■Geen steun maar stenen voor Israël ZALEM „Is het echl 'landse sympathie voor is als een paar jaar ge isch econoom me, erge ■et zich niet indenken, r n van berichten over d JjNerland ten opzichte v; 2 len heeft hem toch wel land was toch steeds I jenoot in de Europese rote meerderheid van c wa< erde een grote liefde vi ing: ting? Zou daarin nu wé j ee^en zijn? it ministerie van Buiten f alem, een verzameling rakken (te vergelijken n m linisterie van Volkshuis '14 ij de drukke Jaffa Roa IVcqnoom, vraagtekens, da1 over de relatie tusser vooral de EG gaat. In b topambtenaren van h teleurstelling, ja zelfs v iea' jzonder als we spreken lekt Israël en de Europese >ou ief Nederland, ijk Ponstateren dat de Eur< iging vertoont met betr< n de weg van de minst idelen. Kennelijk vindt 3 er tkingen met de Arabisc fso jrijk dat Israël het maa s weer aanhoren van o itiek op onze politiek rr VJ zettingen en de manier stellen tegenover aanva Ijnen", zegt een van he q i zich op als geestelijke en opgestoken vinger li n vermanen", waar bleef en blijft het Ir van de EG naar aanlei It historische vredesver Op dat punt horen v We zouden het bijzo n als de EG besloten z rbeeld steun te verlene treedt en meent, mede op grond van vroegere toezeggingen, op concrete steun van de EG staat te mogen maken? De regering in Jeruzalem vreest dat die tegemoetkomendheid er niet of onvoldoende zal zijn. Somber wijst mijn zegsman op het gigantische handelstekort van Israël ten opzichte van de EG; vorig jaar ruim 1 miljard dollar, dit jaar waarschijnlijk 1,5 miljard dollar. Volgens de Israëlische regering ondervindt het land op allerlei punten aanzienlijk meer steun van de Verenigde Staten dan de EG, niet alleen op politiek gebied maar evenzeer op economisch en financieel terrein. Jeruzalem wacht met smart op gebaren van EG-zijde. Verdriet is er, zoals gezegd, ook over de Nederlandse houding. De Nederlandse regering onderschrijft de verklaringen van de EG over het Midden Oosten. Waaruit blijkt dan, zo beluistert men in Jeruzalem, de „hartelijke vriendschap" waarover Den Haag zo graag spreekt? Bitter maakt men op het ministerie van BZ in Jeruzalem ook gewag van het verloop van de besprekingen tussen Israël en Nedeland over de luchtvaartproblemen. De KLM verlangt een extra vlucht met grote vliegtuigen op Tel Aviv. Akkoprd, zeggen de Israëli's, als die nodig zou zijn om de vervoersmogelijkheden voor Nederlanders richting Israël te verbeteren. Maar men weet ook in Jeruzalem maar al te goed dat de KLM-vliegtuigen tussen Amsterdam en Tel Aviv voor een niet onbelangrijk deel door Amerikanen worden benut, „en die passagiers kan El Al, die op het ogenblik met nogal wat financiële problemen zit ook vervoeren".„Heeft Nederland daar dan geen begrip voor? En waarom dreigt Den Haag dan ook nog met tegenmaatregelen ten aanzien van de landingsrechten van de Jumbo's van El Al op Schiphol?" BITTER Kortom: een flinke verbittering in Jeruzalem, niet het minst ook na het min of meer mislukte recente bezoek van minister Mosje Dajan van Buitenlandse Zaken aan zijn collega Van der Klaauw. Dajan kon een aantal Israëlische viéies op kernproblemen uiteenzetten, hij trof een intensief luisterende gesprekspartner aan, maar de verschillen van mening bleven bestaan. Nu is daar ook nog de verklaring van Van de Klaauw in Bonn bijgekomen dat zijn regering een eventuele wijziging van de 'befaamde Veiligheidsraad-resolutie 242 van 1967 (waarin het Palestijnse probleem als een 'vluchtelingenvraagstuk werd aangeduid) „voorstelbaar" vindt. Overigens bepaalt geen verrassende verklaring van de Nederlandse minister na de „homeland"-verklaring van de EG van 1977. Wat is de Nederlandse reactie op de Israëlische klachten? Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag wil er, desgevraagd géén commentaar op leveren. Nederlandse kringen in Jeruzalem hebben begrip voor de Israëlische kritiek, maar zij vragen zich wel af of ze terecht Is. Er is nog steeds sprake van een zeer hartelijke verhouding tussen Nederland en Israël (wat door onze Israëlische zegslieden bepaald niet werd ontkend, maar juist vandèar de teleurstelling). Wie in Brussel wel eens achter de schermen heeft gekeken heeft kunnen constateren dat Nederland binnen de EG wel degelijk regelmatig voor de Israëlische belangen opkomt, aldus politici in Den Haag. Bovendien, zo wordt in Nederlandse kringen gezegd, zal men in Jeruzalem moeten bedenken dat het zorgen voor de eigen economische belangen (zoals bij de KLM-EI Al - zaak) los gezien moet worden van hartelijke politieke en menselijke betrekkingen. Nederland hééft wel degelijk het recht voor zijn eigen economische interesses op te komen. UNIFIL Waar men zich, ten aanzien van de betrekkingen tusseh Israël en Nederland, in Den Haag zorgen over maakt is de situatie in Zuid-Libanon. Omdat Israël en de door Jeruzalem gesteunde Zuidlibanese leider majoor Haddad nogal eens in conflict komen met de Unifil-troepen is het risico aanwezig van verwijdering tussen Israël en het aan Unifil deelnemende Nederland. De Israëlische regering is bepaald niet tevreden over de manier waarop Unifil de Palestijnen in Libanon tegemoettreedt. Daarom, zo zei Dajan onlangs nog eens, moet Israël wel eens, ten behoeve van zijn veiligheid, eigen rechter spelen. Volgens een zegsman van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Jeruzalem zouden zich in het zgn. Nederlandse Unifil-gebied negen vestigingen van Palestijnen bevinden waartëgen de Nederlanders onvoldoende zouden optreden.. Van Nederlandse zijde wordt daarop gezegd dat daar wel Palestijnen gevestigd zijn, maar „heel gewone burgers". Ziedaar een van de grote misverstanden, veroorzaakt door de omstandigheid dat voor Israël „de" Palestijnen kennelijk als vanzelf afschrikwekkend zijn. Het Israëlische optreden in Zuid-Libanon heeft grote sympathie die in ons land vanouds Jen aanzien van Israël gekoesterd wordt geen goed gedaan. We hebben in Israël geconstateerd dat reactie en tegenreactie zeker op dit punt tot verkoeling kunnen leiden, zo dit al niet het geval is. VERKILLING Het is, zo blijkt uit gesprekken in Jeruzalem en Den Haag, duidelijk dat de betrekkingen tussen Israël en Nederland een moeilijke periode tegemoetgaan. De verwachtingen in Jeruzalem ten aanzien van de Nederlandse Midden Oosten - politiek waren steeds hooggespannen. Ze zijn het in zekere zin nog steeds. Maar als de Europese Gemeenschap zich zeer kritisch ten aanzien van Israël blijft opstellen en ook de komende besprekingen over de handelsovereenkomst voor Israël niet bevredigend zouden verlopen, als Nederland een wijziging van resolutie 242 wil bevorderen, als de onofficiële contacten tussen Nederland en de PLO (nu nog beperkt tot een zeer incidentele bespreking naar aanleiding van een probleem inzake Libanon) zouden toenemen - met argusogen wordt in Jeruzalem het PvdA-rapport van de commissie-Van der Stoel bekeken - dan zou een verkilling kunnen optreden, die noch in Nederland noch in Israël in feite gewenst wordt. De EG zou, samen met de VS, in het Midden Oosten inderdaad een meer actieve politiek kunnen voeren en Israël kunnen laten voelen dat ze duurzame vrede in dit gebied wil bevorderen. Op het ogenblik staat de EG daar buiten spel, ze neemt niet deel aan het onderhandelingsproces. Ook volgens oud-minister Van der Stoel is het van wezenlijk belang dat de EG een goede dialoog met Israël onderhoudt. Feit is, zo ervaart men in Jeruzalem, dat Israël zich thans door de EG in zijn strijd om het bestaan, weieens in de steek gelaten voelt. Wie in Israël rondreist en met de bevolking praat constateert dat er grote spanningen bestaan. Wellicht juist mede vanwege deze spanningen, het zich onveilig voelen, is de halstarrigheid groot. Mede daardoor komen er telkens opnieuw Joodse nederzettingen in de West Bank (het in 1967 door Israël bezette gebied ten westen van de Jordaan), worden er forse Joodse wijken gebouwd rond het Arabische deel van Jeruzalem (Oost Jeruzalem). Israël is dolblij met de vrede met Egypte, maar vreest dat het proces in de richting van een echte vrede in het gehele gebied zeer lang zal worden. Daar komt bij dat de PLO zich in woord en daad onverzoenlijk toont en doorgaat met bomaanslagen in Israël, waardoor uiteraard telkens weer de Israëlische woede wordt opgewekt. VEILIGHEID In gesprekken in Israël is me gebleken dat een deel van het Israëlische volk bereid is de West Bank op te geven, als daar maar waterdichte veiligheidsgaranties tégenover staan. Er is in Jeruzalem, zeker onder de politici, onvoldoende vertrouwen dat die garanties tot stand zullen komen. En toch zal er eens een doorbraak moeten komen, zal Israël zich absoluut veilig moeten voelen en zullen de Palestijnen hun homeland (eigen land) moeten krijgen. Het is evident dat om te beginnen de PLO haar handvest (waarin het bestaansrecht van de staat Israël wordt ontkend, fundamenteel zal dienen te wijzigen en Jasser Arafats organisatie haar geweldadig optreden zal moeten beëindigen. Maar ook zal Israël het recht van de Palestijnen op eigen land dienen te erkennen. Wie een tijdje door Israël reist, ook door de West Bank, kan een gevoel van moedeloosheid over het bereiken van een oplossing niet onderdrukken. Israël en de PLO blijven, naar gevreesd moet worden, nog wel enige tijd geharnast tegenover elkaar staan. Juist om het vredesproces te versnellen zal ook de Europese Gemeenschap, en daarbinnen Nederland, zich krachtiger voor het bereiken van een oplossing moeten inzetten. Samen met de al zeer actieve Verenigde Staten. 'Israël heeft het uitermate moeilijk, niet alleen wat betreft zijn buitenlandse- en defensiepolitiek, maar ook economisch. Begin en zijn kabinet zien zich dit jaar onder meer geconfronteerd met een inflatie die tegen de honderd procent dreigt te belopen. Ook dat nog. Juist daarom moet Israël geholpen worden, ook economisch, óók door de EG. Uit de vele gesprekken die we er voerden is ons duidelijk geworden dat Nederland, gezien het grote vertrouwen dat het in Jeruzalem nog steeds geniet én in het licht van de redelijke betrekkingen tussen Nederland en de Arabfsche staten, een wat actiever rol zal kunnen spelen dan op dit moment, althans, uiterlijk blijkt. EVERT MATHIES wikkelingen rond het Palestijnse Leigstük vormden deze week het 44(ngrijkste wereldnieuws. In Libanon 'keilen de schermutselingen weer op, rvan dit keer ook Nederlandse airen het slachtoffer werden, lident Carter belandde in een steeds ilijker parket als gevolg van de acten van zijn VN-ambassadeur °etg met de PLO, de Palestijnse rpieTijdingsorganisatie. Die contacten ngsjden bovendien een verkoeling tussen ïrs en joden in de VS tot gevolg, 'ijl Amerika er niet in slaagde te ®e komen, dat in de Veiligheidsraad het sa5stïjnse vraagstuk aan de orde kwam, cheen in Nederland een nieuw icti ort over deze kwestie, dit keer van vdA. verslaggever Evert Mathies peilde d aanleiding van de discussies over ,rulfalestijnse vraagstuk in Nederland de in Jeruzalem. Hier volgt het eerste aa|aal, dat in het bijzonder gericht is op i. detrekkingen tussen Israël, de 3rs<jpese Gemeenschap en in dit and de rol van Nederland binnen die In twee volgende verhalen wordt i/Sgaan op de interne situatie in Israël e toestand in de stad Jeruzalem. gemeenschappelijke Israëlisch-Egyptische projecten. Niet alleen zou dat deze beide staten bemoedigd hebben, maar ook zou daarvan ongetwijfeld enigé uitstraling naar andere Arabische landen zijn gegaan. Maar, wie weet, komt daar nog wel wat van", aldus onze zegsman, niet zonder verwachting, maar toch met enige scepsis. ZWARTE SCHAAP „Blijkens de verklaringen van de EG moet Israël kennelijk telkens weer als het zwarte schaap fungeren, men aarzelt niet stenen naar ons te gooien", zegt een van de topambtenaren. Wat hem en veel van zijn collega's ook bijzonder benauwt is dat Nederland aan deze kritiek deelneemt; van de regering in Den Haag had „Jeruzalem", toch wel een andere houding verwacht. Uiterst teleurgesteld is de Israëlische regering ook over de handelsbetrekkingen tussen de EG en Israël. In 1975 werd een overeenkomst afgesloten die beloften voor de toekomst inhield. Volgende maand beginnen in Brussel besprekingen over een herziening van deze overeenkomst, maar de verwachtingen over de uitkomst van dit beraad zijn in Jeruzalem niet hooggespannen. Israël is een goede afnemer van Europese producten (vooral industriële), maar de mogelijkheden voor uitvoer van Israëlische (met name agrarische) producten zijn beperkt en op dat punt dreigt er ook nog een concreet gevaar. Binnen afzienbare tijd zullen immèrs Griekenland (al in 1981), Portugal en •Spanje tot de Gemeenschap toetreden en^die Zuideuropese landen zullen dan heel wat producten tolvrij aan de andere landen van de EG kunnen leveren die ook Israël daar graag importeert, zoals citrusfruit. Is het een wonder dat' Israël deze ontwikkeling met grote vrees tegemoet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 13