Nagels nagelnieuw in tere en lieve kleuren lak Johan FahriciusIk verberg mij achter mijn figuren Er moeten vaak vreemden aan te pas komen om 'n mens uit de puree te halen WN HUIS UT BINNENLAND/KUNST LEIDSE COURANT VRIJDAG 24 AUGUSTUS 1979 PAGINA Tijdens een partijtje tafeltennis kwa men de Keulse radio-commentatrice Carmen Thomas en haar vriendin Gabi op een grandioos idee. Ze hadden allebei een probleem; waarom zouden ze dat niet samen in een daarop be trekking hebbend „toneelspel" in scè ne zetten? Dat kon wel eens een op luchting en verduidelijking beteke nen. Ze' nierkten dat de inval voor bei den succes had en besloten er ruch tbaarheid aan te geven. Een uitnodi ging aan een paar bekende getrouwde vrouwen (merendeels werkende moe ders) ging de deur uit oip op een avond in een huiselijk „Lokal" bijeen te komen. Behalve de twee initiatief neemsters wist geen van de genodig den waarom het ging. Magda bijvoor beeld dacht dat er een discussiegroep zou worden gesticht, secretaresse Rosi meende dat Carmen een paar mensen nodig had voor een radioprogramma. Ze schrokken nogal tóen Carmen en Gabi hun plannen ontvouwden. Ze wil den een groep dames tussen de 30 en 40 jaar vragen hun dagelijkse problemen in- en buitenshuis mét elkaar ieder in een bepaalde rol „na te spelen". Protest was de eerste reactie, maar tenslotte voel den de vriendinnen er iets voor en gin gen hun conflicten na. Iedereen had wel een verdekt opgesteld frustratietje, een grief of heibel met iemand. De tegenstand verdween en enthousiast betraden ze de „planken". Ieder van hen was actrice. Ze beeldden zichzelf uit of juist de persoon(en) met wie ze in de clinch lagen. Het spelen van zelf gemaak te toneelstukken, die eigen problematiek als onderwerp hadden, sloeg in. Nieuwe gezichten kwamen erbij, bekende ver dwenen. Tenslotte kwam het moment dat men officieel een club stichtte, waarvan men lid kon worden. Een gevestigde ver eniging, waarbij essentiële elementen aanwezig waren om zijn opgekropte emo ties weg te spelen. Na dit project gingen door bekendmaking ervan in andere ste den gelijksoortige clubs van start waar conflictsituaties bespreekbaar werden ge maakt. De in scène gezette tafereeltjes betroffen soms de meest onnozele onderwerpen: een twistgesprek met een conducteur, die geen wisselgeld bij de hand had..., herrie met een verkoopster die een jurk niet wilde ruilen. Maar ook ernstiger proble men met kinderen of echtgenoten. De vrouwen leerden hoe ze hun wensen voor de aankoop van een wasmachine „over het voetlicht" konden krijgen, hoe ze een vasthoudende colporteur met een ongewenste aanbieding konden afpoeie ren; hoe ze met hun terughoudende arts konden praten. Zelfs hoe ze hun kinde ren sexueel moesten voorlichten. Er werden geen patent-recepten gegeven, want de groepen moesten eigen dynami sche krachten" ontwikkelen, zodat deel neemsters ongedwongen en onomwonden leerden vertellen en „spelen" wat ze op hun lever hadden. Sympathieën en anti pathieën werden ónder- en érkend; men werd zich bewust van in hoekjes van de geest verstopte narigheid en men leerde kritiek op eigen gedrag aanvaarden. Een simpele manier van bewustmaking, waarvan Freud geen kaas 'lust, .maar die erg werkzaam kan zijn in bijzondere ge vallen. Annette vertelt dat ze „zich nu beter kan uitdrukken". Carola „heeft meer zelfver trouwen op kantoor". Ze durft in discus sie te treden over dingen die haar aan 't hart gaan, terwijl ze vroeger ergernis wegslikte en haar mond niet opendeed als ze 'f met een collega niet eens was. Mariette komt in gezelschap niet meer De lieve tant zijn uitgestorven „in elk mensenleven komen belevenissen voor die inslaan". steeds met dezelfde versleten argumen ten als er over politiek of kunst wordt ge spróken en Katharina weet nu hoe ze kan communiceren en „andere mensen benaderen" als ze zich alleen en verlaten voelt. Echtgenoten waren in het begin niet jui chend over de activiteiten van hun vrou wen in de groep, maar langzamerhand' zagen ze er het nut van in. Louis geeft nu als zijn mening te kennen dat de „huis- vrouwen-groepen de man in staat stellen zijn vrouw meer als echte levenspartner en maat te beschouwen". De man van Carola, die in het begin over de opzet helemaal niet te spreken was, óverweegt nu eenzelfde club voor man nen op touw te zetten. Hij wil bij anderen ook wel eens zijn hart luchten. De erva ringen van de Keulse dames zijn thans in pocket-boekvorm uitgekomen en staan model voor probleemaanpak op huiselij ke wijze. In Nederland is ook het zogenaamde „rollenspel" niet onbekend. Marian van „Hartenvrouwen" (zijstraat van „Blijf van m'n lijf") vertelt: „Wij animeren vrouwen met moeilijkheden die bij ons aankloppen hun problemen in zogenaam de „Ford Groepen" (Feministisch Radica le Oefen Therapie) aan te kaarten. Dit zou jé voortgezette praatgroepen kunn.en noemen. De vrouwen leren voor zichzelf opkomen. „Succesvol? Bij de een wel, bij de ander niet. Het ligt aan de vrouwen zelf, ze moeten natuurlijk wel meewer ken". In Den Haag zijn de Fordgroepen (nog niet officieel, in Delft functioneren ze al optimaal, aldus de woordvoerdster. „Je maakt van alles mee: huwelijks- en echtscheidingsproblemen, moeilijkheden met vriendinnen, burenruzies, die onop losbaar lijken. Iemand die in een uitzich tloze situatie is geraakt wil daar wel eens graag met anderen over spreken. Die heeft er misschien een frisse kijk op. Het is een soort groeiproces", Vroeger werden moeilijkheden vaak in huiselijke kring opgelost. Er was ergens een lieve tante, een begrijpende oudere vriend. Hun taak wordt nu overgenomen door instanties. De lieve tantes zijn uitge storven, de begrijpende ooms zitten zelf in de knoei. Het leven is gecompliceer der, er moeten vaak vreemden aan té pas komen om een mens uit de puree te ha len. Door heel Nederland zijn de Instituten voor Multidisciplinaire Psycho-Therapie gevestigd (Amsterdam, Utrecht, Leiden, Rotterdam, Den Haag, Eindhoven, Gro ningen, Zwolle, Leeuwarden, Maastricht, Assen, Zuid-Kennemerland, Hengelo, Hoorn, Zaandam). Deze IMP's hebben het rollenspel binnen de groepstherapie ingebouwd. Men kent verschillende the rapieën voor verschillende phobieën (dat zijn veelsoortige afwijkingen, waarbij ie mand bijvoorbeeld niet naar de kruide nier durft te gaan of niet durft te telefo neren). De psycho-analist diept zijn pa tiënt meer uit om de oorzaak van deze angsten op te sporen, die vaak in de prille jeugd ligt. Een zogenaamde psycho analyse vergt echtèr lange jaren van in grijpende behandeling. Meestal begint men er alleen op medische indicatie aan. „Met rollerispel of psychodrama kom je vaak een heel eind", zegt een IMP- woordvoerder uit Den Haag. „Wij ken nen geen aanmelding Voor uitsluitend het spel; het maakt alleen déél uit van een bezaaide therapeutische behandeling". at is de definitie van het verschijnsel „Rollenspel"?. „Een emotionele herbeleving van een be paalde situatie. In elk mensenleven ko men belevenissen voor die inslaan. Maar je weet er geen weg mee omdat je erin in begraven zit. Zo'n toestand kan blijvendsn invloed hebben,op het algemeen functio neren". De IMP's hebben voor een groot deel te maken met voornamelijk relationele pro blematiek: communicatiestoornissen, ei straatvrees, angst zich onder de mensen ;e te begeven of angst om een winkel bin-pl nen te gaan. „Hier worden vaak gedrags therapeuten ingezet. Die helpen, wat wij noemen, „in vivo", dus in levende lijve, Ze gaan met iemand (een man of een vrouw) aanvankelijk een eindje de straat op, later iets verder, tenslotte gaan ze mee de winkels in en doen de boodschap pen voor hem of haar. Totdat ze zelf moed vatten en alleen gaan. Het zijn din gen die voor een ander mens doodnor-fvi maal zijn, maar die om een of andere den voor de betrokken cliënt een onover-fe^ winnelijke paoeilijkheid betekenen. Onze instituten bieden dan praktische hulp. De psychiater heeft natuurlijk zijn eigen ter rein en de arts verwijst naar de hulpver lening waar hij het meeste succes van verwacht". Toch zijn er legio hulpverlenende instan ties voor speciale therapieën en aanpak van phobieën. In o.m. Halsteren bevindt zich een Nederlandse Vereniging van Groepstherapeuten; bij de Leidse Univer siteit is men in de Vakgroep Klinische Psychologie (maanden juli en augustus it; gesloten) niet dit onderwerp sterk bezig. Het rollenspel als zodanig is niet nieuw, maar wordt wel steeds meer door des kundigen aangeraden. Nagels zijn een zeer essentieel deel van het menselijk li chaam. De dèfinitie: hoornplaten, die aan elke vinger en elke teen voor meer dan de helft de rugzijde van het laatste lid be dekken en aan drie kanten in een verdie ping of huidplooi zijn ingeplant. Het deel van de huid dat door de nagel is bedekt, heet nagelbed; het achterste deel heet nagelwortel en ver toont een wit cirkel- sigment, dat „maan tje" heet. Bij het embryo ontwikkelen de nageltjes zich pas in de vijfde maand van de zwangerschap. Bij te laat geboren kindertjes moeten de nagels ijlings worden geknipt. De nagels zijn transparant doordat het bloed er doorheen schemert. Vandaar dat dunne nagels roze zijn; dik ke nagels (met het klimmen der jaren verdikt zich de hoorn- laag) zien er geelach tig uit. Dat nagels een sta tussymbool (kunnen) zijn, is te zien bij de mohammedaanse vol keren, waar de pries ters en voij-sten vaak met uiterst lange na gels lopen. Ook de Chi nezen vonden lang uit gegroeide nagels een teken van voornaam heid. Hieruit zou blij ken dat de bezitter van dit fraais niet behoefde te werken... Wie in vredesnaam kan iets uitvoeren met nagels van drie centimeter lengte, die bovendien als men ze niet knipt griezelig in beide richtingen krom men? In de 20e eeuw zijn de .nagels ook min of meer 'een teken van wel vaart. Ondanks het feit dat vrouwen, die met lange, knalrode nagels rondlopen, er soms uit zien of ze een bloederig' karwei hebben opge knapt, blijkt felrode nagellak steeds op nieuw in de mode op te duiken. Bloedrood schijnt een zekere aan trekkingskracht uit te oefenen; waarschijnlijk afkomstig uit overleve ringen en rituelen,- waarbij slachtingen van dieren en andere wreedheden (Dracula, die bloed zoog uit de aderen van zijn slacht offers) een mystieke rol speelden. Lieve kleuren Maar er zijn ook tere, lieve kleuren in de lak ken. Een tip van Dior luidt: „Lak korte of brede nagels die op zichzelf ,toch al geen nobele vorm hebben nóóit in een felle of op vallende kleur". Kleur loze lak of lak in een /zachte doorschijnende tint is veel mooier. Overigens kan dit soort nagels ook alleen in het midden een kleur tje krijgen. Dit slankt af. Mooie lange, goed gevormde nagels mo gen wel een felle kleur hebben, maar modieu zer is lila. Parijs bracht voor de komende herfstmode alle tinten paars (maar misschien wil Neder land daar nog niet voetstoots aan), bruin of goud. Goud is een fantastische kleur voor komend seizoen, aan gezien Parijs enorm veel goudkleurige satij nen blouses brengt met lange gouden kettingen*- en broches van hetzelf de edelmetaal als ac cessoires bij de (klassie ke) mode. In de Disco- look (een woord waar iedereen zo langzamer hand van baalt, maar het geeft een zeker in zicht) zijn er ludieke nagel versieringen te koop: hartjes, glittert- jes, lovertjes (Max Fac tor). Het belangrijkste echter is dat al die kleurtjes en glimmert- jes op mooi gevormde „hoornplaten" terecht komen, om eens niet in cosmetische termen te vervallen. Wat de ondèrhouds- beurt (élke week) be treft kunnen we kort zijn. U begint met het verwijderen van de oude laklaag (beginnen bij de pink van de lin kerhand, dat is de een voudigste werkwijze). Niet met ac,eton, die de nagels aantast, maar met een goede remo ver, die alle make-up- huizen op de markt brengen (o.a. Dior, Lancome, Revlon, Max Factor e.a.). Fase twee is het vijlen van de na gels in ovale vorm, van de ene kant naar de andere en nooit heen en weer. Dan een smeersel opbrengen om de nagelriemen los te maken, vervolgens de nagelriemen terugdu- wen (bokkepootje) of opschuiven, zodat ruimte wordt gemaakt voor de verfraaiende lak of het volmaakte (ongelakte) halve maantje. Er zijn tal van zalfjes of watertjes in de han del om de velletjes op te lossen, die steeds weer pogingen doen over de nagels te groeien en die het ef fect van verzorgde handen teniet doen. Versoepeling van de nagelrand kan ook worden verkregen door het opbrengen van een Huile Vitale of een verwarmde ordi naire olijfolie... Goed borstelen, daarna nog eens remover gebrui ken om a]le vet- en vochtsporen te verwij deren, zodat de lak kans krijgt zich goed te hechten. Tot slot volgt het afwerken: het lak ken en aflakken met een topcoat, zodat u plezier hebt van uw werk (en geld). De fi nishing touch is de lak „fixante", in het Hol lands: de fixeerlaag, zo dat u zeker een week' toe kan met uw ver fraaide vingertoppen. De verpleegkundige, de secretaresse, de per fecte gastvrouw, de vrouw achter de adres- seermachine of aan de computor, zij willen geen van allen lelijke nagels hebben. En... als dan de handen zijn verzorgd, vergeet dan ook de tenen niet. Die steken uit de (nu nog zomerse) open schoe nen en worden ook ge zien... Geef ze hun por tie lak, ook als het straks wintert. Een rechtgeaarde vrouw verzorgt zich niet al leen voor anderen, maar in hoofdzaak voor zichzelf! Tony van Verre „ontmoet" 80-jarige romancier Na een tachtigjarig leven van zwerven in aller Her ren Lander zijn mijn hart en hoofd boordevol herinne ringen aan mensen en din gen. Als ik daarover vertel blijft er weinig tijd over om er ook nog mijzelf bij te be trekken". Tekenende woor den van de 24 augustus j.l. tachtig jaar geworden schrijver Johan Fabricius. Hij zegt ze in een brief aan Tony van Verre achter in diens pas uitgekomen boek „Tony van Verre ontmoet Johan Fabricius". Radioman en tekstschrijver Tony van Verre heeft via in terviews voor de Vara-micro- foon er inmiddels al een hele serie van die ontmoetingen opzitten. Met Ko van Dijk, Si mon Carmiggelt en, via diens vrienden posthuum, met God fried Bomans. Klankbeelden die stuk voor stuk boeken werden en uiterst leesbare confrontaties. Zijn ontmoeting met Johan Fabricius heeft een wat ander karakter ge kregen. Van Verre's inter views voordien kregen hun belang doordat zijn slachtof fers met zeer persoonlijke uit spraken over zichzelf en de dingen rond hen zich min of meer bloot wilden geven. Jo han Fabricius blijkt een vol komen andere persoonlijk heid. Hij schrijft: „In mijn boeken verberg ik mij achter mijn figuren: Om hen gaat het, niet om mij. Wat dat be treft, sta ik geloof ik nogal al leen in onze hedendaagse Ne derlandse letteren - we bele ven nu de tijd van de beken- tenisboeken, de afrekening met jeugd-trauma's, het poli tiek geëngageerd zijn - ik ben uitsluitend geëngageerd met de mens in zijn tijdeloosheid en in zijn duizendvoudige, steeds wisslenende en steeds zichzelf gelijkblijvende ver schijningen. Misschien mag ik er daarbij op vertrouwen dat^ de zorgvuldige lezer mij toch wel zal weten te vinden: in de keuze van een woord, een zinswending bijvoorbeeld." Familiealbum Die woorden van de nog altijd actief schrijvende Fabricius aan het slot van Van Verre's interviewboek vormen in fei te een van de meest persoon lijke „statements" van dat hele boek. Fabricius is daar vóór uitgebreid aan het woord, maar hij bladert terug in een gedeeltelijk vergeeld familiealbum en vertelt óver mensen, óver dingen, óver ge beurtenissen. Hij is het medi um dat Van Verre en de lezer brokstukken uit zijn verleden aanreikt, maar verder dan kleurrijke praatjes bij die plaatjes gaat het niet. Ener zijds is dat misschien type rend voor de schrijver Fabri cius, de verteller, de romanti sche fantasieënbouwer, die al zijn belevenissen in Indië, China, Engeland,en Italië no dig heeft gehad als bouwstof fen voor zijn werk. Ander zijds is het een gebrek, omdat je niet verder komt dan een te zacht, pastelkleurig beeld van een interessant, „ouderwets" en evenwichtig mens waar je graag wat meer over te weten komt. Want het kan anders. De 126 bladzijden vormen een heel wat minder veelzijdige blik in dat schrijversleven dan Fabricius zelf gegeven heeft in bijvoorbeeld zijn twee delen mémoires: „Mijn huis achter de kim" en „Een we reld in beroering". Ook daar volop stof over de gebeurte nissen in de wereld rondom hem, maar daar kan je inder daad tussen de regels door Bontehoe N Het meest opvallende aan Tony van Verre's boek is de nadruk op de schilder Johan Fabricius. Want weinig men sen weten dat de zoon van to neelschrijver Jan Fabricius („Dolle Hans", „Totok") als schilder-tekenaar begon. Om mooie middeleeuwse plaatjes te kunnen tekenen verzon hij op zijn zeventiende het jon gensboek „Eiko van de Rei gerhof". Als achttienjarige, te kenende oorlogsverslaggever ging hij naar het Piavefront in de Eerste Wereldoorlog, tij delijk verheven tot officier en voorzien van een Bosnische „oppasser". Zijn brieven van het front werden door zijn va der zo goed ontvangen dat die ze weer doorspeelde aan de schrijver Johan de Meester Sr. die ze in tijdschriften plaatste. Toen Pa Fabricius zijn zoon het scheepsjournaal van Willem IJsbrandsz Bonte koe toespeelde met de opmer king „Jo, daar zit een leuk jongensboek in", ontstond „De scheepsjongens van Bonte koe", een in vele talen ver taald en nog altijd volop gele zen jongensboek. Johan Fa bricius was schrijver gewor den. Pretentie Maar tekenen bleef hij. De in middels legendarische recla- me-„strip" Arretje Nof van Calvé is een schepping van Fabricius die de eerste vijf boekjes zelf schreef en teken de. Van Verre's boek staat vol met schetsen en portretteke ningen die Fabricius laten zien als een verrassend, aca demisch tekenaar. Over dat schilderwerk wil Fabricius nog wel wat persoonlijks kwijt: „Met moderne beelden de kunst, zoals die zich tegen woordig aanbiedt, heb ik in het algemeen weinig contact, vaak is het voor mij volslagen abacadabra. Soms maak ik me wel eens kwaad, als ik de pre tentie zie die daar vaak mee gepaard gaat. Ze zitten zo hoog te paard, de heren en dames. Het eenvoudig, eerlijk vakmanschap, het handwerk bestaat nauwelijks meer, al denk ik in een optimistische bui soms, dat er een kentering gaat komen. Ik luister graag naar het TV-programma Jon Johan Frabricius en Tony van Verre ge mensen op weg naar het concertpodium' en ik denk dan: ,Wat heerlijk, die jonge lui kennen allemaal hun vak.' Je kunt niet op een podium gaan staan met een viool zon der dat je die viool ook bespe len kunt, zonder dat je je vak grondig geleerd hebt. Maar in de schilderkunst?" Laatste adem Elke belevenis van Fabricius zal in zijn literaire werk weerspiegeld worden. Hij stipt het allemaal luchtigjes aan. Zijn diensttijd in „Het meisje met de blauwe hoed", zijn Ita liaanse tijd in „Komedianten trokken voorbij" en de twee verdere delen van de trilogie, zijn bezoek aan China en zijn interesse voor de historie van dat land in „Wij Tz'e Hsi, Kei zerin van China", zijn ont moetingen met de Indische dichter Noto Soeroto in „Schimmenspel", zijn Zuid- Amerikaanse belevenissen in „Gringo". Fabricius schrijft nog steeds een paar boeken per jaar. „Ik weet niet, of 1 m mij zal lukken tot mijn laat adem te blijven schrijve zegt hij, „maar voorlopig ik nog geïnspireerd bezig, publiceer misschien z meer dan verstandig is. Het denk ik, een kwestie van a;i®o leg. Bij de een is de schri j* drift groter dan bij de and n, ik word er tegen wil en da door voortgestuwd. Ik heb mijn tachtig jaren heel wat teraire modes meegemaal Zelf heb ik er nooit aan mi gedaan; voor zover ik me van bewust ben, heb ik no geprobeerd in een bepaae stijl te schrijven. Het is n stijl voor mijn gevoel zo: stijl van een boek wordt paald door de inhoud van boek." Johan Fabricius de vertel! heet het constant in de lite tuurgeschiedenissen als de jarige auteur daar al in n opdraven. Eenzelfde pre kaat waarmee Jan de Har bijvoorbeeld in kritische om de oren geslagen pleegt worden. Fabricius: woord 'vèrteller' stoort niet zolang het maar niet misprijzende zin gebi wordt. In Engeland is nooit het geval geweest, in Nederland wel; hier h< het, althans een hele tijd, negatieve klank gehad. Wi precies een verteller. Je exact meedelen wat je meegemaakt, maar je ook meer dan dat doen: er eigen vorm aan geven, wordt het scheppend ver len. Als je levende figf'^ neer kunt zetten, is dat vertellen of is dat schepp Volgens mij is dat scheppe Tony van Verre ontmoet han Fabricius. De Goo Uitgeverij. Bussum, prijs 29,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 12