Stormloop op navigatie- cursussen er eet Economie PAGINi tingen /erkrij- 'rinses irburg. alle delf post. alle v( i sales d fl bij te urering. ig mogi J. Ke ELBURG Eigenlijk is het vreemd. Nederland, waterland bij uitstek, stelt geen eisen, wal bekwaamheid betref!, aan mensen die mot een plezierboot het water op geen. ledereen kan zl|n gang gaan. 01 het nti met een veredelde badkuip is ot met. een tonnen kostende motorkruiser maakt niets uit. Het water is vrij. Natuurlijk zijn ér wei enkele regèliMvaar-men ztéh een te houden hëeftiltet gros ven de Nederlandse „watersporter" heeft daar ook oaitleta over gehoord, muur in de praktijk brengen is wat ander». De gevolgen vallen geiukk^ nog mee. Neluurlijk zijn er in het seizoen de nodig* aanvaringen en klappen er legio boten tegen aardegstetgurs, maar dodelijke ongevallen zijn nog geen gemeengoed zoals op onze wegen. Dat Is op zijn zachtst gezegd verbazingwekkend, want er worden wat atunts uitgehaald op onze vaarwegen en meren. Zo gereglementeerd ons teven, noodgedwongen door het feit dal we met zo velen opzo'rt klein stukje grond moeten leven, is. zo bandeioor gaat tiet toe op het water. De elcehol vloeit in de regel rijkelijk aan boord van plezierschftpen. Roergangers met meer den één promille alcohol in dé bloedbaan en de Hes onder handbereik zijn geen uilzondering. Alleen al dat alcoholgebruik op het water zou justitie handenvol werk geen bezorgen als er controle op werd uitgeoefend- Maar tot op heden wordt er alleen nog meer gepraat over $»rt Vaarbewijs om iedere watersporter in etk-geval de minimale kennis van het binoemraartsreglement te laten hebben. Over alcohol op het water wordt angstvallig gezwegen. Een doeltreffende controle daarop lijkt schier onmogelijk. Al dit soort zaken hebben veel mensen doen besluiten de stikvoSe meren en binnenwateren de rug toe te keren. Ze gaan het „grote water" op. Dut begint met het IJsselroaer, De stap naar,dé£f$«ddenre», de Zaeuwso wateren en de kuütWéteren van de, Noordzee is deo nog maar een, kleine-Maar 1 met het opzoeken van hel „grofe wzte." gaat de'bekwaamheid van dd schipper een .bijzonder grote rol spelen. Ejt'dio bekwaamheid is vaak «ttooretkend De jaarverslagen van de Koninklijke tloord- en Zuid-Hotlandso Redding» Maatschappij spreken boekdelen. Elke zomer pikken de bolen van da KNZHM drenkelingen op of >"'ver$*e«lffassistent» bij botes die in moaiüikhaden zijn geraakt. De toenaro3 van deze gevallen is schrikbarend. Maar er begint iet» Ie leven. Sommige watersporters krijgen het in de gaten. Op deze manier kan jjie! niet meer. Irenisch genoeg ie cl» ramprace naar Festnet Rock, die enkele weken geladen het gesprek van de dag was, aanteiding geweest voor een stormloop op instituten die zich bezighouden mot navigetiecursussen voor watersporters. De zevenhen personen die de dood Vonden in de huizenhoge golven len zuidwesten ven Engeland vormden het afschrikwekkende voorbeeld, Msar die zwarte bladzijde in de zeezeilerij had niets te maken met onkunde. De bemanningen van de deelnemende schepen zijn stuk voor stuk ervaren. Een plotseling opstekende storm was do oorzaak ven het slagveld in de wedatrijd. Toch zijn door deze gebeurtenis veel mensen zich bewust geworden van de gevaren waeraan ze zich, aia ze met een zeiljacht ot motorboot hel „grote water- opzoeken, blootstellen. Een geluk bg een ongeluk. Neem het nautisch inatüuui „Mercator". In het oprichtingsjaar (1977) hield men zich daar bezig, ep zeer kleine schaal, mui hel geven van nevigettecursussen. Dat gebeurde in één plaats in Nederland. In 1978 ware» dat er al negen, terwijl dit jocr in 15 plaatsen (inclusief Beigie) dergelijke bewegen,' is het precies hetzelfde. De Nederland» watersporter krijgt eittdaijjk I» zeken ongestraft kan speievurén. '„Hat zijn niet alleen do zeiter». Ook zeévUsefs hebben late nan sou dergelijke cursus. Hoe vaak hoor je hiel dat Belgische viseer® op de Zeeuwse wateren in problemen zijn geraakt De watarpolitie en kustwachten moeten dan maar zorgen dat ze in vuiligheid worden gebracht Eigenlijk kan Jan en Aliemsn zich op een „pieremegoggéi" wagen en buitengaats gaan". Oud-gezagvoerder van de Stoomvaart Maatschappij Nederland (tegenwoordig ondergebracht in de Koninklijke Neduoyd) J. Yntema lat Elburg verbaast zich er nog alüjd over dat de Watersport in Nederland niet beter gereglementeerd is. Dat de watersporter geen proeve van bekwaamheid troeft af te loggen. De 01-jarige Yntema is eért van de docenten van nautisch instttutrt j,Metcator". Meer dan veertig jaar heeft hij op de grote vaan gewerkt Enkel» jaren geleden werd hij gepensioneerd hoewel da geboren en getogen Fries graag nog enkele jaren de leiding op de brug van een koopvaardijschip bed willen hebben. Maar dat zat er niet in. Omdat hij in zrpt vrije tijd in z'n zeiiboet regelmatig het „grote water" opzoekt kwam de mogelijkheid om als cursusleider op te treden min of meer als geroepen. Wsnt nietsdoen is een woord dat in Ynteme's woordenboek niet voorkomt Zelf noemt hij het een vorm van hobby. Hij blijft een beetje onder de mensen. „Op deze manier kan ik mijn veertigjarige praktijkervaring overbrengen op enderen. In totaal ttetff „Mercator" 12 docenten. Allen oud-gezagvoerders, stuurlieden en eau enkele loods. In eik geval mensen die weten wat er op zee te fcoop-i» en die bovendien watersporter zijn. Wij kunnen de cursisten niel alteen de grondbeginselen ven navigatie bijbrengen, maar ook taUoze praktijkvoorbeelden aandragen. Varen op water mei gelijslromsn, golven, wind en ondieptes teer je niet alleen uil een boekje". De cursus theoretische kustnsvigette omvat onder meer de exameneis het behalen van het certificaat „Theoretische Kuslnavigatte" ven bet Koninklijk Nederlands Watersport Verbond. Onderwerpen die aan de orde komen zijn: bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee, vaarreg lament, betonningsslelBet, magnetisch kompas, Nederlandse en Engelse zeekaarten, keartpaeson, gebruik van iog, lood en redtopeiltoetet, beknopte meteorologie, gebruik ven zeemansgids, nautisch almanak, lichtentijsten, geiijtatel» en etroematlassen. Een hete waslijst, maar voor het op een verantwoorde manier zeilen op zee onmisbaar. Overigens ook voor het zeden op bet IJSselmear zijn veel van deze onderworpen in feite een noodzaak wil men niet voor verrassingen komen te clean. Vooral wat apparatuur aan boord betreft ia da cursus volgens Yntema geen overbodige luxe: „Aan boord van sommige jachten zie je de mooiste petteppareiuur en radars staan. Die mensen zijn een kaar op een botententoonstehmg geweest. Krijgen een bevlieging ais ze zo'n glimmend apparaat zien staen en hekken dan onmiddellijk veel geld uit om een dergelijk vaak duur ding Ie kopen. Maar je moet niel denken dat ze weten hoe de apparatuur te gebruiken. Men keept vaak maar wat". Volgens de oud-gezagvoerder zijn er legio voorbeelden van situaties die men op hel water kan tegenkomen die niet in de theorie te teren zijn. Mial bijvoorbeeld. Een plotseling opkomende mist is op de kustwateren van Nederland geen uitzondering. En etromingen als gevolg van eb en vloed verlopen zelden conform hetgeen er in getijtafeli staat aangegeven. Wat te doen bij brend aan boord an zijn er voldoende reddingsmiddelen die ook bruikbaar zijn? Yntema somt zo maar een aantal praktijkgevallen op. ,Jk vind het prima dat er zoveel personen zijn die een dergelijke cursus willen volgen. Ntet alleen mannen. Ook veel echtgenotes gaan mee. In teeltijd variëren de deelnemer» en deelneemsters van 14 tot 65 jaar. Het ie niet alleen de man aan het roer die bepalend is voor een veilige zeiltocht. De bemanning moei ook welen wal er zoal kan gebeuren en hoe er gehandeld dien! te werden, als de nood een de men komt. Omdat hol regelmatig voorkomt dat een heel gezin een zeezeiltocht maakt is het niet zo verwonderlijk dat we ook vrouwen en jonge mensen als cursist hebben", vertelt de heer Yntema. Hij gelooft ntet dat de gebeurtenissen rond de Faatnetrece de ontwikkeling van de zee zeilerij zullen afremmen. „Het is net zo als met bergbeklimmen. De bergbeklimmers willen steeds hoger en steeds moeilijker hellingen beklimmen. Zo is hel met zeilers ook. Ze willen steeds verder de zee op. Daar is geen bezwaar tegen, mits dat gebeurt met een constructief gezien, goed gebouwd schip, als men weel hoe een zeiljacht op zee gevaren dient te worden en als men alle» afweet van stromingen, scheepvaartroutes en el die andere dingen die van levensbelang kunnen zijn". JAN VAN DALEN RUZALEM Zou er in de wereld een staat zijn de bevolking zich zo bij ,,de politiek" betrokken koelt als in Israël het geval is? Wie een tijdje door ig wordfël reist heeft de neiging deze vraag met ..nee" lè LOI-letjeantwoorden. Verbluffend is het meeleven .van de Iraëliërs met wat er op politiek gebied gebeurt. De bis van zaken is in het algemeen groter dan elders, een da' houdï niet in dat men niet kritisch tegenover politiek" zou staan. De kritiek op de politici is vaak lel, soms meedogenloos, maar dat hangt uiteraard samen met de betrokkenheid die bij de mensen aanwezig is. Natuurlijk houdt dit engagement verband met de tistorie van het land en de omstandigheid dat vele lenden zeer bewust in de afgelopen tientallen jaren tar Israël geëmigreerd zijn. Men wéét dat het land voortdurend bedreigd wordt velen hebben de 'taatmPrs'nHen 'n '956, en 1973 meegemaakt en 1 jnvaardt daarom dat Defensie een aanzienlijk deel van het landsbudget opstokt en dat de jongeren gevent enkele jaren militaire dienst moeten doen. De spanningen waarmee Israël dag in, dag uit rorgenBeconfronteerd wordt, zijn alom tastbaar. Wie met den tel®''ars uit alle 'la9en' van de bevolking praat, merkt I dat ze, vaak verbeten, soms zonder veel hoop op etinitieve oplossingen, meedenken over de politiek die het land zal moeten volgen. Internationaal en intern. goede produM he kerl Geharrewar Zij. di^ moet men niet denken dat Israël zich in het licht genietfan het voortdurend-in-gevaar-zijn ais een eenheid tiifesteert. Net als in andere landen geldt ook hier: «el hoofden, zoveel zinnen. En de Israëliërs maken r geen geheim van, ze hangen hun verschillen van it hunding vaak aan de grote klok. Dat komt wellicht het Jeling freest naar voren in de pers die dagelijks breeduit melding maakt van onenigheden in het politieke .pldje. Een Israëliër die zijn land bijna hartstochtelijk rwijie fheeft, zei me: „De Knesset, ons parlement, lijkt soms wel wat op uw gemeenteraden, ze (de ttementariërs) zitten elkaar over de kleinste details in de haren". Inderdaad: wie de Israëlische pers een paar weken ndachtig volgt merkt dat er enorm geruzied wordt. I alleen tussen regeringspartijen en oppositie, maar L tussen de coalitiepartijen onderling en binnen de grootste oppositiegroepering, de Verenigde Arbeiderspartij. Kenmerkend voor de sfeer in de coalitie was dat iremier Menachem Begin, toen hij onlangs na een 'lijf van een paar weken in het ziekenhuis weer een inetsvergadering voorzat, beginnen moest met een oproep aan zijn collega's om het onderlinge geharrewar te staken. Dat gold toen niet het minst voor zijn minister van Buitenlandse Zaken Mosje Dajan, die kort tevoren onverwachts een zeer opvallend interview aan enkele dagbladen had 'en waarin hij nogal wat kritiek op enkele van zijn llega's had geuit. Het zat (en zit) Dajan ook niet :er dat niet hij, maar zijn collega van Binnenlandse Zaken Burg de Israëlische delegatie leidt bij de leizame besprekingen met Egypte en de Verenigde aten over de toekomstige status van de Westelijke Jordaanoever (West BANK) en de Gaza Strook. Igens ingewijden was het de hoogste tijd dat Begin er het kabinet ging leiden omdat de samenhang in let kabinet, vriendelijk gezegd, zeer veel te wensen I overlaat. Trouwens, ook binnen de Arbeiderspartij traden de interne spanningen onlangs naar buiten bij de B 0K presentatie van een boek van oud-premier Rabin, ■BV*aarin deze van de huidige partijleider Peres geen >aan heel liet. De partijleiding schaarde zich achter Peres. jp dat gemor tegen elkaar Is wel menselijk, en in het Q07Qicht van de spanningen waarmee bewindslieden en yz/y. leiders van de oppositie dagelijks geconfronteerd Orden ook begrijpelijk, maar toch is het schadelijk. Vanzelfsprekend staat een land naar buiten sterker als het zich als een eenheid manifesteert, maar ook intern is het van wezenlijk belang dat er een krachtige aanpak van de problemen komt. De economische situatie is immers zeer ernstig. De inflatie dreigt dit jaar bijna honderd procent te belopen en het land wordt steeds afhankelijker van financieel economische hulp van buiten, met name van de VS. Toen het kabinet Begin in 1977 aantrad kondigde de minister van Financiën aan dat het nu maar eens uit moest zijn met de inflatie, die toen jaarlijks rond veertig procent beliep. Vijftien procent was volgens hem voorlopig de limiet. Daarvan is helemaal niets terechtgekomen. Vorig jaar kwam de inflatie op vijftig procent en dit jaar wordt het, zoals gezegd, nog erger. Ontstellend groot is de daling van het Israëlische pond dat nu nog maar ongeveer acht cent waard is. Wie met Israëliërs praat, merkt hoe groot de ontevredenheid over het economische beleid is. Een paar weken geleden deelde minister van Financiën Ehrlich mee dat de prijzen van een aantal basisgoederen (zoals brood en eieren) 45 tot 60 procent omhoog zouden gaan, evenals de tarieven van het openbaar vervoer. Dit om de enorme staatssubsidies omlaag te krijgen. Men kan zich voorstellen wat deze maatregelen betekenen voor de kosten van levensonderhoud en het was dan ook geen wonder dat het machtige vakverbond, de Histadroeth, direct een soort waarschuwingsstaking van twee uur hield. Begins kabinet wil al het mogelijke doen om de overheidsuitgaven omlaag te brengen, maar het risico is aanwezig dat het kabinet voortijdig zal vallen. Recente opiniepeilingen wijzen uit dat de Arbeiderspartij nu weer een kleine voorsprong op Begins Likoed heeft. En in de coalitie voelen de bewindslieden van de linkervleugel zich, zo is gebleken, niet bijster gelukkig met de huidige situatie. Het is de dominerende Menachem Begin die het kabinet bij elkaar houdt; zonder hem zou er al een crisis zijn uitgebarsten. Soepeler Wat het buitenlands beleid betreft zijn er tussen coalitie en Arbeiderspartij geen wezenlijke verschillen. Minister Dajan. vroeger vooraanstaand lid van de Arbeiderspartij, nu onafhankelijk, is daarvan het levende bewijs. De afgelopen wekén hebben aangetoond dat er binnen de regering en de haar steunende partijen beweging is gekomen ten aanzien van de richting van het beleid tegenover de Arabische staten en zelfs tegenover de zo gehate PLO. Het is, alweer, Dajan, die hierbij aan het pionieren is. Hij is zich als vrijwel geen ander bewust van de gevaren die starheid met zich meebrengt en hij weet dat het voor Israël van levensbelang is dat het de VS achter zich houdt. Wie zijn oren in Jeruzalem te luisteren legt, merkt er dat er enige versoepeling optreedt, in het bijzonder wat de toekomst van de Westelijke Oever en de Gazastrook betreft. De rol van de VS en Egypte bij de autonomiebesprekingen is essentieel. Israël, dat eensgezind bijzonder blij is met het vredesverdrag met Egypte, is bereid naar Egyptische adviezen te luisteren en vindt dat de verhouding met dat land in geen geval verstoord mag worden. Uiteraard blijft Jeruzalem wél van mening dat de PLO nu als eerste in woord én daad het bestaansrecht van Israël moet erkennen en de vijandelijkheden moet staken. In Israël zelf is het met name de beweging „Vrede nu" die er bij regering en parlement op aandringt tegemoetkomender op te treden, zij het dat vanzelfsprekend Israël en zijn burgers gerespecteerd moeten worden. De autonomiebesprekingen met de VS en Egypte worden steeds meer als een „testcase" voor de toekomstige relaties in het Midden-Oosten beschouwd, waarbij aangetekend moet worden dat Israël in geen geval bereid zal zijn om Oost-Jeruzalem, inclusief de oude stad (binnen de muren), af te staan. De weg naar vrede in het Midden-Oosten is nog erg lang, maar, zo merkt men al reizend door Israël, niet hopeloos lang. EVERT MATHIES

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 21