waar is zij gebleven? Petronella van der eiland van veiligheid in misdadige westerse wereld t is het incomplete verhaal n een avontuurlijke derlandse, die dertig jaar leden opdook in een udzoekerskampje in het rre hoge noorden van Fins pland. ie maanden lang heeft ze de harten sneller doen >ppen, toen plukte de jrke arm haar tussen de uken- en goudwaspannen ndaan. e en wat was Sylvia tronella Antoinette van der ier en waar is zij gebleven? een zij zelf kan het verhaal p haar lotgevallen paken, als ze nog leeft... KLYA (FINLAND) De goudzoekers van het hoog boven cirkel in Fins Lapland gelegen Tankavaara geloofden hun iet, toen precies dertig jaar geleden een donkere iheid van zesentwintig uit Nederland heupwiegend hun )innengewandeld kwam. Ze heette Sylvia, Petronella, ette van der Moer, sprak vloeiend verschillende talen, gaf urnalistiek werk te doen, maar wilde toch voor aide tijd kokkin worden bij de goudzoekers. Ze was al jiomen nog voordat ze helemaal was uitgepraat. goudzoeker Niilo Raumala was er destijds bij en heeft ust meegemaakt, die Petronella (zo liet ze zich noemen) I bracht in de bikkelharde mannengemeenschap van de ssers. Niemand wist waar Petronella van der Moer zo |ng vandaan kwam. Maar de goudzoekers maakten daar bunt van; voor hen kwam ze als uit de hemel gevallen. En It zich hun avances voor goed geld of liever goud gretig h laten aanleunen. n de woeste ruigte van het onherbergzame hoge noorden 1 de „goldrush" van de jaren veertig gevochten om de m van Petronella. Maar wat wilt u ook anders in een pve nederzetting waar zelfs eens een goudzoeker ztjn wederhelft had binnengeloodst om haar voor één goud te verkwanselen aan een hunkerende collega... lum jktor Koivula en Yrgö Korhonen zoekt Niilo Raumula nog loud in de gele modder van de Tankavaara-rivier. Maar nu l een enigszins andere basis. Ze spelen de hoofdrollen in Jitengebeuren van het „goldrushmuseum", dat in en om «legere goudzoekerskamp is ingericht, vseum werd een paar jaar geleden officieel geopend door ,pnt Urho Kekkonen. Hoofdgebouw ervan is een massieve jt, waarin allerlei attributen, foto's en ook kranteknipsels i bewaard, die aan de goudkoorts van de laatste Jhalve eeuw herinneren. lylvia, Petronella, Antoinette van der Moer is in woord en ^een onduidelijk vergeeld fotootje, dat als een kostbaar achter dik glas wordt bewaard) aanwezig. En vlak naast eltenis hangt een nog niet zo oude Zweedse krant, die 3 melden dat zij tijdens de Tweede Wereldoorlog een 0 moet zijn geweest, „een tweede Mata Hari". Juseum verhaalt ook van de verdere lotgevallen van de jurlijke Nederlandse. Ze kookte ongeveer drie maanden 'ïernationale pot voor de uit alle windrichtingen te hoop pide goudzoekers, toen er op een donkere dag een politie let kamp binnenscheurde. Het was om Petronella te doen, Het vergeelde fotootje van Petronella van der Moer, dat in het goudzoekersmuseumpje in Fins Lapland als een kostbare relikwie wordt bewaard. want op haar lange tocht van Helsinki naar het noorden zou zij een spoor van niet betaalde, torenhoge hotelrekeningen hebben achtergelaten. „Oorlog" Niilo Raumula herinnert zich vaag, dat het compleet oorlog werd, toen de sterke arm te kennen gaf Petronella „voor nader onderzoek" te willen meenemen naar de dichtstbijzijnde politiepost. Door haar onverhoeds in hun auto te deponeren en pijlsnel weg te rijden, voorkwamen de agenten een bloedbad. Petronella belandde in het gevang en daar houdt het verhaal van de Nederlandse gouddelverskokkin abrupt op. Hoe lang heeft ze gezeten? Waar ging ze naderhand naar toe? Het goudzoekersmuseum weet het niet, Niilo Raumula ook niet. Er gingen ooit geruchten, dat ze in Amerika verzeild raakte, maar dat kan ook wel het geval zijn geweest voordat ze opdook in het goudzoekerskamp. Aannemelijk lijkt, dat zij tijdens de oorlog op een of andere manier op drift is geraakt. Ze kan weggevoerd zijn en uit een kamp ontsnapt, ze kan ook als dwangarbeidster de benen hebben genomen. Het is even goed mogelijk, dat ze met Duitse soldaten mee getrokken is. En waarom zou ze in die turbulente jaren geen spionage hebben bedreven? Dat Petronella pas tegen het eind van de jaren veertig in Fins Lapland opdook, is ook niet zo verwonderlijk. Tot ver in de jaren vijftig kwamen „vermisten" tot in de verste uithoeken van Europa en zelfs daarbuiten boven water. Er zijn er zelfs, die om wat voor reden dan ook nooit meer op hun oude stekkie terugkeerden, al brachten zij er wel het leven af. „Folklore" Niilo Raumula en zijn baardige kornuiten wassen in de zomermaanden dagelijks op ijzeren schalen zorgvuldig de steen- en ertsrijke modder, die ze uit het ondiepe stroompje scheppen. Ze demonstreren op die manier hoe het moet voor de groeiende stroom toeristen, die jaarlijks naar het museumpje komt. Die toeristen mogen dan als speciale attractie tegen betaling van een bescheiden bijdrage ook hun geluk beproeven. Als ze op bruikleenlaarzen het geelbruine water in stappen en zittend op een wankele plank een bord vol modder wassen, blijven er altijd wel een paar deeltjes stofgoud op de schaalbodem achter. Die worden dan door de „echte" goudzoekers met een stukje cellotape uit de schaal gevist en op een kaartje geplakt. Dat kaartje krijgt de toerist als aandenken mee naar huis. In het voormalige goudzoekersdomein worden zelfs jaarlijks (op 21 en 22 juli, dus in de tijd dat de zon niet onder gaat) internationale goudwaskampioenschappen gehouden Er wordt meer goud gevonden in Finland. In Lapland niet alleen bij Tankavaara, maar ook in het niet zo heel ver daar vandaan gelegen Inari. De grootste klomp werd in 1950 opgevist: 183 gram. Dit jaar bezochten niet minder dan zestienduizend toeristen het goudzoekersmuseumpje van Tankavaara. Ze kwamen merendeels in glanzende automobielen naar het hoge noorden, via de riante asfaltweg naar Ivalo. Die weg loopt vrij dicht langs het voormalige kamp. Hoe dertig jaar geleden Petronella deze noordelijke nederzetting bereikte, is iedereen een raadsel. Want particuliere auto's waren er toen nauwelijks en de Finse wegen waren nog slecht begaanbaar. Filmplan Enige jaren geleden Is er naarstig naar haar gezocht. Filmmakers zagen het helemaal zitten in de goudwasserslokatie als decor voor de geromantiseerde lotgevallen van Petronella. En het zou dan ook mooi meegenomen zijn als ze inderdaad een Mata Hari- rol had gespeeld. Dat laatste kon echter alleen zij zelf vertellen, maar ze bleef onvindbaar. Hoeveel indruk ze heeft gemaakt in de paar maanden, die ze tussen de goudzoekers doorbracht, blijkt ook uit het feit dat haar naam nog regelmatig op veler lippen is. Al was het alleen maar omdat de volksmond een heuvelrugje bij Tankavaara hardnekkig Petronella-heuvel is gaan noemen... Als Sylvia, Petronella, Antoinette van der Moer nog leeft, Is ze nu zesenvijftig jaar. Is ze in Nederland, dan zou het kunnen zijn, dat ze dit verhaal onder ogen krijgt. De directrice van het goudzoekersmuseumpje hoopt, dat ze zich dan wil melden, zodat ze de hiaten in haar lotgevallen kan invullen. Misschien zijn er ook wel andere mensen, die iets naders over de toenmalige goudwasserskokkin kunnen vertellen. Dat reageren hoeft niet per se via deze krant. Het kan ook in elke taal rechtstreeks aan de directrice van het goudzoekersmuseumpje: Inkeri Syrj&nen, Tankavaara 99690 Vuotso Finland, telefoon (automatisch en rechtstreeks naar Fins Lapland): 09 (wachten op kiestoon) 3589346171. DRIES SCHEEPSTRA CO Terwijl in vs Deg heel de e digheid, de rjll Jpleging en 'j, daarmee gelijk I j len verschijnselen )SI nen, is er althans tzondering op i0( 'Igemeen jj 3nde regel: het vndom Monaco,, sg ïest luxueuze an Europa, de van de Rivièra", n( 3e zon duurder h( B zijn dan op e(i. de Bahama's /apacabana. Het larische Monaco srtijds verdwijnt uiterlijk elke dag De betonnen, 5 en glazen ikrabbers £(Bn als stoelen uit de Het beroemde o, het vorstelijk en zelfs het arde ograflsch im worden n drukt door de i 'e moderne hen, die het istaatje soms het Ier van een dwerg-Manhattan geven. Toch is Monaco zichzelf gebleven; verschillend van het omringende Frankrijk, het nabije Italië en alle andere landen. Monaco is rustig, men haast zich er (uiterlijk) nimmer en de lucht is er anders. Monaco is voornaam, wat deftig, wat stijfjes, de goede manieren van vroeger zijn toonaangevend en onwillekeurig spreekt men er iets zachter. Zeker, met name in de zomermaanden wordt ook het rijk van prins Rainier door de bonte, luidruchtige toeristenmassa overspoeld. Maar het is een oppervlakte verschijnsel. dat het „diepere wezen" van Monaco niet raakt. Tegen de avond, als honderden auto's en bussen met toeristen (de meesten komen voor een dagje, doorgaans slechts voor enkele uren) weer zijn verdwenen, hervindt Monaco zichzelf. De geuren van de monaco botanische tuin drijven dan omlaag tot aan de haven, waar honderden lichtjes schitteren. Men kan er rustig en onbevreesd wandelen en de dames dragen er hun juwelen als in het 19e eeuwse Wenen. Het heet dat tussen het Casino en de Sporting Club, een afstand van anderhalve kilometer, elke avond voor honderd miljoen gulden aan diamanten en briljanten wordt gedragen, zonder dat er ooit een poging wordt ondernomen om deze kostbaarheden te roven. Ondanks al de detectiveromans en - films die Monaco als achtergrond hebben, is in het vorstendom sedert een tiental jaren geen misdaad meer gepleegd en heeft men in zeven jaar slechts twee pogingen tot roof geconstateerd. De daders werden echter binnen enkele minuten aangehouden. Het handhaven yan de openbare veiligheid op „nationale schaal" is in Monaco, dat maar drie kilometer lang en van 200 tot 300 meter breed is, vanzelfsprekend heel wat eenvoudiger dan in een normale staat. Maar de rijkdom en weelde die hier geconcentreerd zijn, zouden van de andere kant een hoge criminaliteit in de hand moeten werken. De Monegasken maken het echter zó goed, dat zij niet hun toevlucht tot de misdaad hoeven te nemen om hun (financiële) positie te verbeteren. Daartoe draagt ook de speelbank bij, die de staatskas traditioneel zodanig vult, dat er belastingvrijheid is voor alle inwoners met de Monegaske nationaliteit. De feiten wijzen dan ook uit, dat de schaarse delinquenten in Monaco „van elders" komen. En door een bijna perfect georganiseerd politie- apparaat (geld speelt daarbij nauwelijks een rol) heeft men de kansen op het welslagen van misdadige operaties tot nagenoeg nul kunnen reduceren, waarmee Monaco een record heeft bereikt. „Le Figaro", die een en ander in het kader van een studie over Monaco toelicht, wijst erop dat de opleiding, de uitrusting en de elektrortische apparatuur van de politie in Monaco ongekend doeltreffend zijn. De veiligheid in het vorstendom is volgens de hoofdcommissaris van politie te danken aan de snelheid van verbindingen, die natuurlijk mogelijk gemaakt wordt door de geringe grootte van het vorstendom. Binnen een seconde, zo zegt men, kan de hoofdcommissaris met zijn hele korps in contact treden, waar de agenten zich ook bevinden. Binnen dertig seconden kunnen alle kruispunten en een aantal straten worden t, in minder dan een minuut kan het hele „land" van de buitenwereld worden afgesloten. Deze situatie is in de internationale onderwereld bekend. Vandaar dat men geen pogingen onderneemt „het onmogelijke mogelijk te maken". En zoals in veel andere landen heeft de overheid een studiegroep in het leven geroepen, die alle mogelijke overvallen, ontvoeringen, gijzelingen en bankroven op papier gezet, uitgewerkt en geanalyseerd heeft, zodat computers voor elke mogelijke situatie onmiddellijk de aangeven en deze zelfs deels automatisch op gang kunnen brengen. Een en ander heeft in Monaco tot een nagenoeg 100 procent openbare veiligheid geleid. Het is evident, dati,om een situatie te scheppen als in Monaco, organisatiezin, menselijk vernuft en praktische aanleg nodig zijn. Eiland van rust Het resultaat van dit alles is een merkwaardig eiland van rijkdom en rust, midden in een wereld van toenemende onveiligheid, geweldpleging en vandalisme. Een overtuigend bewijs hiervan is dat het Hof van Assisen, de (jury)rechtbank die in Monaco de zware misdaden behandelt, al in tien jaar geen zitting heeft gehouden, terwijl rondom, in het nabije Italië en het enkele kilometers naar het Westen gelegen Nice, de misdaad hoogtij lijkt te vieren met overvallen, ontvoeringen en moorden aan de ene kant en de roemruchte „kraak van de eeuw" in Nice aan de andere kant. De gunstigè plaatselijke omstandigheden hebben de politie van het vorstendom zelfs in de gelegenheid gesteld, beter dan enig ander korps in Eqropa, de internationale misdadigerswereld te leren kennen. Conventies en overeenkomsten met 180 landen maken het mogelijk op elk willekeurig ogenblik, door het aanslaan van een paar toetsen, zo volledig mogelijke inlichtingen te krijgen over een verdacht iemand. De situatie van de nagenoeg totale veiligheid is ook een mes, dat naar twee kanten snijdt: terwijl de hoge inkomsten uit de onroerende goederen en de speelbank de veiligheid mogelijk maken, maakt de veiligheid op haar beurt verdere investeringen en hogere winstmarges van de „geldkwekers" mogelijk. Pessimisten In de smalle straatjes van het oude Monte Carlo en op de drooggelegde terreinen, die op de Middellandse Zee zijn veroverd, treft men echter sceptici aan die zeggen, dat „alles in Monaco aan een zijden draadje hangt en dat er maar het geringste hoeft te gebeuren of het hele „systeem" stort in elkaar". De grootste pessimisten voegen daar nog eens aan toe, dat juist de rijkdom én de grootte van het vorstendom van een dergelijke ineenstorting een totale katastrofe zouden maken. Want, zo zeggen zij, „wat aan de ene kant tot de unieke situatie in Monaco heeft geleid, kan aan de andere kant, als er iets misgaat, het einde van de veiligheid, rust en rijkdom, en „dus" van Monaco betekenen". De autoriteiten delen dit pessimisme uiteraard niet, de zakenwereld evenmin en experts verzekeren, dat de tegenwoordige Monegaskische voorspoed nog minstens een kwarteeuw zal voortduren. Wanneer men ziet wat er bereikt is met het droogleggen van de 30 hectaren (diepe) zee en de bouw van nieuwe wijken, en als men een studie maakt van de plannen om heel het land te vernieuwen (alleen historisch interessante bouwwerken en natuurmonumenten zullen worden gespaard), krijgt men de indruk dat deze optimisten, die zich realisten noemen, wel eens gelijk kunnen krijgen. Maar zowel de optimisten als de pessimisten leggen de nadruk op de noodzaak van het handhaven van de hoge veiligheidsgraad in het vorstendom Monaco. Hun eensgezindheid op dit punt is wellicht de waarborg voor een rooskleurige toekomst van het rijk van prins Rainier III. JAN DRUMMEN uawasser Niilo Raumala (links) herinnert zich de mooie en de onrust, die zij destijds in het goudzoekers- eweegbracht, nog heel goed.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 21