(tMÜC Steeds minder films, steeds meer bombarie ,nSflANGELES Bestaat Hollywood nog wel? Op de kaart m m alk geval wel. Het is een onderdeel van de woonkolos Los ;aaj Angeles, een drukke stad die over de heuvels zo de San 7 ^ernando Valley ingegroeid is. Maar dat is. niet het Gouden et ijk. In Hollywood wordt geen millimeter film geproduceerd. t De glorie van het witte doek is vastgelegd in Hollywood 2e Jvard, met de namen van de sterren in het plaveisel en de sluii ®n handa,drukken van de allergrootsten in het cement. De lor/goden zelf vind je er niet, ze wonen in de bergen, hoog in ?c/e Beverley Hills of buiten de stad in Palm Springs. jktWood is dus een symbolische naam die alles samenvat wat iote filmstudio's voortbrengen. Maar hoe gaat het dan met studio's? Met hun heilige statu? is zo te zien niets aan de aaf\d. Als je de reclame-objecten'weghaalt stort Los Angeles Jeeltelijk in elkaar. Nog steeds stromen „talenten" toe om ;me, te koesteren in de dure parfumwolken van de groten van \>fjnL Hollywood. v «jlers spreken een andere taal. De eens zo trotse filmgigant 'hJ Metro-Goldwyn-Mayer (MGM) is opgekocht door een JCtontwikkelaar die de filmerfenis in een andere hobby stak: ikken in Las Vegas. Dat levert veel meer geld op. Voor de esj|ljn maakt de leeggezogen MGM-studio nog eën paar films per jaar. Paramount is nu eigendom van de kledingindustrie Gulf 'estern, United Artists is een onderdeel van Transamerica zekeringen), Universal is opgegaan in MCA, die de meeste iten verdient aan muziek en televisie en Twentieth Century J en Columbia zijn ongeveer rond met firma's die van alles Jiet sportartikelen, gokmachines en cola te maken hebben. BURBANK Kc\ Het wordt tijd om te praten met Roger Arnow, de n/ebubliciteitsman van Warner Brothers, waar de uitgekookte handelaren in gebruiksvoorwerpen nog niet zijn e ingedrongen. Het terrein van Warner Bros ligt in Burbank, rejer van ae studio van Universal, die ook vlak naast Warner Adais je de produktie-omvang bekijkt. Roger Arnow zetelt in '?ur\ soort woonwagen en zo hoort het ook in deze business. /n9Jrner Brothers heeft het grootste filmcentrum in de wereld. 'id]studioterrein is een stad op zich met een gas-, water- en ,/771riciteitssysteem dat een bevolking van 40.000 mensen kan I bedienen. „We hebben een eigen politie, eigen 1 '4sportmiddelen, scholen, EHBO-inrichtingen, brandweer en un{ restaurants", zegt Arnow met lichte trots. deiflatie en de dreigende rode cijfers hebben echter al danig er%eslagen. „Hier op dit terrein stond het kasteel uit de film erie\o\, een kunstwerk met alles er op en er aan. We hebben hel het af moeten breken, want èr moest een parkeerplaats 'Qe\ komen", zegt hij en dat klinkt niet meer zo opwekkend, laatste zeven jaren zijn de problemen gekomen", licht hij ,Het aantal films dat hier wordt opgenomen daalde snel en n 2bs opeens ruimte te veel. Colurhbia heeft daar een deel van /s£gen. Het studioterrein wordt nu voor ons en onze partner mbia gerund door een nieuwe maatschappij, de Burbanks Studio's. PRODUKTIE eel Achteroverleunend achter zijn bureau lepelt Arnow zonder emen de films op die Warner Brothers dit jaar in produktie ied heeft. Als je de films die opgekocht worden van kleinere et schappijen er af trekt, blijkt dat er jaarlijks ongeveer twaalf wr films uitgebracht worden. Eens was dat getal 50 en in de >m topjaren 1929 en 1930 zelfs rond de 80. de (kelt Hollywood dan misschien op halve kracht? We kijken wa rond op het studioterrein en na een paar honderd meter aa/ende wanden, deuren en hekken, komen we in een dorpje i a hout en karton. Er is niemand als we door de ramen naar jdèien gluren in een dode ruimte, want de gebouwen bestaan jzo )uter uit voorgevels. Het witte kerkje met de huizen heette oeger Peyton Place, nu is het omgetoverd tot het plaatsje nsi „Hazard", want hier wordt de tv-serie „Dukes of Hazard" ee/Jnomen. In de klaarstaande politiewagens van de sheriff van jenazard County zöuden we zo weg kunnen rijden zonder dat nand het zou merken. Maar we beperken ons tot kijken in vedB merkwaardige namaakwereld en houden ons zelfs keurig aan het verbod hier foto's te maken. b9ie verlatenheid is natuurlijk niet maatgevend voor het he«e ;é/vdiogebeuren. Er wordt heus wel gewerkt en waar de stilte it <*t voel je plotseling de aanwezigheid van de legendarische sti bioscoophelden. Hier liepen in de jaren veertig en vijftig dekken als Humphrey Bogart en James Cagney en daar in die wef zat F. Scott Fitzgerald te worstelen met een te moeilijk filmscript en een fles drank. nit ALLERLAATSTE Op dit moment is men bezig met een spektakelfilm, de specialiteit van Hollywood dus. Het is een heel bijzondere film, het is de allerverschrikkelijkste en waarschijnlijk ook allerlaatste rampenfilm met de titel „The day the world ended". Irwin Allen is de producent, hij maakte eerder „The Poseidon Adventure" en „The towering Inferno" en als je hem mag geloven is zijn nieuwste produkt letterlijk het Absolute Einde. Na „The day the world ended" is er niets meer mogelijk... De opnamen vinden plaats op podium 15, een van de 24 volledig uitgeruste reuzenpodia, die „sound stages" worden genoemd. Boven een groepje mensen hangt een wagentje aan een lange kabel. De wanden worden onder leiding van de regisseur van zwarte brandplekken voorzien. De ruimte wordt opeens pikdonker en slimme lichteffecten creëren het binnenste van een onheilspellende spelonk. VULKAAN De film blijkt over een vulkaan te gaan op een tropisch eiland. De vulkaan is al jaren geleden ingeslapen en dient slechts als toeristische attractie. Een zakenman bouwt er een super luxueus hotel op. Paul Newman speelt een ruwe en avontuurlijke olieboorder die ontdekt dat het binnenin de vredige vulkaan niet pluis is. Newman wil de zaak onderzoeken en de hotelgasten op grote afstand houden, maar de baas doet natuurlijk of zijn neus bloedt. Tenslotte besluit Paul Newman via een kabelbaantje door te dringen in het inwendige van de vulkaan en met die scène is men hier, veilig en gerieflijk, bezig op podium 15. Er wordt flink met rook gespeeld, terwijl Paul Newman en de twee anderen, James Francuscus en John Considine, even de benen strekken in hun eigen trailers. Newman betreedt de trailer waarop iemand vluchtig „Linda Lovelace" heeft geschreven. We weten ondertussen dat het kabelvoertuig in die kokende hel in grote moeilijkheden komt en dat aan het slot van de film de langverwachte eruptie plaatsvindt. Dat is nog maar een deel van de ramp, want verder beeft de aarde op een vreselijke manier en zorgt een plotselinge vloedgolf voor een overstroming. Als Irwin Allen in het woedende water nog een hongerige haai had gestopt, zouden alle rampenfilms in „The day the world ended" zijn samengevat. NEWMAN „In films van Irwin Allen heb je altijd lol", zegt Paul Newman over de film. Er is geen ander werk voor handen dat hem zint en daarom doet hij mee. En ook nog omdat Jacqueline Bisset zijn tegenspeelster is. „De mannen van de speciale' effecten zijn de sterren, niet wij", geeft hij toe. Origineel zal „The day the world ended" niet worden, maar reken maar dat het spektakel technisch volmaakt zal zijn en de oorverdovende ondergang van de wereld de bioscoopbezoekers zal meesleuren. De techniek speelt een hoofdrol in het moderne Hollywood. Bij het maken van een film als „The day the world ended" wordt niets aan het toeval overgelaten. Publiciteitsman Roger Arnow van Warner Brothers vertelt dat het maken van deze film ruim een jaar kost. De voorbereidingen nemen drie vier maanden in beslag en pas dan kan er werkelijk gefilmd worden. De opnamen duren vijf maanden en worden deels op Hawaii en deels op het thuisfront gemaakt. Het afwerken neemt nog eens drie maanden in beslag: het „knippen en plakken", het afbreken van do decors en het bioscoop-klaar maken van de film (o.a. de reclame). Toen de film nog zeer jong was, ontstond in Amerika de „Motion Picture Patents Company", die de ontwikkelingen in eigen hand wenste houden en wilde voorkomen dat Jan en alleman geld zou verdienen aan het nieuwe medium. Niemand zou op eigen houtje meer films mogen maken en de aanschaf van camera's en projectiemateriaal werd onbetaalbaar duur. Jonge filmavonturiers vonden een uitweg, ze reisden naar Californië waar de wet nog niet zo sterk was en men in geval van nood snel naar Mexico zou kunnen vluchten. In de stille heuvels van Hollywood had men alles wat er te wensen viel: prima decors en een heerlijk klimaat. In 1913 waren er aan de westkust al 60 studio's uit de grond gestampt. Hollywood werd een begrip, tot op de dag van vandaag. Niemand zal destijds vermoed hebben dat aardse problemen het droomparadijs zouden gaan kwellen. Wat moet een filmmaatschappij bijvoorbeeld doen tegen het tekort aan benzine? De Burbank Studio's hebben 360 voertuigen rijden die samen meer dan 100.000 liter benzine per maand opslurpen. Dat is nog maar een van de vele vragen die het Hollywood van nu kwellen. RISICO'S Het kost allemaal veel tijd en dat moet ook, want in de huidige filmwereld mag een film eenvoudig niet floppen. Er worden steeds minder films gemaakt om het risico van grote verliezen klein te houden en die films moeten eigenlijk gegarandeerde successen zijn. Er wordt veel geld ingestoken, maar alleen in de absolute zekerheid dat het er dubbel en dwars weer uitkomt. Risico's kunnen er niet meer genomen worden. Kassuccessen krijgen een vervolg, dat werkt altijd. Zo hebben we „Superman 2", „Star Wars 2", „Rocky 2", „The Godfather 3" en een nieuwe variatie op „Butch Cassidy and the Sundance Kid". Oude hits worden in een snel, modern jasje gestoken. Het heeft allemaal te maken met de „filmvreemde" zakenmensen die de macht in Hollywood hebben overgenomen. Accountants delen nu de lakens uit en zien film louter als een manier om winst te maken. En die winst kan weer gestoken worden in verzekeringen, onroerend goed, confectie, frisdrank enzovoort. De gezaghebbende Amerikaanse filmjournalist James Monaco wenst dat er een einde komt aan deze trend van per jaar een paar films uitbrengen die duur zijn (vooral door de reclamecampagnes) en oude successen nog eens overdoen. De maatschappijen die de filmindustrie hebben overgenomen zouden volgens Monaco gedwongen moeten worden hun politiek te wijzigen. Het geld dat uit films komt, moet in nieuwe films gestopt worden en dat kan door investeringen in de film veel lichter te belasten en de investeringen in andere zakelijke belangen juist veel zwaarder. De „tax-man" zou lief moeten zijn voor Hollywood, zoals hij dat ook is in West-Duitsland waar de filmindustrie bloeit en zelfs geld vrijkomt om projecten in Hollywood, het Film-Mekka nota bene, te financieren. PLATEN Terug naar Warner Brothers, de trotse onafhankelijke onderneming in het „verkochte" Hollywood. Met die onafhankelijkheid valt het achteraf behoorlijk tegen, want de filmsector is een onderdeel van Warner Communications, die o.a. de voetbalclub New York Cosmos en de Malibu racewagens De reclame campagnes zijn luidruchtiger dan ooit en nemen zo langzamerhand de helft van het filmbudget in beslag. Jacqueline Bisset, de tegenspeelster van Paul Newman. onderhoudt, het blad MAD uitgeeft en zich met tv-spelletjes bezighoudt. Belangrijkste pijler is de grammofoonplatensector, die de filmpoot naar het tweede plan heeft gespeeld Filmexpert James Monaco zegt over Warner Bros: Ze maakten in 1976 een winst van 85 miljoen gulden bruto door slechts twaalf films te produceren, financieren en distribueren. Als de helft van die winst opnieuw in de filmproduktie was gestopt, zou Warners ten minste acht films meer hebben kunnen maken in 1976. De tijden zijn zwaar, vooral nirhet benzineprobleem met volle kracht gaat toeslaan. Hollywood, die legendarische fantasiewereld, blijft, althans aan de buitenkant in de Grote Droom leven. De reclames in kranten, op de tv en langs de kant van de weg zijn indrukwekkender dan ooit en de kassa's rinkelen vrolijk. En ook de sceptici zullen moeten toegeven dat hier ondanks alles toch nog jaarlijks een paar films het levenslicht zien die artistiek van grote kwaliteit zijn. Steeds weer nieuwe avonturen vol angst, sensatie en ellende stellen de dreigende ondergang van Hollywood uit. De glorie van weleer geeft de duizenden filmmensen extra kracht. Op de toneelvloer onder een veilig dak van lampen, camera's en microfoons komt de illusie niet in gevaar. Nauwgezet en onbekommerd wordt er gewerkt aan „De dag waarop de wereld eindigde". De ondergang van onze aarde op celluloid verbloemt voortreffelijk de moeilijkheden in Hollywood en beschermt de bioscoopbezoekers tegen de wereldse problemen. Hollywood bestaat nog steeds. Eerst zal de wereld kapot moeten gaan en pas dan komt het einde van de illusiefabriek. En als Hollywood dreigt in te storten, zijn er nog altijd filmjongens die er een schokkende film van maken. DIRK VELLENGA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 21