Christenturken lijden onder te grote vri jheid Getergde oon (23) chiet ader dood 'pstelling paus tegenover Israël veel soepeler Filmweek Arnhem biedt sombere kijk op de toekomst asino trekt meer ubliek dan verwacht GISTEREN M'N KOELKAST inde KRANT. VANDAAG VERKOCHT. LNNNENLAND/BUITENLAND LEIDSE COURANT MAANDAG 8 OKTOBER 1979 PAGINA 9 UN HEM Indien het program- a van de filmweek Arnhem in >t grote Rembrandt theater een aatstaf is voor wat men dit win- tseizoen in de bioscopen te zien 1 krijgen, dan worden we in de ekomst rijkelijk getracteerd op ience fictions films. Het kleine brandt Luxe biedt meer varia- maar het is nu al duidelijk, dat \le van de daar vertoonde films Nederland geen distributeur dien vinden, zodat men meestal et Engelse, Duitse of Franse on- rtitels de films moest zien. De taanse film La Rabia van Eugeni Englada werd zelfs geheel zonder voettitels vertoond, waarop de echtgenote van de andere in Arn hem aanwezige Spaanse regisseur Gonzalo Herralde zo goed en zo kwaad als het ging de Engelse ver taling maar insprak. Om even kort met de science fictions films te beginnen, Alien van Ridley Scott laat een vreemd monster een ruim teschip binnendringen en daarna het op het leven van de bemanningsleden te hebben gemunt. Robert Altman ziet in Quintet de toekomst ook al niet zo roosk leurig in met een nieuwe ijstijd, die een futuristische stad lam heeft gelegd, waarop de inwoners zich verder alleen nog maar bezighouden met een gokspel letje, dat vaak letterlijk op leven en dood wordt gespeeld. Door de identiteit van de slachtoffers aan te nemen raakt Paul Newman als vreemdeling in dit spelletje verzeild. Een nogal modieuze film rond een ijspaleis, waar men middeleeuwse kleding draagt en men zich niet behoeft te bekommeren over de overal verspreid liggende lijken, want die worden snel door de honden opgepeuzeld. Het leukste is eigenlijk nog de Engelse film Time after Time van Nicholas Meyer, waarin de ontmaskerde vrou wenmoordenaar Jack de Ripper met de tijdmachine van de schrijver H.G.Wells weet te ontssnappen, waarop Wells hem prompt achtervolgt naar het San Fran- sicso van 5 november 1979. Ondanks en kele ruwe moorden ook amusant door de wijze waarop Malcolm McDowell als Wells lakoniek reageert op onze huidige samenleving. Wie niet van dit genre houdt kon altijd nog naar Werner Herzog's fraaie maar toneelmatige verfilming van George Bü- chener's Woyzeck met een wederom ge kweld kijken Klaus Kinski in de titelrol öf, om eens g^noegelijk te lachen, naar de Argentijnse komedie van Hector Oli- vera La Nona, waarin een ruim 100-jari- ge grootmoeder - gespeeld door een man - met haar wraakzucht een heel gezin ruïneert. En dan hebben we een hele reeks films nog niet eens bij name ge noemd. OTTO MILO (door dr. A.C. Ramselaar) :uze van een Poolse paus was een verrassing, dus werd hij een vraagteken. Zijn optreden was het eerste ogenblik een nog gro- 'errassing. Het vraagteken wordt ler. Kritiek wordt hem niet ge- d. Juist als te verwachten was: volgens de stalenkaart van po- ;e en religieuze inzichten. Maar lersoonlijkheid blijft overrompe- Niet alleen tegenover de massa's :xico, Polen en Ierland, die zo ka lk moeten zijn, maar ook als hij voor een kritisch gehoor als de idering van de Verenigde Naties, tptreden, zijn zegswijze, zijn klare maken hem in veel opzichten on- itaanbaar en onkwetsbaar. De be lering van katholieken, joden en "S- of niet-gelovigen wint het be dril van de sceptische terughoudend- wijde katholieke kringen. hem gevolgd naar Puebla. Tijdens "aticaanse Concilie heb ik hem drie 'an nabij gadegeslagen in de voorbe- igscommissie (de samenvoeging van :ologische commissie en die voor het apostolaat voor de constitutie over de wereld van deze tijd). Ik ge- ooralsnog meer mijn bewondering irbied dan de kritiek met name op louchng tegenover de theologie van ivrijding in Mexico, zijn gedrevenheid kende ik hem als ^jnoedig en soepel mens. Hij spreekt i zonder „aanziens des persoons". Zijn Ijnse vrijmoedigheid stempelt hem tot jvaarachtig geestelijk leider. In Mexi- L rak hij alsof er geen anti-godsdiensti- Aletten waren. In Polen sprak hij on- loemd over godsdienstvrijheid en lenrechten. In Ierland over de onaan- ibaarheid van elke terreur. In de Verenigde Naties tot rijken en armen, po litici van Oost en West. De toehoorders voelden niet meer dat hij in feite hen in staat van beschuldiging stelde. Zijn soe pelheid bleek uit zijn houding tegenover de theologen der bevrijding. Hij liet zich tevoren ten minste argwanend over hen uit. Na Mexico heeft hij geen woord van afkeuring meer laten horen. Zijn soepelheid vraagt aandacht, zodra hij over zijn grote voorganger paus Paulus VI spreekt. Dan ben je gewaarschuwd dat hij afstand neemt van standpunten die zijn voorganger bijzonder dierbaar waren. Zo in zijn houding omtrent de collegialiteit van de bisschoppen, zo in de encycliek Redemptor Hominis. In New York speci aal over de erkenning van de geestelijke waarden en de economische en technische orde, en de geestelijken die altijd hun werk doen in een stoffelijke wereld. Het Midden-Oosten in New York sprak hij over de rechten. Hij wijdde daarbij een korte pas sage aan de situatie van het Midden-Oos ten. Dat was géén detail, geen toevallig onderdeel. Een paus weet wel waar de wereldbelangstelling ligt. Ook Johannes Paulus weet het èn zijn rechterhand, de kardinaal-staatssecretaris. Ook weet de paus zeer goed, dat er in de katholieke wereld een zeer levendige stroming is, die duidelijk verzoening nastreeft met het joodse volk en juist in het belang van een lévend christendom pleit voor het be staansrecht van Israël. De paus heeft het van nabij meegemaakt hoe in het Tweede Vaticaans Concilie de vraag om een nieuwe houding ten opzich te van de joden als een rode draad heeft gelopen door heel de discussie. Hij heeft geweten hoe paus Johannes' liefde voor de joden heel diens leven en denken door drenkt heeft. Onmogelijk dit in zijn ware gestalte te doen herleven. Hij heeft het gezag en de eerbied gezien die kardinaal Bea kreeg van de grote meerderheid, maar ook hoe ontroerend hij uitdrukking gaf aan zijn geheel eigen lief de voor de joden. Hij heeft geweten van de pogingen het ontwerp-Bea omtrent de verklaring over de joden onder de tafel te werken of zo te verwateren dat het zin loos en dus overbodig werd. Hij heeft de laster en propaganda tegen Bea meege maakt. Ondanks alle intriges heeft het concilie met overdonderende meerderheid achter kardinaal Bea en zijn oecumeni sche beweging die toen door heel de r.-k. kerk is gevaren gestaan en achter de ver nieuwing van de joods-christelijke ver houdingen die niet denkbaar is zonder het bestaansrecht van Israël te erkennen. Maar in 1979 heeft de staatssecretaris van de paus de houding van het Vaticaans Concilie niet gehonoreerd. Hij is omzichti ger gaan spreken dan de tegenstanders van kardinaal Bea deden, maar is toch te ruggegaan naar de houding van Pius XII. De grote lijn daarvan was, dat alleen de kerk het nieuwe, het ware Israël is, wat inhoudt dat het joodse volk alleen reli gieuze betekenis heeft voor zichzelf, niet meer voor de christenvolken en voor de geseculariseerde wereld. Dat was in diepste wezen een miskenning van het joodse volk, zoals het zichzelf ver staat. Het is de basis voor een politieke houding, niet een zoals de sfeer van het Vaticaans Concilie die vroeg, maar een die heerste in de VN anno 1979. Er werd niets anders verwacht van het Vaticaan. Maar de waarheid legt plichten op. Enkele verschijnselen kunnen niet onop gemerkt blijven. Over het joodse volk èn de staat Israël werd gezwegen. Maar doodzwijgen is een der ergste vormen van discriminatie. De mensenrechten voor de Palestijnen werden onder de aandacht ge bracht, terecht. Maar het wordt een meten met twee maten als de schendingen van de mensenrechten tegen het joodse volk, die onafgebroken zestien eeuwen in de christelijke wereld hebben plaatsgevon den en na 1948 zich op afschuwelijke wij ze hebben voortgezet in het Midden-Oos ten, Syrië en Irak met name, en Jeruza lem, tot nu toe niet worden genoemd in Vaticaans spraakgebruik. In de pauselijke rede wordt éénmaal het jodendom genoemd, maar alleen als een der grote monotheistische godsdiensten in de trits jodendom-christendom-islam. Over het hoofd wordt gezien dat het jo dendom niet een godsdienst is als alle an dere, maar dat het jodendom in en vanuit zijn godsdienstig bewustzijn als een echt volk geroepen is een boodschap aan de mensen te brengen, de Messiaanse bood schap van mensenrechten en vrede op aarde. Zijn verbondenheid met het land is van andere politieke en godsdienstige aard dan die van de christenen en de islam. Toen de Arabieren en Turken de baas wa ren in Jeruzalem werd niet gevraagd om een statuut met internationale garanties en werden de ergste wandaden tegen de joodse godsdienst bedreven. Nu de joden reeds jarenlang hebben getoond, hoe vei lig de heilige plaatsen zijn in een land on der Israëlische souvereiniteit wordt er met andere maten gemeten. Deze feiten mogen niet worden verdoezeld. Twee kanttekeningen Voor een juiste waardering van de feiten meen ik te kunnen volstaan met twee kanttekeningen. Eén politieke. Volgens de bulletins van twee persbureaus hoopt de a. voor het Midden-Oosten op een algeme ne en algehele vrede in dit gebied, een vrede die noodzakelijkerwijs gebaseerd moet zijn op de gelijke rechten van allen en niet kan worden bereikt zonder inbe grip van overweging en rechtvaardige re geling van de Palestijnse kwestie, b. voor Jeruzalem: dat er een speciaal sta tuut zal komen dat onder internationale garantie de speciale aard van Jeruzalem zal eerbiedigen, een erfdeel dat heilig is voor miljoenen gelovigen van de drie gro te monotheistische godsdiensten: joden dom, christendom en islam. De aandachtige lezer zal opmerken: 1. dat de paus spreekt over een rechtvaar dige regeling van de Palestijnse kwestie (c.q. onafhankelijkheid). De kwestie van souvereiniteit blijft buiten beschouwing e- venals het bestaansrecht van Israël, dat door de Palestijnen ontkend en bestreden wordt. Dat recht van Israël kan hoogstens vallen onder het beroep van de rechten van allen, maar Israël wordt niet ge noemd. 2. Aangaande het statuut van Jeruzalem wordt niet meer gesproken over internati onalisatie van heel Jeruzalem, niet meer over historische rechten, doch wordt al leen een beroep gedaan op de speciale aard van Jeruzalem. Wel wordt gesproken over Jeruzalem als een erfdeel dat heilig is. De aard nu van dit erfdeel ligt voor de joden, omdat het een volk is, wel heel an ders dan voor de twee andere monotheis tische godsdiensten. Voor de gelovigen gaat het om de heilige plaatsen. Zij hoeven niet te geloven in de Hebreeuwse universiteit, het Israëlische parlement of de Mount Herzl. De heilige plaatsen liggen vrijwel alleen in het zoge heten Oost-Jeruzalem. De joodse heilige plaatsen als Klaagmuur, Tempelplein, kerkhoven, synagogen enz. zijn dikwijls niet te scheiden van de christelijke en islamitische en de christelijke weer niet van de islamitische (Tempelplein, de Mos kee, zaal van het Laatste Avondmaal). Een extra-territoriale regeling is mogelijk, maar die heeft niet te maken met de sou vereiniteit. Dat de paus de vragen zo heeft afgevijld en gestroomlijnd, wijst op een soepelheid die nog alle kanten uit kan. Maar deze veel soepeler houding lijkt veel op een compromis van twee uiteenlopende stand punten. En een compromis kan zo sterk theoretisch worden, dat het voor uitvoe ring niet meer in aanmerking komt. Religieuze kanttekening De paus ziet vrede in het Midden-Oosten niet als het alternatief van oorlog, maar als een shalom, die eindeloos meer bete kent, namelijk de shabbat-vrede, de vrede die Jezus van Nazareth, de Messias, op aarde kan brengen. Deze vrede is er niet als de strijd tegen anti-semitisme niets an ders beoogt dan een afwezigheid van jo denhaat zonder liefde voor het Joodse volk. Voor de joden is de gezindheid van de grote massa der christenen en islamie ten van meer belang dan de persoonlijke gezindheid van een paus. Zolang bij de grote massa de liefde van Christus voor de joden ontbreekt, komt er geen vrede in het Midden-Oosten. Dan is ook een mach tige persoonlijkheid als die van Johannes Paulus onmachtig. Dan blijft het joodse volk de speelbal van het politieke spel der grote volken. De lijn van de geschiedenis van dertig eeuwen wordt dan gewoon voortgezet. (Dr. A. C. Ramselaar is oud-rector van het seminarie Apeldoorn en oud-voor zitter van de Katholieke Raad voor Is raël.) IA MA IN WOONWAGEN: HAAG In de anti- lax van een al jaren sle- le vete heeft een 23 jaar zoon van een Haagse iman (47) zaterdaga- in zijn woonwagen aan iaductweg de ruzie tus- hen beslecht door zijn x, met één schot in het ld en twee schoten in de >t om het leven te bren- rdagavond om half elf m de vader onder invloed voonwagen in, volgens de louter en alleen om hem eiteren en te tergen. Vol- verklaringen van de lie na het drama door de ie ingerekend kon wor den, deed de man dit wel va ker als hij in beschonken toe stand verkeerde. Dit keer ech ter haalde de_ vader een pistool tevoorschijn, "gooide het op de tafel, en daagde de zoon uit op hem te schieten. Daar ging de jongeman niet op in. Toen de vader zich na de hevige woor denwisseling naar buiten wil de begeven, draaide hij zich plotseling bij de deur om en richtte met een andere uit zijn binnenzak gehaalde revolver op de zoon. Deze nam het ze kere voor het onzekere, pakte het pistool van tafel en loste drie schoten op zijn vader. Na de tragedie belde de zoon zelf de politie. Hij heeft be kend te hebben geschoten. 1EVENINGEN Het casino in Scheveningen heeft de ite dagen van zijn opening meer bezoekers getrokken werd verwacht. heeft de directeur van de Nationale Stichting Casinospelen, leer N.J.M. de Rooij, gistergavond bekendgemaakt. Op de ste dag dat het casiono open was, vrijdag, werden ongeveer eduizend bezoekers ontvangen. Op zaterdag waren het er entwintighonderd en op zondag kwamen naar voorlopige itting nog eens honderd mensen meer binnen de casinomu- De leiding had gerekend op een bezoek van vijftienhonderd tweeduizend mensen per dag. De stichting had voorts ver- ht, dat door de opening van Casino Scheveningen het Casino dvoort een daling van het aantal bezoekers van dertig pro- t te zien zou geven. Het bleek echter, dat in Zandvoort hts vijftien procent minder bezoekers aanwezig was. Een en- e die gehouden werd onder de bezoekers van het casino in ïveningen gaf als resultaat dat 87 procent een gunstig oor had over het bedrijf, aldus de heer de Rooij,. Tien procent de bezoekers vond het in ScheVeninpen te druk TURKSE OVERHEID ONTKENT PROBLEMEN NIET ANKARA Minstens vijf doden en een onbekend aantal gewonden per dag kost het toenemende, politieke geweld van linkse en rechtse extre misten in Turkije. Cijfers over de „gewone misdaad" zijn niet bekend, maar zouden een veelvoud hiervan belopen. In 19 provincies, waarin de meeste grote steden zoals Ankara en Istanbul liggen, heerst de staat van beleg. Turkije maakt daarnaast een ongekende economische crisis door: de inflatie zal dit jaar rond de 100 procent liggen, de werkloosheid is opgelopen tot 20 procent, wat voor een miljoenenstad als Istanbul vol gens de voorzichtigste schattingen al meer dan 200.000 werklozen bete kent. Het aantal Turkse monden dat gevoed moet worden neemt jaarlijks met 2,5 procent toe. 's Lands schul denlast is bijkans niet meer te tor sen. En bij al deze ellende staat Tur kije ook nog oog in oog met een nieuwe politieke crisis die een einde zal kunnen maken aan de gematigde sociaal-democratische regering van premier Bulent Ecevit. Hoe diep het land gezonken is blijkt bij voorbeeld uit het feit dat de Turken, als eerste koffiedrinkende natie ter wereld, massaal zijn overgestapt op thee: alle exportinkomsten moeten wor den aangewend om de steeds duur der wordende olie te betalen, zodat de beroemde Turkse koffie vrijwel nergens meer te krijgen is... Regeringsleider Ecevit geeft de giganti sche problemen waarmee zijn land te kampen heeft ruiterlijk toe. Op weg naar een verkiezingsbijeenkomst in de buurt van de havenstad Izmir geeft hij in de schaduw van enkele olijfbomen en omgeven door een leger zwaar be wapende soldaten zijn commentaar- :„Turkije maakt de zwaarste economi sche crisis in zijn bestaan door". En als een goed politicus in verkiezingstijd (op 14 oktober bepalen tussentijdse verkie zingen het voortbestaan van zijn rege ring) geeft Ecevit zijn rechtse voorgan ger Demirel de schuld van vrijwel alle misère. Tegelijk benadrukt de premier dat zijn kabinet, dat nu na twee jaar>re geren in feite de meerderheid in het parlement al kwijt is geraakt, er alles aan heeft gedaan om die ellende te be strijden. Op zichzelf heeft Ecevit daar gelijk in. De buitenlandse schuldenlast is sinds enkele maanden wat vermin derd, de rijen wachtenden voor de be nzinestations zijn wat korter en de ex port van het land trekt wat aan, vooral door het actief aanboren van nieuwe markten in het Midden-Oosten, die de teruglopende handel met de EG-landen moeten compenseren. Maar eerlijk heidshalve geeft Ecevit ook toe: „Ik kan nog lang niet zeggen dat de crisis voorbij is, maar ik denk wel dat we over de piek heen zijn". Staat van beleg Waar de regering Ecevit tot nog toe vrijwel machteloos tegenover heeft ge staan is de wassende stroom van ge weld, al dan niet met politieke motie ven. Enkele dagen geleden moest de so ciaal-democratische regering weer een zwaar politiek verlies incasseren door het aftreden van de politiek onafhan kelijke minister van openbare veilig heid, die zijn anti-terrorismebeleid niet door het kabinet zag gesteund. De man liep over naar de rechtse oppositie. Het in de ogen van velen te slappe be leid op het gebied van law and order is kenmerkend voor Ecevits politiek. Hij liet de staat van beleg afkondigen toen het terrorisme in zijn land uit de hand ging lopen, maar die staat van beleg mocht op geen enkele wijze bestaande vrijheden aantasten. Premier Ecevit: „Integendeel. Deze maatregel moet juist voorkomen dat de vrije democra tie geweld wordt aangedaan. Als wij terrorisme met terrorisme zouden gaan bestrijden zou dat ongetwijfeld het ein de van de democratie in di^ land bete kenen". De Turkse regeringsleider laat zichzelf niet uit over de resultaten van zijn anti-terreurpolitiek, maar wie de bonte verscheidenheid aan Turkse kranten opslaat ziet dagelijks enorme lijsten met berichten over politiek en economisch geweld. Erg veel succes schijnt Ecevit op het punt yan de vei ligheid en de bescherming van het in dividu dus nog niet gehad te hebben. Geweld is normaal Impliciet wordt dat erkend door een van Ecevits topambtenaren, zoals de meesten lid van dezelfde sociaal-demo cratische partij. „De vrijheid in dit land wordt soms zo overdreven, dat we er zelf onder lijden. Je zou kunnen zeggen dat we te veel vrijheid kennen. In het handhaven en beschermen van die vrijheid zijn we bijna extreem. Deze si tuatie zou wel eens kunnen explode ren", zegt hij. Geschrokken van de opgetrokken wenkbrauwen die zijn verklaring ver oorzaakt voegt hij er aan toe: „Dat ge weld is de prijs die een dynamische maatschappij in industriële ontwikke ling moet betalen. De mensen willen meer. Er is geen evenwicht in wat ge vraagd wordt en wat er geboden wordt. Een beperking van vrijheden zou je ei gen basis kunnen gaan verwoesten. Jullie in Europa moeten niet vergeten, dat we in Turkije een democratie heb ben van nog geen 50 jaar oud. Hoe lang hebben jullie er niet over gedaan om te bereiken, wat jullie nu hebben? Zonder dat geweld zou een ontwikkeling als die wij nu doormaken in Turkije niet normaal zijn. 't Is een omvormingspro ces, moet je niet vergeten". Christenen Naar dit Turkije wil de Nederlandse re gering nog altijd enkele tientallen christenturken terug sturen. Wat in hun land gebeurt rechtvaardigt niet de vluchtelingenstatus, zo stelt Den Haag. Wie in Turkije voor korte tijd een kijk je gaat nemen en zijn oor te luisteren legt, kan deze conclusie zonder veel problemen onderschrijven. Maar om zonder enig voorbehoud een oordeel te kunnen vellen moet je zeker maanden tussen de christelijke minderheid .heb ben gewoond. Voor zover de Turken al op de hoogte zijn van een vraagstuk als dat van de christelijke minderheden in hun land (en de metsten wekken de in druk nergens wat van te weten), wordt het bestaan van een vervolging van christenturken fel ontkend. „We ma ken geen enkel onderscheid in etnische oorsprong. Ik weet zelf niet eens van welke oorsprong mijn kabinetsleden zijn", zegt premier Ecevit. Volgens hem speelt het christenturkenprobleem al leen in Nederland en heeft het louter economische oorzaken. Een van Ecevits topambtenaren: „Ie dereen kan in dit land premier worden. Alle inwoners van Turkijè zijn voor de wet gelijk. Het enige waarvan men ons kan betichten is dat we te weinig werk gelegenheid te bieden hebben". Maar geconfronteerd met de verschil lende voorbeelden van moorden, afper singen, plunderingen en discriminatie van de christelijke minderheden, zoals die zijn neergelegd in de jongste rap porten over hun leefstituatie in met name het zuidoosten van Turkije, er kennen regeringswoordvoerders voor zichtig dat in met name dit gebied de regering de grootste moeite heeft de rechtsstaat te handhaven. Dan duikt opnieuw het verhaal op over de over dreven vrijheden die Turkije kent. De volgens sommigen grenzeloze vrijheid die de Turkse regering de verschillen de bevolkingsgroepen wil laten, lijkt de christelijke minderheden in een on houdbare positie gebracht te hebben. Het „laissez faire, laissez aller" mondt zo uit in een „survival of the fittest". Je zou deze woorden van een hoge re geringswoordvoerder kunnen vertalen als een symptoom van de zwakte van de Turkse regering en met enige kwa de wil misschien ook nog wel als een duidelijke discriminatie: „Met de eco nomische gevechten tussen Koerden en christenen in het zuidoosten heeft de regering niets te maken. Wij zijn een land in ontwikkeling. Wij kunnen in tien jaar niet bereiken waar jullie in Nederland honderden jaren over heb ben gedaan. Deze strijd wordt gestre den onder alle 45 miljoen Turken. Ie dereen lijdt onder deze ontwikkeling. Hoe kunnen wij ons dan druk maken om 50.000 christenen..." ARJEN BROEKHUIZEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 9