liep in de val
Bruidsversierder Sloos sticht
galerie met bruiloftsschilderijen
Ook Noordwoudekreeg van
Bontekoe een waterschapswapen
huis
TAD/REG 10
LEIDSE COURANT
ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1979
PAGINA
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toëstel 18 vragen.
Wekelijks verschijnt in de Leidse Courant de rubriek „Hond zoekt huis". In
deze rubriek wordt een hond beschreven die in het asiel verblijft om daar
een zekere dood tegemoet te gaan... tenzij het dier een goed tehuis vindt.
De in de rubriek beschreven honden zijn alle door hondenbezitters naar het
asiel gebracht. Om uiteenlopende redenen, vaak begrijpelijk, maar soms
ook volslagen onzinnig. De in „hond zoekt huis" beschreven dieren zijn alle
goed gezond, hebben een wormkuur ondergaan en zijn volledig ingeënt.
Tegen betaling van ca. 60 gulden ten bate van zwerfdieren zijn ze at te ha
len. Adres: Nieuw Leids Dierenasiel, Besjeslaan 6b, Leiden. Tel.: 131670. Ge
opend di. t/m vr. 10.00-12.00 en 14.00-16.00 uur. Zondag en maandag geslo
ten.
Hei IDE\ Als een hond in het die-
oor asiel terecht komt is er meestal
hoj a/ce van een kommervol verleden
na diep trieste omstandigheden. De
eer jd kon niet tegen alleen zijn,
ifu og de buren aan, kleurde niet bij
iun nieuwe kamerbrede tapijt, ver-
he zaak te huiduitslag bij de jongste
dichter of paste gewoonweg niet in
O' nning voor de vakantie. De hond
ïpo akt vervolgens een tragische in
set ht in het asiel. De entree van het
he 'renhondje Bobby was daarente-
heb eerder komisch te noemen.
aal
fby. een driejarige reu uit de mid-
Iklasse was begin augustus in de om-
wm ing van het asiel wat lol aan het
trappen met een ontsnapte loopse
vrouwtjesbouvier, die in de omgeving
van het asiel in een weiland diefje-met-
verlos met een aantal schapen aan het
spelen was. De schapen waren niet zo
enthousiast over dat vermoeiende spel
letje, de bijbehorende boer evenmin en
de politie moest er aan te pas komen
om de bouvier op het rechte spoor te
brengen. De agenten voerden de bou
vier naar het asiel, Bobby liep nog
steeds uiterst belangstellend achter zijn
vriendin aan en werd tot zijn stomme
verbazing gelijk in een hok gestopt. De
bouvier werd na een aantal dagen door
de eigenaar opgepikt, de baas van
Bobby kwam echter nooit opdagen en
bij Bobby begint het inmiddels te dagen
dat hij door zijn aanhankelijkheid in de
val is gelopen en door zijn vroegere
vriendin min of meer buiten spel is ge
zet.
Hoewel Bobby te kort in het asiel zit
om echt van wegkwijnen te kunnen
spreken heeft hij inmiddels wel een
trieste blik ontwikkeld die door merg
en been gaat. Bobby is een onbestendi
ge kortharige bastaard met een schof
thoogte van 40 centimeter. Zijn zwart
witte tekening doet wel wat denken
aan de tekening van een zwartbonte
koe. Bobby is vrij goed geproportio
neerd, staat niet al te hoog op de poten
en heeft een enigszins langwerpige
bouw. Hij is tevens uitgerust met flapo
ren en een parmantig staartje. Bobby is
een beweeglijke gezonde hond en erg
gehoorzaam. Over het algemeen is hij
vrij rustig en ook zijn blaf is in over
eenstemming met zijn karakter, Bobby
is geen keffer. Hij is lief voor kinderen
en ook honden en poezen zijn met hem
te combineren. Bobby hoopt spoedig
weer even makkelijk het asiel uit te
kunnen wandelen als hij er in wandel
de.
Pimmie
De poes Pimmie heeft dan toch einde
lijk na een verblijf dat meer dan vijf
maanden duurde het asiel de rug kun
nen toekeren. Mensen uit Zoeterwoude
ontfermden zich over deze sympathie
ke kat.
Bobby heeft een trieste blik gekregen.
Jan Sloos, die aan de
Haarlemmerstraat zoveel
bruidjes gelukkig maakt en
eventueel ook de bijbehorende
gommen, heeft in de loop der
tijd tevens een filosofietje
gekoesterd dat nu is opgebloeid
tot een nieuwe Leidse galerie,
zij het op een niet-commerciële
basis. Temidden van constante
verbouwingen en uitbreidingen
(„want als je gaat stilzitten
omdat je denkt dat de zaak
rond is, zit je wel goed fout")
heeft het versierende
-ote| Bruidshuis 'onderwijl de leeftijd
van vijf jaar bereikt en Jan
ewijJ. Sloos Vond het tijd om bij
izer» gelegenheid van het eerste
nrpl lustrum met een uitgekookt
idee op de proppen te komen.
In de „koffiebar" van het Huis
izetti hangen sinds enkele weken
?ebo» „contemporainen"; werk van
et hedendaagse schilders en
>ts a schilderessen, negen stuks. Niet
djJ te koop, „van z'n leven niet,
sserlniaar iedereen die wil kan ik
ikt. naar die kunstenaars verwijzen.
:hter Dat is feitelijk ook mijn opzet",
Jichj benadrukt Sloos, die het
verhandelen van
,gt u bruidstoiletten erg belangrijk
r vindt, omdat deze bezigheid in
IMji zijn onderhoud aardig voorziet,
I maar die ook een open oog
heeft vóór de noden van
^■beeldende artiesten „met
name", zoals dat heet, de
picturalen, de schilderenden,
„die merendeels helemaal in
ioi hun werk opgaan, er van alles
i.
voor over hebben, dag en
nacht, erg veel geld
„verdienen", maar het er niet
voor krijgen, zodat ze vaak
bijbaantjes moeten nemen om
in leven te kunnen blijven. En
zoiets prikt me mateloos".
Dat is de filosofie van Jan Sloos. „Ik
kom nogal eens in aanraking met
kunstenaars, omdat ik veel
belangstelling voor ze heb. Ook op
zakenreizen bezoek ik galerieën en
kunstmarkten. Ik zie schilderijen
met allerlei thema's over bruiloften,
over hét huwelijk. Vorig jaar dacht
ik: ik wil best wat blijvends gaan
doen. Ik ben opdrachten gaan geven
aan kunstenaars om schilderijen te
maken met als onderwerp „de
bruiloft". Ik heb nog even zitten
peinzen over „het huwelijk", maar
daar kun je alle kanten mee uit en
dat hoeft niet pens zo vrolijk te zijn,
want een behoorlijke ruzie,
uitgeschilderd, behoort ook tot het
huwelijkse wezen, laat ik maar
zeggen. Het werd de bruiloft dus. Ik
liet de kunstenaar helemaal vrij
verder, hij. of zij, zat alleen aan de
bruiloft vast en in principe aan
olieverf. Dat is om de eenheid te
bevorderen, de eenheid van de
collectie dan. Je krijgt alleen
verschil in stijlen, maar het blijft zijn
of haar schilderij. Ook de lijst wordt
door de artiesUbepaald".
Jan Sloos wil nu permanent gaan
exposeren. Niet verkopen. Hij heeft
een warm kloppend hart voor de
kunstenaar die met hart en ziel bij
zijn werk betrokken is, gemotiveerd,
heet dat tegenwoordig. „Ze staan er
voor honderd procent achter. Vaak
ook hebben ze een vorming aan een
academie achter de rug. Er is een
hoop energie aan ten grondslag
gelegd door die mensen en als ze dan
niet in staat zijn, van hun werk te
leven, dan is dat een barre en trieste
kwestie. Wat je in kunstzaken koopt
is niet zelden kitsehrommel, maar
voor een bescheiden bedrag kun je
ook eigentijdse kunst hebben die de
moeite van het aanzien volop waard
is. Ik vind het eigenlijk vreemd, dat
er dikwijls alleen werk gekocht
wordt van iemand die dood is en
waar grote bedragen voor worden
neergeteld. In feite wil ik een
olievlek bevorderen: de mensen met
de neus drukken op eigentijds werk.
Er komen hier veel jonge mensen in
de zaak en ik merk nu al, dat ik
mensen zover kan krijgen, dat ze op
het idee inhaken. Tot nu toe heb ik
reacties gekregen die mij en de
betrokken kunstenaars hoopvol
stemmen".
Bruidsexpert Sloos gaat op het
ingeslagen pad verder: „het volgend
jaar geef ik weer vijf opdrachten. Ik
koop ook dat werk aan en het wordt
hier bij mij aan de wand gehangen.
Over een jaar of wat beschik ik over
een verzameling
„bruiloftsschilderijen" waarover ik
een boekje wil uitgeven, met goede
kleurenreprodukties en
beschrijvingen van de man of vrouw
die het schilderij gemaakt heeft. Ik
heb de indruk, dat ik geen Don
Quichotte-gevecht lever; het idee
spreekt wel aan. Dat zal trouwens op
de langere termijn wel blijken".
De negen, die nu bij Jan Sloos in de
koffiebar hangen („over een jaar of
wat heb ik hier een eigen, grotere
ruimte voor de collectie") vormen
samen een opmerkelijk begin van
Sloos' bruiloftsstoet: een paar
Nederlanders en voor de rest
buitenlanders met veel talent.
Vooral de bruiloftspartijen van de
artiesten die geënt zijn op de
Oosteuropese schilderkunst, zoals
panelen van de Hongaarse Magda
Palfy, Rosi Siegel uit Beieren. Jan
Balet uit Bremen, maar in Parijs
werkend, hangt er met een
gezelschap dat in velerlei variaties
op prentkaarten te zien is en opvalt
door de Franse stijl. Dieter Brandl
uit München maakte een miniatuur,
dat je onder een vergrootglas moet
bekijken en dan kun je zelfs zien,
dat het bruidje lacht, ook nog. Frans
de Haas uit Den Haag valt op met
een kostelijke symboliek van een
„mesalliance" tussen een potige
bruid en een magere, weliswaar
vermogende, oudere bruidegom, met
doodlopende motieven eromheen.
Hoogstbedreven penseelde Magda
Palfy haar partij, die uitermate
„langdradig" poseert voor een
fotograaf uit de twintiger jaren.
Onze eigen streekgenoot pater
Godfried Claassen uit Hazerswoude
toont zich in een verzonken
beschouwing over een stel in de stijl
van het straattheater. Alleen de lijst
moet er nog omheen. Misschien moet
ik wel aanmoedigen: pater, ga zo
door. Hij bekwaamt zich overigens
aan de Leidse Pieterskerkgracht bij
Ars Aemula, dat een opknapbeurt
gaat krijgen. „It's the gipsy in me";
wie zal het zeggen. Een opmerkelijk
begin van een gerichte galerie; bij de
haute couture en het kant, de
hoopvolle patronen in de frêle robes,
de opsmuk van een aankleding aan
het begin van een levensperiode, die
Sloos en de zijnen trachten aan te
moedigen en bevorderen. „Our
nuptial hour draws apace", schreef
Shakespeare in z'n
Midzomernachtsdroom. Tegen die
tijd, als het zover moet komen, kun
ie als aanstaande bruid en
bruidegom, of als toevallig
passerende belangstellende (en dan
niet per se tegen die tijd), kennis
nemen van de Sloos-collectie, die
best aardig boeiend kan worden.
EEN COLLECTIE, DIE BOEIEND KAN
golvende toestanden zijn
voor één keer misschien
nog te pruimen, maar je
moet er niet mee
doorgaan.
U heeft gelijk;
zelf krijg ik er ook een
staart van. Maar omdat
vakantieherinneringen
mij hog parten spelen,
geef ik
wapenenthousiast
Bontekoe van Huize de
Balhof in Oosterwolde
(Fr.) nog een enkele
kans. Okee, het nieuwe
waterschap Noordwoude
(zeven kleine
waterschappen binnen
„Rijnland"
samengevoegd met de
Noordpias) moest als
„nieuw lichaam,, zo
nodig een eigen wapen
voeren. Nogmaals koren
op de molen van rustend
magistraat Bontekoe, die
wederom aan het werk
sloeg en z'n
inspanningen beloond
zag met een K.B. van 30
juni '79, no.2.
Nog één keer dan; iets
minder breedvoerig dan De
Oude Veenen aan aandacht
vergde. We moeten uitgaan
van polder De Noordpias,
vooral omdat In het
Noordplasse wapen
symbolisch de verlaging van
het waterpeil aangeeft met^
een „paal" met twee smalle
rode dwarsbalkjes: één ter
aanduiding van het hoge
vroeger peil en het ander
aangevend het huidige, na
uitvoering van omvangrijke
cultuurtechnische werken
bereikte lage waterpeil.
Kunt u daar al iets mee doen
Vooruit dan maar weer.
We krijgen ook te maken
met T-vormige veldjes, die
de met water gevulde kuilen
voorstellen waaruit de
veenmassa is opgebaggerd;
de zwarte veldjes slaan dan
weer op de vaste grond
waarop de specie werd
uitgestort om te drogen en
vervolgens tot turf té
worden gestoken.
Mocht men met de
lokalisatie zitten: het heeft
iets te maken met de
vroeger heerlijkheden
(lijkheden die een Heer als
baas hadden) Benthuizen en
Hazerswoude. Weer werd
van waterschapswege om
een blauwe golvende lijn
gevraagd om te doen
uitkomen, dat het om een
waterschapswapen gaat.
Maar de adviseur van de
minister kwam er nogmaals
eigenwijs tussen met
aanbevelingen, omdat ook
het geslacht Mathenesse om
de hoek kwam kijken, want
dat was een geslacht dat
door een huwelijk in 1619 de
heerlijkheid Hazerswoude in
het geslacht van Wassenaer
bracht. Nou, het wapen van
Mathenesse als „hartschild"
opnemen ging ook niet door,
omdat het
waterschapsbestuur meende,
dat dan de beide
dwarsbalkjes (die de
verlaging van het waterpeil
aangeven) het verband
minder duidelijk zouden
doen spreken.
Het slot van allerlei overleg
over en weer was, dat „de
blauwe golvende dwarsbalk"
geschrapt werd. maar
Mathesesse werd vrij veel
eer aangedaan met een
gouden schildhoek. Als u het
wapen van „Noordwoude"
zou willen aanschouwen,
kunt u volgens de officiële
beschrijving het volgende
aantreffen: „Gekrukt, sabel
en zilver, met een versmalde
paal van goud, beladen met
twee strepen van keel; een
schildhoek van goud met
een schuinbalk van keel,
beladen met drie sterren van
goud. Het schild bedekt met
een gouden kroon van drie
bladeren en twee parels".
Ter toelichting: sabel wil
zeggen zwart (in de
voorliggende lezing staat:
sabel staat voor zwart",
maar dat is een gepenetreerd
anglicisme dat voor mij
hetzelfde betekent als voor
gek staan), keel voor rood,
een „streep" is een erg dun
dwarsbalkje, een
.schildhoek" een klein
„vrijkwartier"; de kroon is
alleen „versiering".
Ongetwijfeld een
aantrekkelijk wapen, menen
Bontekoe en
waterschapsbestuur. Maar o
jee, daar is wat aan
voorafgegaan. Ik meen
intussen, dat,
waterschappelijk gezien, er
een veer is gelaten in de
vorm van de golvende
blauwe dwarsbalk.
Niettemin groeten we
emeritus Bontekoe van harte
zeer.
Als hij of Rijnlandse
waterschappen het nog eens
op de heupen krijgen, zal ik
trachten het te laten
samenvatten in een
„Sondermeldung"; en dat is
dan weer iets zuiver
germaans.
UITDIJEN OP DEN DUUR
Waarachtig, daar ligt
weer een echte
„Bontekoe" op m'n
bureau. Van de week
mocht ik een ontwerp
van de hand van de
oud-burgemeester van
Ooststellingwerf
introduceren. Het ging
om een wapen voor het
waterschap „De Oude
Veenen", met alle
heraldische
uiteenzettingen vandien.
Aardig voor een keer,
zullen velen van u
waarschijnlijk hebben
gedacht, maar de
reorganisatie van
„Rijnland" had
inmiddels nog meer in
petto, via mr.
G.A.Bontekoe. Nu mag
iedereen zeggen: man,
hou daar nou eens mee
op, want al die velden
en balken van keel en
Het wapen van het nieuwe watyerschap
'Noordwoude'.
De „bruiloftspose" van Magda Palfu uit Boedapest