Christenturken lijden
onder te grote vri jheid
Getergde
oon (23)
chiet
ader dood
'pstelling paus tegenover Israël veel soepeler
Filmweek Arnhem biedt sombere kijk op de toekomst
asino trekt meer
ubliek dan verwacht
GISTEREN
M'N
KOELKAST
inde
KRANT.
VANDAAG
VERKOCHT.
LNNNENLAND/BUITENLAND
LEIDSE COURANT
MAANDAG 8 OKTOBER 1979
PAGINA 9
UN HEM Indien het program-
a van de filmweek Arnhem in
>t grote Rembrandt theater een
aatstaf is voor wat men dit win-
tseizoen in de bioscopen te zien
1 krijgen, dan worden we in de
ekomst rijkelijk getracteerd op
ience fictions films. Het kleine
brandt Luxe biedt meer varia-
maar het is nu al duidelijk, dat
\le van de daar vertoonde films
Nederland geen distributeur
dien vinden, zodat men meestal
et Engelse, Duitse of Franse on-
rtitels de films moest zien. De
taanse film La Rabia van Eugeni
Englada werd zelfs geheel zonder
voettitels vertoond, waarop de
echtgenote van de andere in Arn
hem aanwezige Spaanse regisseur
Gonzalo Herralde zo goed en zo
kwaad als het ging de Engelse ver
taling maar insprak.
Om even kort met de science fictions
films te beginnen, Alien van Ridley
Scott laat een vreemd monster een ruim
teschip binnendringen en daarna het op
het leven van de bemanningsleden te
hebben gemunt. Robert Altman ziet in
Quintet de toekomst ook al niet zo roosk
leurig in met een nieuwe ijstijd, die een
futuristische stad lam heeft gelegd,
waarop de inwoners zich verder alleen
nog maar bezighouden met een gokspel
letje, dat vaak letterlijk op leven en dood
wordt gespeeld. Door de identiteit van
de slachtoffers aan te nemen raakt Paul
Newman als vreemdeling in dit spelletje
verzeild. Een nogal modieuze film rond
een ijspaleis, waar men middeleeuwse
kleding draagt en men zich niet behoeft
te bekommeren over de overal verspreid
liggende lijken, want die worden snel
door de honden opgepeuzeld.
Het leukste is eigenlijk nog de Engelse
film Time after Time van Nicholas
Meyer, waarin de ontmaskerde vrou
wenmoordenaar Jack de Ripper met de
tijdmachine van de schrijver H.G.Wells
weet te ontssnappen, waarop Wells hem
prompt achtervolgt naar het San Fran-
sicso van 5 november 1979. Ondanks en
kele ruwe moorden ook amusant door de
wijze waarop Malcolm McDowell als
Wells lakoniek reageert op onze huidige
samenleving.
Wie niet van dit genre houdt kon altijd
nog naar Werner Herzog's fraaie maar
toneelmatige verfilming van George Bü-
chener's Woyzeck met een wederom ge
kweld kijken Klaus Kinski in de titelrol
öf, om eens g^noegelijk te lachen, naar
de Argentijnse komedie van Hector Oli-
vera La Nona, waarin een ruim 100-jari-
ge grootmoeder - gespeeld door een man
- met haar wraakzucht een heel gezin
ruïneert. En dan hebben we een hele
reeks films nog niet eens bij name ge
noemd.
OTTO MILO
(door dr. A.C. Ramselaar)
:uze van een Poolse paus was een
verrassing, dus werd hij een
vraagteken. Zijn optreden was
het eerste ogenblik een nog gro-
'errassing. Het vraagteken wordt
ler. Kritiek wordt hem niet ge-
d. Juist als te verwachten was:
volgens de stalenkaart van po-
;e en religieuze inzichten. Maar
lersoonlijkheid blijft overrompe-
Niet alleen tegenover de massa's
:xico, Polen en Ierland, die zo ka
lk moeten zijn, maar ook als hij
voor een kritisch gehoor als de
idering van de Verenigde Naties,
tptreden, zijn zegswijze, zijn klare
maken hem in veel opzichten on-
itaanbaar en onkwetsbaar. De be
lering van katholieken, joden en
"S- of niet-gelovigen wint het be
dril van de sceptische terughoudend-
wijde katholieke kringen.
hem gevolgd naar Puebla. Tijdens
"aticaanse Concilie heb ik hem drie
'an nabij gadegeslagen in de voorbe-
igscommissie (de samenvoeging van
:ologische commissie en die voor het
apostolaat voor de constitutie over
de wereld van deze tijd). Ik ge-
ooralsnog meer mijn bewondering
irbied dan de kritiek met name op
louchng tegenover de theologie van
ivrijding in Mexico,
zijn gedrevenheid kende ik hem als
^jnoedig en soepel mens. Hij spreekt
i zonder „aanziens des persoons". Zijn
Ijnse vrijmoedigheid stempelt hem tot
jvaarachtig geestelijk leider. In Mexi-
L rak hij alsof er geen anti-godsdiensti-
Aletten waren. In Polen sprak hij on-
loemd over godsdienstvrijheid en
lenrechten. In Ierland over de onaan-
ibaarheid van elke terreur. In de
Verenigde Naties tot rijken en armen, po
litici van Oost en West. De toehoorders
voelden niet meer dat hij in feite hen in
staat van beschuldiging stelde. Zijn soe
pelheid bleek uit zijn houding tegenover
de theologen der bevrijding. Hij liet zich
tevoren ten minste argwanend over hen
uit. Na Mexico heeft hij geen woord van
afkeuring meer laten horen.
Zijn soepelheid vraagt aandacht, zodra hij
over zijn grote voorganger paus Paulus VI
spreekt. Dan ben je gewaarschuwd dat hij
afstand neemt van standpunten die zijn
voorganger bijzonder dierbaar waren. Zo
in zijn houding omtrent de collegialiteit
van de bisschoppen, zo in de encycliek
Redemptor Hominis. In New York speci
aal over de erkenning van de geestelijke
waarden en de economische en technische
orde, en de geestelijken die altijd hun
werk doen in een stoffelijke wereld.
Het Midden-Oosten
in New York sprak hij over de
rechten. Hij wijdde daarbij een korte pas
sage aan de situatie van het Midden-Oos
ten. Dat was géén detail, geen toevallig
onderdeel. Een paus weet wel waar de
wereldbelangstelling ligt. Ook Johannes
Paulus weet het èn zijn rechterhand, de
kardinaal-staatssecretaris. Ook weet de
paus zeer goed, dat er in de katholieke
wereld een zeer levendige stroming is, die
duidelijk verzoening nastreeft met het
joodse volk en juist in het belang van een
lévend christendom pleit voor het be
staansrecht van Israël.
De paus heeft het van nabij meegemaakt
hoe in het Tweede Vaticaans Concilie de
vraag om een nieuwe houding ten opzich
te van de joden als een rode draad heeft
gelopen door heel de discussie. Hij heeft
geweten hoe paus Johannes' liefde voor
de joden heel diens leven en denken door
drenkt heeft. Onmogelijk dit in zijn ware
gestalte te doen herleven.
Hij heeft het gezag en de eerbied gezien
die kardinaal Bea kreeg van de grote
meerderheid, maar ook hoe ontroerend hij
uitdrukking gaf aan zijn geheel eigen lief
de voor de joden. Hij heeft geweten van
de pogingen het ontwerp-Bea omtrent de
verklaring over de joden onder de tafel te
werken of zo te verwateren dat het zin
loos en dus overbodig werd. Hij heeft de
laster en propaganda tegen Bea meege
maakt. Ondanks alle intriges heeft het
concilie met overdonderende meerderheid
achter kardinaal Bea en zijn oecumeni
sche beweging die toen door heel de r.-k.
kerk is gevaren gestaan en achter de ver
nieuwing van de joods-christelijke ver
houdingen die niet denkbaar is zonder het
bestaansrecht van Israël te erkennen.
Maar in 1979 heeft de staatssecretaris van
de paus de houding van het Vaticaans
Concilie niet gehonoreerd. Hij is omzichti
ger gaan spreken dan de tegenstanders
van kardinaal Bea deden, maar is toch te
ruggegaan naar de houding van Pius XII.
De grote lijn daarvan was, dat alleen de
kerk het nieuwe, het ware Israël is, wat
inhoudt dat het joodse volk alleen reli
gieuze betekenis heeft voor zichzelf, niet
meer voor de christenvolken en voor de
geseculariseerde wereld.
Dat was in diepste wezen een miskenning
van het joodse volk, zoals het zichzelf ver
staat. Het is de basis voor een politieke
houding, niet een zoals de sfeer van het
Vaticaans Concilie die vroeg, maar een
die heerste in de VN anno 1979. Er werd
niets anders verwacht van het Vaticaan.
Maar de waarheid legt plichten op.
Enkele verschijnselen kunnen niet onop
gemerkt blijven. Over het joodse volk èn
de staat Israël werd gezwegen. Maar
doodzwijgen is een der ergste vormen van
discriminatie. De mensenrechten voor de
Palestijnen werden onder de aandacht ge
bracht, terecht. Maar het wordt een meten
met twee maten als de schendingen van
de mensenrechten tegen het joodse volk,
die onafgebroken zestien eeuwen in de
christelijke wereld hebben plaatsgevon
den en na 1948 zich op afschuwelijke wij
ze hebben voortgezet in het Midden-Oos
ten, Syrië en Irak met name, en Jeruza
lem, tot nu toe niet worden genoemd in
Vaticaans spraakgebruik.
In de pauselijke rede wordt éénmaal het
jodendom genoemd, maar alleen als een
der grote monotheistische godsdiensten in
de trits jodendom-christendom-islam.
Over het hoofd wordt gezien dat het jo
dendom niet een godsdienst is als alle an
dere, maar dat het jodendom in en vanuit
zijn godsdienstig bewustzijn als een echt
volk geroepen is een boodschap aan de
mensen te brengen, de Messiaanse bood
schap van mensenrechten en vrede op
aarde. Zijn verbondenheid met het land is
van andere politieke en godsdienstige
aard dan die van de christenen en de
islam.
Toen de Arabieren en Turken de baas wa
ren in Jeruzalem werd niet gevraagd om
een statuut met internationale garanties
en werden de ergste wandaden tegen de
joodse godsdienst bedreven. Nu de joden
reeds jarenlang hebben getoond, hoe vei
lig de heilige plaatsen zijn in een land on
der Israëlische souvereiniteit wordt er
met andere maten gemeten. Deze feiten
mogen niet worden verdoezeld.
Twee kanttekeningen
Voor een juiste waardering van de feiten
meen ik te kunnen volstaan met twee
kanttekeningen. Eén politieke. Volgens de
bulletins van twee persbureaus hoopt de
a. voor het Midden-Oosten op een algeme
ne en algehele vrede in dit gebied, een
vrede die noodzakelijkerwijs gebaseerd
moet zijn op de gelijke rechten van allen
en niet kan worden bereikt zonder inbe
grip van overweging en rechtvaardige re
geling van de Palestijnse kwestie,
b. voor Jeruzalem: dat er een speciaal sta
tuut zal komen dat onder internationale
garantie de speciale aard van Jeruzalem
zal eerbiedigen, een erfdeel dat heilig is
voor miljoenen gelovigen van de drie gro
te monotheistische godsdiensten: joden
dom, christendom en islam.
De aandachtige lezer zal opmerken:
1. dat de paus spreekt over een rechtvaar
dige regeling van de Palestijnse kwestie
(c.q. onafhankelijkheid). De kwestie van
souvereiniteit blijft buiten beschouwing e-
venals het bestaansrecht van Israël, dat
door de Palestijnen ontkend en bestreden
wordt. Dat recht van Israël kan hoogstens
vallen onder het beroep van de rechten
van allen, maar Israël wordt niet ge
noemd.
2. Aangaande het statuut van Jeruzalem
wordt niet meer gesproken over internati
onalisatie van heel Jeruzalem, niet meer
over historische rechten, doch wordt al
leen een beroep gedaan op de speciale
aard van Jeruzalem. Wel wordt gesproken
over Jeruzalem als een erfdeel dat heilig
is. De aard nu van dit erfdeel ligt voor de
joden, omdat het een volk is, wel heel an
ders dan voor de twee andere monotheis
tische godsdiensten.
Voor de gelovigen gaat het om de heilige
plaatsen. Zij hoeven niet te geloven in de
Hebreeuwse universiteit, het Israëlische
parlement of de Mount Herzl. De heilige
plaatsen liggen vrijwel alleen in het zoge
heten Oost-Jeruzalem. De joodse heilige
plaatsen als Klaagmuur, Tempelplein,
kerkhoven, synagogen enz. zijn dikwijls
niet te scheiden van de christelijke en
islamitische en de christelijke weer niet
van de islamitische (Tempelplein, de Mos
kee, zaal van het Laatste Avondmaal).
Een extra-territoriale regeling is mogelijk,
maar die heeft niet te maken met de sou
vereiniteit.
Dat de paus de vragen zo heeft afgevijld
en gestroomlijnd, wijst op een soepelheid
die nog alle kanten uit kan. Maar deze
veel soepeler houding lijkt veel op een
compromis van twee uiteenlopende stand
punten. En een compromis kan zo sterk
theoretisch worden, dat het voor uitvoe
ring niet meer in aanmerking komt.
Religieuze
kanttekening
De paus ziet vrede in het Midden-Oosten
niet als het alternatief van oorlog, maar
als een shalom, die eindeloos meer bete
kent, namelijk de shabbat-vrede, de vrede
die Jezus van Nazareth, de Messias, op
aarde kan brengen. Deze vrede is er niet
als de strijd tegen anti-semitisme niets an
ders beoogt dan een afwezigheid van jo
denhaat zonder liefde voor het Joodse
volk. Voor de joden is de gezindheid van
de grote massa der christenen en islamie
ten van meer belang dan de persoonlijke
gezindheid van een paus. Zolang bij de
grote massa de liefde van Christus voor de
joden ontbreekt, komt er geen vrede in
het Midden-Oosten. Dan is ook een mach
tige persoonlijkheid als die van Johannes
Paulus onmachtig. Dan blijft het joodse
volk de speelbal van het politieke spel der
grote volken. De lijn van de geschiedenis
van dertig eeuwen wordt dan gewoon
voortgezet.
(Dr. A. C. Ramselaar is oud-rector van
het seminarie Apeldoorn en oud-voor
zitter van de Katholieke Raad voor Is
raël.)
IA MA IN WOONWAGEN:
HAAG In de anti-
lax van een al jaren sle-
le vete heeft een 23 jaar
zoon van een Haagse
iman (47) zaterdaga-
in zijn woonwagen aan
iaductweg de ruzie tus-
hen beslecht door zijn
x, met één schot in het
ld en twee schoten in de
>t om het leven te bren-
rdagavond om half elf
m de vader onder invloed
voonwagen in, volgens de
louter en alleen om hem
eiteren en te tergen. Vol-
verklaringen van de
lie na het drama door de
ie ingerekend kon wor
den, deed de man dit wel va
ker als hij in beschonken toe
stand verkeerde. Dit keer ech
ter haalde de_ vader een pistool
tevoorschijn, "gooide het op de
tafel, en daagde de zoon uit op
hem te schieten. Daar ging de
jongeman niet op in. Toen de
vader zich na de hevige woor
denwisseling naar buiten wil
de begeven, draaide hij zich
plotseling bij de deur om en
richtte met een andere uit zijn
binnenzak gehaalde revolver
op de zoon. Deze nam het ze
kere voor het onzekere, pakte
het pistool van tafel en loste
drie schoten op zijn vader.
Na de tragedie belde de zoon
zelf de politie. Hij heeft be
kend te hebben geschoten.
1EVENINGEN Het casino in Scheveningen heeft de
ite dagen van zijn opening meer bezoekers getrokken
werd verwacht.
heeft de directeur van de Nationale Stichting Casinospelen,
leer N.J.M. de Rooij, gistergavond bekendgemaakt. Op de
ste dag dat het casiono open was, vrijdag, werden ongeveer
eduizend bezoekers ontvangen. Op zaterdag waren het er
entwintighonderd en op zondag kwamen naar voorlopige
itting nog eens honderd mensen meer binnen de casinomu-
De leiding had gerekend op een bezoek van vijftienhonderd
tweeduizend mensen per dag. De stichting had voorts ver-
ht, dat door de opening van Casino Scheveningen het Casino
dvoort een daling van het aantal bezoekers van dertig pro-
t te zien zou geven. Het bleek echter, dat in Zandvoort
hts vijftien procent minder bezoekers aanwezig was. Een en-
e die gehouden werd onder de bezoekers van het casino in
ïveningen gaf als resultaat dat 87 procent een gunstig oor
had over het bedrijf, aldus de heer de Rooij,. Tien procent
de bezoekers vond het in ScheVeninpen te druk
TURKSE OVERHEID ONTKENT PROBLEMEN NIET
ANKARA Minstens vijf doden en
een onbekend aantal gewonden per
dag kost het toenemende, politieke
geweld van linkse en rechtse extre
misten in Turkije. Cijfers over de
„gewone misdaad" zijn niet bekend,
maar zouden een veelvoud hiervan
belopen. In 19 provincies, waarin de
meeste grote steden zoals Ankara en
Istanbul liggen, heerst de staat van
beleg. Turkije maakt daarnaast een
ongekende economische crisis door:
de inflatie zal dit jaar rond de 100
procent liggen, de werkloosheid is
opgelopen tot 20 procent, wat voor
een miljoenenstad als Istanbul vol
gens de voorzichtigste schattingen al
meer dan 200.000 werklozen bete
kent. Het aantal Turkse monden dat
gevoed moet worden neemt jaarlijks
met 2,5 procent toe. 's Lands schul
denlast is bijkans niet meer te tor
sen. En bij al deze ellende staat Tur
kije ook nog oog in oog met een
nieuwe politieke crisis die een einde
zal kunnen maken aan de gematigde
sociaal-democratische regering van
premier Bulent Ecevit. Hoe diep het
land gezonken is blijkt bij voorbeeld
uit het feit dat de Turken, als eerste
koffiedrinkende natie ter wereld,
massaal zijn overgestapt op thee:
alle exportinkomsten moeten wor
den aangewend om de steeds duur
der wordende olie te betalen, zodat
de beroemde Turkse koffie vrijwel
nergens meer te krijgen is...
Regeringsleider Ecevit geeft de giganti
sche problemen waarmee zijn land te
kampen heeft ruiterlijk toe. Op weg
naar een verkiezingsbijeenkomst in de
buurt van de havenstad Izmir geeft hij
in de schaduw van enkele olijfbomen
en omgeven door een leger zwaar be
wapende soldaten zijn commentaar-
:„Turkije maakt de zwaarste economi
sche crisis in zijn bestaan door". En als
een goed politicus in verkiezingstijd (op
14 oktober bepalen tussentijdse verkie
zingen het voortbestaan van zijn rege
ring) geeft Ecevit zijn rechtse voorgan
ger Demirel de schuld van vrijwel alle
misère. Tegelijk benadrukt de premier
dat zijn kabinet, dat nu na twee jaar>re
geren in feite de meerderheid in het
parlement al kwijt is geraakt, er alles
aan heeft gedaan om die ellende te be
strijden. Op zichzelf heeft Ecevit daar
gelijk in. De buitenlandse schuldenlast
is sinds enkele maanden wat vermin
derd, de rijen wachtenden voor de be
nzinestations zijn wat korter en de ex
port van het land trekt wat aan, vooral
door het actief aanboren van nieuwe
markten in het Midden-Oosten, die de
teruglopende handel met de EG-landen
moeten compenseren. Maar eerlijk
heidshalve geeft Ecevit ook toe: „Ik
kan nog lang niet zeggen dat de crisis
voorbij is, maar ik denk wel dat we
over de piek heen zijn".
Staat van beleg
Waar de regering Ecevit tot nog toe
vrijwel machteloos tegenover heeft ge
staan is de wassende stroom van ge
weld, al dan niet met politieke motie
ven. Enkele dagen geleden moest de so
ciaal-democratische regering weer een
zwaar politiek verlies incasseren door
het aftreden van de politiek onafhan
kelijke minister van openbare veilig
heid, die zijn anti-terrorismebeleid niet
door het kabinet zag gesteund. De man
liep over naar de rechtse oppositie.
Het in de ogen van velen te slappe be
leid op het gebied van law and order is
kenmerkend voor Ecevits politiek. Hij
liet de staat van beleg afkondigen toen
het terrorisme in zijn land uit de hand
ging lopen, maar die staat van beleg
mocht op geen enkele wijze bestaande
vrijheden aantasten. Premier Ecevit:
„Integendeel. Deze maatregel moet
juist voorkomen dat de vrije democra
tie geweld wordt aangedaan. Als wij
terrorisme met terrorisme zouden gaan
bestrijden zou dat ongetwijfeld het ein
de van de democratie in di^ land bete
kenen". De Turkse regeringsleider laat
zichzelf niet uit over de resultaten van
zijn anti-terreurpolitiek, maar wie de
bonte verscheidenheid aan Turkse
kranten opslaat ziet dagelijks enorme
lijsten met berichten over politiek en
economisch geweld. Erg veel succes
schijnt Ecevit op het punt yan de vei
ligheid en de bescherming van het in
dividu dus nog niet gehad te hebben.
Geweld is normaal
Impliciet wordt dat erkend door een
van Ecevits topambtenaren, zoals de
meesten lid van dezelfde sociaal-demo
cratische partij. „De vrijheid in dit land
wordt soms zo overdreven, dat we er
zelf onder lijden. Je zou kunnen zeggen
dat we te veel vrijheid kennen. In het
handhaven en beschermen van die
vrijheid zijn we bijna extreem. Deze si
tuatie zou wel eens kunnen explode
ren", zegt hij.
Geschrokken van de opgetrokken
wenkbrauwen die zijn verklaring ver
oorzaakt voegt hij er aan toe: „Dat ge
weld is de prijs die een dynamische
maatschappij in industriële ontwikke
ling moet betalen. De mensen willen
meer. Er is geen evenwicht in wat ge
vraagd wordt en wat er geboden wordt.
Een beperking van vrijheden zou je ei
gen basis kunnen gaan verwoesten.
Jullie in Europa moeten niet vergeten,
dat we in Turkije een democratie heb
ben van nog geen 50 jaar oud. Hoe lang
hebben jullie er niet over gedaan om te
bereiken, wat jullie nu hebben? Zonder
dat geweld zou een ontwikkeling als
die wij nu doormaken in Turkije niet
normaal zijn. 't Is een omvormingspro
ces, moet je niet vergeten".
Christenen
Naar dit Turkije wil de Nederlandse re
gering nog altijd enkele tientallen
christenturken terug sturen. Wat in
hun land gebeurt rechtvaardigt niet de
vluchtelingenstatus, zo stelt Den Haag.
Wie in Turkije voor korte tijd een kijk
je gaat nemen en zijn oor te luisteren
legt, kan deze conclusie zonder veel
problemen onderschrijven. Maar om
zonder enig voorbehoud een oordeel te
kunnen vellen moet je zeker maanden
tussen de christelijke minderheid .heb
ben gewoond. Voor zover de Turken al
op de hoogte zijn van een vraagstuk als
dat van de christelijke minderheden in
hun land (en de metsten wekken de in
druk nergens wat van te weten), wordt
het bestaan van een vervolging van
christenturken fel ontkend. „We ma
ken geen enkel onderscheid in etnische
oorsprong. Ik weet zelf niet eens van
welke oorsprong mijn kabinetsleden
zijn", zegt premier Ecevit. Volgens hem
speelt het christenturkenprobleem al
leen in Nederland en heeft het louter
economische oorzaken.
Een van Ecevits topambtenaren: „Ie
dereen kan in dit land premier worden.
Alle inwoners van Turkijè zijn voor de
wet gelijk. Het enige waarvan men ons
kan betichten is dat we te weinig werk
gelegenheid te bieden hebben".
Maar geconfronteerd met de verschil
lende voorbeelden van moorden, afper
singen, plunderingen en discriminatie
van de christelijke minderheden, zoals
die zijn neergelegd in de jongste rap
porten over hun leefstituatie in met
name het zuidoosten van Turkije, er
kennen regeringswoordvoerders voor
zichtig dat in met name dit gebied de
regering de grootste moeite heeft de
rechtsstaat te handhaven. Dan duikt
opnieuw het verhaal op over de over
dreven vrijheden die Turkije kent. De
volgens sommigen grenzeloze vrijheid
die de Turkse regering de verschillen
de bevolkingsgroepen wil laten, lijkt de
christelijke minderheden in een on
houdbare positie gebracht te hebben.
Het „laissez faire, laissez aller" mondt
zo uit in een „survival of the fittest".
Je zou deze woorden van een hoge re
geringswoordvoerder kunnen vertalen
als een symptoom van de zwakte van
de Turkse regering en met enige kwa
de wil misschien ook nog wel als een
duidelijke discriminatie: „Met de eco
nomische gevechten tussen Koerden en
christenen in het zuidoosten heeft de
regering niets te maken. Wij zijn een
land in ontwikkeling. Wij kunnen in
tien jaar niet bereiken waar jullie in
Nederland honderden jaren over heb
ben gedaan. Deze strijd wordt gestre
den onder alle 45 miljoen Turken. Ie
dereen lijdt onder deze ontwikkeling.
Hoe kunnen wij ons dan druk maken
om 50.000 christenen..."
ARJEN BROEKHUIZEN