Jan Lammers heeft de langste adem Vorige winnaars „Hockeyers hebben betere conditie dan voet ballers" De laatste tien overwinningen in de Grote Prijs van Zandvoort werden behaald door: Jackie Stewart met een Matra (1968-69) en een Tyrrell 1973): Jochen Rindt (Lotus, 1970), Jackie Ickx (Ferrari, 1971), Niki Lauda (Ferrari, 1974-77), James Hunt (Hesketh, 1975 en McLaren, 1976), Mario Andretti (Lotus, 1978). Op Ickx na werden allen ook wereldkampioen. Het record staat op naam van de verongelukte Jim Clark, die vier keer zegevierde op Zandvoort. De stand na elf races: 1. Jody Scheckter 38 punten. 2/3 Jacques Laftite en Gilles Villeneuve 32 punten. Nummer vier Alan Jones bezit 25 punten, maar kan door de nieuwe puntentelling waardoor niet alle resultaten meetellen, geen wereldkampioen meer worden. ^ËORT LEIDSE COURANT ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1979 PAGINA 9 IN HAAG - Om te zeggen dat Joost Bel- irt belangstelling heeft voor voetbal is jal beperkt uitgedrukt. De coach van idskampioen hockey Klein Zwitserland, de wandeling KZ genaamd, is niet al- (i abonnee van het enige nationale voet- Iweekblad (een blijk van een meer dan niddelde interesse in het voetbalgebeu- I tenslotte) hij blijft bepaald niet passief pjn interesse voor de ondanks de terug lende publieke aandacht als sport num- r één van ons land geldende sport. Door 1 bezigheden in de hockeywereld is hij inig in staat om zelf poolshoogte te ne men bij wedstrijden in de betaalde sector, maar als het even kan probeert hij voetbal te zien om te bekijken of er nog elementen geschikt zijn om al of niet in aangepaste vorm bij het hockey in te voeren. Daar is Bellaart tot dusver al behoorlijk in ge slaagd, maar hij blijft zoeken naar varian ten die vooral betrekking hebben op de trainingsomstandigheden. „Want", weet Joost Bellaart, „je moet het boeiend hou den. Als je er niet meer in slaagt om de oefenstof te laten aanspreken ben je op de verkeerde weg". in jjn geheel naar eigen smaak en daar- RS uiterst ruim opgezette woning in de 3 tche buurt van Den Haag wandelt t Bellaart op het afgesproken tijdstip ■ainingspak rond. Hij moet ruim een later op school zijn, de Vrije School, laar zijn werk als gymnastiekleraar te j. Op de eerste verdieping, waar ach- en liveggesloopt tengelwerk eenfraaie ^betimmering zichtbaar is geworden, en ieen achter een boekenrek verborgen en (hoek een indruk van de bezigheden Joost Bellaart. „Ja", zegt hij zich bijna kt excuserend, „het is inderdaad een la. I. Maar ik ben aan het verbouwen. iet »lles klaar is heb ik een werkkamer bs. n in het huis". Wanneer de 28-jarige I Bellaart eenmaal is gezeten aan een n de muur geschoven tafel, een siga- heeft opgestoken en slokken neemt ?n een mok koffie gaat hij uitgebreid op. tse praatstoel zitten. Hij praat met over- over zijn sport en de aspecten daarin |iij heeft geput uit andere, te weten en basketbal. Want dat laatste heeft plf °P eerste-klasniveau gespeeld, is- 's» mocratisch ng in (t Bellaart is wat je zou kunnen hen een democratische coach. Hij {liet coüte que coüte een eigen visie (drijven als blijkt dat in zijn selec- yèel weerstand bestaat tegen een cl- jelijke opvatting. In dat geval nt Bellaart zijn spelersgroep te tuigen, maar als dat geen succes t, kan hij ook zonder al te veel ïeer van een idee afstappen. er traat eerst met de aanvoerder en één ree anderen om te peilen hoe de reac- a" s op een bepaald voorstel. Als dan t dat er respons is wordt het in de spelersgroep ter discussie gesteld. r dan nog kan een voorstelde aanpak voldoende steun krijgen. Dan kun je 0_ tter niet toe overgaan". ir Joost Bellaart met KZ komend sei- j wel toe wil overgaan is het experi- teren met zijn laatste verdediger, voor ce plaats in plaats van de naar het le team teruggetreden Edo Buma Ties ize de verantwoordelijke man is. „Ties moeten gaan spelen zoals sommige 'utzers in het voetbal doen", vertelt Bellaart. „Dat betekent opschuiven naar het middenveld en dus vóór je eigen ver dediging spelen. Dat wordt in het hockey nog niet gedaan en ik geloof dat je met zo'n opzet een goede greep doet". Hoéwei deze intentie met Ties Kruize wellicht niet zo'n goede zaak is voor de ontwikke ling van de speler in kwestie, hij speelt in het Nederlands team tegenwoordig weer permanent op het middenveld, terwijl Paul Litjens als laatste verdediger door bondscoach Van- Heumen wordt geprefe reerd, kan het voor Klein Zwitserland een nieuwe dimensie betekenen in het spelpa- troon van de Haagse ploeg. Dié de laatste drie jaar een zeer nadrukkelijk stempel op het vaderlandse hockey heeft gedrukt. Hetgeen wordt geillustreerd door drie achtereenvolgende titels en de onlangs veroverde Europa Cup. bepaalde verstarring leiden, verkillend zijn voor persoonlijke ontplooiing, aan de andere kant is het zo dat als je een be paald systeem instudeert en je hebt er suc ces mee dat ook grote voldoening kan ge ven". Belasting En ook die reeks successen betekende- een belasting voor vooral de coach van het team, want steeds weer moet wor den voorkomen dat verzadiging in treedt die een funeste uitwerking kan hebben op het prestatieniveau. De coach moet daarom voortdurend op zoek blijven naar nieuwe spelvormen en trainingsmethodieken die zijn spe lers kunnen blijven motiveren. Joost Bellaart realiseerde zich dat terdege en zocht steeds naar nieuwe wegen. „Het gaat er om dat er trainingsvormen wor den gebruikt die niet alleen direct toepas baar zijn, maar waarbij bovendien zo veel mogelijk mensen kunnen worden inge schakeld". Waarna Bellaart uitweidt over enige mogelijkheden, die moeten leiden tot blijvende motivatie en effectieve uit werking in het feitelijke spelpatroon. Toch wil Bellaart daarbij ver verwijderd blijven van puur systeemhockey, omdat louter volgens opdrachten spelen dodelijk is voor de ontplooiingvvan persoonlijke in itiatieven. „Maar het moet wel zo syste matisch gaan dat je als team niet meer af hankelijk bent van een paar briljante ac ties van de sterren in je ploeg. Je moet als elftal ook tot succes kunnen komen wan neer die paar individuele acties er niet. zijn. Weliswaar kunnen bepaalde min of meer geprogrammeerde patronen tot een Niet eenvoudig Gaat Joost Bellaart zoals gezegd ko mend seizoen met Ties Kruize als "uit- schuifbare" laatste man werken, hij heeft tot dusver al geslaagde pogingen gedaan met rondspelen en het toepas-- sen van de buitenspelval, onderdelen die niet eenvoudig in het spelregeltech- nisch en qua speelveldgrootte toch nog al van voetbal afwijkende hockey kun nen worden ingevoerd, laat staan goed toegepast. „De bal in de ploeg houden bij hockey is vrijwel niet mogelijk", meent Joost Bel laart. „Omdat het technisch zo veel moei lijker is en je bijvoorbeeld niet de bal mag afschermen, zoals bij voetbal. Bovendien is het slaan en stoppen niet zo simpel. Het stoppen is wel aan t'e leren, dat laat ik veel trainen, op de meest blubberige vel den. Maar het aanslaan is het probleem. Dat moet centimeterzuiver gebeuren, zo niet dan haal je onmiddellijk alle snelheid uit je acties". Toch tracht Bellaart bij Klein Zwitserland die elepienten te bena deren, omdat hij met de kwaliteit in zijn ploeg en geïnspireerd door een positieve wedstrijdinstellingfzo spectaculair, aanval lend mogelijk spelen) veelvuldig wordt geconfronteerd met al of niet noodge dwongen verdedigend spelende tegenstan ders..Daarbij ben ik ook uitgegaan van de mogelijkheden, die dit specifieke team heeft", aldus ae coach. „Die zijn vrijwel onbegrensd". Bakzeil halen Toch heeft Joost Bellaart wel eens bakzeil moeten halen met een idee, dat in de praktijk zelfs met zijn kwalitei- trijke ploeg niet haalbaar bleek. „Ik heb ooit geprobeerd met vier spitsen te spelen. Maar dat pakte in de praktijk verkeerd uit. Daar zijn we dus maar mee gestopt. Daar heb ik geen moeite mee". „Ik voel me de zestiende man in de groep", vervolgt Bellaart. En ik zoek niet bewust naar vriendenrelaties, maar als ik kan helpen dóe ik dat. Het gebeurt meer malen dat er een speler bij me komt met persoonlijke problemen: een verkering die uit is of moeilijkheden met de studie". Een groot verschil tussen de hockey- en voetbalwereld is naar de mening van Joost Bellaart de verstandhouding tussen de coaches onderling. „Bij het voetbal heerst een geweldige naijver, die bij hoc key onmdenkbaar is. Onlangs reed ik met een collega, Van Gils van HGC, in de auto naar de wedstrijd Nederland-Pakistan in Amsterdam. Van Gils vroeg mij toen een aantal dingen over mijn aanpak bij KZ. Ik heb hem dat verteld,- daar maak ik geen geheim van. Als je op die manier nu kunt bewerkstelligen dat er beter gehockeyed wordt moet je dat toch doen. Dat is bij voetbal onmogelijk". B-cursus Toch blijft Joost Bellaart geïnspireerd door de voetbalwereld. Nadat hij al eens de stof van de B-trainerscursus uit pure belangstelling had doorgewerkt raakte hij via dokter Bos van FC Den Haag, een teamgenoot van vroeger van hem, in contact met de toenmalige trai ner Malatinsky. Omdat hij van deze Tsjech minder opstak dan verwacht praatte Bellaart veel met Piet de Zoete, diens assistent. Inmiddels is hij zijn licht wezen opsteken bij Cor Brom en Bob Haarms van Ajax en op dit moment onderhoudt hij contacten met Joop Brand. „Die werkt bij Go Ahead Eagles onder vergelijkbare omstandighe den, in ieder geval met niet-fullprofs", vertelt de KZ-coach. „Overigens geloof ik dat de trainingsaanpak van in ieder geval Klein Zwitserland doeltreffender is dan COACH JOOST BELLAART VAN KZ: Joost Bellaart is steeds op zoek naar elementen uit het voetbal die hij in het hockey kan gebruiken. die van een voetbalclub. Mijn spelers staan er conditioneel beter voor met aan zienlijk minder vaak trainen dan de meeste voetballers, hetgeen bij sportmedi- sche onderzoeken is gebleken". Waarmee Bellaart zich op dezelfde lijn opstelt als at leet Jos Hermens die ook ooit de conditie van voetballers aan de kaak stelde. Bij Klein Zwitserland heeft Joost Bellaarr de zaken erg goed voor elkaar. Naast de financiële zekerheid door de aanwezig heid van twee sponsors is er een arts, een fysiotherapeut, een manager en een ver zorger. „Maar hun tas mogen de spelers zelf inpakken. Dan zijn ze in ieder geval vanaf dat moment al met de wedstrijd be zig". Zoals Joost Bellaart voortdurend met hoc key bezig is en daardoor ook met voetbal. FRANK WERKMAN (DVOORT Jan Lammers lijkt {en seizoen half zware shag over langere adem te beschikken dan isor/fabrikant Samson zelf. Alle nslagen in het Shadow-team van de pzinnige Don Nochols heeft Lam- k tot nu toe goed verwerkt. Hij It geen punten veroverd in zijn eer- laar van de Formule 1, maar is het of in eigen kunnen niet kwijtge- tt. Zijn sponsor daarentegen lijkt (tweede jaar in de racerij niet meer te durven. De anderhalf miljoen :n, een investering die pas later iten af zou kunnen werpen, wordt loor weggegooid geld. Een defini- beslissing is nog niet genomen, [spel der gissingen wat betreft een team en een andere sponsor maar voort. Regen zou Jan Lammers met zijn te langzame wagen morgen niet onwelkom zijn. Hier worden nog 'droogweer'-banden aangebracht. Jan Lammers: „Zes teams willen mij wel hebben en nu ook zonder sponsor". Zijn voorkeur gaat uit naar het door Candy (wasautomaten) gesponsorde team van Ken Tyrrell, vroeger de man achter Jac kie Stewart, John Surtees en Jackie Ickx. Ken Tyrrell: „Ik heb al twee rijders, Ja- rier en Pironi, en als zij willen blijven, stuur ik ze niet weg. De heer Schellens, directeur van Candy Nederland: „Ik heb het hoofdkantoor in Italië voorgesteld Jan Lammers te steunen". Maar de hoofdirec- tie is op vakantie, dus geen antwoord. Trouwens, Tyrrell mag zelf bepalen wie hij neemt, de sponsor kan alleen een voor stel doen. Jan Lammers is pas 23 jaar en Mario An- drettie was 38 toen hij vorig jaar wereld kampioen werd. De Zandvoorter heeft nog alle tijd om te rijpen. Op zijn eigen circuit, waar hij jarenlang het jongetje van tien uithing om de leerlingen van Rob Slotemaker van de eenvoud van een slip cursus te overtuigen, moet Jan Lammers tot zijn beste prestatie van dit seizoen kunnen komen. Regen zou hem en zijn te langzame wagen daarbij niet ongelegen komen. Een tiende startplaats zou knap zijn. Maar het blijft gissen met Jan. Stickers Hotels en straten vol mannen en vrou wen met felgekleurde jacks, volge plakt met stickers, sportwagens en miss,-verkiezingen zijn in Zandvoort het levende bewijs dat de karavaan van het Formule 1-circus bezig is een paar dagen zijn stempel te drukken op het mondaine leven in deze badplaats. Het grauwe weer waarmee een sombe re meteoroloog ons een 'strenge' zomer wil bezorgen, lijkt plotsklaps op te klaren, sterker nog, zware regenval blijkt de aangewezen weersgesteldheid om jong en oud weer wat op te vrolij ken. Morgen start namelijk de Grote Prijs en een race is pas aardig als het regent. Pitsstops, bandenwisselingen en vooral enorme slippartijen hebben dit droge race-seizoen steeds ontbro ken. Zelfs de coureurs vielen tijdens de laatste twee races, die te perfect verlie pen, bijna in slaap. Weer of geen weer, er wordt op een grote toeschouwersop komst gerekend. Op tijd van huis gaan is morgen het motto. In een langgerekte file zullen de circuit bezoekers door de fraai bebouwde kom men van Aerdenhout en Bentveld rijden. Het bordje max 70 er is in Zandvoofts voorsteden zelfs wat snelheid betreft geen nivellering t.o.v. andere bebouwde kom men zal één dag geen overtredingen kunnen uitlokken. De beloning na het langzame rijden is het aanschouwen van rijders die hun bolides wel met roekeloze vaart de bochten insturen. Voor en bij de ingang is men dan al volgestopt met pos ters, spelden, stickers, petten, bounty's, si garetten en friet met mosselen. Alleen oordopjes ontbreken. Het lawaai niet. De aanwezigheid van veel vrouwen bij zo'n groot gebeuren als een Grand Prix zou er op kunnen duiden dat dit tot voor kort zwakkere geslacht een grote interes se voor de techniek van drie-literwagens heeft. Dat is niet de echte reden. Het zijn ook niet de coureurs op zich die voor hen de grote trekpleister vormen, maar de as sociatie met hoge snelheid en gevaar ver leent de rijders zoiets manlijks, dat zij de aantrekkingskracht van een magneet krij gen. De huidige concurrentie en de steeds snellere wagens eisen echter alle aandacht op van de Formule 1-coureurs. zodat de sfeer in de pits enorm zakelijk is gewor den. Er is geen plaats meer voor vrouwen die er niet beroepshalve zijn en ook de pers volop aanwezig en o zo nieuwsgie rig wordt slechts met tegenzin geduld in het drukke rennerskwartier. Eigenlijk is deze taakopvatting van de mannen die per slot van rekening de risico's nemen enorm toe te juichen. Oorzaak ook van de weinige ongevallen dit jaar. Hopelijk geldt dat ook voor de race van morgen. HERMAN JANSEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 9