Geen plek voor twijfelaars Ethiopisch offensief loopt stuk in Eritrea EEN VERGETEN OORLOG IN DE HOORN VAN AFRIKA Si /ntt )CK Een nogal cynische vogel, ")fJZ( elein van beroep, zei dat monseig- James Horan, die het in de mira- rereld van Knock voor het zeggen t, een soort van Peetvader was in religieuzè Mafia. Ierse vetes gaan trblijkelijk zeer diep. Als Horan in ivintiger jaren in Chicago zou heb- gezeten, dan zouden we nooit van Dapone hebben gehoord, aldus de elein. Dat is niet de taal die, om- t een monseigneur, door de kerk worden gewaardeerd, maar ik |t me even bezighouden met de twij- |ars, voordat ik de gelovigen laat ken. Het heeft in de loop der jaren lig gestormd rond Knock; het wa- stormen van scepticisme en orka- van geloof. 1879 zullen er maar weinig mensen in ck hebben gewoond, die gehoord had van de visioenen van Catherine La- in de Rue de Bac te Parijs. Maar de ïhijningen van Maria aan Bernadette lirous te Lourdes waren overbekend, men die niet veel in het fenomeen Knock zagen maakten er veel werk 'dat in die tijd in Knock veel over :hijningen werd gesproken en dat er (sen rondhingen in de hoop een ver ding te zien. Na alle verschijningen Maria, waar ook, volgden epidemieën valse visioenen. Knock heeft geen (isch bureau, zoals Lourdes, waarin lt nagegaan of de wonderbaarlijke ge- igen authentiek zijn of niet. De kritische geesten hebben in hun pogen om Knock van de kaart te vegen niet zel den „De Non van Kenmare" van stal ge haald. Dat was de geleerde Mary Francis Clare, lid van de orde van de arme Claris sen, die gedurende ruim een jaar in Knock heeft gewoond en nogal wat kri tiek heeft geuit op de mirakelboekhou ding van de toenmalige pastoor Bartholo mew Cavanagh. Catherine Rynne, die de beste research in de verschijning van Knock heeft gedaan, is van oordeel dat „Moeder Clare" waarschijnlijk in de ver schijning van 1879 heeft geloofd, maar la ter in desillusie de katholieke kerk verla ten hebbende, tegen het verschijnsel is gaan ageren. Moeder Clare schreef hagiografieën en andere werken, die in een oplage van meer dan tweehonderdduizend versche nen en die in het Frans, Duits en Spaans werden vertaald. Zij kon aanvankelijk goed opschieten met Cavanagh, die kort na de verschijning was gaan optekenen wat er aan wonderen werd gemeld. Zij had een moeilijk bestaan, roddelde graag en ze kreeg ruzie met de pastoor toen zij aan een van de door hem opgetekende ge nezingen begon te twijfelen en er bij hem op aan begon te dringen dat hij zich van zijn huishoudster zóu ontdoen. Zij was ie mand die zich doorlopend in woelig eccle siastisch vaarwater begaf, diepe teleurstel lingen ondervond en, na een bestaan van bijna dertig jaar als non, op haar 2 felle anti-katholieke preken begon te hou den. Erg veel hebben we dus niet aan Moeder Clara, die naar Amerika emi greerde en zich daar aansloot bij de Presbyteriaanse kerk. Twee officiële ooggetuigen hebben lang genoeg geleefd om in 1936 nog eens goed aan de tand gevoeld te worden. Een van de twee was John Currie, die zes jaar was toen het gebeurde. Als men de zorgvuldig bewaarde verklaringen van zestien van de twee en twintig getuigen leest, dan wordt men getroffen door de diepe vroomheid die er uit spreekt, maar niet door overstelpende bewijskracht. Er was, evenals in Lourdes, ook in Knock een for se oogst aan verschijningen die later vals bleken. Er zijn tot op de dag van vandaag nog mensen in Knock die zich het verhaal herinneren van een heilig oud vrouwtje, dat tot aan haar dood heeft volgehouden, dat zij in 1880 Maria heeft gezien in de kerk van Knock. Bij gebrek aan medische controle (die Lourdes in meer dan een eeuw ongeveer vijf dozijn echte mirakels opleverden) heeft men niet erg veel aan de door Bar tholomew Cavanagh bijgehouden mira kels. Er wordt van hem gemeld, dat hij een buitengewoon gul en hartelijk mens Mary Byrne, die sa- was- Toen in 1878 het huis van het gezin men met de pas- Campbell door een storm werd verwoest, toorsmeid Mary ga* hij de familie onderdak totdat de scha- McCoughlin als eer- de was hersteld. Hij schonk zijn enige ste de verschijning overjas aan een bedelende vrouw, die het zaa kledingstuk mocht verkopen. Knock is geen plek voor twijfelaars of on gelovigen. Die zullen zich namelijk geen raad weten met het massagraf, in gewijde aarde, voor krukken, herniacorsetten en dwangbuizen; met de biechtbunker van Horan; met de tapkranen voor het wijwa ter; de glazen serre waarin de witte beel den van de verschijning staan en de basi liek die op een mirakelfabriek lijkt. De twijfelaars kunnen zich afvragen of het wel een goede gedachte is van de Paus om naar Ierland te gaan, waar hij, in de be eldspraak van Connor Cruise O'Brien, Frankenstein ontmoet in de vorm. van sectarische geweldpleging en terreur. Hij komt in een overspannen sfeer, waarin geruchten de ronde doen van moordcom plotten, die door profeten zouden zijn voorspeld. Hoe het ook zij: De verschijning van Knock lijkt een mooier wonder dan die van La Salette in 1846, toen twee onkerk se herdertjes, Melanie (15) en Maximin- (11) in de Franse Alpen een boodschap kregen van Maria waarin zij zei dat ze de grootste moeite had om haar Zoon ervan te weerhouden het volk te straffen, omdat het tijdens de oogst niet naar de kerk ging en er geducht werd gevloekt. Dat lijkt op bar slechte theologie. In Knock anno 1879, de geluksplaats in een uitgeput en verpau perd land, werd alleen maar troost ge bracht. Die troost wordt vandaag nog op grote schaal gezocht en gevonden. BERT VAN VELZEN Strijd van bijna negentien twe lano uittrokken aan het oog de wereld voert Ethi- e, daarbij zwaar leu- \nd op Rusland, een ver ken strijd om Eritrea. it landsdeel wordt im- ers door de heersers in fo .idis Abeba beschouwd Ethiopië's veertiende ovincie. Sinds eind juli obeert Ethiopië in een lina negentien jaar du wde strijd de laatste twee iden die nog onder Eri- les gezag staan onder ntrcle te krijgen. Ver- 1efste oordelen naar de er schaarse persberich- n die van het front rond rfka en Karora afko- en. Ondanks het zware ussische gevechtsmateri- 1 en de tienduizenden anschappen die Ethiopië left ingezet, lopen de vallers stuk op de ver- ('J 1 derlijke guerrilla-taktiek \n Eritrea's twee bevrij- ngsbewegingen in dit be dachtige en kurkdroge bied. Met het Ethiopi- he zomeroffensief zou de „rebellen de gena- islag moeten worden toe bracht, maar men lijkt u verder dan ooit van dit oei verwijderd. De be- rijdingsbe wegingen epe. lilo inJ? PLF en ELF hebben zich mieuw in de „vero ver- gebieden effectief ge filtreerd en genieten de eun van de bevolking. et straatarme Ethiopië m de oorlog op geen ukken na betalen en er jan geruchten over one nigheid over de te volgen ;n ioers nu f7et qffensjef fen .oste van vele duizenden 'mensenlevens is vastgelo- veen. Waarnemers geloven 'an ook dat het tij gunstig voor de bevrijdingsbe wegingen en dat zij in een 'genoffensief schoon j 'hip kunnen maken met eü(e gedemoraliseerde Ethi- pische troepen. DEN HAAG De interesse van Ethio pië voor Eritrea is natuurlijk niet zo op merkelijk. Ethiopië heeft zelf geen enke le verbinding met de Rode Zee. Alle aan voerlijnen lopen over Eritrea. Deze streek lijkt dan ook' het natuurlijke ver lengstuk te zijn van Ethiopië's ambities. In het verleden werd het gezag van Ad dis Abbeba over Eritrea, ook al was het gekoloniseerd door vreemde heersers, formeel erkend. Als de tijden niet al te ongunstig waren konden de voorvaderen van de Negus altijd terecht bij de Rode Zee. De strategische waarde van het ge bied werd bovendien sterk vergroot door het Suez-kanaal. Om dezelfde reden werd Eritrea vele malen- gekoloniseerd. Achtereenvolgens zaten er Turken, Italianen en Britten. Toen de Italia nen als laatste kolonisatoren in 1941 voor de Britten het veld moesten ruimen, werd er bijna elf jaar lang touwgetrokken om het gebied. Een aantal landen, waaronder Rus land, pleitten voor zelfstandigheid. De Ame rikanen en hun bondgenoten wonnen ten slotte het pleit. Ze waren bang geweest dat een zelfstandig Eritrea onder Russische in vloed zou komen te verkeren. Het gebied zou opgenomen worden in een federatie on der supervisie van het Ethiopische keizer rijk, die in 1952 haar beslag kreeg. Daarbij kon niet verhuld worden dat het in wezen ging om twee zeer ongelijksoortige gebieden. Enerzijds het keizerrijk Ethiopië onder leiding van Haile Selassie, het „ar menhuis van de wereld", anderzijds Eritrea, dat weliswaar eeuwenlang gekoloniseerd was geweest maar al vroeg met moderne ontwikkelingen had kennis gemaakt. Al spoedig na het tot stand komen van de federatie begonnen vertegenwoordigers van Haile Selassie aan de interne zelfstandigheid van Eritrea te knabbelen. Buitenlandse za ken, defensie en geldeenheid vielen al van begin af aan onder het beheer van Ethiopië; het binnenlands bestuur zou echter volgens de nieuwe Eritrese grondwet door een de mocratisch gekozen raad moeten worden uitgeoefend. In de leiding van de raad wer den spoedig na haar oprichting bescherme lingen van Haile Selassie benoemd. Er ont stonden echter wrijvingen tussep de verte genwoordigers van Haile Selassie en de Eri trese leden van de raad, hetgeen resulteerde in intimidaties, arrestaties en verdwijning van beker\de persoonlijkheden. De wens naar volledige afhankelijkheid groeide dan ook snel. Onderwijl werd het Eritrese be stuursapparaat stukje voor stukje ontman teld. In 1962 tenslotte zou de federatie ook formeel worden opgeheven. In de greep van het aartsconservatieve be wind in Ethiopië zou het relatief moderne aanzien van Eritrea snel teloor gaan. Door de centralisering moesten vele goed opgelei de Eritreërs naar Addis Abeba. Nieuwe in dustriegebieden raakten in verval door ver gaande corruptie. De ultramoderne kabel baan voor goederenvervoer over het berg land tussen de hoofdstad Asmara en de ha ven Massawa raakte in onbruik. Nog voor dat de federatie in 1962 werd opgeheven, ontstond er een gewapende verzetsbeweging tegen Ethiopië. Naarmate de centralisatie versterkt werd, nam het verzet in kracht toe. In 1967 beantwoordde Haile Selassie dat met massale aanvallen op de burgerbevolking. Voor het eerst vielen er duizenden slachtof fers. De aanvallen kwamen bovendien op een moment dat er scheuringen optraden binnen de verzetsorganisatie van het ELF (Eritrees Bevrijdingsfront). Een nieuwe ver zetsorganisatie, de ELPF (Eritrees Volksbe vrijdingsfront), die tegelijkertijd hervormin gen naar socialistisch model voorstond, scheidde zich van de eerste generatie ver zetsstrijders af. De ELPF zou door een straf fe organisatie en effectieve hulpverlening zeer snel successen boeken. Ze zou het meeste aanzien verwerven na de val van Haile Selassie in 1974, toen het grootste deel. van Eritrea onder haar controle viel. Napalm In 1977 luidde de nieuwe dictator van Ethi opië, kolonel Mengistu, een grootscheeps of-' fensief in, dat de opstandige „provincie" voor altijd op de knieën moest dwingen. Met behulp van de Russen, die bij de machtswis seling in Ethiopië de Amerikanen als wa penleveranciers hadden vervangen, kwam een oorlogvoering op gang die veel overeen komsten vertoont met destijds de Ameri In de nimmer aflatende strijd tegen, wat zij zien als de onderdruk ker Ethiopië, brengen de Erltreanen ook kinderen de wapenhandel bij. kaanse in Vietnam. Zware bschietingen, ge bruik van napalm en ontbladeringstechnie- ken, en regelrechte terreur door van tevo ren geplande moordpartijen zijn schering en inslag. Ondanks deze oppermachtige tegenstander weten de bevrijdingsorganisaties zich staan de te houden. Ze houden zich schuil in de onbegaanbare berg- en woestijnachtige Sa- hel, waar zij een groot deel van de bevol king naar toe brachten. De mensen krijgen er scholing, waaronder „politieke", voeding en andere verzorging. Meer dan een miljoen mensen op een totale bevolking van ruim drieënhalf miljoen worden op die manier geholpen. Enige honderdduizenden' van hen zijn ondergebracht in kampen in het buur land Soedan. In ruil daarvoor eist de ELPF een tweejarige guerrilladienstplicht. Ook vrouwen worden bij de strijd tegen de Ethi- opiërs ingeschakeld. f De guerrilla-oorlog is het meest effectieve antwoord gebleken op de totale oorlog waarmee Ethiopië Eritrea confronteert. De ELPF heeft tientallen Russische tanks kun nen buitmaken en beschikt over een wape narsenaal waaraan de meeste Afrikaanse landen niet kunnen tippen. Alle wapens blijken van Russische makelij te zijn. De be vrijdingsbewegingen ontvangen zelf voor namelijk humanitaire hulp. De zwak geor ganiseerde ELF krijgt daarnaast bescheiden militaire steun van conservatieve Arabische landen; het ELPF met zijn sterk socialisti sche motieven waarschijnlijk alleen van China. De ELPF wenst echter voor alles on afhankelijk van apdere landen te blijven en zijn kracht schuilt in het diep gewortelde verzet van het Eritrese volk zelf. De ge vechtskracht die de Ethiopiërs daar tegen over weten te stellen blijkt uiterst pover te zijn. Bij duizenden zijn deze zonen van on geletterde, straatarme boeren de oorlog in gestuurd, bang als verliezers naar huis terug te keren, omdat hen anders veroordeling wacht. Volgens de Amerikaanse journalist Dan Connell, die voor het Engelse persbureau Reuter de strijd in Eritrea vijf jaar lang volgde, staan de kansen voor de Eritrese be vrijdingsbewegingen er helemaal niet slecht voor. De Ethiopische overwinningen zijn tot nu toe sjechts schijn geweest. Schijnbaar heersen zij in de steden, maar erg vast is de grond onder hun voeten niet. Overal zijn le den van de bevrijdingsbewegingen geïnfil treerd. In de bergstreken zijn zij in feite heer en meester. Een overwinning kan moeilijk geforceerd worden, of het moet gaan ten koste van de vernietiging van een heel volk. De massale slachtingen onder de Ethiopiërs blijken hun eigen leiders aan het denken te zetten. Het nu al meer dan twee jaar duren de offensief levert bij lange na niet het ge- wense resultaat op. Wapengeweld en een bloedige dictatuur vermogen blijkbaar niet alles. Ondertussen doen de Eritreërs pogin gen de oorlog in hun land, die in het jargon van de politici doorgaat voor een binnen landse aangelegenheid, behandeld te krijgen voor het forum van de Verenigde Naties. Tot nu toe nog zonder succes. PAUL VAN ES Zijaangezicht van de kerk van Johannes de Doper, waar. aan de zuidelijke qevel (rechts op de foto) Maria. Jozef. Johannes de Doper en het Lam Gods zijn verschenen. Op de plaats waar het wonder is geschied, staat nu een beeldengroep die de verschijning zo exact mogelijk weergeeft. De beeldengroep wordt omgeven door een glazen serre. LEIDSE COURANT ats wijzer voor pelgrims: deze geeft aan waar de pelgrim kan r v'iten, wijwater kan tappen, het rusthuis van St. Jozef of de ten kan vinden, om maar enkele belangrijke zaken te noe- ITENLAND DINSDAG 25 SEPTEMBER 1979

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 11