Is super beter dan normaal? Zuinige auto kan energiecrisis niet oplossen Facelift voor Honda-Civiè „Geleerde vrouwen nog steeds geldig over hekel van Molière Op zichzelf wonende jongeren kopen veel klassieke platen Nieuw ballet van Hans van Manen bij Ned. Dans Theater AUTONIEUWS LEIDSE COURANT WOENSDAG 19 SEPTEMBER 1979 PA(Q|( Er zou, door de automotor te verbeteren, een besparing kun nen worden bereikt van 30 tot 40 procent op het energiege bruik. Ir. R. C. Rijkeboer van het Instituut voor Wegtran sportmiddelen heeft dit, zoals gemeld, onlangs uit de doe ken gedaan. Dat is niet zo onthullend als het wellicht lijkt, want in de auto industrie weet men uiteraard al lang, dat er zeer veel te berei ken is door lichtere metalen toe te passen en meer kunststof, door de luchtweerstand van de carrosserie te verkleinen (daar om beginnen alle auto's langzamerhand op elkaar te lijken) en het rendement van de motor groter te maken. Automatische transmissie zou voor ideale omstandigheden kun nen zorgen, maar op het ogenblik is het rendement daarvan niet groter. Ir. Rijkeboer wijst ook op het voordeel van zwakkere motoren. Dat laatste is een sterk punt in zijn redenering. Op het ogenblik horen bij vrijwel alle automerken de snelle acceleratie en de hoge topsnelheid tot de beste verkoopargumenten. Dat is een on zinnige situatie nu men overal snelheidsbeperkingen heeft en de tijd van racen op de weg voorbij (moet) zijn. Een auto behoeft niet meer te zijn dan een comfortabel vervoermiddel en er moet langzamerhand eens worden afgestapt van het valse imago van de „sportieve, maar benzineverslindende rijder". Daartegenover mag niet worden vergeten dat het brandstofverbruik bij auto's slechts een klein percentage is van het totale energieverbruik. De auto kan zuiniger, zonder twijfel, maar men kan er heus geen energiecrisis mee oplossen. JAN LOUWEN 7 i -i ij De nieuwe Honda-Civic ziet er totaal anders uit dan zijn voorganger. Het succesvolle kleine wagentje van Honda, de Civic, is, men zou bijna kunnen zeggen op het hoogtepunt van zijn roem, totaal ver anderd. Het eigenzinnige geval is vanaf zijn introductie in 1973 een doorslaggevend suc ces geweest, niet alleen in ons land maar ook in negentig andere landen. Er werden er tot nu toe meer dan twee miljoen van ver kocht. In Nederland liep de verkoop als volgt: 1523 stuks in 1974; 3282, 11.419, 15:867 in de jaren daarop, in 1978 een kleine daling door de komst van de grotere Honda Accord (13.885) en in de eerste zes maanden van dit jaar 7.395. Vrij indrukwekkende cijfers dus (totaal 53.800). De aantrekkelijkheid van de auto was zijn voorwielaandrijving, zijn vrij pittige motor en vooral ook de vormgeving die nog niet aan de computergegevens was ontleend. Blijkbaar ziet Honda het toch als verstandig om tijdig de ba kens te verzetten en niet te lang op de huidige roem te teren. De nieuwe Civic is een bijna volslagen nieuwe auto. De motor is vergroot van 1200 naar 1355 cc (60 pk), de wagen heeft een veel strakkere vorm en is 20 centimeter langer dan zijn voor ganger (de vijfdeurs 17,5 cm), ruim 7 cm breder en hij heeft ook een langere wielbasis (4 cm). Verder heeft de nieuwe Civic een transistor- ontsteking en, behalve de Economy die vier versnellingen houdt, vijf versnellingen waar van zowel de 4 als de 5 een overdrive is. Die overdrive zorgt voor minder lawaai en voor zuiniger rijden. Andere veranderingen zijn gro tere portieren en daardoor ook grotere zijruiten en een achterklep die tot op de bumper open gaat. Niet zichtbaar maar minstens zo belang rijk is dat er nu een uiterst modern lakprocedé wordt toegepast, dat er op „roestkritieke" plaat sen gegalvaniseerd staal wordt gebruikt en dat de wielkasten met kunststof zijn bekleed. Het onderhoud behoeft nog slechts om de 12000 km te gebeuren. Het interieur ziet er zeer goed uit: een uitstekende afwerking met zelfs een zekere luxe, een goed dashboard, betere geluidsisolatie, tapijt op de vloer - enfin, al die grote en kleine dingen die een wagen aantrekkelijk maken. We hebben in een exemplaar van de O-serie even gereden en dat beviel uitstekend. De tun nel in het interieur is wat groter en hoger ge worden maar de wielkasten binnenin steken kui minder uit zodat er veel voetruimte ov^s i De top van de auto is 140 en 150 km qark De maten van de nieuwe Civic zijn 3,7i |grc lang (vijfdeurs 3,83 m) breedte 1,58 (l,5fWn. basis 2,25 (2,32). t he Het model is moderner geworden, dat i en I gen aanzienlijk minder eigenzinnig d iak< was, maar toch behoudt hij nog een „Ho ,f zicht". De prijs is niet precies bekend n s ongeveer 3 procent boven de huidige van de Honda liggen. Er zijn de volgend m vanaf eind november verkrijgbaar: Ecor fcer versnellingen), Luxe drie deurs en v (vijf versnellingen) die ook verkrijgba met automaat. In het voorjaar van 1980 ff L je u uis-i itie lier uwt bel ing in d idd» an i „Nee, ik neem altijd super", zei de chauffeur van een Golf met 70 pk motor, die genoegen neemt met norma le benzine, bij een benzine pomp. „Dat doet de motor goed en hij trekt dan beter", zo luidde zijn verklaring. De pompbediende maakte het niets uit, hoewel hij wist dat er weer eens één van die tal rijke automobilisten voor hem stond, die volkomen overbodig geld uitgeven om dat zij ten onrechte geloven hun motor hierdoor goed te doen. De woorden „super" en „nor maal" kloppen eigenlijk niet, want beide brandstofsoorten zijn van dezelfde kwaliteit. De superbenzine is even normaal als de normale benzine super is. Noch in zuiverheidsgraad, noch in verdampingsverhou ding (die voor de ontvlam baarheid zeer be^ngrijk is), noch in de energie-ontwikke ling (verbrandingswaarde op kg brandstof) vertonen zich verschillen bij beide soorten. Het enige en ongetwijfeld we zenlijke onderscheid is de klopvastheid, het octaangetal dus, dat bij super circa zes punten hoger ligt dan bij nor maal. Alleen motoren met een vrij hoge compressie hebben dus super nodig. Bij technische onderzoekers van Volkswagen is gebleken, dat tijdens het rijden met su per in auto's met motoren, die genoegen nemen met normaal, geen betere acceleraties, hoge re topsnelheden en rustiger lo- Exact genomen blijft ook het in kilogrammen gemeten brandstofverbruik nagenoeg hetzelfde. We tanken echter brandstof per liter en niet per kilo en dan heeft superbenzine een zeker voordeel: het heeft een rond drie procent hoger soortelijk gewicht dan normale benzine. Een liter super weegt dus 25 gram meer dan een li ter normaal. Dat" betekent voor de motor dat super benzi ne - in liters gemeten - ge middeld drie procent winstge vender is. Daarbij moet men echter weer bedenken dat door het hogere soortelijk ge wicht van super volgens de wet van stromingsleer een wat vetter (brandstofrijker) brand stof-luchtmengsel en daardoor een iets hoger verbruik ont staat. Wordt deze invloed ge calculeerd in het verbruik, dan blijft voor het gebruik van super een voordeel van twee procent. In plaats van honderd liter normaal op een bepaalde afstand, loopt de auto dezelfde weg dus op 98 liter. Tegenover dit geringe voordeel staat ech ter een aanzienlijk prijsver schil, dat het rijden op super in auto's met motoren die ge schikt zijn voor normaal onno dig duur maakt. Niet meer doen dus, want wie geeft graag volkomen overbodig en geheel voor niets te veel geld uit? In uitzonderingsgevallen kan het echter wel gebeuren dat auto's die in het eigen land ge noegen nemen met normale benzine in het buitenland toch super moeten tanken. In veel landen van Europa is het oc taangetal van super namelijk op het niveau van normaal in eigen land. Dit geldt niet voor België, West-Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. In deze landen is de kwaliteit van 'de benzine op nagenoeg het zelfde niveau als in Neder land. Voor auto's die in Neder land normale benzine gebrui ken, moet echter super wor den getankt in Italië, Polen, Portugal, Tsjechoslowakiie en Turkije, terwijl men in DDR, Griekenland, Ierland, Joego slavië, Oostenrijk en Roeme nië vijftig procent super-vijf tig procent normaal kan tanken. In Hongarije en Spanje kan de middelste van de beschikbare benzinekwaliteiten worden ge bruikt en in Groot-Brittannië de drie sterren kwaliteit. Au tomobilisten die naar Rusland gaan, moeten daar de „93"- benzine tanken en in geen ge val de slechtere „70" of „75"- benzine. Auto's die in Nederland super benzine gebruiken, zullen zich in de landen waar deze brand stof een lager octaangetal heeft dus moeten behelpen met de best verkrijgbare kwa liteit. Men moet er dan echter wel rekening mee houden dat de motor niet te zwaar mag worden belast en dat hogere toerentallen dus moeten wor den vermeden, omdat men an ders het gevaar loopt dat de motor door het optreden van „highspeed knock" ernstig wordt beschadigd. „Lieve hemel Walter, wat hebben wij elkaar niet meer gezien. lijk (Van onze muziekredactie) Alle geruchten zeggen dat het heel slecht gaat in de grammofoonplatenbranche. Toch is de totale omzet vorig jaar nog met zo'n zes procent gestegen maar met de stijgende prijzen zegt dat niet veel. In elk geval is die groei onvoldoende om de problemen van een onmiskenbare overproduktie, de import van illegale platen en musicassettes en als ge volg daarvan alom prijsonderbieding op te vangen. Ook met de verkoop van klassieke platen en musicasettes gaat het niet naar wens. Des te opmerkelijker is wat Rob Edwards, ad junct-directeur van Phonogram, dezer dagen aan detaillisten en pers heeft verteld. Phono gram liet het marktonderzoekbureau Veld kamp nagaan hoe geregelde klassiek-kopers zich gedragen en wat hun bezit aan klassieke platen is. Edwards zei erbij dat hij uit concur- rentie-overwegingen niet alle uitkomsten van het onderzoek kon prijs geven maar wel een aantal curieuze resultaten. Zo kwam Veldkamp tot de conclusie dat „de" klassieke koper niet bestaat en „de" vaste klant evenmin. „Gebleken is", aldus Edwards, „dat men allerlei genres koopt. De koper die uitsluitend klassiek koopt, is er helemaal niet. Hij of zij doet zich misschien wel zo voor maar vast is komen te staan dat hij of zij minder dan de helft van zijn aankopen in dezelfde winkel doet. De vast klant van de ene winkel is daarom meestal ook de vaste klant van een andere winkel". „Wie zijn de belangrijkste kopers van klas siek?", vroeg Edwards verder. „Op zichzelf wo nende jongeren, al dan niet met partner. Deze groep zorgt voor de relatief grootste groei bin nen de totaalomzet van klassiek. Onder de 19 jaar heeft slechts 20 procent van de kopers een klassieke plaat in bezit. Daarna stijgt het peil snel naar 65 procent. Met andere woorden: er vindt een enorme inhaalslag plaats onder de zelfstandige jongeren, met de klemtoon op jon geren". Wel lijkt het aannemelijk dat de in klassiek ge specialiseerde zaken er niet in slagen deze nieu we, meest kritische kopersgroep tevreden te stellen. Hoewel vijf jaar geleden 70 procent van de klassiek-kopers meestal naar een speciaal zaak gingen en dit percentage intussen tot 82 procent is gestegen, moest toch opk worden vastgesteld dat van de honderd kopers slechts een kwart een winkel binnengaat met de be doeling zich een bepaalde plaat aan te schaffen. Driekwart neust rond. Maar die kopen lang niet altijd want één op de vier bezoekers ver laat de winkel zonder meer. Waarom? Veld kamp zegt dat 21 procent zich opgejaagd voelde en niets durfde vragen omdat het zo druk was, 28 procent meende dat men in de meeste win kels geen tijd had je behoorlijk te woord te staan en informatie te geven en 26 procent kon gewoon niet vinden waar ze naar op zoek wa ren. Van die kennelijk zo belangrijke jongerengroep vond 70 procent het advies in de winkels onder de maat. Welke conclusie trekt Rob. Edwards uit de re sultaten van het marktonderzoek voor zover hij die bekend wilde maken? „Wij zullen met el kaar klassiek meer moeten populariseren. Hoe noemden Koot en Bie het ook weer? „De ont- stijving van klassiek", en dat is exact waar het om gaat". Filmstudenten zetten docenten aan de kant AMSTERDAM Dertig stu denten van de Filmacademie in Amsterdam heeft het ont slag geëist van vier van hun docenten. Ook weigeren zij tentamens te doen, die nodig zijn voor de afsluiting van hun eerste jaar. De betrokken leraren zijn Wim Verstappen (dramatische scenario), Emile van Moerlcerken (cameratech niek), Theun Lammertsen (dramaturgie en televisie- praktijk) en Peter Staugaard (camerapraktijk). In juni van dit jaar weigerden de studenten voor de eerste keer tentamens te doen, omdat ze meenden daarvoor onvol doende kennis te hebben opge daan. In september weigerden zij opnieuw, omdat zij er geen vertrouwen in hadden, dat de al jaren durende lesproblemen opgelost zouden worden. Zij stelden een eigen lesrooster op, waarin de vier docenten niet meer voorkwamen. De directie van de filmacade mie weigert de docenten te ontslaan en zegt dat ook niet te kunnen vanwege de ar beidscontracten, die de leraren met de academie hebben. Zij heeft de studenten een ultima tum gestuurd, waarin zij wor den verplicht voor half okto ber tentamen te doen, anders worden zij niet tot het tweede jaar toegelaten. DEN HAAG Het Nederlands Dans Theater geeft op vrij dag 21 september in het Circustheater te Scheveningen de wereldpremière van een nieuw ballet van Hans van Manen: Concert voor piano en blazers op muziek van Igor Stra- winsky en met dekor en kostuums van Jean-Paul Vroom. Dit ballet zal in twee verschillende rolbezettingen worden uitge voerd. De pianopartij wordt vertolkt dóór Ton Demmers. In het seizoen 79/80, het 21ste NDT-seizoen, zullen 6 hoofdpro gramma's worden uitgebracht met in elk programma een we reldpremière. Daarnaast wordt een aantal andere gevarieerde programma's uitgfebracht. In het eerste programma worden naast het nieuwe Van Manen-ballet twee werken van Kylian uitgeroerd: De kinderspelen en Psalmensymfonie. In het tableau de la troupe van het NDT zijn nogal wat wijzigin gen gekomen. Het gezelschap verlieten: David Sutherland (naar München), Simon Mottram (nu free-lance), Elsa van der Heyden (naar Ulm), Angèle Keizer (naar Heidelberg), Peter Buil (naar Nationale Ballet), Dirk Guyt Jean-Jacques Delacocurt, Jan Schouten en Gary Carpenter. Nieuw zijn: Deirdre O'Donhoe, Jeanne Solan en Chris Jensen, terwijl de aspiranten Yvonne Jordans en Tony Vandecasteele zijn opgenomen in het gezelschap. Nieuwe aspiranten zijn: Lia Bolten, Mirjam Diedrich, Yvette Olof, Martin Gelpke en Peter Schetter. De artistieke leiding van de aspirantengroep De Springplank is met ingang van dit seizoen in handen van Hilary Cartwright, laatstelijk balletmeesteres en repetitor van het Royal Ballet te Londen. Komedie uit 1672 na 20 jaar weer op het toneel door Haagse Comedie Stel je een hedendaags komedieschrij ver voor die het fenomeen van de vrije vrouw, de bazen in eigen buik, de geë- mancipeerden-tot-de-dood-erop-volgt, onderwerp van een blijspel zou maken, de stoplappen van het maatschappelijk werkerstaalgebruik scherp op de hak zou nemen en en passant ook nog eens met de gedichten van, pak weg, Gerrit Komrij letterlijk de draak zou- steken. De man zou een riante toekomst tege moet gaan, de gezamenlijke bezoekers- cijfers van Paul van Vliet, Herman van Veen en Bram en Freek in één keer halen terwijl de kranten zich in de handen konden wrijven over alle in gezonden brieven. De Franse zeventien de eeuwer Jean Baptiste Pocquelin, ali as Molière, was zo'n man. Vergelijkin gen gaan natuurlijk niet helemaal op, maar kijk naar „Geleerde vrouwen" dat de Haagse Comedie op het ogenblik in try-outs speelt en zaterdag a.s. in première brengt in de Koninklijke Schouwburg. Een komedie waarin je weliswaar alleen de echo's van de kna leffecten uit Molière'si. dagen hoort, maar waarin de briljante Fransman evenzoveel overhoop haalt. Molière stelde in zijn „L'impromptu de Versailles" in navolging van de klassie ken: Het is de taak van een komedie de feilen van de maatschappij in het alge meen uit te beelden". Daar heeft hij zich exact aan gehouden, al werd hij wel eens in de wielen gereden door de Franse ko ning Lodewijk de Veertiende die verzot was op de revue-achtige kost van Molières komedie-balletten. Hij bezorgde Molière zo'n beetje schrijfkrampen en verminder de onze totale erfenis van de auteur-ac teur-regisseur met op z'n minst een paar meesterwerken die de mens van toen - en wat lijkt die op de mens van nu - zo gran dioos in z'n hemd zetten. Zoals „Tartuffe" over de hypocrisie, dat zelfs drie versies nodig had voordat het stuk door de cen suur van die dagen heenkwam, zoals „Les précieuses ridicules", waarin het overdre ven gedrag in kleding en taalgebruik van Huisdier de snobs en snobinettes van de Parijse sa lons prachtig belachelijk werd gemaakt, zoals ook „Les femmes savantes". Trissottin Die „Geleerde vrouwen" zijn in Neder land twintig alweer verwonderlijk lange jaren voor het laatst gespeeld door de toenmalige Nederlandse Comedie. Bij de Haagse Comedie voert Guido de Moor nu de regie en komen de belangrijkste rollen van Anne-Marie Heyligers, Maria Stiege- lis en Lies Franken als de geleerde dames, Pieter Lutz als de burgerlijke huisvader, Carl van der Plas als zijn verstandige broer en Wim van Rooij als de salonletter- kundige Trissottin. Een centrale rol, want heel lang heeft Molières stuk die naam ge dragen. Mme de Sévigné bericht in een van haar befaamde brieven aan haar dochter dat Molière zelf „de amusante ko medie „Trissottin" aan de Kardenaal de Retz zal voorlezen", terwijl het stuk nóg eerder „Tricotin" heette. Een naamsve randering die niet onlogisch is, want voor de belachelijke pseudo-poëet die hijgerig geadoreerd wordt door de geleerde dames £tond de abbé Cotin model. Cotin had Mo lière al eens aangevallen, Molière en zijn vriend Boileau hadden hem als eens van repliek gediend, maar in „Geleerde vrou wen" gaat Molière verder. De twee ge dichten die Trissottin reciteert en waar mee hij tegelijkertijd belachelijk wordt ge-' maakt, een sonnet op de koorts en een epigram op een vergulde koets, nam Mo lière letterlijk over uit de Oeuvres galan- tes van abbé Cotin. Zijn opgeblazen tegen hanger Vadius iri het stuk is gebaseerd op de geleerde Ménage uit die dagen, terwijl de ruzie tussen beide weer geïnspireerd is door een dergelijk gekrakeel tussen abbé Cotin en Gilles Boileau, de broer van de beroemde satiricus. kin Geen wonder dat een stuk met der toespelingen bij de eerste opvoer 1672 een enorm succes wordt. Opl e fl van die première: 1735 ponden, overtroffen door de uiteindelijk vr ven versie van Tartuffe in 1669 mi »ni, pond. Bovendien was het thema v an geleerde vrouwen zelf uiterst acti tio; Molières dagen. Er ontstonden he nu; Academies en Kringen van dames V wetenschap gingen beoefenen, e kennis te pas en te onpas uitdroege snobistische salons, door Molière al aangevallen. Er is Molière wel ve dat hij tegen de vooruitgang zou z ER hij de vrouw het huisdier wil lat an over niets dan de maaltijd en haar n8' ren mag praten, (zoals huisvader C le, ooit gespeeld door Molière ze 1 doet in „Geleerde vrouwen"). Eer1 zichtigheid die niet opgaat voor w^ei lières andere werk (School der vr bijvoorbeeld) en de waardigheid tout van de „geleerde" Philaminte neemt. Molière is de hekelaar van l m*' veel", van schijnwijsheid en peda 2*- van wijsheid om de wijsheid di<1 ruimte laat voor de menselijke nartel de wegen van het hart. Zelf staat p'1 altijd ergens in het gulden midc lacht. be 21 f Anno 1979 kan dat nog eens, met ei donisch bijsmaakje voor wie de n^e neemt de overdréven uitwassen va l lières tijd en tekst te vertalen naa£jer daag. Wie straks het doek bij de I j Comedie ziet opgaan en in een dec< raa Hans Christiaan een verkommerd !ze houden ontwaart met overal rond jWe rende boeken, retorten op tafel esp bloedserieuze dames verbeten ziet m jj ren in een strijktrio van componist 0p aan Andriessen, zal niet onder dat e j, nische lachje uit kunnen. ,no BERT JA! e ■elk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 6