JLeidse processie trok Si/oor 242ste keer naar het ^vergeelde Mariaprentje' laarlemmertrekvaart krijgt 1981 vrijliggend fietspad ft- GEMEENTESECRETARISSEN NAAR NIEUWE GEMEENTEN Fiets-voetpad Wassenaar-Den Haag -AD/REGIO LEIDSE COURANT WOENSDAG 22 AUGUSTUS 1979 PAGINA 5 Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. Va ;v GSTGEEST De Haarlemmertrek- lrt in Oegstgeest wordt in 1981 een ;n undaire weg. De weg, die gisteren si hp alle autoverkeer werd afgesloten, il jgt een vrijliggend fietspad. Boven- ijk n wordt het wegprofiel voor 1981 'beterd. ;t or de voorzieningen, die moeten wor- getroffen om de weg daadwerkelijk af sluiten voor autoverkeer, denkt Gede- 'lt- eerde Staten van Zuid-Holland 30.000 ird ^en nodig te hebben. De gemeente k ?stgeest, die de weg ondefhoudt en be- kser*. heeft zich inmiddels bereid ver en lard dit bedrag beschikbaar te willen del Hen. Deze gemeente betaalt eveneens gedeelte van de 60.000 gulden die no- is om een verkeerslichteninstallatie aan te brengen op de kruising van de Haarlemmertrekva^rt en de tertiaire weg naar Sassenheim. Aanvankelijk heeft de beslissing om de weg geheel voor autoverkeer af te sluiten gestuit op bezwaren van de gemeente Warmond. Deze gemeente heeft altijd ge pleit vooc de handhaving van een een richtingverkeer. Dit in verband met het te verwachten doorgaande verkeer over de Warmondse Herenweg. Uiteindelijk heeft Warmond kunnen instemmen met het in stellen van een tijdelijk inrijverbod voor autoverkeer vanuit beide richtingen. Op korte termijn zal aan provinciale staten een voorstel worden gedaan om de Haar lemmertrekvaart op het secundaire we genplan te zetten. Hetgeen overigens geen consequenties heeft voor de overige se cundaire wegen in Zuid-Holland. Al sinds jaren is de trekvaart een zorgen kindje van de provincie. De vaart is van de gemeente Leiden, maar is in onder houd en beheer bij de gemeente Oegst- geest, terwijl hij öp het grondgebied van Oegstgeest, Warmond en Sassenheim ligt. Vorig jaar werd op de vaart, na herhaalde acties van ouders en kinderen die de weg dagelijks van en naar school gebruiken, op spitsuren afgesloten voor autoverkeer. Desondanks yerden 450 processen ver baal opgemaakt tegen automobilisten die de weg op de verboden uren gebruikten. Aangezien het nogal moeilijk blijkt het verbod te handhaven wil de provincie nu door middel van speciale voorzieningen het het autoverkeer onmogelijk maken de weg te gebruiken. ZOETERWOUDE/ALPHEN AAN DEN RIJN Gedepu teerde Staten van Zuid-Hol land benoemen binnenkort twee tijdelijke gemeentese cretarissen voor de per 1 ja nuari 1980 te vormen nieuwe gemeenten op Voorne-Put- ten. Het zija-mr. H. van der Top voor Bernisse en West- voorne en de heer J. YVinge- laar voor Brielle. De heer Van der Top is tot zijn pensionering op 31 augustus gemeentesecretaris van Al- nieuwe gemeenten. De heer januari 1980 wordt hij tijdelijk phen aan den Rijn. Hij zal Wingelaar stapt per 1 septem- secretaris van de nieuwe ge- vanaf 1 oktober optreden als ber over als gemeentesecreta- meente Brielle. te vormen uit coördinator bij de voorberei- ris van Zoeterwoude naar de het huidige Brielle, Vierpol- ding van de overgang naar de huidige gemeente Brielle. Op 1 ders en Zwartewaal GS POSITIEF OVER SUBSIDIE-AANVRAAG DEN HAAG Er komt een vijf kilometer doorlopend fiets-voetpad tussen het Wassenaarse raadhuis „De Paauw" en de Haagse Zijde- weg (bij de Landscheiding- sweg). Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben positief gereageerd op de subsidie-aanvraag van de ge meente Wassenaar voor de aanleg van de verbinding. Het pad voert de wielrijder en de voetganger dwars door de landgoederen langs de Rijks straatweg. Bij de aanleg wordt gebruikt gemaakt van de al bestaande paden in dit gebied. Hierdoor kunnen de kosten vrij laag gehouden worden. Het geraamde bedrag is 130.000 gulden. De bedoeling is dat een belangrijk deel hier- vqn voor rekening komt van het ministerie van crm. Vol gens de heer Borgman, Gede puteerde van Zuid-Holland, neeft het departement positief gereageerd op het plan. „De provincie is ook bereid geld beschikbaar te stellen", aldus de heer Borgman. KEVELAER: GENADEOORD DAT IN AANTREKKINGSKRACHT BLIJFT WINNEN Geen miraculeuze sculpture, maar een sterk vergeeld prentje van elf bij nog geen acht centimeter is het religieuze middelpunt van de Westduitse bedevaartsplaats Kevelaer, niet al te ver n9ev van de Nederlandse grens verwijderd. Een stadje met rond 22.-000 inwoners, dat jaarlijks een half miljoen pelgrims te verwerken krijgt, van wie zestig procent uit Nederland afkomstig is. Sommigen, Ori zoals deken Schultze Staade van Kevelaer, zeggen dat er elk jaar 150.000 Nederlanders in processies rond het Voljprentje neerstrijken, maar rekenen is ook mijn sterkste kant niet. en daarom houden we 't maar op „een hele hoop". De min of meer vrome massa's worden zingend en biddend aangevoerd met allerlei vervoermiddelen. Ook per trein. Daarom telt het station een schier ontelbaar aantal perrons die er doorgaans verlaten bij liggen. Het prentje van Maria werd ïggö in 1642 door een zekere fen Hendrick Busman als nge} kleinood in een door hemzelf gebouwd kapelletje geplaatst ladat hij daartoe was aangezet door een goddelijke influistering. Busmans initiatief heeft aangrijpende gevolgen gehad, als je rekent dat elk jaar dat de Heer ons geeft vijfhonderdduizend gelovigen - nog steeds jong en oud - hun lief en leed aan Maria van Kevelaer voorleggen. Niet tevergeefs vaak. Daarvan getuigen de vele ex - voto's, de tastbare voorwerpen rond het Inst genadeplaatje, van mensen die een beroep op de Heilige Maagd hebben gedaan. Veruit de meeste pelgrims maken deel uit van processies, gewijde optochten die door verscheidene broederschappen worden georganiseerd. ;t v .Zo waren er kortelings de Haagse bedevaart, die 85 jaar bestaat, en de enig echte Leidse processie, die vorige week voor de tweehonderdtweeën- veertigste keer uittrok. De Leidenaars en .onderhorigen" wonden sinds jaar en dag geleid door de Franciscanen van de Leidse Hartebrugparochie. Dat is zo historisch gegroeid. De Leidse processie is daarom eerbiedwaardig en 1 wellicht ook voorbeeldig voor tal van andere bedevaarten, „omdat wij met onze tijd meegaan", aldus een deelneemster, die met bijna honderdvijftig andere pastoor Vreeburgs gestalte is monumentaal en de man is steeds zeer nadrukkelijk aanwezig. Er is niets dat hem ontgaat. Het geringste spoortje van leutige kout drukt hij met een bezwerend gesis de kop in". Ik heb de indruk, dat de vasthoudende pastor het met deze lezing niet geheel eens zal zijn en dat hij zijn gesis hooguit als ftassend binnen het iturgische geheel beschouwt. Maar goed, ik geef de waarneming buiten eigen verantwoording maar even door. Als je het op een bepaalde manier beschouwt, schijnt de tijd in Kevelaer een jaar of twintig geleden te zijn stilgezet. Men ziet er misdienaars in koorhemden over het plein hollen. Priesters in toog maken er graag een praatje „unter den Linden" op de Kapelleplatz. Drie, vier keer per dag trekken er processies door de straten. De bevolking van Kevelaer kijkt daar allang niet meer van op. Wie in Kevelaer geboren is, is ermee grootgebracht. Het is bijna een familiebedrijf geworden. Het centrum van het stadje is de genadekapel, waarin zich het wonderbaarlijke Mariaprentje bevindt. Het in 1642 door Busman gebouwde kapelletje werd in 1654 vervangen door de zeshoekige kapel zoals men die nu l^ent. Dichtbij de genadekapel staat de „kaarsenkapel" uit 1645, een in deze streken weinig voorkomende barokke creatie. In deze kaarsen kapel offeren alle processies naar traditie een kaars met een gewicht van vijfentwintig pond, die een jaar lang in de kapel blijft staan en regelmatig wordt aangestoken. Een van de vele schildjes aan de muren is afkomstig van de soldatenkoning Frederik Willem I van Pruisen, die op 14 juli 1714 een kaars offerde ofschoon hij niet van katholieken huize maar toch geweldig vroom was. De basiliek van Kevelaer werd in de tweede helft vdn de vorige eeuw gebouwd. Het is een drieschepig gebouw in de trant „van de Duitse vroeg-gotische kathedralen", wat men doorgaans aanduidt als neo- gothiek. Het interieur is bijzonder rijk versierd met schilderingen en beeldhouwwerken. Het magistrale orgel heeft een uitgebreide restauratie achter de rug, een feit dat de onlangs aanwezige Hartebruggers nogal korzelig maakte. Maar ook hun tijd komt. Al kort na de bouw van de genadekapel maakte het groeiend aantal pelgrims de bouw van een Priesterhaus noodzakelijk. Het werd in de loop van de 18e eeuw onder de paters Oratorianen gebouwd, met als opdrachtgever de bisschop van Roermond, vermits Kevelaer destijds nog deel uitmaakte van dat bisdom. Een ander voornaam onderdeel van Kevelaer als Het begin van een processie door Kevelaer: volgens de snoeten van de acolieten zijn de bijna permanent in de weer zijnde knapen allang gewend aan de genaden die hier worden uitgestrooid. bedevaartsplaats is de Kruisweg, die in 1892 in een park, even buiten de stad, werd aangelegd. Veel bedevaarten worden afgesloten met een bezoek aan de „Schutzmadonna" een enorm Mariabeeld, dat is opgericht ter herdenking van de gesneuvelden van beide wereldoorlogen. In een tijd, dat in Nederland veel kerken worden gesloten, ziet de Kevelaerse overheid zich genoodzaakt een gloednieuw en modern bedevaartscentrum te bouwen. Op het ogenblik worden de processies en kruiswegplechtigheden nog vaak bemoeilijkt door het slechte weer. Het bedevaartcentrum „Petrus Canisius Haus", dat op 1 juni 1981 (de datum waarop Busman het genadeprentje in zijn kapelletje plaatste) ingewijd mo^t worden, voorziet in een overdekte rondgang voor processies en andere voorzieningen die de huidige moeten ontlasten. In de winterperiode zal het nieuwe centrum gebruikt worden door de Kevelaerders die dan weer eens iets anders willen. Deken Schultze-Staade draagt zijn bedevaartsplaats uiteraard een warm hart toe en doet er, samen met meer dan duizend andere Kevelaerders, alles aan om het de pelgrims gedurende het seizoen (van 1 mei tot 1 november) naar de zin te maken. „Kevelaer is meer dan een bedevaartsplaats", zegt hij; „het is een ontmoetingsplaats voor Nederlanders en Duitsers geworden. Verreweg de meeste pelgrims komen uit Nederland en er is hier een erg goede band met de Nederlanders gegroeid. Waar men in het Europees Parlement nog over praat, wordt hier in praktijk gebracht. Al jarenlang. Kevelaer kan bijdragen tot een betere verstandhouding tussen Duitsers en andere Europeanen en zodoende als voorbeeld voor anderen dienen". „U kunt over Kevelaer denken hoe u wilt", vindt deken Schultze-Staade, „maar er zijn een paar dingen die op z'n minst opmerkelijk zijn. De inzet van de bevolking bijvoorbeeld. Niemand heeft erom gevraagd, in Kevelaer geboren te worden. Niettemin werken hier ruim duizend mensen vrijwillig aan Kevelaer als bedevaartsplaats. Dat is erg veel, voor een stadje van ruim twintigduizend inwoners. Zo zijn driehonderd mensen, voor een groot deel jongeren, lid van het koor en het orkest die honderdmaal per jaar in plechtige concelebraties moeten optreden. Dat gebeurt allemaal pro deo, dus niet alleen voor God, maar ook gratis. Geen geringe opgave. In de zomer zijn er elk weekend wel drie pontificale hoogmissen. Veel mensen worden daardoor gebonden. Het vreemde is, dat de bevolking zich hier min of meer verplicht voelt om zich voor die bedevaarten in te zetten. We zijn ezrg blij met die vrijwillige arbeid van onze mensen, anders zou het allemaal niet te betalen zijn. De hele bedevaartsplaats drijft daarop". Volgens vooraanstaande" Kevelaerders zijn er drie Nederlandse processies die er echt uitspringen. De mooiste komt uit Haarlem; heel indrukwekkend: „de buschauffeurs dragen de vaandels en beelden, heel mooi", vindt plaatselijke VVy-directeur Herr Pauli. „De kleinste processie komt uit Kaatsheuvel met twee mensen, vader en zoon. Die komen hier elk jaar. De liefste komt uit Breda en de Haagse processie is de best georganiseerde", nog steeds volgens Herr Pauli. Zo kun je nog wel een uurtje doorgaan met Kevelaeria; over de duizend hotelbedden die zowat permanent beslapen worden, over het tekort aan parkeerterreinen en annexe problemen. Maar het einde van het liedje is, dat je Kevelaer mag beschouwen als een eilandje in de katholieke wereld. Vindt de Haagse waarnemer althans. Men kan er genieten van kleinigheden die vroeger kenmerkend waren voor het Rijke Roomse Leven: een priester die met schuddende bewegingen een zakdoek uit z'n mouw haalt, een misdienaar die na het knielen z'n toog keurig over de schoenen drapeert, het ratelen van de rozenkransen over de rand van de kerkbank. Het moet zo zijn, dat voor wie in Lourdes is geweest, Kevelaer. een verademing is, ondanks het hier ook aanwezige ruime aanbod van religieuze artikelen. Maar chocolade Mariabeeldjes zal men er tevergeefs zoeken. „Kevelaer is een verademing, een ingetogen bedevaartsplaats. Geen spectaculaire verschijningen, maar een simpel prentje waaruit velen kracht putten. Kevelaer is intiem, gezellig en springt er daarom tussen veel andere pelgrimsoorden uit. Dat „Kevelaer" zal voortbestaan lijdt geen enkele twijfel. Het aantal pelgrims neemt alleen toe". Leidse pelgrims uitermate tevreden en gelukkig terugkeerde na drie dagen Kevelaer. „We hadden drieëndertig deelnemers meer dan vorig jaar", vertelde ze me. „Er waren drie priesters bij en we hebben prachtig weer gehad". Dit is een verband, dat me enigszins ontgaat, maar men had „van alles genoten". Voor wie dat niet zou verwachten: er waren veel jongelui en jonge gezinnen bij. Drie bussen vol. „Kevelaer" is in opkomst. Daar helpt geen lieve moedertje en geen enkele vernieuwing aan. Volgens mijn Leidse zegsvrouwe is dit een feit. „Je maakt met elkaar die echte sfeer. Nu zijn er alweer tallozen die gezegd hebben, dat ze het volgend jaar weer van de partij zullen zijn". In Den Haag kunnen ze daar ook van meepraten, al is hun traditie daar pas 85 jaar oud. Directeur van de Haagse broederschap is drs. Alb. Th. M. Vreeburg, pastoor van de Leidse Lodewijksparochie, maar al een jaar of vijftien geestelijk leider van de Hagenaars. Ook dat is historisch gegroeid. Ik ontleen nu enkele gegevens aan een Haagse waarnemer die de Hagenaars op hun bedevaart volgde en zich vrij Haags opstelde bij zijn verslaggeving. Zo mogen we van hem leren, dat pastoor •Vreeburg (of-ie het nou leuk vindt om te horen of niet) zijn taak „op onnavolgbare wijze vervult". De Haagse observator heeft gesignaleerd, dat de pelgrims „telkens diep ondër de indruk zijn van z'n preken, die voor veel pelgrims nog te kort duren, al zijn er anderen die de lengte van de sermoenen iets beknot zouden willen zien". Voorts zou pastoor Vreeburg „het etherische" hebben, „dat vele geestelijken van vóór het concilie kenmerkte, hetgeen hij wellicht te danken heeft aan het feit, dat hij de toog nog altijd niet heeft afgelegd". Nu heeft de Haagse waarnemer blijkbaar zijn focus niet geheel scherp afgesteld, want etherisch, uitermate ijl en dun, is de herder van de Lodewijk geenszins. Hij corrigeert zichzelf dan ook terecht: Het vergeelde prentje van Hendrick Busman dat jaar lijks honderdduizenden pelgrims trekt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 5