±3 liefde een luxe hoek. Daarnaast blijkt de sociale afstand een rol te spelen; naarmate die toeneemt, worden mensen onaantrekkelijker voor elkaar. Liefdesgeschiedenissen tussen rijke jongelingen en arme fabrieksmeisjes berusten, uitzonderingen daargelaten, meer op fantasie dan op werkelijkheid. Wel geeft met name Nederland de laatste jaren een toename te zien van sociaal en kerkelijk gemengde huwelijken. Waarmee we zijn aangekomen bij het tweede gezicht van de liefde: de betrokkenheid, zoals die meestal in een echtverbintenis gestalte krijgt. Om die te verklaren, haalt drs. Van Naerssen er de uitwisselingstheorie bij, overigens een nog erg jonge theorie die voor aanvullingen en verbeteringen vatbaar is. Hij luidt: de betrokkenheid van twee mensen die van elkaar houden, is het uitwisselen van materiële en immateriële zaken die belonend zijn. Elk sociaal gedrag kan worden beschreven in termen van beloning, ledereen is erop uit een maximale beloning te krijgen. Een beloning geven aan een ander berust op de verwachting iets terug te krijgen. Intieme relaties ontstaan als twee mensen in staat zijn een wederzijds beloningssysteem te ontwikkelen dat een zekere duurzaamheid heeft. Blijft de vraag: wat is precies belonend en wat niet? Onderzoek heeft uitgewezen dat mannen en vrouwen vaak heel verschillende zaken belonend vinden. Bovendien verschillen de beloningssystemen per leeftijd, milieu en opleiding. „Dat maakt liefde zo ingewikkeld", verzucht drs. Van Naerssen. Globaal gesproken onderscheidt hij de romantische en de vriendschapsliefde. De eerste stoelt op de verwachting dat iemand anders de volledige vervulling van je leven wordt, dat je bijna alles samen doet, elkaar volledig trouw bent, dat je elkaar zonder woorden begrijpt, dat liefde spontaan en irrationeel en duurzaam is. „Deze liefde", zegt drs. Van Naerssen, „stelt in termen van de uitwisselingstheorie zeer hoge eisen aan een relatie; men moet elkaar dikwijls en op alle terreinen van het leven belonen". De vriendschapsliefde is zakelijker en stelt prioriteiten: wat vind ik echt waardevol en hoe is het mogelijk mijn waarden met die van een ander te delen? Afhankelijkheid is geen voorwaarde, maar een mogelijkheid. „De romantische liefde", aldus drs. Van Naerssen. „stelt beloningen absoluut en is in de praktijk vaak een bron van frustraties, terwijl de vriendschapsliefde hoewel ook niet zonder conflicten vaak duurzaam en vreugdevol is". De praktijk Hoe staat het in de praktijk? Niet zo best, meent de sociaal psycholoog Jos Frenken op grond van een recent onderzoek. „Er zit veel waars in het gezegde dat de liefde ophoudt waar het huwelijk begint. Bij ongeveer 50 procent van de onderzochte huwelijken is sprake van seksuele afkeer, van conflicten, van ontevredenheid met de sociaal-emotionele relatie. De manier waarop wij in het huwelijk samenleven permanent, monogaam, met starre, verschillende rollen leidt voor velen tot situaties van ongelijkheid, onmacht en frustratie. Voor hen geldt dat het huwelijk de liefde doodt. Voor waarschijnlijk weinigen is het weggelegd een solidaire, emotioneel gedragen, tedere en lustvolle relatie te onderhouden die vrij is van machtsongelijkheid, afhankelijkheid en angst". De cijfers staven dit sombere beeld. Bijna 300.000 Nederlanders roepen jaarlijks de hulp van een therapeut in omdat ze met zichzelf of met anderen geen raad meer weten. Bij een enquête, uitgevoerd door de universiteit van Nijmegen, bleek dat 22 procent van de ondervraagden het afgelopen jaar wel eens met een derde geslachtsgemeenschap had gehad. Vierenvijftig procent had met een ander dan zijn partner geflirt, 30 procent was op een ander verliefd geweest en bij 36 procent was het tot vrijen gekomen. Momenteel loopt ongeveer acht procent van de Nederlandse huwelijken opeen echtscheiding uit. De socioloog A. Frinking voorspelt dat dit cijfer in elk geval zal verdubbelen en acht op langere termijn een verdrievoudiging niet uitgesloten. „Dit betekent dat 1 op de 4 huwelijken vroeg of laat door echtscheiding zal worden ontbonden". Vergankelijkheid... het derde gezicht van de liefde. „De liefde verdrijft de tijd; de tijd verdrijft de liefde" (Frans spreekwoord). Rouwproces Ofwel de dood neemt een geliefde weg. Over die vergankelijkheid en de betekenis ervan voor mensen is prachtig geschreven door de Amerikaanse psychiater Elisabeth Kubler-Ross. „Als wij verkiezen lief te hebben, dienen we ook de moed te hebben verdriet te dragen. Met het verlies van één liefde mag niet ons hele vermogen om lief te hebben verloren gaan. Door ons verdriet kunnen we groeien". In dit verband benadrukt dr. Kubler-Ross het belang van wat in de psychologie rouwprocessen heet. „Je moet mensen aansporen te praten over degene die gestorven is. herinneringen op te halen, te vertellen over haar of hem, ja, misschien zelfs te praten tegen de overledene. Het uiteindelijke doel van het rouwproces is dat je zonder pijnlijke emotionaliteit kunt terugdenken aan wat geweest is en dat je je overvloed van gevoelens weer op iemand anders kunt richten. Het rouwproces kost moeite en tijd en het ië afmattend, maar het werkt ook verrijkend en vervolmakend". Volgens de waarschuwing: „Hulpverleners, zowel beroepskrachten als leken, laten zich dikwijls verleiden tot een poging de rouwenden voor het leed te behoeden en te beschermen, met als enig resultaat dat ze dit leed tot later verschuiven. Maar we kunnen het verdriet niet wegnemen. Wij allemaal moeten onservan bewust zijn hoe buitengewoon gevaarlijk het is het rouwen uit te stellen of te ontlopen". Wanneer de liefde op een andere manier dan door de dood vergankelijk blijkt, treden er ook rouwprocessen op. De seksuoloog Ronald van den Berg: „Met name bij het overgaan van de verliefdheid, terwijl de relatie toch blijft voortbestaan. Het wordt veroorzaakt door het feit dat bij het overgaan van de verliefdheid in liefde gerouwd wordt om de volmaaktheid die in het verliefde stadium om de partner heen gefantaseerd is. In plaats van een ideaal mens blijkt de geliefde een gewoon mens van vlees en bloed, met goede en kwade kanten. Dat afscheid nemen doet pijn en is eigenlijk ook een soort rouwproces. Er stranden nogal eens relaties op". Het rouwproces bij een echtscheiding tenslotte. Dr. Revejan: „Als iemand de scheiding gewild heeft of een ander heeft ontmoet waarop hij verliefd is, verloopt het niet zo pijnlijk; dan wordt de leegte meteen opgevuld. Maar voor de ander is het veel pijnlijker. Die moet soms oppassen dat hij niet snel bij wijze van troost een nieuwe verhouding begint. Het is goed eerst jezelf terug te vinden voordat je een nieuwe band aangaat, want dat kan pas wanneer je er voor open staat. Eigenlijk ben je niet aan een andere band toe voordat je de vorige band volledig afgestoten hebt, voordat je het rouwproces helemaal hebt afgerond. Dat kan wel twee jaar duren, maar het is beter er toch doorheen te gaan en gedurende die tijd alleen te blijven, hoe moeilijk dat ook Is". „De boom van de liefde heeft maar één tak. Daar spruit nooit een tweede voor de eerst# brak". (Spaanse copla) PIET SNOEREN uc de 06 9 fl '^gezichten itd 3 van üj de liefde De vormen die de ?ei liefde aan kan bal nemen dat zijn er de afgelopen j duizend jaar meer verschillende ite geweest dan op de tei vingers van twee rb handen te tellen vallen worden 'n niet zomaar op een °l goede dag uc uitgevonden of van du een andere cultuur t«i overgenomen. „Ze zijn door duizenden 3 factoren uit heden en verleden se bepaald", stelt de de seksuoloog dr. J. ul van Ussel. „Vandaar de grote verschillen. Een liefde zoals die in Love Story zou door de Grieken een manie genoemd wórden, een vorm van bezetenheid of |Sli ziekte waaraan de Goden schuld hadden. De ij Romeinen gingen 9el nog verder: de ,u liefde doet iemand z)jrZljn zinnen verliezen. Maar in samenlevingen als de onze is de afstand tussen de enkeling en de maatschappij groot. Hier kan aan één kant van die tweedeling een stevige kern van contact ontstaan, ori een eiland waar i» sterke •4 liefdesgevoelens 'ij leven." Over dit eiland gaat 1 het derde van de serie artikelen die am we wijden aan het ei* verschijnsel liefde, „een migraine Tj3 waarvoor niemand rc gespaard blijft" zei (Robert Graves); „zoiets als de '<c' mazelen; we moeten 'J er allemaal doorheen" (J. K. Jerome). Bij het In i.i kaart brengen cM onderscheidt drs. A. van Naerssen, medewerker ;nJ vakgroep sociale sj psychologie aan de er| Utrechtse universiteit, drie kenmerken: nabijheid, betrokkenheid en ei) vergankelijkheid. Dat m zijn de verschillende gezichten van de ï'f liefde. K DEN HAAG „Ik zocht des nachts op mijn leger hem die mijn ziel liefheeft. Ik zocht hem, maar ik vond hem niet. Ik zeide: ik zal nu opstaan en in de stad omgaan, in de wijken en in de straten. Ik zal hem zoeken die mijn ziel liefheeft. Ik zocht hem, maar ik vond hem niet. De wachters die in de stad omgingen, vonden mij. Ik zeide: hebt gij die gezien die mijn ziel liefheeft? Toen ik een weinigje van hen weggegaan was, vond ik hem die mijn ziel liefheeft. Ik hield hem vast en liet hem niet gaan". Zo zingt het Hooglied van Salomon en de woorden zijn nog steeds toepasselijk. „Uit de nabijheid", zegt sociaal psycholoog drs. A. van Naerssen, „leiden we het eerste gezicht van de liefde af, eros of verliefdheid, waarbij de nadruk ligt op het zo lang en zo dicht mogelijk bij de ander willen zijn met als eindpunt van het gevoel de wens om met de ander samen te vallen". Verliefdheid dus, „de enige neurose waaraan ook normale mensen lijden" (Freud). De psychiater dr. H. Musaph komt met de volgende omschrijving: „Onder verliefdheid kan men een toestand van gevoelsverwarring verstaan die gericht is op één persoon, waardoor deze persoon een uitzonderlijk sterke betekenis krijgt. Uit deze definitie kan men afleiden dat het ontstaan, verloop en einde van een verliefdheid buiten het verstand vallen. Men kan zichzelf niet dwingen verliefd te worden of op te houden met verliefd zijn. Gevoelens laten zich niet dwingen. Niemand kan iemand dan ook kwalijk nemen dat hij of zij verliefd is. Men kan er hoogstens een oordeel over hebben hoe de persoon in kwestie zijn gevoelsverwarring hanteert. En ook hierover is discussie mogelijk". Over verliefdheid kan in de meest zakelijke als de meest verheven termen gesproken worden. In het boek „De liefde ontleed" komen we deze passage van Jaques Hoevenaars tegen: „De verliefdheid heeft als functie gekregen de enkeling uit het ouderlijk milieu los te maken en hem erop voor te bereiden een nieuwe leefeenheid te stichten. Voor al zijn behoeften zal hij in de toekomst aangewezen zijn op die ene ander; geen wonder dan ook dat die ander aanvankelijk wordt geïdealiseerd. We verwachten alles van die ander, en met goed recht, want buiten die ander hebben we van niemand iets te verwachten". De verschillen in verliefdheid tussen mannen en vrouwen passen uitstekend in zo'n functioneel model, vindt Hoevenaars. „Zij die in economische zin het minst bijdragen in een relatie, hebben binnen die relatie de minste macht en ze moeten die dan ook op andere wijze zien te verwerven. Verliefdheid is een uitstekend middel daartoe. Vrouwen worden eerder en vaker verliefd dan mannen en ze kiezen meestal een oudere partner. Op deze manier verzekeren ze hun eigen toekomst. Maar tegelijk zijn ze veel pragmatischer ingesteld. Liefde hoeft niet per se. als er dan maar een ander machtsmiddel is. Door mannen verliefd te laten worden, krijgen vrouwen een middel in handen om een relatie te bestendigen. Mannen worden op vrouwen verliefd, maar vrouwen geven de aanzet daartoe". Deze nuchtere benadering lijkt gestaafd door de feiten die antropologen hebben ontdekt. In bijna elke samenleving ter wereld wordt de lichamelijke schoonheid van de vrouw belangrijker gevonden dan die van de man. Bij de beoordeling van die schoonheid staan voorop: een gezond uiterlijk, een gave huid en goed gevulde, zelfs corpulente vormen. Rosenblatt verklaart het aldus: „In de meeste culturen is voedsel schaars zodat een gezonde en mollige vrouw als het ware de status en de rijkdom van haar man toont; het gaat haar letterlijk naar den vleze". Omgekeerd wordt bijna overal de aantrekkelijkheid van de man meer bepaald door zijn kunde en behendigheid die het brood op de plank brengen, dan door zijn uiterlijk. Oer-verdriet Maar ook voor verheven uitleg is verliefdheid vatbaar. In „Rondom de leegte" schrijft dr. C. Verhoeven: „De verliefdheid zou niet zulk een gebeurtenis zijn in een leven, als de seksualiteit niet het leven beheerste. En de seksualiteit zou op zijn beurt niet het leven kunnen beheersen, als hij niet ervaren werd als de meest drastische therapie tegen het oer-verdriet. Seksualiteit is gedramatiseerde vertroosting. Alles in de andere sekse wekt de verwachting van een strelende aanraking waarvan de werking reikt tot in de diepste droesem van het oer-verdriet. Er is misschien ter wereld geen andere en meer reële troost dan deze streling. In elk geval verwachten we die steeds weer, hoe dikwijls we ook menen te doorzien, dat we bedrogen uit zullen komen". Wie wordt op wie verliefd? Een Amerikaans onderzoek heeft uitgewezen dat 82,8 procent een homogene keuze maakt, dat wil zeggen: een partner kiest van dezelfde huidskleur, dezelfde levens- en wereldbeschouwing, dezelfde sociale laag. De socioloog Bossard heeft aangetoond dat er verband bestaat tussen woonafstand en het aantal gesloten huwelijken; mensen die dicht bij elkaar wonen, huwen eerder met elkaar dan personen op grotere afstand. Nabij zijn doet blijkbaar begeren. Er is een voorkeur voor het meisje om de „We verwachten alles ven die ander, en mei goed recht, want bulten die ander hebben we van niemand Iets te verwachten".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 15