Is
liefde een luxe
vrouw; de mogelijke vervulling van zijn droom.
Bertrand Russell heeft geschreven: „Liefde strekt zich veel
verder uit dan het verlangen naar seks. Het is het
voornaamste middel om te ontsnappen aan de eemzaamheid
waarin we anders gedoemd zouden zijn te leven". Gold dat
zelfs al in die Spaanse grot uit de oertijd?
Ongeveer tienduizend jaar voor het begin van onze jaartelling
voltrok zich een dramatische omwenteling. De mens ontdekte
hoe hij op onvruchtbare grond tarwe, rogge, gerst en haver
kon verbouwen, hoe hij boomgaarden kon aanleggen en
wilde dieren kon temmen. Gedurende deze fase is de
grondslag gelegd voor de zeden en gewoonten die ook
vandaag nog gelden.
De vrouwen werden voor de mannen net zo'n kostbaar bezit
als akkers of vee, want ze brachten de nakomelingen voort
die met het oog op de zich steeds uitbreidende
werkzaamheden onontbeerlijk waren. Om de vrouw te
behouden, wilde de man haar aan zich binden en hij stelde
het huwelijk in. De vrouw kwam te vallen onder het
„vaderrecht" en dit patriarchaat werkte volgens dezelfde
beginselen als het eigendomsrecht dat noodzakelijk werd
geacht voor een ongestoord gebruik en voor de bescherming
van materiële goederen.
Nog steeds beschouwen sociologen deze verandering in de
verhouding man-vrouw, hoewel hij zich in de prehistorische
tijd afspeelde, als „de grootste nederlaag van het vrouwelijk
geslacht uit de wereldgeschiedenis".
Het feminisme van nu is niets nieuws. Steeds weer door de
eeuwen heen hebben de vrouwen geprobeerd deze nederlaag
uit te wissen, waarbij ze niet zozeer streden tegen het
huwelijk als zodanig, maar tegen hun aldoor groeiende
rechteloosheid en de daaruit voortvloeiende dubbele moraal
waarvan ze het slachtoffer bleven zolang op zedelijk gebied
de wet niet door vrouwen werd uitgemaakt, maar door
mannen... in naam van het geloof dat de mannen,
alleenvertegenwoordigers van de goden, in hun priesterlijke
functies verkondigden.
...Het viel een hemels döuwe voor mijns liefs veinsterkein. Ic
en weet gheen schoonder vrouwe. Si staet int herte mijn. Si
hout mijn herte bevanghen....
Een sprong vooruit in tijd en cultuur. Hoe zoet klinken ze,
die oude minnezangen. Hoe doordrenkt is de kunst van
hoofse liefde en tragisch liefdesverdriet. „Beter bemind en
verloren te hebben, dan nooit de liefde te hebben gekend"
(Tennyson). Maar deze verheven gevoelens waren
voorbehouden aan de betere standen, anders zouden ze ook
niet tot ons zijn gekomen; de rest kon immers lezen noch
schrijven.
De volkse spreekwoorden uit die tijd vullen andere boekdelen:
Van liefde kan de schoorsteen niet roken; Noch vrouw noch
zwijn mag het huis uit zijn; De dood van de vrouw en het
leven van het paard maken de man rijk; De rouw over de
overleden vrouw duurt tot aan de voordeur; De twee mooiste
dagen van een man op aarde zijn wanneer hij zijn vrouw
neemt en haar begraaft...
Genegenheid
Edward Shorter komt in zijn onderzoek naar de wording van
het moderne gezin dan ook tot de slotsom dat de huwelijken
van onze voorvaderen niet uitblonken door genegenheid. De
verbintenissen werden bijeengehouden door het gareel van
afstamming en eigendom. Trouwen was vooral een
economische aangelegenheid. Persoonlijke gevoelens deden
er minder toe; samen hard ploeteren voor het dagelijks brood
kwam op de eerste plaats. Berusting en weerzin behoorden
even gewoon bij het gevoelsleven als armoede en gebrek bij
het lichamelijk leven. Toch noemt Edward Shorter deze
relatievorm in zekere zin eerlijker en realistischer dan de
huidige. Tussen man en vrouw heerste binnen het kader van
hun rolverdeling een zekere solidariteit. Ze stonden samen
voor de boerderij, de winkel, het bedrijf.
Proletariaat
Dan komt de negentiende eeuw. De industriële revolutie zet
alles op zijn kop. Bedrijfjes verdwijnen en daarmee de
banden van solidariteit binnen het gezin. Man, vrouw en
kinderen moeten de fabriek in om, ten bate van een kapitaal
zonder naam en gezicht te sloven voor hun naakte bestaan
of minder. Gelijktijdig echter spoelde de romantiek over
Europa. Rozegeur en maneschijn. „Gelieven kunnen niet
sterven, want liefde is onsterfelijkheid" (Dickinson). Het
grauwe proletariaat kreeg een handvat aangereikt om
overeind te blijven. Bezittingen om te bewaren en erfenissen
om door te geven, had het niet meer.
Zo kon de romantische liefde promoveren tot zin van het
bestaan. Men koos zijn partner niet langer vanwege stand of
geld, maar louter om het persoonlijk geluk dat men van de
verbintenis verwachtte. Cultureel gevoelsegoïsme noemt
Edward Shorter deze ontwikkeling; man en vrouw gaan
persoonlijke bevrediging belangrijker vinden dan hun bijdrage
aan het maatschappelijk welzijn. Het paar zwelgt vol
verrukking in elkaar.
Roseografie
Zo zijn we, 800.000 geslachten overbruggend, bij de liefde
gearriveerd die de meeste westerse mensen van vandaag als
enig juiste norm erkennen. De massamedia en de reclame
moedigen hem lustig aan. „Roseografie", noemt R. van den
Berg, wetenschappelijk medewerker seksuologie aan de
universiteit van Amsterdam, dit verschijnsel ofwel: „de rozige
voorstelling die bijvoorbeeld in vrouwenbladen van het leven
wordt gegeven". Hij acht het gevaarlijker dan porno. „In die
roseografie is alles mooi: verliefdheid is mooi, trouwen is
mooi, een kindje krijgen is mooi. Daarmee worden mensen
voor de gek gehouden, want in werkelijkheid blijkt alles heel
anders te gaan dan roseografie voorspiegelt".
De cijfers lijken zijn beschuldiging te staven. Prof. G. Kooy
schat: vijf procent van de huwelijken in Nederland is zo
grondig ontwricht dat de echtparen uit elkaar zouden moeten
gaan. Dan praat je over 150.000 huwelijken ofwel 600.000
mensen (2 volwassenen, 2 kinderen) die in slechte psycho-
hygiënische omstandigheden leven. In Amerika loopt al èen
van de drie echtverbintenissen op scheiding uit, na een
gemiddelde huwelijksduur van nauwelijks zeven jaar. De
bestaande alimentatiewetgeving aldaar heeft er bovendien
voor gezorgd dat momenteel meer dan 80 procent van het
vermogen van het Amerikaanse volk in handen is van
gescheiden vrouwen.
Zo kunnen de eerste landbouwers het nooit bedoeld hebben,
toen ze 12.000 jaar geleden hun huwelijks- en
eigendomsrechten uitvonden. Noch kan dit de opzet van de
romantische liefde zijn geweest, voortbrengsel van een meer
beschaafde eeuw. Dus leert zelfs een veel te beknopt verhaal
als het bovenstaande reeds: de geschiedenis van de liefde is
nog lang niet ten einde. „We zijn vandaag heel andere
personen dan gisteren. Hetzelfde geldt voor degenen die we
liefhebben. Het is slechts een gelukkig toeval wanneer we,
veranderd zijnde, blijven houden van anderen die ook
veranderd zijn" (Somerset Maugham).
PIET SNOEREN r
de
grootste
nederlaag
van
het
rrouwelijk
geslacht
)e grote verschillen
in uitingsvormen
doen sommigen al
te gemakkelijk
besluiten dat er
vroeger geen liefde
bestond. Maar de
liefde spreekt vele
talen. De
eschiedenisvande
liefde is een
onderdeel van de
geschiedenis van
nenselijk gedrag en
nensen veranderen
in samenhang met
hun wijze van
samenleven.
Veranderingen in
menselijk gedrag
hebben betrekking
op heel het wezen
van de mens:
enken, waarnemen,
oelen en gevoelens
uiten, weten wie je
bent en wat je
plaats is, je relatie
tot anderen
tenslotte. Elke
beschaving, elke
eschavingsperiode,
elke
maatschappelijke
roepering heeft zijn
eigen profiel en
daarmee zijn eigen
uitingen van liefde.
De absolute liefde,
sterker dan de dood,
„een boom met
wortels diep in de
aarde, maar met
takken die tot aan
de hemel reiken"
(Bertrand Russell),
bestaat niet.
Hierop komt
sngeveer het betoog
neer dat prof. dr. H.
Peeters, hoogleraar
psychologische
leschiedenisaande
Katholieke
Hogeschool te
Tilburg, onlangs
afstak in een
lezingencyclus over
het thema „liefde".
Dit tweede artikel
van onze serie over
letzelfde onderwerp
probeeit enkele van
de gezichten te
schetsen die Amor
inde loop der tijden
heeft vertoond.
Nog pas driehonderd jaar geleden bepaalde dr. John
Lightfoot van de universiteit van Cambridge het precieze
tijdstip voor de schepping van Adam, „vaderVan de mensen",
op 23 oktober 4004 voor Christus om negen uur in de
ochtend. Het eerste bijbelboek Genesis was zijn leidraad en
krachtens deze bron moet Eva dus nog iets jonger zijn
geweest. „Ook had de Heere God gesproken: het is niet goed
dat de mens alleen zij; ik zal hem een hulpe maken. En de
Heere God boüwde de ribbe die hij van Adam genomen had,
tot een vrouw en Hij bracht haar tot Adam. Toen zeide
Adam: deze is been van mijn benen en vlees van mijn vlees.
Men zal haar Manninne heten omdat zij uit de man genomen
is. Daarom zal dè man zijn vader en zijn moeder verlaten en
zijn vrouw aankleven, en zij zullen tot één vlees zijn...". Zo
staat het er.
Veel ouder echter dan dr. Lightfoot kon vermoeden
minstens enkele eeuwen ouder dan Genesis is het eerste
liefdesverhaal dat in de geschiedenis van de mensheid werd
opgetekend. Met behulp van hun beeldschrift legden de
Sumeriërs de hartstochtelijke liefde vast in Innini, de vrolijke
godin van de aarde, voor haar broer Tammoez. Zo vurig
beminden de twee elkaar dat ze zich ook gedurende de lange
wintermaanden niet uit eikaars omarming losmaakten.
Tammoez stierf en om hem weer tot leven te wekken, daalde
Innini af in de onderwereld. Daar wachtten haar vreselijke
beproevingen. Door allerlei ziekten werd ze afzichtelijk
gemaakt, „oogziekte voor haar ogen. ...voetziekte voor haar
voeten, ...hoofdziekte voor haar hoofd". Uit liefde voor
Tammoez doorstond Innini alle pijnen.
Maar niet alleen zij leed. Sinds zij in de onderwereld was,
had elke vorm van voortplanting op aarde opgehouden.
Dieren noch mensen paarden, „de meisjes kregen geen man,
de vrouwen sliepen alleen". Pas toen Innini en Tammoez
herenigd waren, begon de aarde weer te bloeien en deden
dieren en mensen hun best om alles in te halen wat ze aan
liefde tekort waren gekomen.
Zo luidt de oudste love-story uit de menselijke geschiedenis
en hij is leerzaam. Er blijkt uit dat de Sumeriërs, de eerste
beschaving waarvan we dank zij hun uitvinding van het
Schrift iets met zekerheid weten, al een hoog ontwikkelde
opvatting van de liefde hadden. In de figuur van Innini is een
#genegenheid belichaamd die voor geen enkel offer
terugschrikt.
Door de liefde van een vrouw voor haar man kon het leven
de dood overwinnen. „Ik huil om de mannen die hun
vrouwen verlaten hebben; ik huil om de vrouwen die uit de
armen van hun man werden weggerukt", sprak ze bij het
binnengaan van de onderwereld. Haar tranen vonden gehoor
en beloning.
Zedelijke normen
Lang voor de tijd waarin Genesis ontstond, leefden er dus al
mensen met zedelijke normen die tot vandaag doorklinken.
Wie moeite heeft met deze gedachte, luistere naar de
cultuurhistoricus Paul Frischauer. „Het begrip evolutie is ook
in de theologie gemeengoed geworden. Modern denkende
geestelijke leiders wijzen de leer van de voortdurende
ontwikkeling van al wat leeft, niet meer als godslasterlijk af
en gaan er zelfs vanuit, dat hij strookt met de godsdienst,
met het geloof aan God, de Schepper van hemel en aarde
die overal aanwezig is en aan wie het heelal derhalve ook
de mens zijn ontstaan en bestaan te danken heeft. De
theologen zijn tegenwoordig van mening dat het niet in strijd
is met de bijbel de mens in bepaalde opzichten te
beschouwen als laatste en meest ontwikkelde schakel in het
biologisch proces van de algehele evolutie".
Laatste, meest ontwikkelde schakel... 800.000 generaties zijn
er nodig geweest voor de evolutie van aap tot mens. Zo lang
duurt onze geschiedenis al, en daarmee de geschiedenis van
de liefde. Pas 400 generaties geleden gingen we ons vestigen
als landbouwers met een vaste woonplaats met alle gemakker
vandien. De 760.000 generaties daarvoor waren we jagers en
het moet volgens biologen gedurende die schier eindeloze
opeenvolging van geslachten in de mist der tijden geweest
zijn dat we ons menselijk gedrag ontwikkelden en doorgaven,
...ook ons liefdesgedrag.
Paul Frischauer: „Terwijl de hersenpan van de mens groter
werd, zijn gebit achteruit ging, zijn beenspieren krachtiger
werden en hij zijn handen steeds beter leerde gebruiken,
konden dank zij een proces van honderdduizenden jaren de
specifiek geestelijke eigenschappen tot stand komen die de
vaklieden, hoewel niet in theologische zin, als „ziel"
betitelen".
Oertijd
Spotprenten plegen oermannen uit deze periode graag af te
beelden, terwijl ze oen/rouwen bij de haren en onder
bedreiging met knots of vuistbijl naar hun holen sleuren. We
beschikken echter over een cartoon uit de praehistorie zelf
die een heel andere voorstelling van zaken geeft. Op een
dierlijk bot. gevonden in een grot in Spanje, staat de
tekening gekrast van een man die met opgeheven handen en
smachtende ogen kijkt naar een zich boven hem bevindende
Spotprenten plegen oermannen graag af te beelden, terwijl ze oervrouwen bij de haren en onder bedreiging met knots of vuistbijl naar hun holen sleuren. Dit beeld uit de praehistorie
schijnt de waarheid echter meer te benaderen. 4 p.