Inpassing sport in kaderwerk specifiek welzijn moeilijk maar uiterst belangrijk Franse scheids rechters voelen niets voor r van zondeb fc ,lk ben bang dat baansport nooi. meer populair zal worden" JO VAN MARLE: VOORZITTER AMATEURVOETBAL SPORT LEIDSE COURANT ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1979 PAGINA^! ■iR WOERDEN Ogenschijn lijk ver van het front ver wijderd zetelt de voormalige baancoach Frans Mahn te genwoordig op het fraaie on langs in gebruik genomen nieuwe hoofdkantoor van de Koninklijke Nederlandse Wielren Unie in Woerden. Toch zou het onjuist zijn te veronderstellen dat de dit jaar voor het eerst als sport- technisch coördinator opge treden ex-wereldkampioen niet weet wat er in de prak tijk leeft. Via regelmatige contactbijeenkomsten met de verschillende bonds- coaches laat hij zich infor meren, terwijl een regelma tig ratelende telefoon aange eft dat de gedurende een pe riode van negen jaar als bondscoach opgebouwde ver bindingen met het „veld" niet zijn verbroken. Toch is er een duidelijk verschil in zijn werkzaamheden. Zoals hij zelf zegt: „Ik ben nu de praatpaal van de bonds- coaches. Zij kunnen bij mij met hun problemen terecht". Vooral voor de huidige baan- toach Peter Nieuwenhuis is dat een goede zaak. Deze nog jeugdige, getalenteerde wieier- deskundige stuit op zaken die voor Frans Mahn al lang ge meden koek zijn. „Alles wat zij krijgen, heb ik al lang mee gemaakt. Ik heb zelf ervaren dat het een goede zaak is als er een praatpaal is. Iedereen twij felt wel eens, en kan een duw tje gebruiken. Alleen als er iets fout dreigt te gaan, moet er worden gepraat". De baansport is ondanks alle inspanningen van Frans Mahn en de soms geweldige succes sen - in Rocourt vooral - niet echt populair geworden. De technisch coördinator is er bang voor dat dit wellicht nooit meer zal veranderen. Hij baseert zijn mening ondermeer op de ervaringen gedaan in Oost-Duitsland en Tsjecho-Slo- wakije. „In Oost-Duitsland, dat op de Olympische num mers toch uitstekend meetelt, hingen de mensen zes jaar ge leden bij baanwedstrijden in de bomen om toch vooral 'niets te missen. Tegenwoordig valt het aantal toeschouwers ook verschrikkelijk tegen". Vol gens hem komt dat vooral door het grote aanbod op het gebied van het amusement. Door de televisie komen de beste artiesten in de huiska mer waardoor de concurrentie te groot wordt. Een andere oorzaak waarom de baansport niet in de lift komt, acht hij de gebrekkige voorlichting en vooral een ne gatieve benadering. „We gaan APELDOORN Bij de Tweede Ka mer is momenteel in behandeling de kaderwet specifiek welzijn, waarvan de bedoeling is te komen tot decentrali satie van het welzijnsbeleid in die zin, dat de verdeling van de daarvoor be schikbare gelden in de toekomst niet meer een aangelegenheid zal zijn van het ministerie van CRM maar van de gemeenten. De sport vormt een belang rijk onderdeel van het welzijnsgebeu- ren in ons land en het is daarom dat meedenken en meewerken aan het tot standkomen van een Wettelijke rege ling een belangrijke zaak is. De over heid heeft in vroegere jaren altijd een grote terughoudendheid getoond met betrekking tot het welzijnsgebeuren en met name de sport werd daarin meest al nogal stiefmoederlijk behandeld. Over dit onderwerp praat Jo van Mar ie, de voorzitter van de sectie amateurs en eerste vice-voorzitter van de Ko ninklijke Nederlandse Voetbalbond, die al 23 jaar meeloopt in het „voetbal- circus". Jo van Marle heeft over de in behande ling zijnde kaderwet specifiek welzijn zijn eigen mening, die uiteraard gebaseerd is op de situatie in de voetbalwereld, maar desondanks toch ook voor de diverse an dere takken van sport van groot belang is. „De „sport", aldus Jo van Marle, „is voor al gedurende de laatste vijftig jaren van 'sveeds grotere betekenis geworden voor de mens en in die ontwikkeling groeiden overheid en sport steeds verder naar el kaar toe. Voor miljoenen mensen is de sport in het kader van de vrije tijdsbeste ding een steeds grotere plaats gaan inne men. Bovendien heeft ze een belangrijke politieke functie door het kweken van goodwill door de topsporters, een stuk ..Holland-promotion", verschaft ze werk gelegenheid, niet alleen voor sporttech- nisch kader, maar ook met betrekking tot de aanleg van sportvelden, sporthallen en stadions en intensiveert ze het gebruik van het openbaar vervoer door het uitge breide compelitiewezen." De georganiseerde sport telt in ons land ruim vier miljoen leden en dat betekent ook dat ongeveer 42 procent van de Ne derlandse vrouwen in de leeftijd van 5 tot 50 jaar bij een sportvereniging is aangeslo ten. Ze moeten daarvoor dag in dag uit, week in week uit over tenminste 400.000 vrijwillige onbetaalde kaderleden kunnen beschikken en dat getal is dan ook nog zeer laag aangehouden. GROOT BELANG Van Marle is van mening dat een wet telijke regeling ook voor de sport van het grootste belang is. Er zijn tussen de sport en de overige welzijnssectoren echter grote verschillen. Geen enkele sector van het welzijnswerk kent een zo grote groei als de sport en in geen enkele vindt men zoveel vrijwilligers die bereid zijn hun kennis, kunde en vrije tijd belangeloos in dienst van de sport en derhalve van de sportbeoefe naars te stellen. „In verhouding tot vele andere welzijns sectoren zijn de subsidie-percentages aan de lage kant, terwijl daarentegen de eigen bijdrage van de georganiseerde sportbeoe fenaars gunstig afsteekt ten opzichte van de eigen bijdrage in andere sectoren. Sinds de invoering van de lotto in 1974 werd een bedrag bijeen gebracht van ruim 9 miljard gulden: zuiver door eigen zelfwerkzaamheid van de verenigingen en dus in feite volledig particulier initia tief. waarvan een belangrijk deel boven dien ten goede kwam aan andere wel zijnssectoren. Het overgrote deel van de overheidsgel den, dat aan de sport wordt besteed, komt van de zijde van de gemeenten. Die gel den dienen in het algemeen niet om bij te dragen in de exploitatiekosten van de ver enigingen maar wel om de nodige sportac commodaties ter beschikking te kunen stellen. Exclusief de investeringen wordt door de gemeenten in Nederland onge veer 700 miljoen gulden aan sport uitgege ven en daartegenover stonden slechts be dragen van 9 miljoen en 40 miljoen van respectievelijk de provincies en het rijk. Het is 'duidelijk dat de gemeenten voor Jo van Marle: „Sport heeft ook een wat de accommodaties betreft een onmis bare en doorslaggevende rol voor de sportbeoefenaars spelen. INGRIJPEND „Daar de specifieke kenmerken van de sport duidelijk verschillen van de an dere welzijnssectoren als bijvoorbeeld bejaardenzorg, kunst, onderwijs en jeugdzorg zal de inpassing van de sport in de KSW dan ook een ingrijpende zaak blijken te zijn", aldus Van Marle. „In de KSW vormen harmonisatie en de centralisatie de centrale aspecten en die zullen goed moeten worden bezien in re latie tot de specifieke kenmerken van de sport. Dit betekent o.a. dat de beoogde doorvoering van de harmonisatie voor de sport met name betrekking moet hebben op de verruiming van de aanstellingsmo gelijkheden. De decentralisatie mag in geen geval het doden van een stuk parti culier initiatief ten gevolge hebben. Om dat de beleidsvoorbereiding zal gaan ge schieden door een adviesorgaan per ge meente of groep van gemeenten zal dat orgaan een zodanige samenstelling moe ten heben dat het een afspiegeling is van de bij de bevolking levende opvattingen." POSITIE Van Marle gelooft dat het bijzonder moeilijk zal zijn deze afspiegeling ook elangrijke politieke functie". in de praktijk te realiseren. De taken, de werkwijze en de bevoegdheden van het adviesorgaan zullen worden vastge steld door de gemeenteraad en Provin ciale Staten en het is daarom zaak dat vanaf het begin de positie van de parti culiere organisaties en dus ook van de sportverenigingen bij de beleidsvor ming in voldoende mate worden ge waarborgd. Er zal voldoende speelruimte voor het voeren van een eigen beleid door de parti culiere organisaties moeten blijven. Het gevaar bestaat dat door allerlei maatrege len en verplichtingen die aan de sportver enigingen worden opgelegd bepaalde ad ministratieve functies binnen de sport te specialistisch worden. Ten opzichte van andere welzijnssectoren beschikt juist de sport over weinig „specialisten" en be roepskrachten en dat zal bij het overleg duidelijk ten nadele van de sport kunnen werken. Een amateur zal op het niveau van een professional moeten kunnen spe len bij de besluitvorming in de vergade ringen van het adviesorgaan en dat is moeilijk,te realiseren. Opleiding, voorlich ting en bijscholing van kaderleden zullen daarom alle aandacht moeten hebben. „Natuurlijk heeft een verdere integratie van de sport in de welzijnsfactor vele voordelen", maar, aldus Van Marle, „voorwaarde is wel dat door de partners rekening wordt gehouden met de eigen aard van de georganiseerde sport." iai (Van onze correspondent Jan^. men) PARIJS In Frankrijk is de c sedert geruime tijd in voetbal! broeide rond de wijze waar scheidsrechters hun beslissing men, ten top gestegen met de ring dat de club Lyon zich uit i petitie terug zal trekken als een recente sancties niet opgeheven Tijdens de wedstrijd Nimes-Ly H|! gen zes spelers van Lyon waarst gen die volgens velen ongerecLj| digd waren. De voorzitter van trale scheidsrechterscommissie Franse voetbalbond, de algemen zitter van deze bond en de vo< van de profvoetballers zijn bijee men om te proberen voor de pro een oplossing te vinden. De dreiging van Lyon om zich uit petitie terug te trekken was de 1 die het vat deed overlopen. Sind tijd klagen de scheidsrechters ero zij systematisch bekritiseerd word Sff! spelers, clubbesturen, pers en Volgens de voorzitter van hun coip:' is er een algemeen probleem w ten spoedigst een oplossing ge;, moet worden. De autoriteit Ül scheidsrechter wordt volgens hen 1 ger hoe meer aangetast en „de mar zwart" is het ideale mikpunt, het{ opiniepeilingen gebleken zou z scheidsrechters klagen er ook ovei informatie slecht georganiseerd is zij niet over voldoende tijd op de t beschikken om hun positie uiteen ten. Ze eisen een t.v.-debat waarop zij c sitie zouden kunnenm verklaren lichten. Zij willen er vooral op wij Frankrijk maar over 17.200 schei; ters beschikt, terwijl er minimaai nodig zijn. Terwijl zij pogingen d kandidaten voor de functie te wordt hun streven doorkruist do nieuwe golf van kritiek, die bepai bijdraagt om jonge roepingen aan digen. Verder leggen zij er de nac dat zij een grondige opleiding ond examens moeten afleggen enzovooi geen geenszins het geval is voor stuursleden van de clubs, van v aantal zeer klaarblijkelijk niet ove genschappen beschikt om een elfta den. De scheidsrechters dreigen hun kant met een soort opstand. I middellijk, zo zeggen zij, maar als pagne tegen hen blijft voortduren i zij acties ondernemen. Men hoopt de zogenaamde disciplinecommis! de voetbalbond er in zal slagen de deren tot rust te brengen. En de rechters verklaren met beslistheid! volstrekt niet van zins. zijn de rol v) debokken te spelen. FRANS MAHN: PRAATPAAL VAN KNWU Frans Mahn: „We gaan kapot aan kritiek". kapot aan kritiek. Als iemand faalt, is hij direkt een klungel en als het goed is, wordt er on middellijk geprobeerd de gele verde prestatie af te breken. Neem bijvoorbeld het rijden van Lammertink tijdens de onlangs gehouden nationale kampioenschappen. Onder. slechte omstandigheden - veel wind - rijdt hij slechts vier se conden langzamer dan Roy Schuiten indertijd. En dat op een baan die door een nieuw dek wat trager is geworden. Wat roept men? Het stelt niets voor omdat de in Amsterdam door Lammertink gemaakte tijd wordt vergeleken met in München op de klokken geko-, men cijfers. Een ander voor beeld. De stayersfinale is als teleurstellend omschreven, maar de mannen reden in de eerste vijftien kilometer ont stellend hard. Er is sprake ge-' weest van rondjes van 20 se- De toekomst van het baanfietsen ziet Mahn niet al te rooskleurig tegemoet. conden. Normaliter lukt dat alleen achter hele grote moto ren". Verdrietig Frans Mahn is soms verdrie tig over dit soort publica ties. In de loop der jaren heèft hij echter geleerd te onderkennen in welke omge ving met de waarheid het bekende loopje wordt geno men met als gevolg dat hij zich wat voorzichtig opstelt. Hij is door schade en schan de wijs geworden. Toch is hij momenteel een tevreden man. „Op bestuurlijk niveau gaat het goed. De gewijzigde aan pak binnen de KNWU is dui delijk merkbaar. Het hoofdbe stuur is verjongd en staat dich ter bij het sportgebeuren. De coaches werken lekker en voor mij staat vast dat ook op de baan wat wordt teerd. We hebben schillende disciplines aangesteld. Als het goed is, moet er nog een voor de men. Dan coureurs de volledige krijgen".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 12