De burgemeester verrast u met eenvorsteliikhemelbed Traditioneel geloof en kerkelijkheid namen in dertien jaar aanzienlijk af 1 Opnieuw winst voor Parker Nu ook in Amsterdam! arvindje'twel. Rijksm useun met Andere culturen in Nederland kerk wereld Christelijk geloof en kerkelijkheid zijn sinds 1966, naar traditionele maatstaven gemeten, aanmerkelijk afgenomen. Sinds dat jaar zijn er 590.000 buitenkerkelijken bijgekomen. De buitenkerkelijke groep, waarvan tot nu toe weinig bekend was, blijkt echter veel religieu zer „ingekleurd" te zijn dan werd gedacht. Rond 37 procent van deze groep beschouwt zich als gelovig, hetgeen kerkbezoek en een re latief hoog godsgeloof insluit. Een en ander blijkt uit een onderzoek, dat in op dracht van het weekblad De Tijd samen met de Katholieke Radio Omroep in het begin van dit jaar is verricht naar godsdienst en kerkelijkheid onder 1200 Nederlanders boven zeventien jaar. Dit op basis onder meer van een aantal vragen, die in 1966 ten behoeve van het onderzoek „God in Nederland" van het weekblad Margriet werden gesteld, hetgeen vergelijking mogelijk maakt. De titel van het nieuwe onderzoek, waarvan de resul taten in boekvorm (232 pagina's zijn uitgegeven, luidt dan ook: „Opnieuw: God in Nederland". Wat de titelvraag betreft is er een achteruitgang van veertien procent te constateren in het aantal mensen, dat zich aansluit bij de idee, dat er „een God is die zich met ieder mens persoonlijk bezig houdt": 34 procent nu tegen 48 procent in 1966. In een hogere macht, die het leven beheerst, gelooft veertig procent (was 34). Zeventien procent (13) zegt niet te weten of er een God of een hogere macht is en negen procent (vier) ontkent het be staan ervan. De overtuiging, dat er een God is die zich met ie der mens persoonlijk bezighoudt komt het meest voor bij gereformeerden (91 procent), gevolgd door hervormden (56 procent) en tenslotte bij ka tholieken (36 procent). In vergelijking met 1966 is het geloof in God bij de gereformeerden stabiel gebleven, bij de katholieken is het geloof in een persoonlijke God met 24 procent afgenomen en bij de hervormdem met negen procent. Het geloof in een hogere macht neemt over de gehele linie toe, evenals de onzekerheid en de ontkenning. Wat betreft de opvattingen over de persoon van Christus blijkt, dat de meest orthodoxe opvatting, namelijk dat Christus de zoon van God is, nu maar door 41 procent van de Nederlanders wordt aangehangen tegen 56 procent in 1966. Sinds dat jaar daalde het percentage katholieken, dat Chris tus ziet als Gods zoon aanmerkelijk, namelijk met 23 procent. De afneming bij de hervormden was tien procent, de gereformeerden bleven stabiel. Bij de katholieken kregen vooral de visies op Chris tus als een bijzonder of een gewoon mens meer aanhang. Geloofspunten Het bestaan van leven na de dood wordt door bij na de helft van de katholieken, bijna tweederde van de hervormden en negentiende van de gere formeerden aanvaard. Bij de katholieken is er een daling van 25 procent sinds 1966. Dezelfde soort uitkomsten zijn waar te nemen bij kwesties als de inspiratie van de bijbel en de zin vari het gebed. De bevestiging van deze geloofspunten neemt af. Twijfel, voorbehoud en ontkenning nemen toe. De achteruitgang in geloofsorthodoxie en kerke lijkheid wordi groter naarmate het een jongere leeftijd betreft, met als merkwaardige uitzonde ring de jongste leeftijdsgroep. Het onderscheid tus sen mannen en vrouwen toont geen verschillen. En: hoe linkser de politieke voorkeur, hoe minder men in God gelooft, maar omgekeerd geldt het niet. Onverklaarbaar vooralsnog is het gegeven, dat Brabant en Limburg een veel lager percentage vertonen waar het gaat om een geloof in een per soonlijke God, zelfs de helft minder dan in de drie grote steden. Anderzijds is er een tendens, dat het geloof in een persoonlijke God afneemt naarmate de verstedelijkingsgraad toeneemt. Dit geloof wordt het minst in forensengemeenten gevonden. De uitersten raken elkaar: mensen met de hoogste (universitaire) opleiding en met de laagste (basis school) geloven het meest in een persoonlijke God. Betrokkenheid Tachtig procent van de Nederlanders blijkt groot gebracht in een bepaald geloof, van wie slechts de helft zich nu beslist als gelovig beschouwt. Van degenen die een hervormde opvoeding hebben ge had is nog maar de helft bij de hervormde kerk aangesloten. Bij de katholieken is dat nog ruim ze ventig procent en bij de gereformeerden tachtig procent. Wat het kerkbezoek betreft zegt nu eenderde van de totale bevolking, dat ze regelmatig de kerk be zoekt, terwijl dat in 1966 nog de helft was. Bij de katholieken is er een spectaculaire teruggang: er zijn nu 34 procent minder katholieken dan in 1966, die geregeld de kerk bezoeken, namelijk 52 tegen 86 procent. De cijfers voor hervormden (42 procent regelmatig) liggen nog beneden die van de katholieken en die van de gereformeerden ver daarboven (86 procent geregeld). Geconstateerd wordt, dat voorschriften door men sen, die bij een kerk zijn aangesloten, steeds ster ker gerelativeerd worden, hetgeen hen blijkbaar niet weerhoudt zich binnen de kerk te achten. Niet minder dan 36 procent van alle aangeslote nen bij een kerk, maakt een voorbehoud als het over het verplichtend karakter van deze voor schriften gaat, 27 procent zegt zich daaraan niet te houden en slechts 36 procent (49 procent in 1966) is voorstander van een absolute verplichting in deze. Veel Nederlanders stellen er wel prijs op, dat de kerken zich uitspreken over actuele vraagstuk ken, bijvoorbeeld over apartheid 59 procent, atoombewapening 49 procent, abortus 47 procent, godsdienstig gemengde huwelijk 46 procent, actie ve euthanasie 46 procent, passieve euthanasie 42 procent, echtscheiding 39 procent, samenwonen 37 procent, homosexualiteit 29 procent en gebruik van voorbehoedmiddelen 28 procent. Tegen het besluit van een dochter om abortus te laten verrichten heeft 16 procent geen enkel be zwaar, 22 procent vindt dit „minder prettig", 34 procent verzet zich ertegen en 26 procent wil een voorbehoud. Tegen homosexsualiteit van zoon of dochter heeft 19 procent geen bezwaar, 60 procent vindt het minder prettig, 16 procent verzet ziel 3 procent maakt een voorbehoud. Wat de politieke organisaties betreft vindt 39 cent van de Nederlanders dat politieke parL van een godsdienstig beginsel moeten uitgaaiT procent vindt dat niet. Vergeleken bij 1966 is I aantal voorstanders van confessionele organis; overal gedaald, maar naar verhouding het ij wat betreft de omroepvereniging. Bij de hervo den zet zich het ontzuilingsproces niet meer d 1 Bij het onderzoek is ook gevraagd naar de zin Nederlanders aan hun leven geven, waarbij bli dat 64 procent redelijk tevreden is met hun door het leven (68 procent in 1966). De zin hun leven vindt 51 procent van alle ondervr den in het gezin, 18 procent leeft voor een go financiële en materiele welstand, 16 pnx II streeft naar gezondheid en 12 procent kiest een sociale houding. Bij gereformeerden „godsdienst en kerk" hoog genoteerd. Maar nig katholieken (vier procent) zien in godsdii of kerk de uiteindelijke zin van hun leven, meest gekozen waarden komen voor alle Ne< landers boven zeventien jaar naar voren gezo heid (52 procent), gelukkig zijn (38 procent), vr (31 procent) en liefde <22 procent). Bekwaam! haalde de laagste score van de vijfentwintig w den, die de vragenlijst voorlegde. Bij de gereformeerden vond driekwart, dat christelijk geloof veel bijdraagt tot de levensw; de, die zij het allerbelangrijkst vonden. Bij de vormden was dat tweevijfde deel en bij de kat lieken nog niet eenderde. OUD-BEI JERLAND Par ker is niet van plan de ploe gen die als outsider meedin gen naar kwalifikatie voor de vier play-off-plaatsen aan winstpunten te helpen. Een nederlaag tegen een ploeg als het Beijerlandse BOB zal de verwachte plaatsing vna Par ker niet zo gauw in gevaar brengen. Maar het winnen van de play-offs (en het beha len van de titel) wordt, zo bleek maar al te zeer in het vorig seizoen, een flink stuk lastiger naarmate men lager eindigt in de normale kompe titie. Men mist dan immers het thuisvoordeel bij eventu eel noodzakelijke beslissing swedstrijden. In de afgelopen kompetitie wist BOB een keer te winnen van Parker. En dat nog wel in Leiden. Nu was Parker voor de eilandbewoners, die voor het eerst beschikten over de Amerikaanse center Wilbur „Kim" Tate, een te sterke op ponent. Herbie Stamper is een zeer begenadigd schutter en Paul van Solm levert zeker nuttig werk af onder de bor den. Maar de andere BOB-spe- lers (inklusief Tate) blijven daar een aardig eind bij ach ter. Dat ligt bij Parker anders. Het heeft zes man die bepa lend kunnen zijn voor het ver loop van een wedstrijd: Bruinsma, Woudstra. Was hington, GidSings, Kruidhof en niet te vergeten Plaat. Voeg daarbij Leysner en Kip die zich als stand-in langzaam maar zeker opwerken en zie daar de nieuwe Parker-formu- le. Het sympathieke en hard werkende BOB had daar voor alsnog geen antwoord op. Parker startte bepaald niet overtuigend. De wat kale sporthal ,,'t Vierspan" gaf ken nelijk problemen met het maatgevoel. Na vijf minuten nam coach Hennie Blom een time-out. De vervolgens inge zette versnelling leverde di- rekt resultaat op. Van 128 werd het in drie minuten 14 17. Herbie Stamper van BOB was begonnen met drie haar- zuivere „afstandsploffen" op rij, maar ook hij ging daarna wel eens missen. Dat was ge noeg voor Parker om „er van tussen te trekken". Ervin Gid- dings, steeds vrij opduikend in de bucket en aan de lopende band scorend van grote hoogte (o.a. twee dunks tussen ieder een door) was van het begin sterk op dreef. John Washing ton nam enige tijd. Toen hij een aantal schoten schitterend had geblokkeerd werd echter zijn aandeel aan de aanvallen de zijde plotseling beduidend groter. Door wat slordigheid aan Parker-zijde maar ook door het attente bordenwerk van BOB-man Paul van Solm was de ruststand nog niet be slissend: 3948. Kort na de pauze kreeg Par ker ondanks "een razende de marrage problemen. Giddings liet zijn vierde persoonlijke fout noteren en na vier minu ten moest Bruinsma de wed strijd verlaten omdat hij in één minuut twee p's toevoegde aan zijn drietal van de eerste twin tig minuten. Een Parker-voor- sprong van 4158 slonk in een rommelige wedstrijdfase Binnenkort zullen alle Amsterdammers in hun eigen stad kennis maken met de komplete kollektie kwali teitsmeubelen van Sanders Meubelstad. Want op zaterdag 3 november a.s. viert de burgemeester de feestelijke opening van zijn 8e vestiging: op de Overtoom... hoek Amstelveenseweg. U komt toch ook kijken? BERKELRODENRIJS Industrieweg 31 (achter het veiling gebouw), tel. 01891-3137. Geopend van ma. t/m do. van 9.30-17.30 uur, vrij. van 9.00-21.00 uur, za. van 9.00-17.00 uur. Vrijdagavond koop avond. Sanders Meubelstad vindt u in: Uden/Volkel, Hattem, Berkel/Rodenrijs, Kerkrade-West, Oosterhout-Zuid (N.Br.), Groningen en Heerhugowaard. tot 4962. Zonder tot briljant spel te komen perste Parker er een nieuwe tussensprint uit en liep via 5168 uit naar 54—77. Giddings inkasseerde inmid dels ook zijn vijfde diskwalifi cerende fout en Plaat (niet gretig, niet op dreef) werd vervangen door Roy Leysner, terwijl ook aan de licht gebles seerde Kip een aardige speel tijd werd toegemeten. Vooral Leysner bleek zijn kans mid dels enkele flitsende akties aan te grijpen. Plaat kwam nog even terug en had een se rie onnavolgbare assists in huis. Het verschil bleef schom melen rond de twintig punten en het eind kwam bij 7 De tweede speelhelft wa Parker-zijde voor Washi slechts 2 p's en een s< rend humeur Jim V stra en Ron Kruidhof (n leen als schutter). Bij BO ren het nogmaals Stamp Paul van Solm. Parker treedt vanavor Groningen aan tegen BV ningen en ontvangt zat Rotterdam Zuid. Scores: Parker: Kruidht Woudstra 19. Gidding: Washington 15, Plaat 11. Stamper 22, Van Solm 1 LEO 1 AMSTERDAM Opvallend mooie foto's hebben Hans den Bogaard en Koen Wessing in opdracht van het R museum in Amsterdam gemaakt van 'Andere culture Nederland', waaronder de fotografen uiteindelijk blekt verstaan de culturen van Molukkers, Surinamers, gasta ders uit Turkije en Marokko, Zigeuners en Chinezen.] werk, ongeveer honderd foto's, is in het Rijksmuseui zien tot 6 januari 1980 en brengt de bezoeker zeker een je nader tot de gesignaleerde culturen. Deze bezoeken echter niet meer verwachten dan een fraaie weergave, enkele uiterlijke verschijningsvormen. Cultureel graal expositie niet diep. Natuurlijk zijn er enkele heel opvallende platen bij: zigeJ als in een woestijn, maar in werkelijkheid aan de Basisw Amsterdam, Havens-West. Of een groep Javaanse Surina kouwelijk gekleed in een begrafenisstoet, met Hollandse h( van St. Michielsgestel stilzwijgend op de achtergrond. Informatiever is de pop op de motorkap van een auto, beha bij een Turks huwelijk, of de eenzaamheid van gastarbeidej verschillende situaties getroffen. Er komt bij langduriger kj geholpen door de begeleidende teksten van Anneke Stad de foto's wel meer informatiefs naar voren; land van komst met gegevens daarover, kleding, religieuze gebruikJ feestelijk vertoon. Maar dit ajles neemt niet weg, dat de b] ker van deze expositie weinig meer kan doen dan plaatjd ken. Men ziet onder meer, hoe voor een Hindoestaans huw] aan de voet van een boom op straat aarde wordt opgegra Maar het achterliggende, culturele verhaal ontbreekt, al! men iets vermoeden. .De expositie toont iets anders aan: dat buitenlandse cull zich moèilijk laten benaderen en de dragers ervan inrr bepaald niet aanmoedigen. De groeperingen zijn al klein en behoud van het eigene staat pottenkijkerij, hoe goed bei niet of nauwelijks toe. Daarom wellicht zijn de twee fotografen niet veel verder men dan goede reportagefoto's van evenementen waar mochten zijn. Volmondig wordt dat toegegeven, bij de foto's Chinezen; sinds hun verblijf in Nederland staan zij bekenj geïsoleerd, mysterieus en moeilijk toegankelijk. Het zal l| tijd de vraag blijven, of andere buitenlandse culturen, die in derland stand kunnen houden, gemakkelijker toegankelijk Waaraan meteen de vraag kan worden toegevoegd, hoe beli stellend de Nederlander werkelijk is. Misschien botst een en der met elkaar en wordt dat tijdens de huidige tentoonstelm het Rijksmuseum, goed, maar niet zo bedoeld, in beeld gebi F.J. BROM" Het Rotterdams Philharmo- nisch Orkest zal op 31 mei en 1 juni 1980 optreden tijdens het Festival van Bergen (Noorwegen). Voor het volgen de najaar staan tournees naar de Duitse Bondsrepubliek en Groot Brittannië op het pro gramma. Toneelvereniging ODIA geeft op zaterdag 13 oktober de eerste première van dit sei zoen. Opgevoerd wordt 'De man, de vrouw en de moord', blijspel van André Roussin in de regie van Hapé Ligthart. De vertaling is van Dresselhuys, die tal van schitterde in dit stuk als te speelster van Ko van Dijl Galerie Nouvelles Leidsegracht 74 Amstei exposeert van 11 oktobei 7 november recente en tekeningen van Saur. Kunsthandel Brink! Oude Leliestraat 12 dam, exposeert van 13 ok tot 15 november recente fiek van Jan van den W Galerija M, Bankastr Den Haag, exposeert v oktober t/m 18 nov werk van de 27-jarige Slavische schilder Delac.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 18