Pas snelheid
laan in mist
Nieuwe Datsun met Mercedes-voorkant
Welk licht bij
welk weertype?
Romeinse procedure
tegen prof. Schillebeeckx bij
bekend worden al in laatste stadium
kerk
wereld
VEILIG VERKEER
NEDERLAND:
Korte metten
ifüTONIEUWS LEIDSE COURANT WOENSDAG 17 OKTOBER 1979 PAGINA 9
raë (s
NI [1
zi Het is weer najaar en de eerste mistbanken
hebben al over de wegen gehangen. Levens
gevaarlijke „rookgordijnen" die het zicht
tot heel weinig meters kunnen reduceren,
ma Toch zijn er automobilisten die honderd
;P| kilometer per uur blijven rijden. Tijdig
ie stoppen als er een obstakel opdaagt is er
dan niet meer bij, aldus een waarschuwing
van Veilig Verkeer Nederland. Bij 99 van de
honderd ongevallen in de mist blijkt te hoge
snelheid de oorzaak tc zijn. Bij mist, zo be-
ori nadrukt VVN opnieuw, geldt de hoofdregel:
Kalm aan en nog eens kalm aan. Maar ook
de overige adviezen van VVN over het rij
fden in dichte mist zijn van belang, Een ge-
g waarschuwd weggebruiker telt voor twee.
Wie in mist verzeild raakt dient onmiddellijk
zijn snelheid te matigen. Niet abrupt afremmen
(slipgevaar!) maar geleidelijk om achteropko
mend verkeer niet te verrassen. Neem als het
kan al snelheid terug als men mist ziet naderen,
vei De snelheid dient ook te worden aangepast in
idiiynistbanken en -flarden, die plotseling ontstaan
in zeer plaatselijk zijn.
De snelheid moet zodanig zijn dat de auto of de
notor te allen tijde bijtijds tot stilstand kan ko
men. Duidelijk is, aldus VVN, dat 100 km op
e 1 een autosnelweg of 50 km in de stad bij weinig
of geen zicht volstrekt onverantwoord is. Maar
het is eveneens onverstandig om met een slak-
kegang van 20 km op een snelweg te rijden als
er nog behoorlijk zicht is. Dan is men ook een
gevaar voor anderen.
Afstand houden is eveneens erg belangrijk.
Ook als in een file wordt gereden is het zaak
een flink aantal meters speling te hebben. Blijf
in de mist op de eenmaal ingenomen rijstrook
rijden; een inhaalmanoeuvre tijdens mist kan
fataal zijn, zo waarschuwt VVN. Kruip in een
file op een autosnelweg beslist niet naar voren
via de vluchtstrook. Deze strook moet vrijblij-
ven voor politie, brandweer, ambulance en an
dere hulpverleners. Tijdens mist overdag min
stens dimlicht aan. Overdag is ook grootlicht
toegestaan, bij duisternis echter niet (dan kaatst
de mist de stralen van grootlicht grotendeels te
rug, waardoor de bestuurder zichzelf verblindt)..
Het mistachterlicht (een of twee) mag alleen
branden als het zicht minder is dan 50 meter.
Zet de ruitewissers regelmatig in werking om
de mistaanslag op de voorruit te verwijderen.
Luister via de (auto)radio naar de verkeersin
formatie. Ga eerder van huis als het mistig is.
Voor wegeninformatie kan men ook terecht bij
de ANWB (070-264455) en bij de Rijkspolitie in
Driebergen (03438-4321).
Dimlicht, grootlicht, mistachterlicht,
mistlichten, bermlicht. Hoe mogen ze
gebruikt worden, waar, wanneer en
waar moeten ze zitten? Een overzicht
van Veilig Verkeer Nederland.
Automobilisten zijn verplicht het licht
van hun wagen aan te hebben van een
half uur na zonsondergang tot een half
uur voor zonsopkomst.
Binnen de bebouwde kom is dan dim
licht verplicht.
Buiten de bebouwde kom mag gekozen
worden tussen grootlicht en dimlicht.
Maar het mag alleen dimlicht zijn bij aan
eengesloten straatverlichting en als er
sprake kan zijn van verblinding (denk
hierbij ook aan de spiegel van uw voorlig
ger). Tijdens het rijden is het voeren van
uitsluitend stadslichten, zowel binnen als
buiten de bebouwde kom, verboden. Het
gebruik van stadslichten is nog slechts
toegestaan in combinatie met dim/groot
licht alsmede met mistlichten.
's Nachts bij dichte mist of sneeuwval
dimlicht, zowel binnen als buiten de be-
bouwede kom. Van dichte mist is sprake
als er minder dan 200 meter zicht is.
Overdag bij dichte mist of sneeuw naar
keuze grootlicht of dimlicht, zowel binnen
als buiten de bevouwde kom. In plaats
van dim- of grootlicht zijn in de twee bo
vengenoemde gevallen twee mistlichten
toegestaan, echter niet in combinatie met
groot- of dimlicht.
Overdag bij schemering of donker weer
dimlicht, zowel binnen als buiten de be
bouwde kom.
Het gebruik van een of twee mistachter-
lichten is zowel binnen als buiten de be
bouwde kom toesgestaan mits dichte mist,
sneeuwval of overige atmosferische om
standigheden het zicht tot minder dan 50
meter beperken en een voortdurend bran
dend verklikkerlichtje weergeeft wanneer
het mistachterlicht brandt. Eén mistach
terlicht mag alleen aan de linker achter
zijde van de auto zijn aangebracht. Twee
mistachterlichten moeten symmetrisch
zijn aangebracht en van gelijke vorm,
grootte en lichtsterkte zijn. In beide geval
len: tenminste 10 cm van het remlicht en
maximaal 100 cm boven het wegdek.
Het gebruik van twee mistachterlichten
(wit of geel licht uitstralend) is alleen toe
gestaan bij dichte mist of sneeuwval (zicht
minder dan 200 meter) binnen en buiten
de bebouwde kom, zowel overdag als
's nachts, echter niet in combinatie met
groot- of dimlicht. De mistlichten moeten
als volgt zijn aangebracht: maximaal 40
cm binnen de uiterste linker- en rechter
zijde van de auto, symmetrisch, maximaal
120 cm boven het wegdek en naar voren
omlaag gericht.
Het gebruik van één bermlicht (wit of
geel licht uitstralend) is toegestaan binnen
en buiten de bebouwde kom, zelfs bij dim-
licht, mits niet kort achter een ander
voertuig wordt gereden. Het bermlicht,
waarvan de lichtbundel sterk geconcen
treerd moet zijn, dient duidelijk naar om
laag en sterk naar rechts gericht te zijn en
maximaal 120 cm boven het wegdek te
zijn aangebracht.
NB: Fietsen moeten per 1 november
voorzien zijn van een rode reflector. Van
af die datum moeten fietsen ook oranje of
gele reflectoren in de pedalen hebben.
Van de Japanse automobie
lindustrie kan bepaald niet
worden gezegd, dat ze op
een rijke historie kan bo
gen. Nissan produceerde bij
voorbeeld pas in 1934 de eer
ste Datsun! Een complete
Eneratie na de alom veel
roering brengende komst
van de eerste zichzelf voort-
jewegende wagen. Met
,veel beroering" geven we
ilechts een uiterst zwakke
ifspiegeling van de golf
van consternatie, ontzetting
in bovenal ongeloof, die de
verschijning van de eerste
;emotoriseerde koets om-
ingde. Allerminst een kli-
naat voor Japan om onver
wijld met de productie van
lit nieuwerwetse vervoers-
niddel te starten. Voorlo-
lig was er voor de riks ja
een vuiltje aan de lucht,
fapanners zijn - het zij ge-
loegzaam bekend - geen pio-
liers. Voortgaan op bestaande
irincipes gaat ze aanmerke-
ijk beter af. En het moet ge-
egd: hierin tonen zij zich
vare meesters. Voortdurend
[elukt het de Japanners oor-
pronkelijke concepten op de-
ails te perfectioneren en
'aak met groot succes op de
narkt te brengen. Eén van de
«wijzen hiervan is de ont
wikkeling van de Japanse au-
omobiel.
Ter illustratie de opmars van
lissan: in 1934 werd de eerste
)atsun gefabriceerd; in 1962
werd het eerste miljoen be
DATSUN 180 SX
DATSUN LAUREL 2400
reikt; in 1972 liep de tienmil
joenste van de band en vorige
maand kwam van de monta
geband in Oppama de 25 mil
joenste Datsun. Een Bluebird,
met 4,4 miljoen stuks op de
Sunny na (5,5 miljoen), de
meest geproduceerde Nissan-
telg.
Ook op de Nederlandse we
gen is Datsun steeds vaker te
zien. Sinds de introductie in
1966 werden hier 155.000
exemplaren verkocht. Dit jaar
lijkt een topjaar voor de Ja
panse fabrikant te worden.
Over de eerste acht maanden
van 1979 werden ruim 38 pro
cent meer Datsuns geregi
streerd dan in de vergelijkba
re periode in 1978. Deze stij
ging zorgde ervoor, dat Dat
sun de eerste plaats onder de
Japanse merken in ons land
veroverde. Ten koste van
Toyota.
Versterking
Ter versterking van deze
marktpositie, zegt Datsun Ne
derland, worden nog dit
najaar drie nieuwe modellen
op de markt gebracht.
Het Sunnyprogramma wordt
uitgebreid met een combina
tiewagen: de Sunny Traveller.
Aangedreven door een 1400
(46 kW-63 DIN pk) motor is
de nieuweling te vergelijken -
wat uitrustingsspecificaties
betreft - met de Sunny Coupé.
Ook de vóór- en achterwielo
phanging van de Traveller is
gelijk aan die van de Coupé,
hetgeen inhoudt dat de stati
onwagon vóór een onafhan
kelijke ophanging met Mc
Pherson veerpoten heeft en
achter een starre as met
schroefveren en reactiear-
men. De rugleuning van de
achterbank is uitgevoerd in
twee afzonderlijk neerklapba-
re delen, zodat de bagage
ruimte naar behoefte aange
past kan worden.
De tweede nieuwkomer bij
Datsun is 180 SX.
Het is niet bijster moeilijk om
vast te stellen, dat voor deze
Coupé een Europese bestseller
model heeft gestaan. De'Dat
sun 180 SX heeft een opval
lende gelijkenis met de Manta
Coupé van Opel. Op zich uit
eraard een garantie, dat het
„grote publiek" zich best in
dit type vast wil bijten.
De wagen is een sportieve 3
deurs coupé, voorzien van een
1800 motor met bovenliggen
de nokkenas en electronisch
gestuurde benzine-inspuiting.
Standaard wordt een vijfver
snellingsbak geleverd, waar
van de vijfde een overdrive
Unicum
Een unicum is het ruimtebes-
parende(smalle) reservewiel.
Ook bij dit type bestaat de
rugleuning uit twee geschei
den delen.
Naast de, sinds november
1978 in Nederland verkrijgba
re Datsun Laurel 2000, is een
nieuwe 2400 cc 81 kW (110
DIN pk) versie leverbaar. Op
vallend aan deze luxueuze
zescilinder is het voorfront,
dat een treffende gelijkenis
vertoont met het vooraanzicht
van een Mercedes. De Laurel
2400 sluit de Datsunlijn voor
vier-deurs auto's naar boven
af.
Evenals de Coupé 180 SX
heeft de wagen een vijfver
snellingsbak met de vijfde
gangwissel als overdrive. De
wagen is zeer compleet uitge
voerd. Niet minder dan elf
waarschuwingslampen zijn
aanwezig om ervoor te zor
gen, dat de bestuurder van al
les op de hoogte blijft. Naast
de ingebouwde AM/FM-radio
is bovendien een stereo-cas
setterecorder gemonteerd.
Een digitale quartzklok zorgt
voor een juiste tijdweergave.
Een extra snufje is een spotje
in het plafond.
JAN J RITZEMA
Beste banden
voor? Niet
altijd juist
Als u behoort tot de auto
mobilisten die de „beste"
banden altijd op de vooras
willen hebben, dan zou u
wel eens een fout kunnen
maken, zo luidt de mening
van Goodyear.
Volgens deze bandenfabri
kant komt het nog steeds
voor dat automobilisten, die
twee banden willen vervan
gen, de monteurs de opdracht
geven de nieuwe banden op
de vooras te monteren, onge
acht het type auto dat zij
hebben.
„Het aanbrengen van nieuwe
banden alleen op de vooras
geldt slechts voor wagen met
voorwielaandrijving. Maar de
nieuwe banden moeten wor
den gemonteerd op de aange
dreven as - voor of achter -
om zodoende te profiteren
van de tractie, de veiligheid,
bestuurbaarheid en het pro
fiel van de nieuwe band.
Brengt men banden met het
beste loop vlak aan op de aan
gedreven wielen, dan ver
hoogt dit de bestuurbaarheid
van de wagen en geeft opti
male tractie bij het optrek
ken en remmen. Bij wagens
met achterwielaandrijving
helpt de grip van de banden
het voorkómen van over
stuur. Bij wagens met voor
wielaandrijving zullen nieu
we banden op de voorwielen
bijdragen tot het verminde
ren van onderstuur", aldus
Goodyear.
let onderzoek van de congregatie voor de
eloofsleer moge pas sinds kort in de open
baarheid zijn gekomen, het is niettemin al
iet einde van een lange procedure tegen
irof. dr. Edward Schillebeeckx o.p. Wan
eer hij in december zijn gesprek heeft met
fie door de congregatie voor de geloofsleer
angewezen anonieme theologen, dan is het
inde van de procedure praktisch in zicht,
let gesprek, met de drie theologen, collo-
uium genoemd, is het begin van de laatste
tappe, waarin de congregatie voor de ge-
oofsleer uitspraak doet, die dan door de
'aus moet worden bekrachtigd.
Ie procedures voor het onderzoek van leer-
lellingen, zoals de congregatie voor de ge-
Oofsleer in Rome aanspant, zijn ontleend aan
et motu proprio „Integrae Servandae" van
aus Paulus VI van 7 december 1965. De nieu-
'e.procedures dateren van 8 januari 1971. Er
een „buitengewone onderzoeksprocedure"
!n een „gewone procedure van onderzoek". De
jerste procedure werd dit jaar toegepast tegen
'e Franse Dominicaan Jacques Pohier, de
weede tegen prof. Schillebeeckx.
te buitengewone procedure wordt gebruikt,
vanneer naar het oordeel van de congregatie
'oor de geloofsleer de geloofsdwalingen van
auteur vaststaan en de verspreiding ervan
'au onmiddellijk gevaar voor de gelovigen
vordt geacht. De betrokken auteur wordt dan
olkomen buiten de procedure gehouden,
oor een gewone procedure is een langere
'oem nodig. Wanneer de congregatie voor ;de
geloo'fsleer een dergelijke procedure begint, is
er in Rome al een heel dossier opgebouwd over
een boek of geschrift. In de praktijk bestaat
zo'n dossier uit beschuldigingen van dwaling,
ketterij of van mogelijkheid in die richting.
Gezien de scherpe reacties, die het betrokken
boek van Schillebeeckx in behoudsgezinde
groeperingen van Nederland heeft opgeroepen,
is de inhoud van zo'n dossier niet moeilijk te
raden. De negen vragen, die vorig jaar aan
Schillebeekcx door Rome zijn gesteld, zijn al
herhaalde malen te berde gebracht in allerlei
publikaties.
Wanneer zo'n dossier Rome daarvoor aanlei
ding geeft, benoemt de congregatie voor de ge
loofsleer twee deskundigen, die een rapport
moeten voorbereiden. De congregatie benoemt
ook een „relator pro auctore", een soort advo
caat, althans iemand, die de positieve aspecten
naar voren moet brengen. De curie-instantie
beslist dan ook of en wie er van op de hoogte
gesteld wordt, dat er een procedure op gang
gebracht wordt of dat dit eerst na afloop er
van gebeurt. In het geval van prof. Schille
beeckx is noch de generaal der Dominicanen
in Rome noch de provinciale overste in Neder
land op de hoogte gesteld. Wel werd kardinaal
Willebrands in een laat stadium in kennis ge
steld van de procedure in zijn functie van kan
selier van de universiteit van Nijmegen. Hij
kreeg een en ander van Rome te horen, toen
in 1978 prof. Schillebeeckx een reeks vragen te
beantwoorden kreeg.
De twee deskundigen, die het rapport voor de
congregatie voor de geloofsleer opstellen, moe
ten het betrokken werk van de auteur in de
oorspronkelijke taal het Nederlands dus
lezen en nagaan of het in overeenstemming is
met de openbaring en het leergezag van de
kerk. Zij geven hun oordeel en kunnen even
tueel een bepaalde handelwijze voorstellen. In
het geval Schillebeeckx is het rapport gemaakt
op de Nederlandse editie van „Jezus, het ver
haal van een levende". In welingelichte krin
gen rond Schillebeeckx meent men te mogen
veronderstellen, dat ook Schillebeeckx' tweede
Jezus-boek „Gerechtigheid en liefde" een dos
sier in Rome zal opleveren. In de huidige pro
cedure is dit tweede boek niet aan de orde.
Voordat prof. Schillebeeckx in 1978 zijn vra
gen te beantwoorden kreeg, was er in Rome al
heel wat werk verzet. Er zijn rapporten en
ambtelijke verslagen opgesteld in opdracht van
de congregatie van de geloofsleer. Er is overleg
geweest met de consultoren van de congrega
tie, theologen, van wie de meesten in Rome
werkzaam zijn. Theologen in het buitenland
worden mpestal niet geraadpleegd. Ook de in
ternationale commissie van theologen wordt
geen advies gevraagd.
Na het overleg op theologisch niveau binnen
de congregatie komt de zaak voor de kardina
len, die met de prefect het hoofdbestuur vor
men. Op het ogenblik maken daarvan acht
kardinalen deel uit, namelijk de kardinalen
Seper (prefect), Baggio, Agnelo Rossi, Garrone,
Krol, Willebrands, Volk en Pericle Felici. De
meesten zijn curie-kardinalen.
Hun oordeel wordt aan de paus voorgelegd. In
het geval van prof. Schillebeeckx was dit nog
paus Paulus VI. In dit stadium is prof. Schille
beeckx meegedeeld, dat er een vooronderzoek
tegen hem gaande was en dat dit vooronder
zoek negatief was uitgevallen. Uiteindelijk
kreeg prof. Schillebeeckx ruim een half jaar de
tijd om op de gestelde vragen te antwoorden.
Die beantwoorden is volgens de congregatie
voor de geloofsleer blijkbaar niet bevredigend
geweest, want prof. Schillebeeckx kreeg de
uitnodiging voor een persoonlijk gesprek met
drie theologen, die de congregatie aanwijst. De
namen van die theologen krijgt hij niet te ho
ren, net zo min prof. Schillebeeckx te horen
heeft gekregen wie in het voorgaande onder
zoek zijn goede kanten heeft kunnen belich
ten.
De drie door de congregatie voor de geloofsleer
.aangewezen theologen moeten van het gesprek
tenminste een samenvattend verslag opstellen
en het samen met prof. Schillebeeckx onderte
kenen. Dit verslag wordt met het antwoord
van de auteur op de tegen hem ingebrachte be
zwaren aan de congregatie voor de geloofsleer
voorgelegd. Wanneer zou blijken dat er nieu
we doctrinele aspecten opduiken, die een na
der onderzoek zouden eisen, dan vólgt eerst
nog overleg met de raad van consultoren van
de congregatie. De congregatie voor de geloofs
leer neemt dan haar beslissing, die ter goed
keuring aan de paus wordt voorgelegd en ver
volgens aan kardinaal Willebrands meege
deeld. De congregatie voor de geloofsleer be
slist eveneens of en in hoeverre de uitslag van
het onderzoek openbaar wordt gemaakt.
De Basisbeweging van kri
tische groepen en gemeen
ten in Nederland heeft sa
men met de Agogisch Theo
logische Opleiding te
Utrecht een „paarsboek"
uitgegeven, een verslag van
de actie met en rond de Sy-
risch-orthodoxe christenen
in de Bossche St.-Janskathe-
draal. Het verslagboek, ver
krijgbaar bij de Basisbewe
ging Nederland, Tolsteeg
singel 33, 3582 AH Utrecht,
biedt een overzicht van de
feiten, een analyse en een
beoordeling daarvan. Aan
dacht wordt besteed aan het
ontslag van stafmedewer
ker Willem Arts. Het ver
slagboek vormt de basis
voor een studiedag voor le
den van basisgroepen en
kritische gemeenten, die op
10 november wordt gehou
den in de vrijwilligersge-
meente Maranatha te Til
burg.
Het Britse katholieke blad
„Catholic Herald" heeft voor
het eerst in zijn 95-jarig be
staan een vrouwelijke hoofd
redacteur en wel de 24-jarige
Frances Gumley uit Cambrid
ge, die sinds vier jaar bij het
blad werkt. Zij volgt de 30-ja-
rige Richard Dowden op, die
moeilijkheden had met de di
rectie en daarom onverwachts
vertrok. De „Catholic Herald"
heeft een oplage van 35.855.
Het dragen van kruisen en
T-shirts met een afbeelding
van Jezus door jongeren is
voor het Sovjetrussische
partijblad "Pravda" aanlei
ding geweest erop te wijzen,
dat dit in strijd is met de
officiële ideologie. Het blad
zegt veel brieven van oude
ren te hebben ontvangen
waarin ongerustheid wordt
uitgesproken over deze
mode bij de jeugd, die zich
over het gehele land uit
breidt.
Binnenkort zal het eerste deel
verschijnen van de catalogus
van alle kunstschatten van
het Vaticaan. Dit deel be
schrijft de schilderijen van de
tiende eeuw tot Giotto (1266-
1337). Het werd samengesteld
door de Westduitse hoogleraar
Wolfgang Fritz Volbach.
Het aantal studenten in de
katholieke theologie aan de
acht Oostenrijkse facultei
ten en andere opleidingsin
stituten is voor het komen
de semester boven de drie
duizend gekomen, een recor
daantal. Hiermee heeft de
stijging van het aantal, die
al een jaar of tien aan de
gang is, zich verder doorge
zet. Steeds minder studen
ten echter kiezen voor het
kerkelijk ambt. Het aantal
vrouwelijke studenten is de
afgelopen jaren sterker ge
groeid dan het aantal man
nelijke.
De Britse methodistenkerk
heeft besloten uit eigen mid
delen het programma ter be
strijding van het rassisme van
de Wereldraad van Kerken te
ondersteunen. Bij dit besluit
wordt aangetekend, dat infor
matie is verstrekt door me
thodistische zendelingen, die
zich ervan hebben vergewist,
dat de middelen uit het speci
ale fonds uitsluitend ten goe
de komen aan humanitaire
doelen en niet, zoals vaak
wordt beweerd, aan militaire
doeleind^-.