Vliegen Zeilen WIND EN RUIMTE ENIGE VOORWAARDEN VOOR FASCINERENDE TRIMSPORT 'MET JE BEIDE BENEN OP DE GROND ALMELO Vliegen met je beide benen op de grond, noemen ze dat. Nou, die bewering klopt nog maar nèt. Want het kost verdraaid veel moeite om bij het luchtzeilen inderdaad met twee voeten op de grond te blijven. Dit heeft niets meer te maken met het vliegeren, waar van het eigenlijk direct is afgeleid. Dit is geen spelletje meer, maar pure trim- ëport. Dat blijkt een dag nadat je voor het eerst een half uurtje de stuurstok van het luchtzeil hebt mogen hanteren des te pijnlijker. Want dan merk je dat je op de meest onvermoede plekjes van je lichaam nog spieren hebt, die bij elke beweging pijn doen. „Dit luchtzeilen wordt nog populairder dan liet windsurfen!", roept J. M. van Dort, ter wijl hij drie aan elkaar gekoppelde lucht zeilen met een snelheid van tussen de tachtig en honderd kilometer per uur een half metertje boven de grond laat fluiten. Met een ruk aan de stuurstok gieren de zeilen gehoorzaam omhoog, om een kleine zestig meter boven zijn hoofd min of meer stil te gaan hangen. Dan pas heeft hij even tijd om onder het uithijgen zijn kreet van daarnet nader toe te lichten. „Letterlijk iedereen die pakweg twaalf jaar is geweest kan deze sport beoefenen. Kleinere kinderen kunnen beter een gewo ne, eventueel bestuurbare, vlieger nemen, want u voelt zelf wel dat dit de kinder krachten gauw te boven gaat. Maar verder is dit voor iedereen een gemakkelijk te be oefenen sport. Met èén luchtzeil ben je in principe al volledig uitgerust. Dan ben je nog geen honderdvijftig gulden kwijt. Na tuurlijk, met meer van die dingen aan el kaar gekoppeld maak je de uitdaging gro ter en zijn de krachten die je in bedwang moet houden sterker. Maar dan nog blijft deze sport betaalbaar. Meer dan zes luchtzeilen aan elkaar heeft totaal geen zin, want bij zwakke wind krijg je ze nog net in de lucht en bij meer wind hou je ze niet in bedwang. Dan heb je, zoals nu, meer dan voldoende aan drie. Dat bete kent dat je voor maximaal duizend gulden aan materiaal deze sport optimaal kunt beoefenen. En daar kun je dan ook nog in fasen naar toe groeien. Én bovendien kun Je met zo veel luchtzeilen tegelijk je hele gezin plus de visite aangenaam bezig hou den. want ze zijn te allen tijde afzonderlijk te gebruiken". Vffie is die Van Dort; die wel op de barrica den wil klimmen om de populariteit van het luchtzeil vleugels te geven? „Ik heb de leiding van -de afdeling produktontwikke- ling van Nijverdal-Ten Cate", vertelt hij in zijn van elke chic en lüxe gespeende kan toor in de hoofdvestiging van NTC in Al melo. „Onze taak is, nieuwe produkten te zoeken of te ontwerpen die economisch interessant zijn voor onze onderneming. De behoefte aan nieuwe produkten wordt groter naarmate de economische proble men in de textielbranche toenemen". Voor de aanzet van de handel in deze „volwassen vliegers" in allerlei model len, gemaakt van spinnakerdoek en meestal met geraamtes van onverwoest baar fiberglas blijkt de president-direc teur, mr. J. J. C. Alberdink Thijm, verant woordelijk. „Die was op zakenreis in Ame rika", vertelt Van Dort. „en zag in het vliegtuig in een blad een uitgebreid artikel over de enorme populariteit die het vliege ren in Amerika aan het veroveren was. Er stond in dat er in New York een uitsluitend op vliegers gerichte winkel was. Nou, hij erheen. Hij heeft er zijn reis een dag voor Een nogal flutterig ding lijkt het, in ontrolde toestand op de grond. Een lap heel dun nylondoek met een reep vitrage voorin, plus twee hengelstokjes van fiberglas, die in elkaar geschoven een lengte van één-meter-zeventig halen. Net genoeg om ermee als beginner aan het vissen te slaan. En dat alles samen voor een kleine honderdvijftig gulden... Maar steek dan die „hengelstok" eens in de sleuf onder de reep vitrage, bind N aan weerskanten eens de lange polyester lijnen vast en laat de wind eens door de vitrage naar binnen blazen. Zoals het lelijke jonge eendje een prachtige zwaan werd, zo wordt het flutterige geheel ineens een soort vliegtuigvleugel, waarin zich enkele uurtjes zeilmakerswerk laten herkennen. En laat dan die vliegtuigvleugel van textiel eens op uw bevel de gekste capriolen in het luchtruim maken. Dan bent u op slag gegrepen door een fascinerende vorm van vrijetijdsbesteding, die alle spieren in beweging brengt, die het hele jaar door beoefend kan worden en die dan ineens helemaal niet zo duur blijkt te zijn..., het luchtzeilen. Het oplaten van zo'n vlieger is elke keer weer een belevenis... onderbroken en kwam terug met een en thousiast verhaal over de onvoorstelbaar grote hoeveelheid vliegersoorten, waar niet de kinderen, maar juist de volwasse nen op af kwamen". Uit Engeland „Wij hebben toen dat hele vliegergebeu- ren onderzocht en toen bleek de bakermat niet in de Verenigde Staten, maar in Enge land te liggen. Daar worden nog steeds nieuwe typen vliegers ontwikkeld en daar heeft het vliegeren een ongelofelijke popu lariteit verworven. Het heeft er niets meer te maken met het kinderspel dat het vlie geren bij ons tot nu toe is gebleven. De vlieger is er letterlijk volwassen gewor den". Dat komt vooral omdat de Engelsen het systeem van het tweelijnig vliegeren heb ben ingevoerd. Met twee touwen blijkt de vlieger bestuurbaar te zijn geworden en kunnen er de moeilijkste figuren in de lucht mee worden beschreven. „Eigenlijk is het tweelijnig vliegeren in de oorlog ont wikkeld", weet Van Dort. „Men gebruikte die vliegers als schietschijven voor luch tdoelgeschut, maar ook als hulpmiddel voor verongelukte piloten. Vanuit hun op- blaasbootjes konden de piloten zo een sein geven aan hun redders. En bovendien hadden ze zo een antenne voor hun zend en ontvangapparatuur. Na de oorlog is vanuit die vliegers de sport ontwikkeld. Via de lijnen kun je de vliegers bevelen geven. Je kunt je er een grote behendigheid in verwerven en dan is het stuntvliegen auto matisch de volgende stap. Het oplaten van zo'n vlieger is elke keer weer een beleve nis. Je beheerst iets op afstand". Kind als alibi Een jaartje is men in Almelo nu bezig te propageren dat een volwassene zich niet' hoeft te schamen om in het weiland of op de hei of in het stadsplantsoen de be stuurbare vlieger te laten dansen. „Maar het is heel opvallend", zegt Van Dort, "dat de meeste volwassenen die hier komen om zo'n ding te kopen toch meestal een kind meebrengen, als een soort alibi. Het is met de vliegers net als met de model spoorweg: het kind wordt gébruikt als een alibi voor de aanschaf. Maar wee zijn ge beente als dat kind er ook eens mee wil spelen...". Met het luchtzeil ligt het toch een beetje anders. Het wijkt visueel zodanig van een vlieger af, dat de koppeling met het kin derspel niet automatisch wordt gelegd. „Het is puur trimmen wat je daarmee doet, maar dan wel op een heerlijke ma nier. Je bent na een uurtje zonder meer bekaf, en toch spijt het je elke keer weer dat je ermee moet ophouden". Geeri moeite Het in de lucht krijgen van het luchtzeil is geen al te moeilijke opgave. In pakweg twee minuten is de deelbare fibecstok, die het luchtzeil zijn spanwijdte van 1.70 meter geeft, in de textielvleugel geschoven en zijn de twee nylonlijnen eraan vastge knoopt. Verder is het een kwestie van zes tig meter tegen de windrichting in kuieren met de stuurstok in de hand, tot de lijnen strak liggen. Dan een rukje en roetsj... daar hangt het luchtzeil al zestig meter bo ven het grasveld. Heb je een stuk of wat van die dingen aan de lijnen hangen, dan lukt het ook nog wel in je eentje, maar is het 'toch makkelijker wanneer een tweede persoon even de achterste vleugel om hoog houdt en dan simpel los laat. Hangt zo'n luchtzeil of cluster luchtzeilen eenmaal boven je hoofd, dan begint het zware werk pas. Een demonstratie met drie gekoppelde luchtzeilen laat dat zien. Eeri ruk aan de linkerzijde van de stuur stok doet het luchtzeil linksom omlaag gie ren. Na een ruk aan de rechterkant volgt de vleugel braaf het bevel: hij schiet naar rechts, met honderd kilometer per uur op pakweg twee meter boven het grastapijt. Spelenderwijs maakt het zeil daarna een grote 8 In de lucht om vervolgens na eèn verkeerde manouevre met een verse kelijke klap op de grond te storten. „Kan dat spul niet kapot?", is de vr; „Geen sprake van!", roept Van Dort. pot gaat het alleen door prikkeldraac scherpe boomtakken. Als je dat we< vermijden, heb je jaren en jaren pl i van je luchtzeil. Het enige dat je ni hebt voor deze sport zijn wind en ruimte ter grootte van een half voe veld. En op dat halve voetbalveld kui best meer mensen tegelijk staan met luchtzeil". Als het aan Van Dort ligt scheren biii enkele jaren de luchtzeilen bij tiendui den door ons zwerk. „Nu nog import we ze uit Engeland, maar we zoude graag zelf willen maken. Het is gev een fijn produkt om te maken omdat de mensen plezier verschaft en hun zondheid bevordert, zonder dat het n wordt aangetast. Op zo'n manier mag mij betreft werkgelegenheid worden creëerd" RINK DR REEUWIJK Na het hoepelen, rol schaatsen, knikkeren, touwtjespringen, skateboarden (in willekeurige volgorde opgesomd) en meer van dat soort tijde lijke bevliegingen, lopen momenteel hoe langer hoe meer Nederlanders warm voor het plankzeilen; in de volksmond ook wel windsurfen genoemd, 7\lhoewel in brochures wordt gesproken van een sport voor jong en oud, richt de com mercie zich toch in eerste instantie op de volwassenen. Eèn ding is zeker, Ne derland biedt met zijn vele naast de deur liggende kanalen, plassen en me ren iedere enthousiasteling volop gele genheid met deze vorm van watersport kennis te maken. Het ziet er naar uit, dat het ditmaal niet bij een bevlieging zal blijven, maar dat het plankzeilen in ons land zelfs levensvatbaarheid zal blij ken te hebben. Voorlopig heeft het plankzeilen nog een hoofdzakelijk recreatieve functie. Het aan tal bij de overkoepelende Nederlandse Windsurfers Bond aangesloten leden, dat i werkelijk serieus aan wedstrijden in deze tak van sport deelneemt, is relatief nog vrij gering. Niettemin reist eind volgende maand een uit liefst achtentwintig perso nen bestaande afvaardiging naar de we reldkampioenschappen in Griekenland. Van de nationale ploeg mogen goede prestaties worden verwacht. Op internatio naal gebied behoort Nederland immers tot de absolute top. Een gevolg van het feit, dat in ons land de grondslag werd gelegd voor het plankzeilen in Europa. Bij de dames moet Bep Thijs uit Middel burg haar vorig jaar in Mexico veroverde wereldtitel gaan verdedigen. De Zeeuwse houdt er, wat haar favoriete sport betreft, een enigszins aparte visie op na. „Het is geen sport waarvoor je dag in dag uit tot het uiterste moet gaan. Lichamelijke con ditie is niet de hoofdzaak. Bij het plankzei len zijn techniek en zeker ook tactiek veel belangrijker. Voor dat laatste heb je vol doende ervaring nodig. Ik ga heus niet we kelijks het water op, ik kan meer leren door aan wedstrijden mee te doen. Daar leér je de fijne kneepjes beter kennen". „De psychische toestand is bij de plank zeiler van groot belang. Sommigen varen het best als ze de avond ervoor flink feest hebben gevierd. Er moet een ontspannen sfeer hangen. Wanneer je gespannen als een veer aan de start verschijnt, komt er vaak niets van terecht. De balans op die plank vind je eigenlijk gevoelsmatig. We voelen de wind als het ware aan. Het vergt een heel eigen vorm van concentreren. Aan de andere kant loopt het natuurlijk ook wel eens verkeerd af. Maar dan niet getreurd: het blijft per slot van rekening een hobby". MET JE BEIDE BENEN OP EEN PLANK Investering Plankzeilen is bepaald geen goedkope sport. De aanschaf van het nodige materi aal komt al gauw neer op een investering van circa tweeduizend gulden. En wanneer men eenmaal (na aanvankelijk ontelbare malen een nat pak te hebben gehaald) zo ver gevorderd is, dat aan wedstrijden kan worden deelgenomen, moet vaak ook nog uit eigen beurs een behoorlijke duit in het zakje worden gedaan. „Bij intercontinen tale wedstrijden neemt de bond tweederde van de totale kosten voor zijn rekening", aldus Wim Thijs, broer van Bep, eveneens volledig vertrouwd geraak.t met de techni sche aspecten van het plankzeilen. „Blijf je in hetzelfde continent, dan vergoedt de bond niet meer dan éénderde". Bakermat De bakermat-van het plankzeilen lag des WATERSPORT MET VOORLOPIG NOG VOORAL RECREATIEVE FUNCTIE Relatief gezien telt ons land nog maar weinig echte wedstrijdsurfers, maar de weinigen die er zijn gooien internationaal gezien hoge ogen. tijds In de Verenigde Staten. In 1962. kwam de aërodynamische expert James Drake op het lumineuze idee om een eer ste windsurfer te gaan bouwen. Aanvanke lijk had hij daarmee weinig succes, maar door de gekweekte interesse van zaken man Hoyle Schweitzer veranderde dat anno 1967 verbazingwekkend snel. Vijf jaar later maakte Nederland op kleine schaal voor het eerst kennis met dit nieu we fenomeen. Als initiatiefnemer mag de Koninklijke Textielfabriek Nijverdal Ten Cate in Almelo worden genoemd. De Twentse firma bestelde dat jaar achtenze ventig zeilplanken, maar wist er slechts tien van te verkopen. Dat vormde blijkbaar geen beletsel om door te gaan. In 1975 werd reeds een verkoop van vijfduizend stuks gehaald en vorig jaar steeg dat to taal allengs tot liefst twintigduizend. Voorlopig neemt Nederland in Europa nog een dominerende rol in bij het plankzeilen; Zowel qua aantallen beoefenaren als qua prestaties. Langzaam maarzeker wordt de sport ook in vooral West-Duitsland, Enge land en Frankrijk steeds populairder. Bij de komende strijd om de wereldtitels zul len bovendien voor het eerst deelnemers vanachter het IJzeren Gordijn acte de pre sence geven. In Polen en Rusland is er een privé-produktie op gang gekomen: ieder een bouwt daar zijn eigen plank. In Grie kenland zal men die particuliere bouwsels echter niet nodig hebben: Nijverdal Ten Cate laat zeshonderd planken naar Porto Hydra overvliegen, zodat iedereen van hetzelfde materiaal gebruik kan maken. Scholen In de loop der jaren zijn in Nederland ver schillende scholen opgericht, waar begin nelingen de moeilijke kunst van het plank zeilen wordt bijgebracht. Evenwichtsge voel, snel reageren en niet bang zijn voor water: drie voorwaarden. Na één dag kan men aardig met de optredende kuren overweg. „Het plankzeilen krijgt steeds meer aandacht", aldus Wim Thijs. „De toeloop, is enorm, dat valt nauwelijks in woorden uit te drukken. Het afgelopen jaar is de progressie door de slechte zo mer wat teruggelopen, maar de jaren daarvoor vermenigvuldigde het aantal le den zich telkens met honderd procent. En het is ook gemakkelijk te verklaren: je hoeft die plank maar op het dak van de auto te leggen en je kunt er overal mee naar toe". Plankzeilen is een ongevaarlijke sport. Tenminste, als de instructie vooraf onder deskundige leiding gebeurt. Wim Thijs: „Beginnelingen kunnen een gevaar voor de sport betekenen. Tot nu toe zijn er ech ter in Nederland nog nooit ernstige onge lukken gebeurd. Een kwestie van mentali teitsverbetering: geen misbruik maken van de bestaande vaarreglementen. In West- Duitsland worden er licenties uitgereikt wanneer iemand een zekere graad bereikt. Dat willen wij voorlopig nog te vermijden. Een aspirant-plank wordt eerst op het droge met een sil tor geconfronteerd. Daarna gaan we het water op. Dat betekent dat er da al een bepaalde achtergrond bestaat De Nederlandse Windsurfers Bond vandaag de dag nog geen deel uit va Koninklijk Nederlands Watersport bond. Iets, wat toch zeker zou mogen den verwacht. Wim Thijs: „In princip len we best samen gaan werken.' worden ook regelmatig gesprekken gevoerd. Zijn de condities eenmaal l dan zit de mogelijkheid van een fus wel, In. Alleen moet nog worden uitga ten wie dan de macht over wie krijgt plankzeilen is bezig een volwassen ta sport te worden. Wie weet wat da komst ons nog eens zal brengen". Dirw

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 18