edicijnman keert
terug
oe veilig
is veilig?
ESETZIJ IN VEDERDOS, HETZIJ IN NET PAK
MAAG De westerse
Eschap begint weer
gstelling te krijgen voor
Cdicijnman, ook wel de
jtionele genezer"
,md. In de Derde Wereld
ie opmerkelijke figuur
van het toneel
Lenen geweest. Op dit
fent wordt de behoefte
Leneesmiddelen voor
Leer 75 procent van de
king nog gedekt door
kruidenpreparaten,
haft door traditionele
ters. Maar 70 procent
et budget voor
lezondheid in de
ikelingslanden wordt
esteed aan de aankoop
lesterse
ismiddelen. De
ndigen in de Derde
d beginnen nu in te
dat de eigen
itieve" geneeswijzen
toper zijn, beter
liten bij cultuur en
e en veelal een goede
i king hebben, aldus de
|ing Bio-Wetenschappen
_iatschappij.
FS ZONDER BEWIJS
VAN GOED GEDRAG
KUN JE
EVEILIGINGSEXPERT
WORDEN
zo vlak voor de oorlog '40~'45 zijn
sI dat op de Zuidhollandse eilan-
een klein dorpje dat als het ware
de grote stad Rotterdam aanleun-
t brood elke dag door de bakker
bezorgd op een bakfiets met een
ist voorop. Een grote stevige hou-
r, met twee ijzeren beugels aan de
waaraan hangsloten konden wor-
ehangen, die er overigens nooit
inhingen.
de bakker met gloeiend heet
op stap ging had hij altijd het dek-
i de bak openstaan. En als hij al
oor een kopje koffie bij een klant
innen ging dan zette hij de bak-
lef geopend deksel voor de deur.
'aakt.
$janten waarschuwden hem dat hij
,cr>ns op een onprettige wijze door
od voor raad kon raken. In de ja-
1-1939 waren er veel werklozen
hun gezin te eten te kunnen ge-
it terugschrokken voor diefstal.
'en klep nodigt uit tot diefstal",
de klanten. Maar Janus, een goed
"'ig mens, antwoordde steevast:
zal er in voorzien en de Here
'P een kwade dag, vond Janus zijn
n J9- Hij heeft toen een paar woor-
rze9d, die ik als jongen van mijn
niet mocht herhalen.
DEN HAAG Wie vandaag de dag zo
eens om zich heen kijkt krijgt het gevoel
dat er in Nederland vele Janussen zijn, zij
het dan dat ze veelal niet meer het verme
tel vertrouwen hebben in een wakende ho
gere macht, maar wel een te goed vertrou
wen in de eerlijkheid van hun medemens.
Schattingen wijzen uit dat globaal zeventig
procent van de normale woonhuizen on
voldoende beveiligd is tegen inbraken.
Het aantal inbraken is in acht jaar drie
maal zo groot geworden en in vergelijking
met 1950 maar liefst 29 maal. Als u dan
schouderophalend zegt: „Daar hebben we
toch de politie voor, voor bescherming en
voor het oplossen van inbraken?", dan
hebt u natuurlijk gelijk, maar dan moet u
wel even bedenken dat die politie, die er in
1950 nog in slaagde 48 procent van de in
brekers in hun kraag te grijpen, nu amper
of nog niet eens tot 20 procent komt. Aan
deze cijfers hoeft u niet te twijfelen, ze zijn
van het ministerie van justitie zelf.
Het zou niet eerlijk zijn de politie alleen de
schuld te geven van dat falen. Het gaat in
geen geval op 1950 te vergelijken met
1979. De mensen zijn anders geworden,
de bevolking is toegenomen, de mobiliteit
is groter geworden en er is „meer te ha
len" voor de inbreker. Het aantal politiea
genten heeft geen gelijke tred gehouden
met de bevolkingsgroei en de stijgende
criminaliteit. Dat kon ook niet, want er is
geen geld voor.
Het vervelende is echter dat we nu in Ne
derland noodgedwongen opgescheept zit
ten met bewakingsdiensten, bestaande uit
zoals de Amsterdammer het zo treffend
zegt nep-agenten. Die bewakingsbe
drijven zijn als paddestoelen uit de grond
geschoten. Er was kennelijk behoefte aan.
Dat bracht automatisch met zich mee dat
er een zekere wildgroei ontstond, waaron
der de bétrouwbaarheid, de goede firma's
niet te na gesproken, te lijden kreeg.
De grootste oorzaak voor het toenemende
aantal inbraken ligt echter bij de slachtof
fers zelf. Voor de meest onervaren inbre
ker is het een koud kunstje om met een
omgebogen ijzerdraadje een gewoon huis
deurslot open te maken en als dat niet
gaat pakt hij een breekijzertje. Geen pro
bleem. Wat er dus allereerst moet gebeu
ren is onze woningen veilig maken. Dat
hebben de slotenfabrikanten ook gezien,
vandaar het verspreiden van de folder „In
braak", die verkrijgbaar is bij alle ijzerhan
delaren in Nederland.
Denkt u niet dat het niet nodig is om aan
uw sloten, scharnieren en wat dies meer
zij iets te doen, want de aannemer die uw
huis bouwde heeft ongetwijfeld op de post
hang- en sluitwerk bespaard. En hoeveel
ramen en deuren gaan er niet naar buiten
open, zodat een dief zich door het simpel
eruit tikken van de scharnierpennen toe
gang kan verschaffen?
De modernste beveiliging is de elektroni
sche. Van simpel kastje aan de muur tot
hele gecomputeriseerde toestanden toe.
Met dan weer als allerallernieuwste ont
wikkeling: de beveiliging via het kabeltele
visienet. Op een plaats In dat net wordt
alarm gegeven, op een andere plaats in
datzelfde net en waarom niet op het
politiebureau gaat dan een zoemer en
een schrijfmachine, een printer, tikt vervol
gens automatisch op een strookje papier
wie er alarm geeft. De droom van een
overspannen science-fiction schrijver? Al
lerminst, want de firma Cableguard in Val-
kenswaard heeft nog pas kortelings zo'n
systeem ten doop gehouden. Kabelalarm
heet het en in de gemeente Nuenen zal het
ais bejaardenbewakingssysteem worden
opgezet.
De elektronica staat voor niets meer. Wilt
u een elektronisch bewakingssysteem in
uw huis hebben, pak dan de gouden gids
en u vindt verscheidene firma's die dat
graag voor u komen aanleggen, ze noe
men zich specialisten, experts en nog veel
meer. Maar zijn ze dat?
De heer F. Heykoop, verbonden aan een
groot beveiligingsbedrijf in Amsterdam
zegt: „Wij willen ervoor waarschuwen niet
te snel met zogenaamde „beveiligingsspe
cialisten" in zee te gaan. Informeert u
eerst eens wie dat is, hoe lang het betref
fende bedrijf al bestaat, welke service ze
bieden en over welke ervaring ze beschik
ken. Helaas is het in Nederland nog altijd
zo dat eenieder zich beveiligingsinspec
teur, -specialist of -expert mag noemen,,
zonder hiervoor een examen af te leggen
of zelfs maar een bewijs van goed gedrag
te overleggen. Vergeet niet dat voor inbre
kers de oprichting van een zogenaamd
„beveiligingsbedrijf" een geweldige bron
van informatie kan zijn. Het is dus een eer-;
ste vereiste dat u volledige zekerheid heeft,
over de betrouwbaarheid van het door u
gekozen bedrijf en over de door u geko
zen beveiligingsadviseurs".
Tja, wat dan? Wie moet je dan kiezen. De
politie kan u misschien helpen. De meeste,
vooral grotere politiekorpsen beschikken
tegenwoordig over een afdeling „voorko
ming van misdrijven" waar u ongetwijfeld
informatie kunt krijgen over te goeder
naam en faam bekend staande beveili
gingsbedrijven. De verzekeringsmaat
schappij waar uw polis is ondergebracht is
een andere goede mogelijkheid. Verder
kunt u een lijst van beveiligingsbedrijven.
aanvragen bij het TBBS in Baarn. Dit bu
reau, in 1965 opgericht door de brandver-
zekeraars, stelt zich tot doel de schade
preventie in Nederland te bevorderen en
neemt op het gebied van de voorlichting
een belangrijke plaats in. Tot slot kunt u.
zich ook nog wenden tot de NVOB te Den
Haag: dat is de Nederlandse Vereniging
van Ondernemingen op het gebied van de
Brand-, Inbraak- en Overvalbeveiliging.
Aan het lidmaatschap van die vereniging
zijn zeer strenge toelatingseisen verbon
den.
Maandag 15 oktober opent in Utrecht de
internationale beveiligingsbeurs Security
haar poorten. Een goede gelegenheid voor
ieder die geïnteresseerd is in het beveili
gen zich op de hoogte te stellen van de al
lerlaatste ontwikkelingen op dit gebied.
Ook voor de onderwereld? „Ja", zegt de
heer Heykoop, „er wordt wel eens gesteld
dat deze tentoonstelling ook voor de cri
minelen een unieke gelegenheid is zich te
laten informeren door de tegenpartij. Voor
Zelfs een on- de prijs van een toegangskaartje kunnen
ervaren „in- ..de heren inbrekers" zich laten voorlich-
breker" "als ten aan de hand van opengewerkte modei-:
cabaretier 'en van brandkasten, sloten en andere be-
Gerard Cox veiligingsmiddelen. Verkopers zullen be-
heeft niet de reidwillig uitleg geven hoe feilloos hun sy-
minste moeite steem werkt en als „meneer" het niet be-
zich waar dan 9rUpt zullen ze het desnoods voor hem uit-
ook toegang tekenen. Maar met excuses aan de vele
te verschaffen beveiligingsvakmensen van politie en as-
met behulp suradeuren en alle serieus geïnteresseer-
van een om- den zal het duidelijk zijn dat de werkelijke
gebogen beveiligingsbedrijven op deze tentoonstel-
stukje ijzer- ,in9 niet het achterste van hun tong zullen
draad. laten zien". GERARD CRONÉ
In China bestaat meer dan 70
procent van de medicijnen, die
voorgeschreven worden in
communes en werkeenheden
uit geneeskrachtige kruiden, zij
het in moderne toedienings
vormen als pillen en poeders.
In China vraagt men zich in de
eerste plaats af of het middel
ook werkt. Is dat het geval,
dan mag zo'n middel ook ge
bruikt worden, al weet men
niets van de wetenschappelijke
kant van de werkingswijze.
In India probeert men zowel
moderne als traditionele ge
neeswijzen in het volksgezond
heidsbeleid op te nemen. De
traditionele geneeswijze wordt
echter over het algemeen als
minderwaardig beschouwd. In
dia heeft de best ontwikkelde
farmaceutische industrie van
alle landen van de Derde We
reld, maar ondanks dat maakt
slechts 20 procent van de Indi
ase bevolking gebruik van haar
produkten. De resterende 80
procent verlaat zich nog steeds
op de oude Ayurveda-genees-
wijze, die meer dan 8000 krui
denvoorschriften kent.
Een goed samengaan van mo
derne en traditionele genees
wijzen is alleen dan mogelijk
als men voor beide respect
kan opbrengen. Sedert de Cul
turele Revolutie krijgen de Chi-
mese artsen een standaardop-
lleiding in beide geneeswijzen.
Het zijn ook met name de Chi
nese successen met de acu
punctuur en met de kruiden
verbranding, die de traditione
le geneeswijzen meer internati
onaal aanzien hebben be
zorgd. Reeds in de oude tijden
waren de Chinezen bekwame
geneesheren. Nog voor West-
Europa aan de Kruistochten
toe was, kenden de Chinezen
al de verlichtende uitwerking
van ephedrine (middel tegen
benauwdheid).
Iets te bieden
Dat de traditionele geneeswijze
inderdaad iets te bieden heeft,
is in Ghana te zien. Dr. Oku
Ampofo van het onderzoek
centrum van planten-genees-
wijze zegt hierover: „Tijdens
de oorlog waren er geen medi
cijnen te krijgen. In het district
waar ik werkte, behandelden
sommige oudere mensen pa
tiënten zeer effectief met plan
taardige geneesmiddelen. Zij
hadden bijvoorbeeld zeer
werkzame kruiden tegen een
nageboortebloeding. Ik nam
mij toen voor iets van deze
kruidendeskundigen te le-
Sedertdien sprak hij met een
groot aantal kruidendokters en
stelde een lijst samen van 300
middelen. Zo vond hij een ge
neesmiddel tegen gordelroos,
een huidinfectie, waar de wes
terse geneeswijze nog geen
antwoord op heeft, en tegen
Medicijnman-oude-stijl.
allerlei wormziekten. Voorts
vond men planten die het sui
kergehalte van het bloed kon
den verlagen en men onder
zoekt thans een plant, die als
anti-malariamiddel wordt ge
bruikt en die een ware bacte-
riëndoder blijkt te zijn.1 Het is
dan ook niet voor niets, dat de
Wereld Gezondheids Organisa
tie de ontwikkeling van de
plantengeneeswijze steunt.
Men moet wel beseffen, dat
men met de traditionele mid
delen op een speciale manier
moet omgaan. De gebruiker
moet bijvoorbeeld hele blade
ren innemen en niet alleen be
paalde stoffen of extracten van
de plant. Soms* moeten twee
middelen samen worden toe
gediend. De medicijnman tapt
bijvoorbeeld het sap van de
plant Elaephorbia als middel
tegen de Guineaworm. Maar
dit sap is giftig. Om de giftige
uitwerking op te heffen moet
er palmnootolie aan toege
voegd worden. Er is bijvoor
beeld een zeer goede plant te
gen rheuma. Maar dit middel
werkt alleen in alcohol. Als
men het zou koken zou men
twee dagen aan een stuk sla
pen. Het middel moet gebruikt
en bereid worden zoals de me
dicijnman het zegt. Dr Ampofo:
„Ik vond een plant die zeer
goed was tegen leverinfecties.
Je hakt de bast in stukjes, legt
deze in koud water en laat ze
een halve dag in de zon liggen
voor je het dan ontstane
drankje opdrinkt. Ik gaf het
aan een professor, maar die
kon er niets mee bereiken.
Wat bleek? Hij had het middel
gekookt...".
Nadelen
Aan de werkwijze van de medi
cijnman zitten uiteraard ook
nadelen vast. De werking van
de kruiden kan afhankelijk zijn
van bodemsoort en zelfs van
jaargetijde tot jaargetijde ver
schillen. Het bewaren van
planten is een moeilijke zaak,
omdat ze na uitdroging dikwijls
niet meer werkzaam zijn. Het is
ook moeilijk te weten te komen
hoeveel je precies nodig hebt.
De medicijnman spreekt alleen
maar in termen van „een beet
je van dit" of „een beetje veel
van dat". Dat wekt nog al eens
de lachlust op van westerse
onderzoekers, maar de Ghane-
zen zeggen van hun kant, dat
de westerse wetenschappers -
te veel vertrouwen hebben in
hun eigen methoden en niet
bereid zijn om naar anderen te
luisteren. De Ghanezen vinden
ook, dat de westerse weten
schap te veel kijkt naar één
enkel bestanddeel, dat in de
fabriek nagemaakt kan wor
den. De wetenschap is nog niet
zo ver, dat alle bestanddelen
uit een plant afgezonderd kun
nen worden. En het zou name
lijk best eens zo kunnen zijn,
dat de samenwerking tussen
de bestanddelen van de plant
bepalend is voor de genezende
uitwerking.
Sceptische westerse medici
vergeten wel eens dat veel
westerse preparaten oorspron
kelijk van plante- en schimme
lextracten afkomstig zijn. Een
mooi voorbeeld is reserpine,
een middel dat in de jaren vijf
tig in de psychiatrie werd ge
bruikt. In werkelijkheid is het
een heel oud middel uit de
plant Rauwolfia. Curare, het
spierverlammende middel, dat
voor sommige operaties wordt
gebruikt, wordt al eeuwenlang
Dit Afrikaanse meisje heeft een tak bij zich van een zwaar ver
giftigde heester. Niet altijd zijn kruiden heilzaam; er zit name
lijk veel giftig kaf onder het koren. Maar soms kunnen vergif
ten bruikbaar zijn in de geneeskunde. Het Indiaanse pijlgif cu
rare, van plantaardige oorsprong, verlamt de spieren, ook de
ademhalingsspieren, zodat het slachtoffer stikt. Bij operaties
wordt nu curare gebruikt om onverwachte en hinderlijke
spiercontracties tegen te gaan.
door de Amazone-indianen uit
planten gewonnen. En zelfs
onze goede aspirine heeft zijn
oorsprong in de bast van de
wilg.
In veel ontwikkelingslanden
bestond het volksgezondheids
beleid tot nu toe voor een be
langrijk deel uit het nabootsen
van het westerse systeem, met
name voor de aankoop van ge
neesmiddelen. Neem bijvoor
beeld Tanzania. Dit land voert
voor 57 miljoen gulden aan ge
neesmiddelen in en produceert
zelf voor 1,5 miljoen. Van het
geld voor geneesmiddelen
gaat 79 procent naar de grote
re ziekenhuizen en slechts 14
procent naar de kleinere bui
tenposten.
Een opgenomen patiënt in enig
academisch ziekenhuis mag
per jaar 19,50 aan genees
middelen kosten (voor de klas
sepatiënt is dat tweemaal zo
veel), maar een patiënt in de
buitenposten mag maar 8 cent
aan geneesmiddelen kosten.
Soms is het inkoopbeleid nog
al onoordeelkundig. Zo kocht
men in Tanzania een voorraad
van een bepaald geneesmiddel
in voor vijf jaar, hoewel het
maar twee jaar houdbaar was.
Industrie
Er is in de ontwikkelingslanden
nogal wat kritiek op de rol van
de farmaceutische industrie.
Het is dan ook een aantrekke
lijke markt: op dit moment
wordt voor meer dan acht mil
jard gulden aan de ontwikke
lingslanden verkocht. Aan on
derzoek naar middelen tegen
tropische ziekten wordt over
de gehele wereld slechts 30
miljoen gulden besteed; dat
zijn de kosten voor een paar
kilometer autoweg. Alleen in
de VS bedroeg het totale on-
derzoekbudget van de Ameri
kaanse farmaceutische indu
strie in 1970 twee miljard gul
den. De gemiddelde lijder aan
tropische ziekten is kennelijk
niet draagkrachtig genoeg om
de hoge ontwikkelingskosten
van nieuwe geneesmiddelen te
rechtvaardigen. Het is ook
voorgekomen, dat oude, niet
meer werkzame geneesmidde
len in de ontwikkelingslanden
werden „gedumpt".
Heden ten dage heeft de far
maceutische industrie veel in
teresse in geneeskrachtige
kruiden. Zo bezit de firma
Hoechst in India al een onder
zoekslaboratorium. In Ghana
vraagt men zich af of men de
westerse ondernemingen wel
buiten de deur kan houden. De
dure apparatuur die nodig is
voor onderzoek naar de werk
zame bestanddelen in kruiden
moet door het westen geleverd
worden en men kan die vaak
niet betalen. Men is vooral be
vreesd, dat uitbesteding van
het onderzoek tot gevolg zal
hebben dat de westerse indu-t
strie de patenten op genees
middelen uit planten zal ver
werven. In het westen zal merr
dan deze middelen gaan na
maken en daarna met forse
winst aan de Derde Wereld ter
rug verkopen. De Organisatie
van Afrikaanse Eenheid heeft
al geheimhouding bij het plan-:
tenonderzoek aanbevolen.
Het samengaan van moderne
en traditionele geneeswijzen
lijkt de meest vruchtbare weg
voor de gezondheidszorg in de
Derde Wereld. Het opzetten
van een geneesmiddelenindus
trie wordt steeds meer als een
noodzakelijkheid genoemd
voor de ontwikkelingslanden.
Dat de toepassing van genees-:,
krachtige kruiden meer aan
vaard zal worden, staat wel
vast. De vraag is alleen of de
medicijnman terugkeert in zijn
traditionele kledij of in het net-"
te kostuum van een vertegen
woordiger
Van alle in de natuur voorko
mende planten op de wereld is
maar 20 procent onderzocht
op de aanwezigheid van ge
neeskrachtige stoffen. Moge^
lijkheden dus te over. Maar
een gebruik op grote schaar
kan tot bedreiging van de be
trokken planten leiden. Som
mige geneeskrachtige kruiden"
zijn, als gevolg van de grote
vraag, al bijna uitgestorven.
Een goed beheer van plant én
mens is noodzakelijk. Want
over de gehele wereld worden
stammen, die eeuwenoude
kennis van planten en genees
wijzen van generatie op gene-'
ratie hebben overgedragen,
door invloeden van westerse
cultuur ernstig in hun voortbe
staan bedreigd. En daarmee
kan er een schat aan ervaring
en kennis verloren gaan.