azz on Sunday groeit en bloeit Een zakenlunch; niks aan de hand 9* Jaagzang Christian Rüppe TTAD/REGiO fepen uit de muziekgeschiedenis Geslaagde bontsoiree LEIDSE COURANT WOENSDAG 19 SEPTEMBER 1979 PAGINA 5 verdiend en gekregen Of ik daar nog even op wilde wijzen. En zeker na wat er zondag weer is gebeurd, bij .bowling" Hans Menken in z'n restaurant. Daar werd een middagje „open huis" gehouden en het Jazz on Sunday - bestuur stond er te popelen om gunstige reacties in ontvangst te nemen. Die zijn niet uitgebleven. Ondanks het zomerse weer, dat eerder noodde tot buiten - verpozing. Zelf was ik er niet bij, maar volgens betrouwbare inlichtingen (van Henny Kwik, en dan weet je het wel) is het behoorlijk raak geweest. Jazzliefhebbers stroomden toe. En wat meer is: de muziek werd verzorgd door het trio Rob van Kooy, bas, pianist Rob Goudswaard (beiden uit Den Haag), en drummer Paul Uljee uit Oegstgeest. Later "op de middag werd het trio een kwartet, want daar kwam Rotterdamse guitarist Han Ruygrok, „die", volgens Henny. „ook enkele nummers fluit speelde. Op dit laatste instrument was hij dan ook het boeiendst". Nou weet ik niet of Han als guitarist met dit gevoelen „dan ook" erg gelukkig kan wezen, maar een compliment is het wel. Kwik verder: „dat de belangstelling voor Jazz on Sunday er wel degelijk is, blijkt uit het feit dat het bestuur deze middag niet minder dan 114 nieuwe leden in kon schrijven". Overigens werd bij het begin al meegedeeld, dat Jazz on Sunday voortaan alleen voor leden toegankelijk zal zijn. Jazz on Sunday heeft ook een stevig aandoend „boekwerkje" uitgegeven met een schat aan herinneringen aan de eerste twee maanden. Wie als niet - ingeschrevene Jazz on Sunday in de toekomst piet aan z'n neus voorbij wil laten gaan, wordt gewoon lid. Uit, geen gezeur. Lid worden kan ook per giro, door overschrijving van vijf piek op prk nr 19 35 963, t. n. v. Jazz on Sunday. Leiden. Per omgaande krijgt men dan lidmaatschapskaart plus boekje toegezonden. Jazz on Sunday, de club die het swingend aan het maken is, start het nieuwe seizoen officieel op zondag 7 oktober. Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. DE WIJNEN WONNEN HET IN DE BEUKENHOF Omdat je - ook als tempel der kostelijke ervaring - altijd aan de weg moet blijven timmeren (in dit geval met licht vlakbaangeschut, regelrecht op tong en verhemelte af), nodigt het exquise restaurant De Beukenhof in Oegstgeest alle zaakgelastigden uit, er tussen de middag een betaalbare, kwalitatief goede lunch te komen gebruiken. Zelf heb ik er vier uur over gedaan, maar dat is per se niet noodzakelijk. Het gaat derhalve om een „zakenlunch", ad nog geen vijftig gulden en omvattend een aantrekkelijk wekelijks variërend menu; vanaf een voorafje, gevolgd door een licht hoofdgerecht, tot kaas of dessert naar keuze, alsmede een servies mokka. Als men daarna nog een kwartiertje wil aanbreien met een armagnac uit de dertiger jaren of ouder, of met een wat helder aanspreekbare cognac, nou, dat is dan een aangename zaak voor de gebruiker zelf. De directie zal een dergelijke verlenging van het menu van harte in rekening brengen. Het gaat nu om de zakenmensen onder u. Een beetje trek tegen enen, en een aardig hapje in het vooruitzicht. Waar De Beukenhof dan mee komt aanzetten is meer dan de moeite waard.' Niet voor niets heeft mijnheer de directeur Hans Martens de „gouden kroon van de K. A, C. B." gekregen. Dat is een onderscheiding vanwege het Deliberatie Komitee van de Koninklijke Automobiel Club van België, die en passant de kwaliteit van Spijshuizen en Hotels nauwlettend in de gaten houdt. Daarom alleen al zou ik een toekenning van de Belgische KAC op hoge prijs stellen Het betekent namelijk, dat men van die zijde kennis heeft genomen van een „uitstekende service die men in uw Huis geniet". Als de zakenlui ons voorbeeld zullen gaan volgen, zal het tot gevolg hebben, dat er van zaken doen later op de middag geen snars meer terecht komt. Ik wil trachten, een indruk te geven van wat een aantal perslieden en hotemetoten van de Dikker en Thijs - familie (waarvan De Beukenhof een natuurlijk kind is) overkomen is. Mocht dezelfde lijn gevolgd worden tijdens de zakenlunch, kan men er een paar briefjes van honderd bijleggen. Zo herinner ik me - om door te gaan - nog flauw, dat de eerste rode wijn, gistermiddag, een Saumur Blanc was; een avontuurlijke wijn uit de Loire - hoek en gerijpt op kalkgrond. Er was een voortreffelijke smaakmaker aanwezig; een werkelijk volkomen onderlegde persoon, die zonder meer kon doceren aan een hogeschool, als deze een gouden oogst als faculteit zou hebben. Het ging om een lekkere, gezonde, ruwe wijn. Wat een druif Het voorgerecht (gebrouilleerde eieren en verse zalm) kwam voort uit het brein van Gérard Pangaud, een van Frankrijks meest talentvolle hedendaagse jonge keukenmeesters, bij wie Beukenhofs chef - kok Koos van Fulpen enkele weken aan nascholing heeft gedaan. De Saumur dan vroeg weinig aandacht en zakte vlug naar beneden. De wijn was afkomstig van een kleine Franse wijnboer, een boertje dat zich niks verbeeldde. Maar, ach, die druif van hem, die is kolossaal. Zoals dat in Frankrijk gaat: even weghappen. om een ogenblikje mens te worden; 's morgens vroeg al. „Zuiver is ie. hè 9", vroeg men mij; „ik mag dit wel. moet ik zeggen". Dat was de opening, aan een tafel, die, met als pièce de milieu roze rozen en paarse staarten, stond te pronken. Daaromheen verscheen een bordeaux, Blanc des Blancs. Voortreffelijk. Een beste huiswijn, mits stevig gekoeld. De zakenlunch ging inmiddels door. En je keek naar de gipsbloemetjes tussen de roze rozen. Weg zaken, voijt met de geit. Veryolgens kon je weer een droge Elzasser pakken, en de begeleidende voorlichter vertelde van de „mode - druif"; „als - ie maar charmant blijft, zoals een beaujolais. die gemakkelijk drinkt". Wat dit betreft is de verwachting dit jaar; een uitstekende wijn. die met trommels en muziek wordt ingehaald, omdat de grap vóór de wijn uitgaat. Geraffineerde saus (waaraan de wijn ook niet vreemd was) intussen; nog steeds bij de gebrouilleerde eieren, want je kwam amper verder. Dan hoorde je opeens: „ik ben geen wijnkenner, hoor. Wat gaat er nu Weer gebeuren Opnieuw „gartjons", die achter je rug weer met een kristallen vloot op een plateau aan kwamen zetten. Een collega, die net zo goed praat als - ie schrijft: „wie schetst mijn verbazing Op dat moment was er niemand die schetsen kon. „Ik wil altijd iets leren", ging hij door. Daar kwam de rode Anjou uit de Haute Médoc, met als bijkomstigheid, dat „de stelen van de druif zijn gescheiden". Een troetelkind van Franse deskundigen, vanwege de strakke boerensmaak en het pittig hoge zuurgehalte. Puiir ambachtelijke wijn. die een zwenking naar de commercie maakt, maar verder eerlijk blijft. Je wordt vlugger „high" van een bourgogne dan van een bordeaux. Dat is goed voor een snelle zakenlunch. „Hoe zal het publiek hierpp reageren was een vraag. „Een jonge rooie grave Kom nou. Ga maar door hiermee; je bewijst de klant er een dienst mee". Het komt allemaal vriendelijk over. Je kiest een wijn naar z'n functie en wezen. Kunt u, als lezer, het ritme volgen Daar was nadien de „rioja", het Spaanse produkt; door Hugenoten opgezet en voorzien van „een beetje Griekse neus". Riooga. olee. Verlenging van plezier, een stuk genieting. Geen wijn van kroten of vlierbes, maar zo amicaal, zo zacht, dat de bijkomende gerechten naar binnen gleden, zonder veel omhaal. Op de wijs van Dikker en Thijs. Collega Th. die echt net zo onderhoudend praat als hij schrijft: „ik blijf het rechter glas meer aansprekelijk vinden dan het linker. Hoe dan ook. Wat zijn overigens de pluspunten van het linker glas Allengs verwijlden we in Katwoude en in Spaarndam en „bij de mooiste reizen van ons leven". Voor onze collega,die...okee.., was dat naar China: „en ik zat te bidden toen we Kanton naderden. Jammer, dat de dokter uit Badhoevedorp er niet was". Bijna onopgemerkt kwam chef - kok Koos van Fulpen binnen; goedgemutst en met een wijsgerig kuiltje in de kin. om een duit in het zakje te doen. Nog bruin van z'n Parijse termijn. Parijse ervaringen met Gérard Pangaud, de wonderbaarlijke. Roereitjes even goed doorroeren en de zalm erboven op. In eigen vertaling. Je kan natuurlijk niet zeggen, dat Van Fulpen „stage" heeft gelopen in Parijs, want hij is koks genoeg. Bij- of nascholing, is de uitdrukking, net zoals bij dokters die wakker moeten blijven. Glimmend, waarschijnlijk van genoegen, vertelde chef Koos over „even 't charlotje in de pan; niet tè, en meteen blussen", met het één of ander. Zo heeft hij zware sauzen aangemaakt; als een bon fire, een vreugdevuur. Gedachten te over om mee terug te nemen, naar Oegstgeest. "Vertel ons iets van die groene saus, meneer Koos". „Dat was iets met een vinaigre, opgemonteerd..." Maar dat kan ik best verkeerd verstaan hebben. Op mosterdbasis en diklobbig. Er was ook sprake van een sorbet met tomaten met kruiden; een knap iets. Rinsige tomaat, helemaal fijn gecutterd. Culinaire pop - art. Ik heb de bezieling van Rue Montmartre geproefd; met achteraf een cynische sorbet (van Koos) met peer en uitgeperste druif. We moesten ook nog even denken over de langgerekte muskaatdruif. Dat ging al moeizaam. Op den duur héb je 't niet meer. Dan denk je: laat ons hier drie tenten bouwen... En dan mag Elias er ook nog bij, als - ie zin heeft. Op een moment meende ik bij collega Th op tafel een donkerrode pruim te zien liggen, maar het was bij nadere beschouwing z'n pijpekop. „De statuten moeten veranderd...", hoorde ik nog vaag. Een zakenlunch. Niks aan de hand. lusicus, organist, componist, zangle- f universitair kapelmeester en later 1 lector in de Toondkunde in Neder- Christian Rüppe, heeft twee keer in wen zijn gal gespuwd toen bleek, dat rd gewerkt had gedurende een aan legen voor een feest en afgescheept ^°l met een honorarium van één gul- Dat gebeurde in 1802 bij de viering le Vrede van Amiëns en in 1803 bij rste steenlegging van sluis 5 te Kat- uni De eerste keer waren de Curatoren s€de Universiteit zo vrijgevig en de s Jde keer de Hoogheemraden van het P"schap Rijnland. Het is komisch om ecent teruggevonden brieven Van >n e uit 1805 te bekijken en een blik te en in de nota's van die tijd. "Wegens ;le imde tijd en onkosten, betreffende e egtigheid bij Katwijk: Woensdag den 1 lly 1805 te Katwijk gerequireerd om lan van de plegtigheid te helpen be- en, 7,- Vrijdag den 19 dito den ge- ra n dag doorgebragt om de Leydsche canten te engageeren, f 10,-. Zondag ^21 dito de partijen van het Liedje i h, Juich, Rhijnland" voor de Blaa- f umenten gecomponeerd en geschre- ■1/ 5,25. Maandag den 22 dito den ge- n dag gefungeerd en verzuimd, aHet rijtuig met de Onkosten, j, 5". Totale kostenberekening 39.-. n] r de directie" heeft hij niets irige- jr Dat liet hij over aan de "discretie ,jde Heeren". lZ( discreet ontvangt Rüppe van de nÉ andse mogendheden een totaalbedrag 40.-. Als dirigent heeft hij dus één ï0 >n verdiend. Dat is Rüppe's eer te na. j0 toien op iets te hoge benen gaat de eI>onist/dirigent op 2 augustus 1805 op a bij de heer Gevers van Endegeest sr ïgstgeest. Daar wordt hij duidelijk af- ,ji herd. Niet tevreden gesteld, schrijft t >e op 3 augustus een brief, die er niet iegt: "Toen ik gisteren de Eeere bij j( lEdele te zijn, was UWelEdele zooda- eoccupeerd. dat ik geene gelegenheid konde vinden UWelEdele over het een en ander breedvoerig te spreeken. UWelEde le betaalde mij 40,- en liet mij eene Qui- tantie teekenen voor Assistentie bij de plegtigheid te Katwijk, Indien deze Som enkel voor Assistentie moest dienen, dan zoude deze Assistentie al te wel betaalt zijn; maar daar ik niet alleen geassisteert, maar de Musicanten gecommandeerd en de geheele muziek gedirigeert heb, is de betaaling van 40,- veel te weinig en niet evenredig aan de 'kunde en moeite, welke zulk een zaak vereischt; te meer daar... mijne verzuimde tijd en onkosten reeds 39.- bedragen en dus voor de geheele Directie maar Eene gulden zou overschie ten. UWelEdele heeft tfeekerlijk de tijd niet gehad deze zaak rijpelijk te overwee- gen; daarom neem ik hiermeede de Vrij heid UWelEdele hierover nader en schrif telijk te onderhouden". Rüppe is duidelijk erg kwaad, want dit is een brief in scherpe bewoordingen en die schrijftrant komen we in zijn vele andere brieven niet tegen Hij gaat nog even ver der en kapittelt de Hoogheemraad: "Ik heb diergelijke zaken meer bij de hand gehad; maar voor mijn Executie of Direc tie nooit minder ontvangen van 20 Duca- ten 115,-)". Dat is een leugen om bestwil. In 1802 was de vrijgevigheid voor de Universitaire ka pelmeester ook niet groter, maar toen kon hij niet sputteren omdat de universiteit zijn broodheer was en hij verplicht was om bij academische plechtigheden (je zou bijna plegtigheid gaan schrijven) voor de muziek te zorgen. Eenmaal goed op dreef, zet de dirigent/componist de Hoogheem raad mooi in het zonnetje: "zoo als binnen korten weder plaats zal hebben bij de In wijding van een nieuw orgel te Voorburg, welke inwijding ik voor dez' som 115,-) aangenomen heb te doen, en waarvoor ik maar éénen dag nodig heb te besteeden. UWelEdele en de overige Hee ren Hoogheemraden zullen dan (zoo ik hope) bij nadere overweging het niet on billijk vinden, dat ik voor mijne verzuim de tijd, moeite en onkosten ook Twintig Ducaten reekene en dus na aftrek van de ontvangene 40',- nog 65.- van UWelE dele zal verwachten". De geachte heer Gevers van Endegeest, die voor zichzelf graag de kassa hoorde rinkelen, verwaardigde zich niet om iets van zich te laten horen. Veel mensen zul len zich in Rüppe herkennen: zijn bloed werd karnemelk. Op 9 augustus zien we hem zich wenden tot de heer van Lely- veld, wethouder in Leiden, Hoogheem raad en Curator van de Universiteit. Hij schrijft: "Gepasseerden Vrijdag den 2en Augustus ben ik bij MijnHeer Gevers ge weest, dog Zijn WelEdele scheen zoodanig gepresseerd te zijn, dat het mij onmogelijk was in eenig gesprek met ZijnWelEdele te kunnen treden. Ik heb dus de vrijheid ge nomen een brief aan ZijnWelEdele te schrijven en denzei ven zaturdags aan ZijnWelEdele laten overhandigen in het Gemeenlandshuis,,op welken brief ik ech ter tot hiertoe geen antwoord nog bood schap heb ontvangen". Rüppe zegt toe op een zaterdag in de stad te willen en zullen blijven om de Heeren in staat te stellen hem te ontvangen voor een gesprek. Ge woonlijk reisde hij op zaterdag ergens op het platteland. Hij hoopt op een gesprek, want hij schrijft aan Lelyveld, dat hij "Uwen veel vermogende invloed vriende lijkst" verzoekt. Wanneer U een Methusalem-figuur in de stad ziet rondlopen, zou het de geest van Rppe wel eens kunnen zijn, want tot zijn dood in 1826 aan toe hoorde hij niets van de Hoogheemraden. Het was immers "maar" een muzikant en muzikanten wer den en worden veelal nog steeds gerang schikt onder het dienstpersoneel. Welke grootmogendheid staat nu dienstpersoneel te woord? In Leiden helemaal niet, als u begrijpt wat ik bedoel. JAN DOOVE Wasbeer mantel In bijzondere ver werking n.l. „gevederd". VOORSCHOTEN Kasteel Duiven voorde was gisteravond het aantrekke lijke decor van een bontsoiree van Van Egmond, Breestraat in Leiden. Grote belangstelling in de Marótzaal. waar het open haardvuur voor een bijna tro pische atmosfeer zorgde, dat weerhield echter niemand om de ruim zestig mo dellen van deze toonaangevende collec tie met interesse te bekijken. Vijf top-mannequins liepen op een rustige wijze tussen het publiek door, de show op enend met het tonen van enige korte jas jes van bisam. roodvos en Argentijn# lam. Deze laatste kreatie was ook sportief door de gebreide mouwen en sluiting. Omdat mannen duidelijk meer idee krijgen in het dragen van bont, waren er tevens korte en lange herenjassen o.a.van nutriabont. Het korte jack met rol kraag en ritssluiting heel sportief. In de lange jas van lam met grote zakken, dubbele rij knopen en flin ke kraag kan iedere man zich op zijn ge mak voelen. De damesmantels toonden een variatie zonder weerga. De relaties van Van Eg- mond Bontmode met buitenlandse huizen, waaronder Finse, Zweedse. Italiaanse, Franse, Amerikaanse en Canadese bont- couturiers zorgden daarvoor. Menigmaal klonk een applaus en soms keek men in stille bewondering. Vele bontsoorten zijn op een speciale manier verwerkt: geve derd, black cross, uitgelaten om maar enige termen te noemen. Soems is de schouderlijn iets verbreed zoals een Lynxks geverfde blauwvosmantel, maar over het algemeen is daar toch niet het accent gelegd. Heel mooi en ook goed te dragen is een bontmantel met capuchon. Een goed voorbeeld was de bisam man tel. Een sportieve kreatie was de spits bever mantel met geruit gevoerde capuchon, sjaal en manchetten. De grijze swakara persianer mantel met voskraag was een toonbeeld van elegantie: getailleerd en de mouwen iets uitlopend bij de polsen. De kollekte van ruim zestig modellen gaf een goed inzicht van smaak volle exclusieve bootkleding. Aan het eind van de modeshow (zonder lady-spea ker) werd de heer S. J. van Egmond. op- m. Avond-cape in witte nerts. richter, toegesproken door zijn zoon in verband met het bereiken van zijn 65ste jaar. Voorlopig gaat Van Egmond sr. nog rustig door met zijn werk. NEL PEETERS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 5