische wetten.
En daarom is het goed
dat de Bende van Vier
tijdig ontmaskerd is en
dat hun verderfelijke
praktijken openlijk aan
de kaak zijn gesteld.
Nu het intellect weer in
ere hersteld is, hebben
de arbeiders weer een
onontbeerlijke steun in
de rug en dat zal hen
zeker stimuleren tot
nog grotere
prestaties"
Beurtzang
Zo, daar kunnen we het
voorlopig wel weer mee
doen. Mister Chen sluit
dan ook gelijk de
bijeenkomst en gaat
ons dribbelend vooruit
naar een klaslokaal,
waar een beurtzang
van bronfrisse
kinderstemmen uit de
open vensters golft. Als
de eersten de ramen
hebben bereikt, zien ze
een tafereel dat ze voor
geen goud ter wereld
hadden willen missen.
Schuin naast een
schoolbord tilt een
zorgelijke dame een
bordje omhoog, met
daarop één van de
40.000 karaktertekens
waaruit de moderne
Chinese taal is
opgebouwd. Dat lijkt
op een ongehoorde
hoeveelheid, maar er is
zelfs een tijd geweest,
dat er meer dan
400.000 karakters in
omloop waren, die
slechts door een enkele
verdwaalde wijsgeer
ontcijferd konden
worden. De gemiddelde
Chinees heeft
overigens reeds aan
8000 karakters
voldoende om haarfijn
uit te leggën wat hij op
zijn lever heeft. Voor
onze begrippen lijkt
zelfs dit aantal nog aan
de forse kant, want
gebleken is immers dat
een Nederlander met
een kleinvoud daarvan
toch royaal kans ziet
om op het Rotterdamse
Afrikaanderplein een
menigte urenlang aan
de praat te houden.
De leerlingen
dikbuikige dreumesen
van vier, vijf jaar, die je
stuk voor stuk zonder
voorwaarden vooraf als
adoptiekind mee naar
huis zou willen nemen
doen aanvankelijk
alsof de oploop van
bleekgezichten voor
het klasseraam hun
geheel ontgaat.
Hartstochtelijk blijven
ze de kreten van de
dame beantwoorden,
waarbij ze het
corresponderende
bordje triomfantelijk
boven hun hoofd
heffen.
Pas na enige minuten
valt de eerste Mao-turf
uit zijn rol. Hij zit aan
een tafeltje achterin en
begint vandaar vol
overgave bekken te
trekken in onze
richting. Even later zal
blijken, dat hij de olijke
broek in klasseverband
is, die tijdens het
dansje voor de
bezoekers de dame
geeft met handgeklap
de maat aan
moeiteloos de show
steelt met allerlei
pasjes die niet in het
oorspronkelijke libretto
voorkomen.
Als hij merkt dat zijn
act succes heeft, gooit
hij er nog gauw een
hospitalen in de stad
gebracht".
„Dat is geen antwoord
op de vraag", wordt er
luidruchtig geroepen.
Weer kijkt Chen naar
zijn tolk. Deze maakt
een wanhopig gebaar
en gooit er sissend een
vertaling tegenaan.
Ditmaal maakt de heer
Chen zich pas goed
kwaad. Hij schudt zijn
hoofd, haalt de
schouders op en begint
daarna aan een
verhandeling van ruim
een kwartier. Het geluid
van zijn stem klinkt als
het gejammer van een
maanzieke kat. De gids
knikt telkens
instemmend en als hij
eindelijk aan de beurt
is, blijkt hij zich
ondertussen zo te
hebben opgewonden,
dat ook hij opeens op
een kwaadaardige
toonhoogte zit.
„Mistel Chen zegt dat
de Bende van Vier de
werkelijkheid van het
Chinese volk verziekt
heeft. Dat is niet de
schuld van de werkers.
Momenteel wordt het
volledige potentieel van
deze commune weer
benut om goede
resultaten te bereiken.
En de recente cijfers
wijzen uit, dat we op de
goede weg zijn. De
arbeiders van hoofd en
hand hebben eikaars
problemen leren
kennen en door hun
solidariteit neemt de
produktie in deze
commune zienderogen
toe. Als u beweert dat
het een tijd lang slecht
is gegaan met China,
moet u de schuld
daarvoor zoeken bij de
Bende van Vier, die
alles in dit land op een
misdadige manier