Knap verfilmde genezing van gestoord meisje Marinus Kutterink in Cultureel Centrum Café „Klein Duimpje" Net een muizenval GETAff DEZE WEEK IN LEIDSE BIOSCOPEN «tow Peter Viering Georges Wilson over „De Wisse! wachters' En Verder VRIJDAG 14 SEPTEMBER 1979 PAGINA 9 Centrum van Voorschoten. De expositie toont de veelzijdigheid van de kunstenaar. Kutterink is al heel wat jaren kunstzinnig bezig. Hoewel hij de publiciteit nooit heeft gezocht en er betrekkelijk weinig over hem is geschreven heeft zijn opvallend werk meer dan eens de aandacht getrokken. Reeds in 1961 schreef Anne Malgré een ka rakteristiek over hem, die in grote trekken nog steeds van toepassing is. De tenntoonstel- ling duurt tot 24 september en is dagelijks ge opend van 14 tot 21 uur, op zaterdag en zon dag van 14 tot 17 uur. DEN HAAG Als aan de Franse regisseur Georges Wilson - opmerkelijk veel Ieren in de familie, van daar die naam - gevraagd wordt om zijn visie te ge ven op de vrije toneelpro- duktie „De Wisselwach ters", die op 24 september in de Koninklijke Haagse Schouwburg aan zijn on vermijdelijke triomftocht door Nederland zal begin nen, verontschuldigt hij zich bij voorbaat. „Te moe", laat hij weten, „ik ben bekaf". Vervolgens haalt hij zuch tend een mondje adem en be delft hij het handjevol aan wezigen in de gewelven van het Haagse Promenadehotel onder een monoloog van ruim een uur, die uitmondt in een wanhopige liefdes verklaring aan het adres van het theater. „Juist in deze tijd van decadentie, nu wij ons met z'n allen overeten zonder echt honger te hebben, heeft het theater zin. Eerst heeft de film het theater willen vermoorden, daarna was het de beurt aan de televisie om ons vak te riduciliseren. Te vergeefs uiteraard, want het theater sec kan niet sterven. Alle andere kunstvormen zijn door haar persoonlijk ge zoogd. Daarom ben ik er ook zo van overtuigd, dat het to neel telkens weer uit het dal zal komen en op een schitte rende wijze opnieuw zal op- enbloeien". Georges Wilson, in 1975 maakte hij zijn eerste film, waarin hij ook de hoofdrol voor zijn rekening neemt. In 1978 vond in het Parijse the ater de L'Oeuvre de premiè- plaats van Brian Phelan's „De wisselwachters", waarin hij inmiddels al ruim twee honderd keer de rol van Al- bert heeft gespeeld en waar- hij ook de regie en de be werking voor zijn rekening nam. De Wissel wachters - „een poëtisch mozaiek van lichte penseelstreken", is zijn eerste omschrijving - con fronteert het publiek met Al- bert en Alfred, die al veertig jaar samenwerken in hun seinpost tussen hier en er gens. „Dat kan dus overal zijn", geeft Wilson toe. „Er zit beslist geen Ierse folklore in dit stuk. De spoorlijn zelf komt nauwelijks ter sprake.' Het gaat om die twee mensen in hun piepkleine samenle ving. Je zou het kunnen ver gelijken met andere micro werelden als het huwelijk of een langdurige vriendschap. Om te overleven nemen de wisselwachters nu eens niet hun toevlucht tot voor de hand liggende lapmiddeltjes als de televisie, radiospcllet- jes en allerlei vormen van vrijetijds besteding, maar vullen ze hun uren door vol komen in elkaar op te gaan, in eikaars huid te kruipen. Dat drijven ze op den duur op de spits, zo op de spits, dat ze hun eigen dubbelgangers creëren en daarmee is hun tijd tot aan de rand van huq leven gevuld. Dan komt er een spelbreker op hun fantasy eiland, ene Edward, die in leeftijd twee generaties met hen verschilt. Hij heeft niets op met hun zinsbegoocheling en probeert daarom aan te tonen dat hun creatieve vacuum tot niets leidt en dat hun vrijwillige verbanning uit de wereld buiten het seinwachtershuis een smartelijke vergissing is. Maar zijn stormloop op het kaartenhuis van die twee ge zworenen lopen op niets uit. De illusie, die hun leven dra gelijk maakt is te sterk en Edward kan met lege handen weggaan". De rol van Albert, die Wilson in Parijs tot een persoonlijke triomf maakte, wordt in de Nederlandse versie gespeeld door Paul Steenbergen. In niets lijkt hij op Wilson, maar diens intenties heeft hij on danks taalbarrièrres van meet af aan ingedronken. „Als regisseur is hij een on vermoeibare beul, maar des ondanks blijft het een feest om met die man op ontdek kingsreis te gaan. Het is voor mij telkens weer een verras sing, dat ik na zoveel jaar ac teren nog steeds niet uitge studeerd ben. Wilson haalt emoties bij je naar boven waarvan het bestaan niet eens kende, hij ontdekt mo gelijkheden, waarmee ik nog nooit geconfronteerd was. Dat maakt het werken met hem zo boeiend. In de prak tijk maakt het ook niets uit dat hij geen Nederlands spreekt en verstaat. Hij proeft de intenties aan de melodie van je woorden, aan je intonatie. En voor dat de vertaalster een mond open heeft gedaan, roept hij al „Ik geloof Paul, dat je nu een verkeerd woord gebruikt". Bernard Droog, die in de ko mende maanden met Steen bergen onder eenzelfde krap bemeten seinhuisdak ook hardop zal dromen valt hem gretig bij: „Bij de Toneel groep Theater, waar ik van daan kom en waar ik na deze vrije produktie ook donders- graag weer naar terugkeer, verkeren we in de verrukke lijke omstandigheid, dat we veel met buitenlanders mo gen werken. Er zitten Tsje chen tussen, Joegoslaven en Fransen. Maar als het echte grote is, een weergaloos ta lent, blijken ze opeens dezelf de taal te spreken als wij Ne derlanders. Ddn merk je, dat het wezenlijke van het thea ter ergens binnen in je zit, je voelt het eerder aan je lijf Idan aan de taal, wat de be doelingen zijn. En dat ge beurt momenteel ook weer bij een man als Wilson. Hij die met zijn gretige apos telkop dicht bij de mond van de vertaalster de motregen van loftuitingen heeft opge likt, knikt begripvol. „Als het een goed stuk is", zegt hij, „en daarenboven goed ge speeld wordt, door mensen dus, die hun vak in hun hart en in hun vingertoppen heb ben, dan blijft er voor een re gisseur maar weinig te doen. De Wissel wachters is zo'n goed stuk en ik heb het in handen gegeven van vaklui met de opdracht: „maak er het beste van". Drama is de kunst van het creëren, het optimaal benutten van vitali teit en fantasie. Natuurlijk geef ik toe, dat het Neder lands een ander ritme heeft dan het Frans, maar je merkt verdomd goed, of de wissel goed staat en het doel uitein delijk bereikt zal worden". LEIDSE COURANT VOORSCHOTEN De Voorschotense kunstenaar Marinus Kutterink heeft nooit met zijn werk te koop gelopen. Het gevolg daarvan was dat zijn werk, dat zeer de moeite waard is, nooit erg in de be langstelling heeft gestaan. Dankzij de wethouder van Culturele Zaken in Voorschoten, de heer L.L. Marselis is daar verandering in gekomen. De wethouder bracht een bezoek aan de kunstenaar en zag diens werk. Op aandringen van de heer Mar selis heeft Marinus Kutterink toen besloten om een expositie te houden in het Cultureel Van links naar rechts Bernard Droog, Georges Wilson en Paul Steenbergen. LUXOR The Warriors (16) Pittige film over een jeugdbende in New York die wordt bedreigd. Vol stevigel kloppartijen en achtervolgin gen, waarbij de ondergrondse een grote rol speelt (derde week). CAMERA Satyricon (16) Boeiende film van de Itali aanse regisseur F. Fellini (re-i prise, eerste week). LIDO I Moonraker (12) Het nieuwste avontuur van> geheim agent 007, James Bond, is weer een schot in de - roos. Liefhebbers van span ning en sensatie kunnen ge nieten van de verrichtingen van de al niet meer zo piep jonge held, druk in de slag met wulpse vriendinnetjes en een levensgevaarlijke ana conda (tiende week). LIDO II In de ban van de ring (a.l.) Niet helemaal geslaagde verfilming van het beroemde boek van Tolkien door regisseur Ralph Bashi. De fantasie die nodig is om het boek te lezen, is verdwe-_ nen in de verfilming en dit doet afbreuk aan het geheel. Razend knap is wel de ge bruikte animatietechniek. De tekenfilm is overigens be slist niet geschikt voor jeug dige kijkers, die zullen wei nig plezier beleven aan de voor volwassenen gemaakte rolprent (vierde week). LIDO III C'eravamo tan- to amati (16) Wrange kome die door regisseur Scola op gedragen aan Vittorio de Sica. Drie mannen en een vrouw beginnen na de Twee de Wereldoorlog vol idealisti sche plannen in een vrij Ita lië om met het verstrijken van de jaren te ontdekken dat alle voorgenomen her vormingen slechts leiden tot bittere mopperpartijen (derde week). TRIANON Uit elkaar (12) Een zeer persoonlijke film van Herman van Veen. Het is de eerste film van de melancholieke cabaretier, die ook de hoofdrol speelt. Moni que van de Ven speelt de ex- vrouw en Marlous Fluitsma de vriendin van de hoofdper-, soon (vijfde week). REX Kom in m'n hokje (16) Sexfilm. ET'ROCINEMA I (Alphen aan den Rijn) Terug naar het Poseidon avontuur (12) Matig vervolg van de ram penfilm „The Poseidon ad- venture" (eerste week). EUROCINEMA II (Alphen aan den Rijn) De vier vuisten van de duivel (12) Een van de succesvolste Tri nity-films met Bud Spencer en Terence Hill in de hoofd rollen (eerste week). EUROCINEMA III (Alphen aan den Rijn) Stunts (16)' (eerste week). EUROCINEMA IV (Alphen aan den Rijn) Deense snoepjes in Tirol (16) Mati ge sexfilm (eerste week). Op de afdeling zware gevallen in de kliniek wordt Deborah geconfronteerd met si tuaties die haar toestand alleen maar verergeren. STUDIO I never promised you a rose gardep (16) met Bibi Andersson en Kat hleen Quinlan. Regie: Anthony Page. De reclame zegt dat „I ne ver promised you a rose garden" een vrouwelijke „Cuckoo's nest" is. Recla me misleidt graag en in dit geval klopt dat opnieuw. Milos Forman's „One flew over the cuckoo's nest" was een briljante film die van uit het psychiatrische gege ven een blik bood op een leefsysteem, een samenle ving, terwijl „I never pro mised you a rose garden" zuiver en alleen het psy- chatrische geval van één meisje behandelt: Een enorm boeiende film trou wens, gebaseerd op de auto biografische bestseller van Hannah Green (in het da gelijkse leven Joanne Greenberg) die haar bele venissen in 1964 op papier zette. Met in de hoofdrol een fantastische jonge ac trice, Kathleen Quinlan. Het heeft ontzettend lang ge duurd voordat Hannah Greens boek verfilmd werd (de Nederlandse vertaling is bovendien ook pas van 1973). Deborah (Kathleen Quin lan): worstelend met de monen uit haar fantasie wereld. Producër Roger Corman, de man van de B- en de horror films, vond in Anthony Page tenslotte de geëigende film- Bibi Andersson als dé arts in ,,l never promised you a rose garden". maker. „Ik heb je nooit een rozentuin beloofd" is het ver haal van een schizofreen meisje, dat, na een zelf moordpoging, door haar ou ders naar een kliniek wordt gebracht. Ze leeft in twee werelden: „Onze" realiteit verwisselt ze zodra er van problemen sprake is voor haar eigen waanwereld, die van het land Yr, met een ei gen taal, met voor haar zeer levende figuren en een kei hard systeem van schuld en straf. Page's film is het verslag van haar genezing, een langzaam proces dat én een kijkje in een psychiatrische kliniek geeft én in de denkwereld van een schizofreen meisje met alle hoe's en waaroms. In die blik op de psychiatri sche kliniek lijkt „I never promised you a rose garden" inderdaad, en té nadrukke lijk op „Cuckoo's nest". Die bizarre wereld van „gekke" mensen is in Hannah Greens boek "niet zo karikaturaal aanwezig. Evenmin als de ge nezing daar zo'n happy end is als de film aangeeft. Niette min boeit Page's film van het begin tot het eind. Hij moet die waanwereld van het schi zofrene meisje weliswaar te veel gestalte geven via een in bleke beelden gevat oerbes- taan met beschilderde figu ren terwijl het boek daarbij wat minder reeël te werk- hoeft te gaan,' toch blijft het met Kathleen Quinlan adem benemend echt, en Bibi An derson als de haar behande lende psychiater, een aangrij pende verbeelding van de martelgang van een geeste lijk mismaakt meisje. Op een paar bezwaren na, een op rechte film die je lang heugt. BERT JANSMA Café „Klein Duimpje" Hoek Jan Vossensteeg/Oude Vest, Lei den Open: alle dagen van de week, behalve op woensdag, van 's morgens elf uur tot de gebruikelijke sluitingstijden van een of twee uur na middernacht. Snacks: diverse broodjes, saté, tosti's soep en uitsmijters. Vrijheid blijheid, dat is zo'n beetje het mot to van Hennie van Leeuwen, de kasteleinse van „Klein Duimpje", waarschijnlijk de enige vrouw in Leiden die in staat is een heel café in haar eentje te runnen. Daarbij zou het wellicht niemand verbazen, als zij dan ook nog de jongste telg uit het locale horeca-vak zou blijken te zijn. „Noem me maar impulsief", zegt zij zelf, als haar ge vraagd wordt hoe zij zo achter de tap ver zeild is geraakt. Een vraag die net zo im pulsief bij mij opborrelt als dat zij er ant woord op geeft. Zo op het eerste gezicht zou Hennie namelijk net zo makkelijk achter de ratelende machines van een stadsredac tie kunnen zitten. Het waarom van haar sprong in het duister van de bruine kroeg verklaart zij echter als volgt: „Ach, ik heb destijds, nadat ik een tijdje Nederlands had gestudeerd, mijn horeca-papieren gehaald en daar wilde ik iets mee doen. Ik heb een ontzettende hekel aan een baas boven mijn hoofd. Toen er een advertentie in de krant stond, waarin deze zaak voor overname werd aangeboden, heb ik er vanuit een maffe bui op geschreven. Uiteindelijk bleef ik over als enige gegadigde en nou sta ik dus hier sinds 2 april en ik heb er nog geen ene dag spijt van". Muizenval De klanten aan de bar mengen zich in het gesprek, als er gemijmerd wordt over hoe je dit café het beste zou kunnen typeren. „Een ballentent", zegt er een spottend, „want ze verkopen geen ballen gehakt." „Ja dat- is een goede,reageert een ander lachend. Er worden nog een paar suggesties aangedragen, maar dan zegt iemand: „Een muizenval, je kunt dit café het beste met een muizenval vergelijken. Want als je er eenmaal in zit, kom je er niet meer uit. Met algemene stemmen wordt het amendement aangenomen. (Zo, nou hebben we ook ge lijk een kopje boven dit stuk). Maar, er is ook nog een filosoof onder de liefhebbers, die nog wel even dieper op de materie (het glaasje?) in wil gaan. „Kennen jullie dat ge dicht van de Latijnse dichter Cicero de Oude over de muizenval dan niet?" „Nee en was het trouwens niet Cicero de Jonge, junior dus, die daarover gerijmd heeft?," probeert een toevallige passant aan de bar. Nee hoor het was de Oude. Nou ja goed, hoe dan ook. Die muizenval dus... De filosoof citeert: „De muizenval loopt de muis niet achterna, toch wordt de muis ge vangen." Dat was het. „En hoe langer je er over nadenkt, hoe dieper de betekenis er van voor je wordt. Dat is echte psycholo gie", beweert de klant. Dieptepsychologie zal hij bedoelen, want de betekenis ontgaat me nog steeds een beetje. Klanten Kortom, „Klein Duimpje", een café waar nog eens lekker geboomd kan worden on der het genot van een uitstekend pilsje. „De ellende is," zegt Hennie met spotoogjes, „dat je na verloop van tijd niet meer buiten je klanten kan. Je raakt ontzettend op de mensen hier gesteld. Voordat ik met deze zaak begon, zeiden mijn vrienden, je bent getikt als je er aan begint, maar dat is enorm meegevallen. Ik zou het café met zijn hele sfeer eromheen erg missen als ik weg zou gaan. Die plannen heb ik wel niet, maar je weet het, ik ben erg impulsief. Een ding zou ik wel doen als het zou gebeuren, dan zou ik een boek schrijven over wat ik hier na al die maanden heb meegemaakt. Maar zoiets geldt natuurlijk voor alle kaste leins hier in de stad". De klanten van „Klein Duimje", kennen elkaar bijna allemaal van naam en gezicht. Dat was vroeger al zo, want de meeste be zoekers kennen elkaar vanuit de binnen stad. Mannen en vrouwen, jong en oud, van alle rangen en standen. Gezellige Leide- naars, die hier graag komen en er waarde ring voor hebben, dat een vrouw in haar eentje een uitstekend café weet te runnen. Hennie van Leeuwen: „Noem me maar impulsief..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 9