Rita Törnqvist: „Kinderen boeien me, ik teken ze met woorden" De verbeelding moet aan de macht kunnen komen KLEUTERENCYCLOPEDIE ALS BASIS VOOR GESPREK Ook internationaal, aldus de Amsterdam se uitgeverij Meulenhoff, bestaat grote be langstelling voor de kleuterencyclopedie die dezer dagen onder de Nederlandse boekhandelaren wordt verspreid. Het werk. waarin ongeveer 670 begrippen bin nen 22 thema's voor kleuters worden ver klaard, is bedoeld als hulpmiddel, voor volwassenen in contact met de kleuter. Opzet van auteur en grafisch vormgever Huib Ebbinge was een boek, waarin be grippen worden uitgelegd waarmee ou ders doorgaans moeite hebben. „Als mijn kinderen vragen stellen waarop ik niet meteen het goede antwoord heb, zullen andere volwassen dat probleem ook wel kennen", was zijn stelling. Met behulp van prof. mevrouw Bladergroen, deskun dige op dit gebied, kwam Ebbinge op de Kleuterencyclopedie. Dat uitgever Meu lenhoff dit werk bestempelt als hulpmid del voor volwassenen, is geen overbodige toevoeging. De kleuterencyclopedie is geen naslag werk waarin moeilijke zaken van een uit voerige toelichting worden voorzien. Het werk is samengesteld uit hoofdstukken over veelzijdige onderwerpen (zoals men sen, een nieuwe dag, straat, boodschappen, televisie, school, vakantie, boederij enz.) waaruit begrippen zijn gelicht. Op kleu terniveau worden deze begrippen toege licht. Ebbinge heeft deze toelichtingen beknopt gehouden en is wellicht daardoor duide lijk gebleven. Een werk ontstond dat als basis kan dienen voor nader gesprek tus sen ouders en kleuters. Omzeild, c.q. vermeden had kunnen wor den de stellige toon, waarop Ebbinge som mige woorden en begrippen aanpakt. Na tuurlijk staat de betekenis van de meeste woorden in dit boek zonder meer vast. Ebbinge houdt echter ook aan één mening vast, wanneer twijfel wel degelijk moge lijk is. Op grond daarvan is een prachtige basis voor gesprek gevormd, maar de vraag is, of dat nu wel de bedoeling was. Ebbinge stelt zonder meer, dat kabouters aardige, kleine mannetjes zijn. En een heks is een lelijke oude vrouw. Een oud, heersend standpunt, waarop echter, zeker m de moderne kinderliteratuur, uitzonde ringen worden gemaakt. Ebbinge had met dit soort onderwerpen, ook buiten het sprookjesachtige, iets genuanceerder kun nen zijn. Maar doorgaans zijn de omschrijvingen bondig en raak getypeerd en valt er nau welijks iets aan toe te voegen. Het zal dan van de peuter en de voorlezer af hangen, of het onderwerp moet worden doorgesproken. De encyclopedie is niet alfabetisch inge deeld. Misschien heeft Ebbinge de erva ring, dat kinderen die over een bepaald onderwerp iets willen weten, blijven doorvragen en zich daarbij niet consequ ent aan het onderwerp houden. Op deze wijze zijn de onderwerpen samengesteld en belandt de voorlezer van het ene be grip logischerwijs in het andere, waarbij de samensteller zich wel aan het hoofd onderwerp houdt. Voor kinderen die toch de betekenis van één woord willen weten, is achterin het werk een alfabetisch regis ter opgenomen. De teksten in de kleuterencyclopedie wor den goed aangevuld met illustraties in kleur, in zwart/wit en met foto's, afkom stig van Diet van Beek, Huib Ebbinge, Mariet Numan en Fiel van der Veen. Huib Ebbinge: De kleuterencyclopedie. Uitg. Meulenhoff, prijs 34,50. WEGWIJZERS IN KINDERBOEKENLAND v LEIDSE COURANT WOENSDAG 3 OKTOBER 1979 PAGINA 19 Is kinderen niet lezen kan de oorzaak _ït liggen in te weinig keus aan boe- n. Die zijn er genoeg te vinden in lis, school, warenhuis en boekwinkel, zijn er zoveel dat het voor ouders, ideren en onderwijzers wel eens ►eilijk is te weten wat nu juist ge likt is voor een bepaald kind. Astrid idgren, schrijfster van Pippi Lang- us - van de ieder vertederende Lotta de Kabaalstraat (over een koppig :in meisje dat uit boosheid een ander is gaat zoeken), van Michiel en van .rlsson op het dak en De Gebroeders euwenhart, allemaal succesboeken or heel veel kinderen, heeft in haar ►grafie - Het land dat verdween - o.a. -teld over haar kindertijd. Twee din- i hebben die periode tot een goede i gemaakt: veiligheid en vrijheid, n veilig gevoel gaf het te weten dat ouders van elkaar hielden en er wa- i als je ze nodig had en verder lang :t altijd wisten wat we aan het doen ren. Lezen en boeken vulden ook i stukje van die vrijheid. kan het niet laten een pleidooi te hou- kinderen moeten boeken lezen. Of je wilt dat ze macht en kennis zullen ver eren of dat je hen liever wereldverbete- irs ziet worden of dat je wil dat ze ge- on een beetje gelukkig zijn op hun ei- i stekkie, in al die gevallen zijn boeken -antbeerlijk. Astrid raadt lezers aan de >ef op de som te nemen: neem tien nu ende mensen die jij hoog aanslaat en volgens jou iets belangrijks hebben ge- -in, en ik verzeker je dat je tien kleine jkenwurmpjes voor je hebt staan. De ..•beelding moet aan de macht kunnen men, vindt zij, en dat moet kunnen ge- iren als kinderen zes of acht of tien r zijn. Daarna is het te laat. Te laat Dr Alleen op de wereld - Dik Trom - jhinson Crusoë. Bij het lezen leeft het BUSSUM Als Rita Törnqvist goed was geweest met de tekenstift, zou zij zijn gaan tekenen. Dan waren portret ten ontstaan van kinderen, die voor haar iets onweerstaanbaars hebben. „Maar ik heb geen potlood", verklaar de deze Bussumse. „Daarom ben ik gaan schrijven". Een van de schriftelij ke portretten is thans verschenen on der de titel „Morgen kom ik logeren", met de 4-jarige Noortje in de hoofdrol. De ouders van Noortje: „Rita, je hebt haar schitterend weergegeven". Ter wijl Rita dit boekje lang niet als haar beste werk beschouwt. „Ik ben nog maar halverwege de ladder", stelt zij vast. „Ik begin nu pas goed in te zien, dat schrijven een vak is. Wat ik eerder schreef, waren drie uitbarstingen". Die overigens opvallend genoeg waren om Rita Törnqvist tot schrijfster op te tut ten; daarvoor was zij vertaalster Rita Verschuur, met Astrid Lindgren op de hoogste plank. „Ga zelf schrijven", adviseerde haar man prof. Törnqvist in 1975, met de gezagheb bende, maar milde toon van iemand die weet waar hij over spreekt. „Je kan het best, je hoeft niet voortdurend andermans werk te vertalen", voegde hij erbij. Rita Törnqvist schafte zich in ruime mate pa pier aan en antwoordde haar man in 1976 met het boek dat de titel kreeg 'Ze snap pen er niets van'. Het zou deel 1 worden van een trilogie, vol speelse figuren die weigeren deel te nemen aan de wereld van volwassenen, ongeacht hun leeftijd. Deel 1 werd gevolgd door 'Wat je zegt ben je zelf' en 'Kinderen en gekken...' Daar tussendoor verscheen 'Wie is hier ei genlijk de baas', het gevolg van een schriftelijk bevochten generatiekloof tus sen Rita en haar dochter Marit, die het ouderlijk gezag in verdraaide vorm op zich af zag komen en daar heftig tegen te keer ging. Voor een deel raakte Rita Törnqvist met deze boeken die inmiddels als terloops een heel rijtje vormden haar gram kwijt, die zij had ten opzichte van sommi ge volwassenen. „Vooral als ze zich zo erg volwassen gedragen, in een wereld zonder fantasie, maar vol regels, bedoelingen en bijbedoelingen". Rode draad Vorig najaar verscheen bij haar uitgever Ploegsma 'Zwerftocht van een trollen kind', gevolgd door 'Morgen kom ik loge ren'. Komend vooijaar verschijnt 'Ik en m'n broertje M'n broertje en ik', twee deeltjes in één band. Rita Törnqvist onderscheidt zich op twee manieren van andere schrijvers van jeugdboeken. Rode draad in haar werk is haar niet te stuiten ijver de muur te slech ten tussen grote en kleine mensen, waarin de kleine mensen, kind of trol, evengoed hun rechten hebben. En zij die rechten mogen opeisen, wanneer de wereld van grote mensen daar achteloos aan voorbij gaat. Dat gaat gepaard met eigenwijzig- heid en koppig doorstampen, tegen beter weten in naar het lijkt. De eigenwijzigheid wordt ten top gevoerd in die 'Zwerftocht van een trollenkind', de laatste grote uitbarsting. Met 'Morgen kom ik logeren' is Rita in een kalme bin nenzee aangekomen, waarin haar vermo gen tot observatie duidelijk sterker is dan de tot dusver gevoerde strijd voor onaf hankelijkheid van het kind. Die onafhan kelijkheid is in balans, al wordt op beide zijden nog verwoed strijd geleverd. Rita: „Noortje in dat boek heeft sterk behoefte aan zelfstandigheid, maar heeft daar ook angst voor". Wat bij kinderen duidelijk waarneembaar is en Rita doortekend weergaf, zit even goed, zij het diep weggestopt, bij volwasse nen. Deze angst zit ook bij de Bussumse schrijfster, die eerder voor zichzelf schrijft dan voor kinderen, die met het resultaat echter meer dan vrede hebben. Wat Rita Törnqvist beweegt te schrijven, wordt door kinderen als herkenbaar ondervon den. Dus lezen zij het werk van Rita graag. De schrijfster: „Ach, ieder mens heeft honderd karakters. Of meer. Soms voel ik dat aan als iets chaotisch en dan wil ik orde in die chaos scheppen. Dat helpt en het is leuk werk. Ik wil dan doen wat voor mijn gevoel nodig is. In feite is dat voor mij de aanleiding geweest te gaan schrijven". Wetenschap De wijze waarop Rita Törnqvist orde in de chaos schept en dat doet in een voor kin deren aardige, heldere verteltrant, ver raadt iets van de intelligentie, waarmee de schrijfster in Zweden oude talen stu deerde en als bijvak Zweeds. Maar de we reld van de wetenschap, hoewel ermee geconfronteerd, is haar vreemd. „Ik mag in Zweden les geven in oud-Grieks", monkelt ze. „Daarin ben ik bevoegd". Hoewel dat oud-Grieks, het spelen met woorden haar nog steeds trekt „daaruit Rita Törnqvist: „Wat je zegt ben je zelf". vertalen was een passie" staat het schrijven voor kinderen voorlopig boven aan. Zij licht dat toe: „Ik heb er vrede mee, dat ik geen groot lezerspubliek heb; ik bedoel eigenlijk, dat ik er voor vecht daar vrede mee te hebben. Maar eigenlijk bedoel ik..." Die bedoeling komt er niet goed uit. Het komt erop neer, dat Rita Törnqvist geen revolverhelden in haar werk plaatst, ook geen wereldproblemen deskundig aan de tand voelt. Evenmin beweegt zij zich op het terrein van modieuze verschijnselen 'die voor bespreking met ouders of in klasseverband' in aanmerking komen. En daardoor haar lezerspubliek beperkt ziet. Toch wordt Rita Törnqvist, die nooit grif fels of medailles kreeg, door scholen en instellingen in het hele land gevraagd over haar werk te komen vertellen. Deze ogenschijnlijke tegenstelling is verklaar baar. Ook zonder spandoeken ziet de schrijfster kans levendige herkenbaarheid in haar werk te legen, waarmee het kind uit de voeten kan. Het zullen wel de veel- lezende kinderen zijn, die zich door de ge- makkelijk kwetsbare kinderen van Rita aangesproken zullen voelen. En die groep is niet groot, omdat ook de groep van kwetsbare kinderen niet groot is. Maar de behoefte aan dit soort boeken is er niet minder om, al zal Rita Törnqvist er nog lange tijd moeite mee hebben, dat zij nooit van die héél grote oplagen zal bereiken. Anderzijds: de kinderen die haar boeken lezen, lezen ze stuk en dat is ook een soort medaille. F.J. BROMBERG kind in een andere wereld, het kruipt in een andere huid en leeft mee met andere mensen en dieren. Met die verbeeldings kracht kun je jezelf beter begrijpen en ook anderen. En waar kan dat al niet toe lei den? Door het lezen van boeken ontwik kelt het kind zijn verbeeldingskracht en dat is ook één van de belangrijkste func ties van het lezen. Jeugdlectuurgids An Rutgers van der Loeff heeft in haar voorwoord voor het Kinderboek vanuit een andere hoek - bovenstaande gedach ten van Astrid Lindgren verwerkt. Daar om aandacht voor twee verschillende in formatiegidsen over kinderboeken. Beide verschijnen bij het Nederlandse Biblio theek en Lectuurcentrum (NBLC). De jeugdlectuurgids voor gezin en .school - Boek en Jeugd '79 - '80 en bovenge noemd Kinderboek vanuit een andere hoek. De jeugdlectuurgids verschijnt jaarlijks en dat al sedert 1965. De keuze van boeken wordt gemaakt door een groep jeugdbibli othecarissen, die door hun werk en hun contact met lezers op de hoogte zijn van wat er allemaal aan uitgaven is. Door de toename van het aantal boeken beperken zé zich nu tot het signaleren van die boe ken die voor een kind een bezit kunnen vormen. Met nadruk op: signaleren. Im mers, niet ieder kind hoeft hetzelfde ple zier te beleven aan een boek. Welke crite ria laten ze gelden bij die keuze? Artistie ke en pedagogische normen worden aan gelegd, maar met steeds op de achter grond de gedachte dat de allerbeste boe ken volgens die normen nog niet voor ie der kind het beste boek op zullen leveren. Ook de waarachtigheid en de betrokken heid van de auteur bij zijn werk maken uit of een boek een bezit kan zijn of niet. De gids is dan onderverdeeld in hoofd de andere kant doorgeslagen, want zgn. „kommer en kwel boeken" overstromen de kinderboekenmarkt. Regelmatig heeft de werkgroep boeken gevonden waarin een zo groot mogelijk aantal „moderne problemen" geperst werd zonder dat één van de genoemde moeilijkheden grondig werd uitgewerkt. Belangrijk vindt de groep, dat bepaalde thema's in kinderboe ken voorkomen op een manier die de rea liteit geen geweld aandoet. Een boek dat het kind geen enkel uitzicht biedt schiet zijn doel voorbij. Verder wordt er nog gewerkt aan doe- pakketten voor het lager beroepsonder- wijs en het kleuter- en lager onderwijs. Alle besproken boeken krijgen een uitge breide bespreking: inhoud - commentaar erop en een conclusie, duidelijk en over zichtelijk. Aan het einde een register, dat informatie geeft over inhoudelijke aspec ten b.v.: boeken waarin kinderen gezags verhoudingen bekritiseren - boeken waar in wedijver, prestatiedrift worden aange vallen. Het zijn aanduidingen voor kriti sche kopers. Tevens heeft de groep net een mini-bro chure laten uitkomen met informatie over de bekroningen van de kinderboeken week. Niet zo gelukkig is de werkgroep met „Allemaal appeltaart", door S.Cavel- le: een ode aan de zichzelf wegcijferende moeder, die zich laat uitbuiten. Een boek met een goede structuur en aardige illus traties, dat als verhaaltje kleuters wel zal aanspreken, een griffel voor dit prenten boek doet de emancipatiebeweging echter geen goed. Padden verhuizen niet graag: zeer ge schikt om kinderen (en volwassenen) be grip en liefde voor het dier bij te brengen, mag volgens ons in geen enkele schoolbi bliotheek ontbreken - terecht bekroond. Vluchten kan niet meer: het enige plus punt aan dit boek is dat het thema jonge ren wel zal aanspreken. Het is jammer dat de schrijver te veel zaken te oppervlakkig heeft behandeld, b.v. de karaktertekening van Peter, die onwaarschijnlijk toevallig een vrouw ontmoet, enkele woorden met haar wisselt en haar dan per ongeluk doo drijdt. We vinden, aldus de werkgroep, dat dit boek ten onrechte is bekroond. En wij, volwassenen die zoeken naar een goed kinderboek, kunnen het daar mee doen. Zoveel mensen, zoveel zinnen. Maar ieder kind heeft recht op een boek dat hij of zij mooi vindt. Omdat het alleen maar spannend is of grappig, dik of dun - over vriendschap of over een koning en een prinses gaat. 'Smith' knap dievenboek Heel knap heeft de Londense schrijver Leon Garfield in zijn laatste jeugdboek 'Smith' het leven verwerkt van een sloppendiefje in Londen, Smith, die als vanzelf, hoewel niet chtmatig, in bezit komt van een glocument dat hij niet kan lezen, aar wel van ingrijpende invloed is op zijn leven. Ook knap is de wijze waarop Garfield in dit 12- jarige diefje kinderlijke k oprechtheid mengt met 1 beginnende criminaliteit. Zoals van hem verwacht kon •rden, neemt Garfield zijn lezer ;e naar schimmige oorden, waar de kleine misdaad een sappige ledingsbodem vindt, waar alleen echo van hollende benen wordt ehoord, grauw en geheimzinnig. Goed en slecht vinden elkaar in een spannend, maar ook erg menselijk verhaal, dat het armzalig leven van de 12-jarige Smith volgt. Smith, die zijn stolen document niet kan lezen door zijn weldoener, een blinde rechter, op het recht pad wordt gezet, hoewel zonder veel aedewerking van de jongen zelf, 'Smut' voor zijn ongeletterde zusters. Stoof en moord volgen elkaar in loog tempo op, maar het geweld waarvan Garfield zich leesterlijk bedient, valt weg als noodzakelijk kwaad in de :hitterende verteltrant van deze Engelse schrijver, die duidelijk I naar een goed en eerlijk einde jeschrijft en daarmee het geweld bijvoorbaat in toom houdt, ök met dit boek wordt duidelijk, waarom Garfield, van wie vele boeken in het Nederlands zijn irtaald (Adelaide Harris, Duivel I in de mist, De trommelslager, Tuin der vreugde, Jack Holborn, Tussen galg en gekkenhuis) tweemaal een Zilveren Griffel 'on. Al kan worden aangevoerd, it Garfields werk niet goed past in termen van onderwijs en educatie; ook 'Smith' heeft niets opvoedends. Maar als literair jeugdboek dat ook door ölwassenen kan worden gelezen - verdient het meer dan gewone aandacht. Leon Garfield: Smith, de dief. Uitg. Leopold, prijs 17,50. "i)e pentekeningen in 'Smith' geven (vallend fraai de sinistere omgeving weer, waarin Smith-de-dief op 12- -"| jarige leeftijd opgroeit. J stukken zoals: voor de jongsten - verhalen voor kinderen vanaf 8 jaar - vanaf 13 jaar - gedichten - religie en levensbeschou wing - creatief - kunst en andere, waaron der kinderboeken gerangschikt staan, met een korte beknopte informatie. Voorin staan alle bekroningen van Nederlandse jeugdboeken en informatie over alles wat er te lezen valt over boeken die specifiek gaan over jeugdliteratuur en adressen van instellingen die zich met jeugdliteratuur bezighouden. Het Kinderboek Het zijn 17 medewerkers van Werkgroep Kinder- en jeugdlektuur die samen Het Kinderboek vanuit een andere hoek heb ben samengesteld. Die andere hoek is voor hen het geven van kritiek op die kinderboeken, waarin kinderen gecon fronteerd worden met een onjuist en of eenzijdig beeld van de maatschappij. Ten tijde van de oprichting van de werkgroep in 1972 bestonden er nauwelijks verhalen waarin verschijnselen beschreven werden waarmee vele kinderen in het dagelijks leven worden geconfronteerd, zoals echt scheiding, positieve instelling t.a.v. andere rassen, denkwijzen - dood - éénouderge zinnen. Hierin is de laatste jaren verande ring gekomen. Wellicht is de balans naar An Rutgers van der Loeff, pleidooi voor het Kinderboek vanuit een andere hoek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 19