Nieuwe restaurateur voor Stadsgeh oor zaal Cabaret Meesterwerkjk Nogmaals nationaal kampioen twe tuigpaarden Fries ras" Duitse Anita is in haar schik met handbeschilderde zijden sjaals oortreffeli hp treden residentie ■itrijkkwartet HAAGS ECHTPAAR RIJNTJES: fAD/REGIO LEIDSE COURAN' VRIJDAG 14 SEPTEMBER 1979 PAGINA 5 VOORHOUTS ECHTPAAR GRIMBERGEN STAK FRIEZEN VOOR DERDE KEER DE LOEF AF Het is werkelijk bij de Friezen af, maar Riet en Henk Grimbergen, wonend in een Voorhoutse uithoek tegen „Lis" aan, hebben het 'm weer gelapt. In het centrum van het Heitelan, Leeuwarden, zijn ze afgelopen zaterdag voor de derde keer nationaal kampioen geworden: Nederlands kampioen tweespannen tuigpaarden Fries ras, heet dat. Dat kregen ze in '76 en '77 ook al voor elkaar. Riet Grimbergen: „ze betitelen ons -als het ware als Hollandse Friezen". Samen met man Henk (43) en in pronkend Fries kostuum zat ze op de bok van hun sjees de jury murw te maken. Het echtpaar is lid van de Aangespannen Vereniging In het Gareel, die in Rijnsburg en omstreken opereert. Nou, In het Gareel mag trots op het stel zijn, en de Friezen staan ook behoorlijk te kijken van dat span, want doorgaans is daar alles Fries wat de klok slaat, tot en met de deelnemers, de paarden en de sjezen. „Gek hè, maar Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en ell uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen s het is nou eenmaal zo, hier in onze streken wordt over tuigpaarden mooit niks geschreven. In Friesland staan de kranten er vol over". In '76 viel dit „Friese" kampioenschap voor het eerst buiten de „eigen grenzen" van Friesland. „Toen wonnen „Friezen om utens", dat waren wij dan", aldus Riet Grimbergen, die samen met Henk al heel wat eerbetoon over zich heen heeft laten gaan, want het houdt maar niet op, de laatste paar jaar. Henk Grimbergen: „het hele seizoen, van juni tot eind oktober, doen we mee aan concoursen binnen de Hippische Sportbond". Zijn vrouw: „het is onze hobby, maar het is wel raak de laatste tijd. Al jaren hebben we geprobeerd hoe 't zou lukken op een wedstrijd en nou val je van de ene eerste prijs in de andere". Want de Grimbergens doen ook succesvol mee met andere „rubrieken", zoals, behalve eenspannen, vierspannen, de damesrubriek, ringsteken, arreslee rijden in de winter. Ook weieens een trouwtje rijden voor de een of andere kennis. En maar trainen, ertussen door, want het peil moet hoog blijven. Riet en Henk zijn de hele zomer constant in de weer; tijd voor iets anders is er nauwelijks. Riet: „er moet heel wat werk voor worden verzet. De Friese spullen hebben we zelf gemaakt of moeten kopen, zoals die kostbare oorijzers. Maar voor onze sport hebben we veel over". Oud - Rijnsburger Henk Grimbergen houdt me een Friese krant (met Nederlandse tekst gelukkig) voor en zegt: „lees zelf maar, dan zie je wat er allemaal komt kijken voordat je je nationaal kampioen mag noemen". Dan lees ik iets over de hoge normen die aangelegd worden. Het gaat om de gangen van het Friese paard en om de houding. Zoals ook Grimbergen zegt: „die twee Friezen moeten in alles gelijk zijn als ze in de ring rijden en het tuig moet glimmen, daar wordt ook op gelet". Alles bijeen genomen hebben Riet en Henk Grimbergen uit het Hollandse Voorhout voor de zoveelste keer gezorgd voor een perfecte actie, voor een geheel van „vorstelijk ritme, een afgestemd orenspel, sierlijke kracht". En daar hebben die echte Friezen nou al drie keer niet van terug gehad. 131 :ravond vond het zesde concert in het zgn. Duivenvoor- na seizoen plaats in de Marot-zaal van kasteel Duivenvoorde e t Voorschoten. Het Residentie Strijkkwartet speelde daar ie< rken van Haydn, Mozart en Janacek. De combinatie van de Rococomuziek met de 18e eeuwse omgeving gaf dit con I t wel een bijzonder sfeervol karakter, t e naf de eerste tonen van het strijkkwartet op. 71 van Haydn v s te horen hoe trefzeker het Residentiekwartet musiceerde, tv» n beheersing van de techniek bleek uiterst zorgvuldig en re- do teerde in een bijzonder hecht, alert samenspel, waarbij kleine ■lol tsporingen in b.v. de toonvorming van geen enkel belang wa- De muzikale benadering bleek doorleefd en vol begrip voor kernachtigheid met daarnaast de heldere elegantie vah 'dns muziek. karakter van Mozarts klarinetkwintet contrasteerde mooi lee. Er is sprake van een breedvoeriger, vaak melancholie- 'riek, die het aspect van de structuur van de compositie Ir de achterglond dringt. De klankverhoudingen waren zo i op elkaar afgestemd dat de muzikale intensiteit die in het te werk overlrof. Met name de klarinet kwam tot een uiterst lijnde klank. Het langdurige werk bleef dan ook tot de laat- maat boeien. interessant werk is Janaceks 2e strijkkwartet. Het vertoont Deden van de laat-Romantiek en de Tsjechische volksmu- {k. Het geheel is indringend expressief en stelt nogal wat eisen t speler én luisteraar. Het vakmanschap van de musici zorgde |r een evenwichtige weergave, waarin alle, vaak scherp con- 'erende nuances in hun volle dramatiek tot uiting kwamen, waardig besluit van een avond op hoog muzikaal peil. Dirk Vooren. LEIDEN De Stadsge- hoorzaal heeft weer een nieuw beheerdersecht paar. Het is het echtpaar Rijntjes uit Den Haag;. De heer en mevrouw Rijntjes, respectievelijk 39 en 33 jaar, zullen de komende jaren met ne gen medewerkers de Stadsgehoorzaal een nieuw gezicht geven. Het begin van hup loopbaan bij het Leidse zalencom plex bestaat uit een grondige schoonmaak van het gebouw. Daarna zal de aankleding aan de orde komen. Het is de bedoeling dat het zalen complex iets gezelligs gaat worden. De twee koffiekamers worden geheel vernieuwd en er komen plantenbakken bij de entree. De heer en mevrouw Rijntjes hebben al een flinke loopbaan in de horeca achter de rug. De heer Rijntjes is al sinds 1958 werkzaam in de horeca en heeft in verschillende gere nommeerde bedrijven gewerkt. Thans is hij tevens restaurantmanager in het Bell Air Hotel in Den Haag. Me vrouw Rijntjes startte onge- „De Prinsenkelder" in Delft, veer 15 jaar geleden haar loop- Het echtpaar en hun 11-jarige baan in de horeca in het hotel café-restaurant van haar ou ders aan de boulevard in Sche- veningen. Daarna was zij de bedrijfsleider in het restaurant dochter wonen voorlopig nog in Den Haag maar zullen bin nenkort een dienstwoning in Leiden betrekken. Zij maken zich op voor de komende drukke periode van het Folk- festival, een optreden van Magna Carta en daarna alweer de Banenmarkt. Een ware vuurdoop dus voor deze kers verse beheerders. We zijn erg verheugd met onze nieuwe functie. De veel heid van activiteiten waarmee we telkens te maken krijgen, trekt ons wel aan. Het is een uitdaging om bij al die mani festaties en optredens goed voor de dag te komen. Voor het komende folkfestival zijn al 4000 pilsjes ingeslagen. Het festival vindt in vier zalen van de Stadsgehoorzaal plaats met een doorlopend programma. Ook zal de radio aanwezig zijn voor opnamens. Ja. dat zal een drukke dag worden. Maar voorlopig zijn we nog even be zig met het schoonmaakpro- gramma", aldus het echtpaar Rijntjes nog onwennig in zijn nieuwe omgeving. LEIDEN Voor een uitverkochte zaal pre senteerde zich gisteravond voor de tweede keer het lerarenkorps van het jubilerende Visser 't Hooft Lyceum, met hun cabaret „Meesterwerk". Een popgroep had zich geen beter publiek kunnen wensen, zo enthousi ast waren de reacties uit de zaal op hetgeen de leraren lieten zien. Vele dingen waren dan ook zeer herkenbaar, en ook had men niet geschroomd zichzelf op de hak te ne- In een anderhalf durend programma dat zon der pauze, met veel vaart en verve werd ge speeld, kwamen diverse onderwerpen aan de orde. Na een sprankelend openingsnummer kreeg het publiek een blik achter de schermen van een sollicitatie. Ook de impressie van een ouderavond, waarbij leraar en ouders elkaar soms volstrekt niet (willen) begrijpen sloeg in. In een korte vlucht werd tevens ei. carrière van een leraar uitgebeeld. In het nummer „Een piepjonge leraar", vertelt een aankomend* le raarde van zijn ambities, „Pendelen" handelt over het treurig lot van de leraar die van het ene gebouw naar het andere rent; het zeer her kenbare „Jullie d'r uit of ik" toont hoe de le raar zijn onmacht en woede omzet in ironische en sarcastische opmerkingen, die al snel cliché matig worden. Maar ook de conciërge en de rector van de school met hun visie op leraren en leerlingen werden uitgebeeld. De leerlingen waren niet vergeten in het cabaret; met name het nummer „Rotzooi in de school" was aan hen gewijd. De muzikale bijdrage aan het cabaret werd ver zorgd door leerlingen. Er was een goed samen spel tussen het orkestje en de zingende leraren, met een enkele vergissing, die echter handig werd opgevangen. De liedjes waren sterk: goed gekozen melodieën en ritmisch goed passende teksten. Kortom, een prima prestatie van de mensen van het Visser 't Hooft, die morgen avond voor het laatst te zien zal zijn. JACQUELINE MAHIEU VLAAMSE HAMSPECIALIST MIST BIERTENTEN OP DE LEIDATO De 18e Leidato huishoudbeurs marcheert goed op de voleinding af. Was de belangstelling de eerste paar dagen niet overweldigend, thans is er volop sprake van herstel, zelfs wordt de term „record" volgens een goed Leidato - gebruik gehanteerd. Dat was op woensdagavond, toen de duizenden bijna niet te tellen waren. „Nee, we mogen niet mopperen", hoor je alom en andere uitlatingen worden in de kiem gesmoord, want die zijn dan afkomstig van „o, dat mens zeker weer, die heeft elk jaar te klagen". De mensen van het Leidato - comité blijven de vinger aan de pols houden en rekeningetjes uitschrijven voor de standhouders die nog betalen moeten. Doordouwer Joop Visser blijft op de been met een broodje rauwe ham en een glas melk en is met z'n gedachten alweer bij de 3 oktoberoptocht en de Femina die angstwekkend dicht nadert. Om 5 uur gaan dagelijks de deuren dicht en twee uur later begint de avondronde. In de tussentijd zijn alle stands volledig ontruimd, dat wil zeggen: de standhouders worden twee uur lang van hun nering verwijderd gehouden. Joop Visser knikt wat benepen. „Ja zeker, maar dat gebeurt op alle beursen hoor. We delen hier lief en leed, maar je moet wel uitkijken, want overal zit kaf onder het koren. Ik heb wel meegemaakt, dat ik m'n rug keerde en vijf minuten later bleek dat er uit een stand gegapt was. „Organiseren" noemt men dat in de commerciële wereld. Dat kun je voorkomen door geen gelegenheid te geven in de pauze. Van de kant van de bezoekers heb je minder last". Even langs een paar buitenlandse „gasten". Tussen de Leidse Hutspotten, die met succes lootjes verkopen ten gerieve van bejaarden en gehandicapten („we ontvingen laatst op één avond 2000 gulden, nog nooit gebeurd", vertelde me een Hutspotten - official), en de muziek van elektronisch gedreven orgeltjes, daar staat Anita, een blonde Rheinlëndische van 23 jaar en afkomstig van Mönchen - Gladbach. Anita Kronik drukt zich uit in bijna vlekkeloos Nederlands, want haar moeder is een Bredase. „Duitse" Anita, druk doende met haar „unieke" werk. FrSulein Kronik studeert al ruim twee jaar aan de Gladbachse kunstacademie en dat is in haar standje wel te merken. Immers zij gaat zeer vaardig om met zuiver natuurzijde die zij „handbeschildert" met bloemen en fantasierijke motieven. Ze bekwaamt zich in textiel - ontwerpen, het tekenen van patronen en deze dan invullen met een speciale verf. Eén en ander is ontleend aan een oude techniek die 700 jaar voor Chr. al door de Chinezen werd ontwikkeld. Nu zijn er de sjaals die Anita, soms voor een prik, een enkele keer tegen een som van 80 gulden, slijt aan belangstellende passanten. Het lijken wel aquarellen, zo met die uitlopende en toch tijdig ingedamde kleuren. „Allemaal uniek", zegt ze, „want ik doe alles maar één keer". Leiden vindt ze erg leuk, „met die huisjes en hoQes en aardige, vriendelijke mensen". Anita verkoopt geen grapjes. De goede Vlaming Van Looy, die met z'n vrouw bij Leuven vandaan komt, denkt er weer iets genuanceerder over. Vorig jaar stond hij op de Leidato nog als enige met braadworstjes en Ardeense hammen, nu heeft hij mededingers en dat stemt hem wat verdrietig. Feitelijk staat hij er, behalve om zijn brood te verdienen, om in Nederland meer bekendheid te geven aan de vleeswaren van de Ardennen. Ik maak uit zijn woorden op, dat hij het nadelig vindt dat die Ardeense hammen zo duur moeten zijn, „vanwege de speciale bewerking, zunne, zo'n ham (ze zeggen hier „spek", maar dat lijkt er niet op) moet een half jaar hangen om te drogen". Nu vindt Van Looy de koopkracht hier ook maar zo zo; „als we zo in het zuiden zouden moeten werken, stopten we morgen ermee". Van de sfeer op de Hollandse Leidato is hij netzomin kapot. „Op de Belgische beursen is veel meer sfeer. Het is hier geen stemming; je kunt niet behoorlijk een pintje pikken. Op de kleinste Belgische beurs zijn al minstens vier biertenten te vinden, zo overal tussen de stands in. Dan is het feest van 's morgens tot 's avonds". Nou ja, maar „we" hebben altijd nog een Spiegelzaal die de massa van de stands weghoudt. Althans, dat vindt „dat mens, die elk jaar te klagen heeft". Friese paarden en een span uit Voorhout. „Vorstelijk ritme".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 5