Geloof dat wetenschap alle kwalen kan genezen is mythe MAMMA, KAN JE DE WAS OPHANGEN AAN DE NULLIJN? HET ANTWOORD STAAT IN DE KRANT. Toneelspelen met Guus Hermus en quizzen met Joop Koopman speelse museum uitverkoop Korte metten In gesprek gaan met China gelijk aan trekken aan snorharen van een tijger „WONDERLAND" IN AMSTERDAMS TONEELMUSEUM De Zwitserse socioloog Theodoor Leuenberger is de op de conferen tie van de Wereldraad van Kerken over geloof, wetenschap en de toe komst die in het „Massachusetts Institute of Technology" wordt ge houden, fel van leer getrokken te gen het geloof in de almacht van de wetenschap. Het geloof dat de wetenschap alle kwalen kan genezen, is een bijge loof, aldus Leuenberger, en de be oefenaars van de natuurwetenschap zijn heel ver gegaan om deze mythe in stand te houden. Volgens de Zwitserse socioloog gaat de weten schappelijke vooruitgang samen met een ontwikkeling die een toe komst schept, die „bol" zal staan van de technologische ongelukken en fouten. De strategen van de toekomst in de sterk geïndustrialiseerde landen die nen zich bewust te zijn van de on vermijdelijke neveneffecten van de vorderingen op wetenschappelijk gebied en de massa moet van deze negatieve ontwikkeling terdege doordrongen worden. Het opheffen van politieke tegenstellingen via we tenschappelijke planning is een mo dem bijgeloof, aldus leuenberger. De Japanse fysicus Yosjiobu Kaki- utsji was minder pessimistisch. Ge zien de ontwikkeling in Japan, dat volgens hem op basis van westerse technologische kennis uitgroeide tot een industriële reus zonder dat daarbij het japanse volk diepgaand van zijn eigen cultuur vervreemdde, stelde de Japanse fysicus dat de vorderingen op wetenschappelijk gebied, mits op de juiste wijze be heerst en gestuurd, ingebracht kun nen worden in de maatschappij zonder de bestaande culturen aan te tasten. Eerder hadden wetenschapsbeoefe naars uit diverse landen gewezen op het feit dat wetenschap en tech niek een belangrijke rol spelen bij de verdere groei van de kloof tus sen de rijke en de arme landen. De overtuiging dat deze kloof niet gro ter meer kan worden zonder dat men zijn toevlucht neemt tot poli tieke onderdrukking dringt steeds verder door, zo stelde de Venezo laanse professor Manuel Sadosky. Er wordt minder ophef gemaakt van het falen van een kernreactor in Spanje dan bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, aldus Sadosky, die er verder op wees, dat tot ver vulling leidende technische procé- dé's die in geïndustraliseerde lan den verboden zijn, zonder meer worden toegepast in landen van de derde wereld. Prof. Mahinda Palihawadana van de universiteit van Sri Lanka ver klaarde dat de boeddhisten in zijn land fundamentele bezwaren heb ben tegen de moderne technologie. De mens van nu is volgens hen op subtiele wijze en bijna onbewust te rechtgekomen in een situatie, die gekenmerkt wordt door een onge breidelde hang naar materieel bezit en comfprt. Iets dergelijks heeft zich nog niet eerder voorgedaan in de geschiedenis, aldus prof. Mahin da Palihawadana. De bisschop van Quetzal tenango in Guate mala, de jezuiet Luis Manresa Formoso (64), is volkomen onverwacht afgetreden. Hij verblijft momenteel in Spanje. De bisschop penconferentie heeft in een verklaring ge zegd, dat de bisschop om persoonlijke mo tieven en gewetensgronden was afgetreden, maar de priesterraad ontkent dit ten stel ligste en geeft als zijn mening, dat de bis schop, die zich steeds heeft ingezet voor so ciale gerechtigheid, was afgetreden onder rechtse druk. De voormalige aartsbisschop van Los Ange les (1948-1969), kardinaal James Mclntyre, is op 93-jarige leeftijd overleden. James Mclntyre werd op zijn dertiende loopjongen bij de beurs van Wallstreet en hij Worn op tot chef bij een makelaarsfirma. Intussen bezocht hij avondscholen. Hij weigerde een deelgenootschap in de firma waar hij werk- te en werd priester. In Los Angeles heeft hij veel gedaan voor het katholiek onder wijs. In plaats van een nieuwe kathedraal liet hij in vier jaar tijds tweeëntachtig nieu we scholen bouwen. Voor de eerste keer is een leek tot presi dent van een Franse katholieke universiteit benoemd. Het is Michel Falise (48), doctor in de rechten en de economie, die van on der-directeur tot president werd van de ka tholieke universiteit in Lille. Falise, die studeerde in Leuven en Harvard, is ook president van het internationaal katholiek bureau voor het kind. Moeder Teresa heeft nu ook in de Verenig de Staten twee nieuwe kloosters geopend van haar congregatie „Missionarissen der naastenliefde". Het ene bevindt zich in St.- Louis, het andere in Detroit. Evenals in het in 1970 gestichte klooster in de Spaanse wijk van New York-Harlem, richten de zus ters van beide nieuwe vestigingen zich tot het armste deel van de bevolking. De con gregatie telt inmiddels 1800 zusters en 300 priesters uit zeventig landen. De congregatie kan de verzoeken om vestigingen echter niet bijhouden. Alleen vorig jaar al kreeg moe der Teresa van negentig bisschoppen en pastores verzoeken om enkele zusters te stu- De nieuwe gezant van Soedan bij de Heili ge Stoel, Bashir Bakri, heeft zijn geloofs brieven aan de paus overhandigd. Bakri (61) heeft in Cairo rechten, in Parijs filoso fie, in Oxford economie en in Den Haag in ternationaal recht gestudeerd. Hij werkte bij de UNESCO en vertegenwoordigde zijn land in Frankrijk, België, Nederland en Spanje. „Als de politie niet eindelijk eens haar plicht doet" dreigt de bisschop van Propria in het Noordoosten van Brazilië, José Bran- dao de Castro, alle vieringen in de kathe draal van de stad een maand lang stop te zetten en alle kerkelijke dienstverlening aan de bevolking van het bisdom op te schorten. Dit vanwege de „volledige onbewegeiijkheid van de politie en het justitieel apparaat", die niet hebben gereageerd op zijn klachten over gewelddadigheden in de kathedraal door een groep grootgrondbezitters in no vember. De bisschop had de autoriteiten ge vraagd om hulp tegen een groep gewapende boeren, die indianen van de Choco-stam uit hun gebied willen verdrijven en de priesters belemmeren de indianen menselijke en rechtskundige bijstand te geven. De zeven bisschoppen van Taiwan, het voormalige For mosa, hebben een dringend beroep gedaan op het werel depiscopaat en op alle mensen, „wie de gerechtigheid lief is", om de zeventien miljoen inwoners van Taiwan niet tegen hun wil over te leveren aan de Volksrepu bliek China. Zij wijzen erop, dat de internationale politiek Taiwan ge leidelijk aan heeft beroofd van alle garanties en bescher ming voor een zelfstandig bestaan. De kwestie van Tai wan is „een binnenlandse aangelegenheid van China" ge worden, aldus de bisschoppen. Het episcopaat van Taiwan zegt de gevoelens van de be volking te vertolken, wanneer „slechts één China, een cultuur, één natie, een territdrium erkent", maar ook wanneer het „uit alle kracht het bewind op het vasteland afwijst, dat onze broeders tot slaven maakt". Dat Taiwan onbetekenend klein is tegenover China vin den de bisschoppen geen argument om de bevolking maar aan haar lot over te laten, want zo schrijven de bisschoppen van de 160 onafhankelijke landen in de wereld hebben er 120 minder inwoners. Zij beklemtonen dat hun afkeer van volledige aansluiting bij China niet voortkomt uit angst een redelijke welvaart te verliezen, maar uit angst voor het verlies van de vrij heid van denken en geweten. Zij zeggen geen illusies te hebben over de democratisering van de Volksrepubliek. De Taiwanese bevolking weigert volgens hen terecht de dialoog. In gesprek gaan met China is volgens volkse wijsheid hetzelfde als trekken aan de snorharen van een tijger. Zij erkennen wel het dilemma waarvoor Taiwan staat: in dialoog gaan met China betekent opgegeten wor den, maar de dialoog weigeren betekent internationaal verlies aan respect De bisschoppen van Taiwan doen dan een beroep op alle mensen, die de gerechtigheid en waarheid liefhebben, om de bevolking van Taiwan niet aan de Chinese slavernij over te leveren. Het volk van Taiwan is bereid zijn vrij heid en zijn lotsbestemming te verdedigen, aldus het epis copaat DONDERDAG 19 JUL11979 PAGINA 7 AMSTERDAM Een museum voor het toneel. Het klinkt weinig opwin dend. Zoiets als een stoffige opbe rgplaats voor een kunst die het bij uit stek van het levende woord, gebaar en beeld moet hebben. Panelen, kostuums, foto's en recensies uit een grijs of grij zer verleden, herinneringen aan wat er niet meer is, een museale doodkist voor een kunstvorm die niet vast te leggen is. Zo zou het kunnen zijn, ware het niet dat men in het fraaie grach tenpand van Philip Vingboons aan de Herengracht nummer 168 hevig z'n best doet van dat Toneelmuseum een leven de zaak te maken. Wie dezer dagen binnenloopt in dat Toneelmuseum kan dan ook verrassende ontdekkingen doen. Voor de zomermaanden zijn de klassieke ruimtes in het pand omgeto verd tot een waar panopticum waar zowaar de geur van theater op een my- sterieuse manier in de kluizen tevoor schijn is gekomen. „Wonderland" heet die expositie die tot en met 22 oktober te zien blijft. Een tentoonstelling zonder een bepaald the ma. Een zo theatraal mogelijke kijk tussen de coulissen van èn museum ën toneel. Een zomeropruiming uit het steeds groter wordende bezit van het Toneelmuseum met de nadruk op de speelsheid die het theater eigen is: Je kan er niet alleen een windmachine be dienen, niet alleen een eigen schimmen spel spelen, je kan er zelfs terecht voor een regelrechte confrontatie met quiz master Joop Koopman die je uitdaagt voor een spelletje „1 voor tien" in plaats van „2 voor twaalf'. Je kan er bovendien echt toneelspelen. Met nie mand minder dan Guus Hermus als partner. Steeds als het Toneelmuseum tentoon stellingen organiseerde rond min of meer nauw omschreven onderwerpen als Ibsen, Molière, Vondel of Verkade, kwamen er voor de ontwerpers uit de schatkamer van het museum zoveel leu ke, gekke, interessante en mooie dingen te voorschijn dat ze elke keer met bloe dend hart in verband met ruimtegebrek een aantal zaken van het tentoonstel lingslijstje moesten schrappen. Daar door kwam men op het idee, het mu seum zélf eens te presenteren op een feestelijke manier waarbij kenner of niet, jong of oud, zich even als een Affiches, kostums en een vorstelijke zetel. nieuwbakken Alice in het Wonderland van het theater kon wagen. Wie de eer-: ste verdieping van het pand binnen komt, staat meteen tussen de coulissen. Maskers, decorstukken, rekwisieten sta ren je aan in een wat geheimzinnig clair-obscur van steeds wisselende spots. Uit de luidsprekers klinkt een collage van stemmen. Het grote theater, de 'kleinkunst, Guus Hermus, Dimitri Frenkel Frank, liederen van Brecht, het galmt om je heen alsof je werkelijk achter het toneel staat en de acteurs straks haastig langs je zullen lopen op weg naar de kleedkamer. Met een mas ker van Jan de Quay, ndést een beeld van Lodewijk de Veertiende uit de Mo lière-tentoonstelling, de kartonnen be nen van de call girls uit een Wim Son- neveld-show hups terzijde, een blik op een serie decormaquettes waaronder één van de beroemde Tsjech Joseph Svobodé, kan je in een hoek stilletjes je eigen orkaan laten gieren met een ontluisterend simpele windmachine: Een rol die langs markiezendoek draait. Eventjes verder sta je midden in het environment van de Amsterdamse groep Staller, die zelf aan een internati onale toemee bezig is. Je loopt er wat onwennig tussendoor met het gevoel dat elk moment de bel kan gaan en de voorstelling zal beginnen. Glitterkast Een toneelmuseum telt meer onderdelen dan al die visuele restanten van theater en show. De bibliotheek is een minstens even belangrijk onderdeel, het knipse larchief wijst achteraf nog eens op de harde krantefeiten van de heren recen senten: Het was mooi, niet mooi, fraai verzorgd of een complete mislukking. Ook dat onderdeel van het Toneelmu seum ligt in het Wonderland eventjes open en bloot ter inzage voor nieuws gierigen. Wie de nabije historie kritisch wil betrappen kan er documentair la den lichten of, weliswaar aan kettingen verankerde, ordners met knipsels inkij ken. Temidden van dat wonderlijke doolhof vind je dan nog een „glitter- kast" waarin alle fraaie nep, sieraden van toneelkoningen en koninginnen, staat tentoongesteld, een kast met goo- chelattributen uit het verleden, draait de pompeuze zetel rond die de actrice mevrouw Kleine-Gartman (naar wie het plantsoentje op het Leidseplein ge noemd is) van haar „kunstgenoten" aangeboden kreeg bij haar afscheid als mejuffrouw Serklaas van H.J. Schim mel eind vorige eeuw. Boven, op de „zolder" van het theaterlabyrinth staan, diametraal tegenover'elkaar, de frivole kostuums uit de Annie M. G. Schmidt- musical „Foxtrot" en de nog altijd in drukwekkende klassieke pakken die Wim Vesseur maakte voor Erik Vos' „Perzen" uit 1963. Koopman-quiz Maar het aardigste blijft de vondst om bezoekers te laten „doe het zeiven" in het museum. Door een druk op de knop kan je Joop Koopman aan het werk zetten die via de geluidsband en een serie dia's een tiental vragen rond de kleinkunst van heden en verleden gaat stellen. Hij wacht geduldig op een goed ant woord waarvan de eerste letters, net als bij de televisiequiz, een woord opleve ren. Opzoeken is er weliswaar niet bij, maar Koopman geeft je na afloop en enige bedenktijd de juiste antwoorden, zodat je jezelf kan controleren. Voor wie het goede woord op het bijliggende formulier heeft kunnen vinden, ligt er beneden aan de receptie van het mu seum een kleine prijs te wachten: Een gek affiche of een reproductie van zo'n oude koptografische prent, om uit te knippen en met licht erachter om te zetten in schaduwbeelden. In een zij zaaltje is een mini-theatertje ingericht Je kan er het podium beklimmen waar Guus Hermus in bordkartonnen versie aan tafel gereed zit om je uit te dagen tot een theaterdialoog uit het stuk „Een gelukkige hand". Voor je ligt zijn en jouw tekst (die in het „echt" door Caro van Eyck gespeeld werd) en door een paar simpele drukken op de toetsen naast je, begint Hermus met zijn karak teristiek, neuzelend geluid en mag je zelf je beste stem in het kapittel uit brengen. Na afloop van de scène kan je dan alles tezamen horen: De grote Guus Hermus met je eigen, uiteraard wat ielere geluid, in een instant-spekta kel dat de grote planken weliswaar nooit zal halen, maar waarbij je zelf op een van de pluchen stoelen in het zaal tje kan gaan zitten luisteren in een kortstondige waan van theatergrootheid. Het zijn die leuke-dingen-vooride-men- sen die het Toneelmuseum tot eind ok tober een prima speelplaats maken voor hele families die nu niet eens bij voorbaat gedegen onderlegd moeten zijn in de theaterkunde. Iedereen die normaal z'n toneel, cabaret of show vanuit de zaal geniet, kan voor een paar momenten voyeur zijn tussen de coulissen van dat gekke bedrijf, kan de geur van dat theater opsnuiven en al spelend de weg kwijt raken in een erg aardig Wonderland in een deftig grach tenpand. BERTJANSMA LEIDSE COURANT Een houten Jan de Quay naast een bizarre sprookjesuitmonstering.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 7