Theo Godyla:
In principe
geen zin om
in die afdeling
te spelen
LMHC
verwacht
terugkeer
naar
hoofdklasse
Inter
regionale
hoofdklasse
zaalvoetbal
van start
FAVORIETENROL
VOOR LEIDEN
SPORT
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 1 SEPTEMBER 197
Anne Ouwersloot en Wil Groenendijk, twee routiniers van
Glasbergen de Best.
Koos Bekooy stapte van Taverne over naar Koosjardin.
LEIDEN Met gemengde gevoelens wordt
volgende week begonnen aan de Inter
regionale hoofdklasse zaalvoetbal. Koosjardin,
een van de drie vertegenwoordigers van de
afdeling Leiden in die nieuwe klasse, heeft er
duidelijk zin in: „Wij gaan van het principe uit
dat je zo hoog mogelijk moet spelen", aldus
coach Joop Honsbeek die melding maakt van
een professionele aanpak en prestatiegericht
werken binnen de Leidse zaalvoetbalploeg. Bij
Juffermans de Engel, dat vorig jaar nog onder
de naam Godyla speelde, klinken duidelijk
andere geluiden. Routinier Theo Godyla: „In
principe hadden wij helemaal geen zin in die
afdeling te spelen. Maar ja, je wordt min of
meer gedwongen een stap te doen die je liever
niet doet. Nee, het gaat niet van harte". De
derde ploeg die uitkomt in de regionale
hoofdklasse is Glasbergen de Best. Coach Nico
Glasbergen: „We gaan het gewoon eens een
jaartje bekijken. Op die Leidse hoofdklasse v
zijn we toch een beetje uitgekeken, je krijgt nu
tenminste andere tegenstanders".
Vorig jaar al stond de Leidse hoofdklasse
zaalvoetbal in het teken van de inter regionale
hoofdklasse. De nummers een, twee en drie in
de eindrangschikking zouden overgaan naar,
zoals dat toen werd genoemd, de
districtshoofdklasse, een afdeling die zou
worden opgebouwd uit twaalf ploegen uit het
district West 2. Vier afdelingen, Leiden,
Rotterdam, Gouda en Den Haag, leveren elk
drie verenigingen voor deze regionale
competitie. Dordrecht doet het komend seizoen
nog niet mee aan dit voor Nederland unieke
experiment. Een van de grote voordelen van de
districtshoofdklasse is ongetwijfeld, dat de
ploeg die als eerste eindigt in deze klasse
meteen de districtstitel pakt, de nacompetitie is
dus overbodig geworden. Daar staat als nadeel
tegenover dat de ploegen vaak flinke afstanden
moeten overbruggen om een wedstrijd te
spelen.
Juffermans de Engel
Voor de ploeg uit Lisse, die twee jaar geleden
nog grote triomfen vierde, is het afgelopen
zaalvoetbalseizoen bepaald teleurstellend
verlopen. Met Landwer JMB eindigde
Juffermans op een gedeelde derde plaats. Via
een beslissingswedstrijd veroverden de
Lissenaren alsnog een plaats in de regionale
hoofdklasse. Theo Godyla over dat matige
seizoen: „De motivatie was volledig zoek vorig
jaar, ik geloof dat de ploeg verzadigd was van
al die successen". Toch koos Juffermans voor
een overstap naar de regionale hoofdklasse.
Godyla: „In principe hadden we er helemaal
geen zin in maar we willen toch het hoogste
bereiken en dan moet je in die afdeling gaan
voetballen". Gerard van Beek (Van Gerven),
Johan Elfering en Pim van der Meer(EKL
Boys) hebben Juffermans verlaten. De selectie
bestaat nu uit: doelman Wim van Harskamp,
Frans van der Laan, Jos Faas, Theo Godyla,
Jan van Slooten, Harry van der Zwet en
nieuwkomers Ren^ Griffioen en Johan Baak.
Godyla: „Hoe het gaat lopen weet ik niet, we
hebben nog geen oefenwedstrijd gespeeld". Aan
een prognose waagt Godyla zich niet: „Je kunt
er zo weinig van zeggen, de meeste
verenigingen ken je niet. Ik denk wel dat die
Rotterdamse ploegen de meest gevaarlijke
tegenstanders zijn".
Voor Juffermans begint de competitie
PKa»
Ondanks dit vreugdevolle onderonsje van
doelman Willem van Harskamp en Johan El
fering, die er dit jaar niet meer bij is, speelt
Juffermans niet van harte in de regionale
hoofdklasse.
Glasbergen de Best
Ook Glasbergen de Best heeft zich totaal niet
voorbereid op de komende competitie. De ploeg
speelde ruim drie maanden geleden zijn laatste
wedstrijd. Maandag volgt al direct een zware
klus. Glasbergen speelt dan tegen kampioen
Koosjardin. Coach Nico Glasbergen: We zullen
wel zien, we komen in ieder geval op volle
oorlogssterkte naar Cleijn Duin". Voor de
Rijnsburgers betekent volle oorlogsterkte de
volgende spelersgroep: Piet Haasnoot, Cor
Vreugdenhil, Anne Ouwersloot, Wil
Groenendijk, Nico Zwaan en John Manuputty,
terug van lang weggeweest. Aanwinsten zijn
Gé Perfors(Oegstgeest), Lijs van Egmond en
doelman Henk Voorbergen. Met Martin Toet,
Rijnsburgse Boys, is Glasbergen nog in
onderhandeling. Sam de Mooy, vorig jaar nog
onder de lat bij Glasbergen, is evenals Henk de
Mooy en Cas Zwaan gestopt met zaalvoetbal.
Nico Glasbergen: „Erg jammer dat Sam de
Mooy weg is. Henk Voorbergen (reserve
doelman van Rijnsburgse Boys, red.) heeft nog
nooit in de zaal gekeept. We moeten maar
afwachten wat Henk gaat doen, ik had liever
Sam in het doel gehad". Glasbergen de Best
gaat het een jaartje bekijken in de regionale
hoofdklasse: „We hoeven in ieder geval maar
een keer in de Groenoordhal te spelen en dat is
een voordeel. Ik geloof wel dat we in de top
kunnen meedraaien", aldus
zaalvoetbalenthousiast Nico Glasbergen die
naar zijn zeggen elk jaar zo'n tienduizend
gulden in zijn ploeg steekt: „Voor de reclame
hoef ik het niet te doen, het is pure liefhebberij
voor me. Het kost alleen geld maar dat heb ik
er wel voor over".
Koosjardin
Koosjardin gaat ook in de regionale hoofdklass
aanvallend zaalvoetbal spelen. Coach Joop
Honsbeek: Daar hebben we de ploeg voor.
Probleem is echter dat wij er tegen
verdedigend spelende teams niet komen".
Koosjardin werd vorig jaar onbedreigd
kampioen van de Leidse hoofdklasse,
veroverde de districtstitel maar moest in de
strijd om het Nederlands kampioenschap
overtuigend afhaken. De ploeg vertoonde in di(
nationale titelstrijd geen grootse vorm. Nu
draait het weer lekker volgens Honsbeek: „W<
speelden laatst een oefenwedstrijd tegen
Oegstgeest, het liep goed en we wonnen met 9
5". Nieuwkomer Peter Gijsman nam in die
partij vijf doelpunten voor zijn rekening. Een
andere aanwinst is Koos Bekooy die Taverne
verruilde voor Koosjardin. Cock van Weerlee
en John Verschoor zijn vertrokken: „Die
jongens wilden geld zien", aldus Honsbeek. Ble?
Zuma traint de A-selectie van LFC en heeft
geen tijd meer om in het eerste te spelen.
Overige selectie-spelers zijn: Bart van der
Weyden, Cock Slingerland, Cees de Roode,
Gerrie Nagtegeller, Gé Dubbeldeman en
doelman Wim Visser. Honsbeek gaat de zaken
professioneler aanpakken: „We werken niet
meer met een briefje waarop staat welke spelei
aan de beurt is om te spelen. Als iemand uit
vorm is dan kan hij de hele avond op de bank
zitten, er wordt prestatiegericht gewerkt".
Honsbeek rekent zijn ploeg bij de favorieten, de
wedstrijd tegen Glasbergen, maandag om negen
uur in de Katwijkse Cleijn Duin hal, ziet hij
met vertrouwen tegemoet: „We verschijnen in
ieder geval optimistisch aan de start".
KEES VAN HERPEN
OEGSTGEEST
Trainer Rein
Grippeling en
eerste elftal-
spelers van de
Leidse Mixed
Hockey Club
hebben komend
seizoen aan een
niet geringe
verwachting te
beantwoorden:
promotie naar de
hoogste klasse van
het vaderlandse
hockey. Vorig jaar,
na één seizoen
hockey op het
allerhoogste
niveau te hebben
gespeeld,
degradeerden de
Leidenaars met een
totaal van zestien
wedstrijdpunten
op nogal
ongelukkige wijze.
Als de équipe van
Grippeling zes
punten meer had
behaald, was een
plaats bij de eerste
vijf ploegen op de
ranglijst een feit
geweest.
Momenteel bëreidt
LMHC zich voor op
het komend
seizoen met de
wetenschap, dat
voor hen een
favorietenrol is
weggelegd. „Zij
zijn de haas en
iedere ploeg zal er
alles aan doen om
de haas te vangen.
Maar de
voorbereiding is
goed geweest en de
spelers staan,
wetend dat het
bepaald niet
vanzelf zal gaan,
klaar voor de
competitiestart",
aldus bestuurslid
R. Hendriks.
LHMC-trainer Rein Grippeling: „De ploeg heeft veel geleerd in de hoofdklasse".
Coach Rein Grippeling,
leraar lichamelijke
opvoeding aan de
Hogere Hotelschool in
Den Haag, kwam drie
jaar geleden via enkele
van zijn leerlingen,
eerste elftalspelers van
LMHC, met de
vereniging in contact.
„Ik wist dat veel top-
trainers in de hockey
wereld vrij jong zijn en
wilde dus wel eens
komen praten. Ik dacht
aan een functie als
jeugdtrainer. Maar
tijdens het gesprek met
het bestuur, blèek dat
het c
i de
selectietraining ging. Ik
heh toen het
spelersmateriaal
bekeken en het aanbod
aanvaard.", verklaart
de kleine, atletisch
gebouwde
oefenmeester.
Rein Grippeling
voldeed aan de
verwachting, want
onder zijn leiding
sleepte LMHC het fel
begeerde
kampioenschap en
daarmee promotie naar
de hoofdklasse in de
wacht. De eerste
wedstrijd in de
hoofdklasse verliep niet
bepaald bemoedigend,
door een 7-1
overwinning
onderstreepte
Amsterdam het verschil
tussen de eerste -en de
hoofdklasse. De goede
vorm liet (te) lang op
zich wachten. Uit de
eerste elf wedstrijden
werden slechts drie
punten vergaard.
Wellicht keken de
spelers op tegen de
grote broers en
vergaten, dat voor
handhaving hard
werken een eerste
vereiste was. In de
tweede helft van de
competitie ging het
duidelijk beter. De ene
na de andere
tegenstander ondervond
in de Leidenaars een
struikelblok. Het mocht
niet baten. Rein
Grippeling: „Normaal
handhaaf je je
ruimschoots met zestien,
punten. Dit is geloof ik
nog nooit
voorgekomen."
Veranderingen
De samenstelling van
de ploeg heeft in
vergelijking met vorig
jaar nogal wat
veranderingen
ondergaan. Henk van
Veen, Nick de Rie,
Ernst van der Berg en
Frits Verhey hebben de
Leidse club de rug
toegekeerd (de laatste
om
gezondheidsredenen).
Maar er is ook aanwas
van spelers. Van
Victoria uit Rotterdam
kwamen Juriaan
Kamp, Johan van
Marwijk-Kooy en
Hans-Willem Croll. Leo
ten Brink, van PW
afkomstig, is de vierde
aanwinst. Rein
Grippeling meent, dat
deze aanvuling
voldoende is en dat de
ploeg kwalitatief niet
op de spelerswisseling
achteruit is gegaan.
Toch blijft het vertrek
van Henk van Veen
een groot gemis. Hij was
namelijk degene, die bij
de strafcorners de
ballen aansloeg. De
doeltreffendheid van
dit wapen (bij hockey
wordt veel uit
strafcorners gescoord)
wordt voor zeker zestig
procent door de
aangever bepaald.
Grippeling licht toe:
„We hebben wel een
aantal goede
slagmensen, maar de
aangever is nog niet
helemaal gevonden.
Vorig seizoen scoorden
we juist veel uit de
strafcorner. Door hard
trainen proberen we nu
de strafcorner te
verbeteren." Weliswaar
heeft de verandering in
de ploeg tot gevolg, dat
de strafcorners
vooralsnog niet
optimaal uitgebuit
worden, maar daar kan
op geoefend worden;
een belangrijk voordeel
van de nieuwe inbreng
daarentegen is, dat de
aanval aan snelheid
heeft gewonnen.
Het jaar in de hoogste
divisie is niet voor niets
geweest. LMHC heeft
in dat ene jaar bijzonder
veel geleerd, alleen al
van het toch onder
zekere druk moeten
spelen tegen de
allerbeste clubs hebben
de Leidenaars veel
opgestoken. Rein
Grippeling: „Vaak
wilden we te mooi
hockeyen, tegen
ploegen als Klein
Zwitserland kan dat nu
eenmaal niet, daar heb
je eigenlijk geen tijd
voor. Er moet effectief
worden gespeeld. De
spelers leerden, dat de
mooiste oplossingen niet
altijd mogelijk zijn.
Verre dieptepasses
houden zekere risico's
in, in de hoofdklasse
betekende dat vaak
onnodig balverlies. Ook
de gretigheid en inzet
in ons spel is
vooruitgegaan: er wordt
veel harder en direkter
geplaatst. De bal wordt
nu sneller verwerkt. In
de hoofdklasse kon je
niet even treuzelen,
aarzelingen in het spel
werden afgestraft.
Verder is de conditie
van de spelers er zeker
ook op vooruitgegaan,
de snelheid in de
wedstrijd ligt hoger dan
in de eerste klasse. Om
de wedstrijd naar
behoren uit te spelen, is
een lange adem
absolute noodzaak. Wat
we ook moesten
aanwennen, was het
forceren van
strafcorners. Niet in de
laatste plaats is het
team een stuk harder
geworden. Hockey in de
hoogste klasse is veel
harder dan we gewend
waren. Om toch
redelijke resultaten te
behalen, moesten we
ons wel aanpassen."
Wat Rein Grippeling
niet heeft geleerd,
maar wat hem wel
opviel in de
hoofdklasse was, dat
enkele spelers van
gerenommeerde teams
nogal amicaal met de
scheidsrechters
omgingen. Een
lachende Rein
Grippeling: „Voor
aanvang van de
wedstrijd ontmoetten
spelers en
scheidsrechter elkaar
en voegden elkaar toe:
"leuk, dat je er weer
bent, dan weten we
tenminste wie er
vandaag gaat
winnen", een grapje,
maar toch..."
WIM BUNSCHOTEN
Prestatie
loop op
nieuwe
kunststof
atletiek
baan
LEIDEN De
Leidse bevolking
krijgt volgende
week de kans
kennis te maken
met de nieuwe
kunststof
atletiekbaan in de
Leidse Hout.
Maandag, dinsdag
en woensdag
worden op die
baan
prestatielopen
gehouden. De
organisatie is in
handen van de
SALAG
De jeugd van zes tot
twaalf jaar bijt
maandag de spits af.
Om zes uur is de start
voer de 2000 meter,
een afstand die wordt
gelopen door kinderen
van zes tot negen jaar.
2800 meter is het
traject wat de jeugd
van tien tot twaalf
moet lopen. Dit
onderdeel begint om
zeven uur.
Dinsdagavond is het de
beurt aan de jeugd van
dertien tot zestien jaar.
Om zeven uur is de
start voor de
vierduizend meter. De
laaste dag, woensdag, is
bestemd voor de
oudere atleten die 6000
meter moeten
overbruggen. De
deelnemers in de
leeftijdscategorie van
zestien tot dertig jaar
starten om zeven uur.
Om acht uur
vertrekken de lopers
van dertig jaar en
ouder.
Belangstellenden voor
deze prestatieloop
kunnen zich
inschrijven in het
clubhuis. De kosten
bedragen 1,50.