Hou ze in de gaten! VROUWEN: Cees Bantzinger tekent ervoor „Zolang mijn moeder nog noppen op d'r armen krijgt als ik zing, zit het wel goed met me" deelnemers Laura weer van start Kinderen zijn kinderertWaarschuwen is niet genoeg. WIM HOGENKAMP: MARKTEN BINNENLAND LEIDSE COURANT DINSDAG 3 JUL11979 PAGINA 12p Met 1260 T ALPHEN AAN DEN RIJN De 32e LAURA is vanmorgen in alle vroegte van start ge gaan met 1260 deelnemers. Zij zullen vier dagen lang op hun fiets een fiks aantal kilometers moeten afleggen door de Randstad. Het groot ste gedeelte legt per dag 100 kilometers af terwijl zich voor de 150 kilometers, 132 man hebben opgegevea Het fietsleger koerste vandaag richting kust met als centrale plaats de picknick-plaats „Noord Aa". Voor morgen staat de route richting Am sterdam op het programma. Twee deelnemers, de heren Bontje en Poedel van Dam hebben tot nu toe alle 32 LAURA's meegefietst Dirk Sacco mag er trouwens ook zijn. Hij is voor de 20e keer present met „zijn" reparatie- ploeg. De 32e LAURA werd gisteravond officieel geopend met een massaal barbecue- feest voor de Alphense bevol king op het Lauraplein. Onge veer 1000 mensen verslonden 1000 porties saté, 700 worst jes, een speenvarken, 110 kilo salade en 90 liter saus. Ver der vloeide ook de drank rij kelijk. Volgens de voorzitter van LAURA, H. Dirkzwager, voimde de barbecue toch niet de hoofdschotel. Die was vol gens hem voor de deelnemers weggelegd. Zij alleen konden genieten van de fraaie natuur in de Randstad liet Dirkzwa ger weten. „Het is een mis verstand om te veronderstel len dat er in de Randstad al leen maar autowegen zijn. Eerste paal in Bouwlust II NIEUWKOOP Burgemees ter mr. T. R. Seinstra sloeg gisteren de eerste paal voor een complex van 136 nieuw te bouwen woningen. Deze woningen zullen verrijzen in het plan Bouwlust II, ten westen van de Aarlander- veensweg te Nieuwkoop. Het betreft een verscheidenheid aan woningtypen, waarvoor de plannen zijn ontwikkeld in het kader van de zoge naamde bouwstroom IV, waaraan verschillende ge meenten in de regio deelne men. De bouw omvat in totaal 70 premiekoopwoningen en in de huursector 48 eengezinshuizen en 18 kleine wooneenheden. Vooral de kleine wooneenhe den zijn in Nieuwkoop vrij( uniek. De appartementjes, af-' gestemd op één of tweeper soonshuishoudens, worden na melijk ondergebracht in aan de buitenzijde normaal ogen de gezinswoningen. Voor de 70 premiekoopwonin gen hebben zich in totaal al 160 gegadigden gemeld, die aan de door de gemeenteraad gestelde eisen voldoen. De eerste verdeling vindt plaats via loting. Voor de verkoop heeft de gemeente het make laars- en assurantiekantoor Holland-West in Alphen aan den Rijn ingeschakeld. "s-Gravenzande - Westland-Zuld. maandag 2 juli 1979 Glassla: 10— 30,5, Natuursla: 11,5—24,5, Ijsbergsla 80. Suikermeloenen: 5 700—660, 6 790—820, 8 590, Oogmeloenen: 6 490-530, 8 410-460, 10 420, 12 340, Netmeloenen: 4 260—280, 6 290—340, 8 210—260, 10 210, Toma ten: A. 390/550, B. 440/480, C. 330/480, CC. 310/420. Snijbonen: 330-410, Bloemkool: 6. 290/385, 8. 235/270, 10. 170/190, 12. 135, 15. 90, Komkommers: 91 45, 76 44/46, 61 35/38, 51 28/29, 41 24/26, Aubergi nes: 500. 200, 400. 270, 300. 300/320, 225. 320/335, 175. 320, 100. 290, Vleestomaten: B. 370—430, BB. 650-750, BBB. 800-980, Andijvie: 50/70, Postelein: 30/65, Bospeen: 95/160, Waspeen: 110/175, Pepers groen: 520/590, rood: 1440, Prinses- sebonen: 550/750, Koolrabi: 10/20, Prei: 245/270, Rettich: 30/75, Perzi ken: 40/100, Tuinbonen: 80/90, Aard appelen: 65/100, Kroten: 25/30, Courgettes: 25/55, Broccoli: 460— 580. A. Venkel/210, Paprika resp. rood en groen: 85 380/450, 310, 75 380/390, 345, 65 360, 355, 55 170, Radijs: 46-68, Alicanten: 1080/1110, Pruimen: 430/670, Selderij: 20. Peter selie: 35. Ch. kool: 55/70, Rabaroerl: 37/42. Later ontmoet hij in de Kurzaal Gregor Frenkel Frank, zoon van een hoogbejaarde Stehgeiger en broer van de modieuze doe-het- zelver Dimitri. Gregor blijkt ondanks de tegenvallende weerberichten van de laatste maanden toch reeds te kunnen beschikken over een donkerbruin hoofd, dat tegenwoordig alleen nog is voorbehouden aan stervelingen, die periodiek op de Bahama's al hun plannen op een rijtje zetten, alvorens ze ten uitvoer te brengen. ,,Ha, die Cees". „Ha, die Gregor. Wat doe je eigenlijk tegenwoordig?" „Nou je ziet", ventileert Gregor, wijzend op enkele hoogpolige dames, die zojuist op verzoek van een fotograaf van Maandblad Avenue bij de portiersloge een pose hebben aangenomen, waarvoor een ander al gauw zou worden verwezen naar een orthopedisch chirurg. „Oh zeg, doe je dat", zegt Bantzinger bewonderend. Zijn blik verraadt nu duidelijk, dat hij voor een dergelijke broodwinning zelf ook graag tekent. Onbreschreven blad Even later op het plein Kurhausplein, Gevers Deynootplein: nee, namen noemen we niet zegt hij: „Het is eigenlijk verrukkelijk om je leven zo vol te krabbelen. Het enige wat je er voor nodig hebt is een potlood met een scherpe punt en een leeg blad houthoudend papier. De rest vul jezelf in. Ik ben ook altijd blij met de reacties achteraf. Ik had laatst een tentoonstelling in Amstelveen. En daar kwam een echtpaar binnen, dat door de tijd vakkundig was afgebrand. Toen ik hen in mijn bundel zag bladeren, zei ik: „Drie en negentig vrouwen voor drie en twintig vijftig. Zeg nou zelf meneer, dat is toch een koopje." Naast hem schudde zijn vrouw haar hoofd. „Ach gunst", riep ze, „wat moet ie daar nou meè? Hij heeft al zo'n moeite metéén." LEOTHURING Songfestival met het liedje „Mallemolen". En de tekst was toevallig wel gemaakt door het onbekende talent Wim Hogenkamp. Juist, die dromer van huisuit, die overigens al knap ongedulidg was geworden en vaak had gedacht „komt er nou nog wat van?". 1> Op de langspeelplaat van I Heddy, die daarna werd uitgebracht, stonden vijf liedjes van mij. En dat zette mij aan het denken: „je moet eens ophouden met M weggeven", zei Ik tegen re mezelf, „je moet het zelf in gaan doen". n; En dat heb ik dus Le gedaan. Ik stond met een one-manshow in de r Suikerhof in Amsterdam. W En het enige fcr commentaar achteraf d was: „het is eerder pi teveel dan te weinig". Ik [Jr had inderdaad zoveel op mijn lever dat ik niet fj' meer van ophouden wist en maar door bleef zingen. Pi Op een avond zit ook de 6a directeur van een ya platenmaatschappij in de ha zaal en die biedt mij een be contract aan. „Graag tcx morgen op kantoor om no te tekenen", zei ie na ee afloop. „Rustig vader", p dacht ik, „ik heb al zo '19 lang gewacht op erkenning: die paar Ai weken bedenktijd kunnen ge er nog wel bij. „Hij wilde H' toch hoop ik een goeie Ti langspeelplaat met me vc maken?". !he Nou, dat bleek inderdaad ha zijn bedoeling te zijn In geweest. En toen die lm plaat uit was kreeg ik gelijk de Louis Davidsprijs. Dat zijn de moeilijkste momenten. Als het wereldje begint te vermoeden, dat je het gaat maken, wordt er gelijk van alle kanten aan je getrokken. Dan komen de adviseurs en de goede raadgevers in drommen op je af. En voordat je het weet ben je al een publieksdrol, die doet, wat anderen leuk vinden. Gelukkig heb ik zulke dingen zelf ook door. En voorzover ik het kan bekijken is er nog steeds geen man over boord. Ik ben 32 jaar geleden tsjilpend geboren en in de box stond ik al de maat te bonken met zijn hoofd. Mijn moeder heeft me nog eens verteld, dat ze op visite ging bij een vriendin. We woonden toen in een hoekhuis in Amsterdam. Als ze terugkwam zag ze uit de verte al, dat ik vóór het raam de maat stond te bonken met mijn hoofd. Dat geeft de burger dus weer even moed. Ik bonk gewoon door en het liefst op de maat, die ik aangeef. Mijn moeder zegt ook: zolang ik nog noppen op mijn huid krijg als ik jou hoor zingen denk ik: „Het gaat goed met Wim". En zo is het: moeders hebben gelukkig altijd Zanger Wim Hogen- kamp: „als de Vader i Abrahams het redden, is voor ml| i de hoop nog niet verloren". SIRE Rjblicane aangeboden doa du bad in samenwerking mei de Siichnng Ideele Reclame met hoppige pils. Zojuist heeft hij met een assistent in een Rotterdams ziekenhuis zijn muurschildering opgelapt, die zware averij had opgelopen door een frontale aanvaring met een ziekenhuisbed. De broeder, die met de patiënt aan de rol was gegaan, taxeerde de bocht verkeerd en had vervolgens een forse hap uit Bantzinger's kunstwerk gereden. „Het is overigens voor een artiest een troostrijke gedachte", meent hij, „als zijn werken nog door hemzelf hersteld kunnen worden." Cees Bantzinger in Scheveningen: „Het is verrukkelijk, als je je leven zo mag vol krabbelen." Nauwelijks had zanger Wim Hogenkamp indertijd de huig ontbloot en de eerste volzin welluidend over zijn lippen van goede vaderlandse makelij gelanceerd of de critici hadden hun eindoordeel al rond: „Net Robert Long", constateerden ze, „als je je ogen dicht hebt zou je zweren, dat je Long hoort zingen. Of in elk geval zijn tweelingbroer". Voor Hogenkamp kwam dit vonnis niet eens meer als een verrassing. „Ik heb nooit de intentie gehad om ook maar iemand te imiteren", verzekert hij, „maar ik schijn nu eenmaal een stem te hebben, die sprekend lijkt op die van... en daarna kun je blijven invullen. Ik ben al vergeleken met Wim Sonneveld en Toon Hermans. Alleen Heintje Davids ontbreekt nog in het rijtje. De rest heb ik onderhand al afgewerkt. Pas nog riep Iemand enthousiast: „hier staat de nieuwe Willem Nijholt". „Had je gedacht", heb ik toen gezegd, „hier staat de oude Willem Hogenkamp". En wat de betweters en de bla-bla-roepers verder over me denken en zeggen moeten zij weten. Daar trek ik me, met permissie, geen moer van aan. Want ik ga toch mijn eigen gang en doe, wat ik leuk vind. Hogenkamp is inderdaad eendromer. Ik was een jongen die vroeger op school altijd met andere dingen bezig was dan met mijn huiswerk. Maar het waren weldingen, die ik zelf verzonnen had en die nergens in de boekjes stonden. Je mag me dan ook zonder al te veel risico's een nuchtere dromer noemen. Van mij hoeft niks, maar als het toch gebeuren moet, komt het er vanzelf uit". Gelujkenissen Ik zal je een voorbeeld noemen. Toen Seth Gaaikema begon met zijn musical SWINGPOP vroeg ie aan mij, of ik de „under-study" van hoofdrolspeler Robert Long wilde zijn. Die Seth. Ook hij had dus kennelijk enige gelijkenissen ontdekt tussen mij en Robert. Ik weigerde, want ik voel er niks voor om ineen kleedkamer te gaan zitten wachten, totdat iemand acute pijn in zijn strot krijgt. Daar ben ik het type niet voor. Zo'n dromer ben ik dus ook weer niet. Wat gebeurt er een paar maanden later? Robert Long gaat dwars liggen en rottige interviews weggeven. Swingpop zou niet door de recensenten zijn. gekraakt omdat de hoofdrolspeler niet deugde. Welnee, het lag aan de musical, aan Gaaikema, aan de sfeer in de troep en ga zo nog maar een half uurtje door. Ik loop op een middag de AVRO-studio uit en zie producer Hans Sleeswijk staan. „Weetje het al?", vraagt Ie. „Long heefter mee gekapt. Wat ga jij nou doen?". Zijn vrienden karakteriseren hem bij voorkeur als een geboren „loner". „Bantzinger", menen ze met grote stelligheid, „is een ras-individualist, die het liefst in zijn dooie eentje de horizon afstroopt". Toch heeft hij bijna niets tegen mensen; hij drinkt graag een glas met ze en wisselt bij die gelegenheid een handvol wise-cracks uit. Maar als het menens wordt er danst een vrouw langs het caféraam of aan de overkant heft een Arabier zijn handen in de richting van een wolk. waarachter hij Allah vermoedt dan gloeit achter zijn samengeknepen ogen het licht aan, dat alleen aan zieners wordt geopenbaard. Als hij op zo'n moment in gezelschap is Cees wat drink je van me? probeert hij zich vrijwillig te isoleren. En om dat doel te bereiken maakt hij gebruik van alle beschikbare middelen. Tijdens de ontmoeting in groepsverband begint hij plotseling over zijn dijbeen te wrijven en als hij even later opstaat hinkt hij reeds, en moet hij zich bij de reisleiding verontschuldigen. Of hij last eigenhandig een bezoek aan het plaatselijke hospitaal in, waar de geneesheer-directeur volgens zijn zeggen klaar staat om zijn appendix uit zijn buikholte te wippen. Zodra hij zich met een dergelijk rookgordijn onttrokken heeft aan de waarnemingen van de overigen in de verte hoor je nog een enkeling tevergeefs jammeren: Hè toe Cees. doe nou niet zo flauw heeft hij zijn schetsboek al gegrepen en is hij in feite reeds op weg naar zijn volgende ontdekking. Er altijd bij Hans Redeker schreef in 1964 in zijn inleiding op een map met prenten van Bantzinger: „Waar anderen zich binnen de autonomie van hun atelier opsloten, was Bantzinger er altijd bij. Hij zag het Vaticaan en de Acropolis, maar ook de afbraak van de Amsterdamse Galerij. Hij zwierf door Griekenland, Portugal of Parijs, dronk zijn glas wijn op een pleintje in Meursault, zijn koffie in Americain, versloeg in Friesland de Elfstedentocht. Maar hij bleef daarbij tekenaar en dichter en maakte zijn mooiste bladen, wanneer het menselijke en tijdloze de actualiteit binnendrong en haar van haar hoogmoedswaanzin beroofde." Cees Bantzinger authentiek apostelhoofd met getwijnde baard, razend nieuwsgierige ogen achter het brandglas van zijn bril, een lichaam, dat in de stroom van het goede leven zijn definitieve bedding heeft gekregen heeft tijdens zijn zwerftochten door een leven van alweer 65 jaar ook altijd een neer dan open oog gehad voor vrouwen. En om hen aan zijn Kladboek te kunnen toevoegen, verbrak hij telkens weer met liefde zijn eigen eenzaamheid. Een representatief deel van de collectie schoon en schijn, die hij deels in koolzwart, deels met verdwijnende, gewassen kleuren opbouwde, heeft hij nu gebundeld voor zijn kijkboek „Bantzinger tekent vrouwen", (en uitgave van Luyten in Amstelveen, prijs f 23,50). „Bantzinger tekent vrouwen", merkt inleider Simon Carmiggelt fijntjes op, „en het etiket, dat daardoor op hem geplakt wordt, hoeft hem, naar mijn gevoel, niet te hinderen. Want het is zijn beste kant." Na een vluchtige ontmoeting met Anne Rose, de meisjes in Scheltema, Marie-Louise, Evelien, Marcelle Meulema, Won Kyung Cho, zijn eigen vrouw Jettie „Jetje van Radio Oranje- Paerl en de vele andere gratieën, die ooit door hem zijn aangestift, is men geneigd om Carmiggelt ook deze keer weer gelijk te geven. Bantzinger heeft in elk geval het wettig en overtuigend bewijs geleverd, dat hij zijn tijd op aarde goeddeels heeft gevuld met datgene, weat in de lijn van zijn verwachtingsvolle tekenpen lag. In de Scheveningse Kurhaus-bar blust hij op een wankelmoedige zomermiddag zijn werkdrift af Onder wiskundeles maakte ik tekeningen In de kantlijn van mijn schrijft. Zeer verdienstelijke tekeningen, mag ik wel zeggen. Maar op het eindexamen geven ze helaas niet de doorslag. Dat eindexamen heb ik trouwens niet eens meer gehaald. Na de achtjarige Mulo heb ik in het schoolcabaret wat leraren voor schut gezet en toen kregen mijn ouders een brief thuis, waarin stond, dat hun zoon Wim in de kerstvacantie zijn boeken mocht komen inleveren. Het hoefde niet meer. Casserolier „Nou zul je het voortaan toch echt zelf moeten doen", zei pa. En ik: „Kalm maar pa, dat wordt allemaal puntgaaf geregeld". Ik nam dus een baantje als casserolier in een restaurant. Dat is een fraai woord voor pannenkrabber. Honderd en tachtig gulden in de maand en collega's, die om tien uur 's morgens al de eerste slok namen. Ik had het er eigenlijk best naar mijn zin. Voor mij hadden ze dan ook nooit aan die testen behoeven te beginnen. De psycholoog en de psychiater, ik heb ze allemaal met een bezoek mogen vereren en eensluidend kwamen ze tot de conclusie, dat ik een zeer behoorlijk IQ had. Boven de 130 als ik me goed herinner. En dat was ruim voldoende om het gymnasium op je sloffen te halen. Had ik pa toch nog tuk. Ik op naar de etaleurschool in Almelo. Prima, lekker ver van Vierdagen later stond Ik al in SWINGPOP. nadat ik hooguit een uur in het décor had kunnen repeteren. Daarna kwamen de kritieken los en kon je lezen, dat de musical alsnog een succes genoemd kon worden. Denk je toch weer: „wat komen moet, dat komt vanzelf". Knap terecht Ik voel er in elk geval niks voor om me in allerlei bochten te wringen voor een mogelijk succesje. Lijk ik op Robert Long? Ze gaan hun gang maar. Het enige wat ik er over zeg is: „als er maar gepraat wordt". Dat zei meneer Ford indertijd ook al. En die is achteraf ook nog knap terecht gekomen. Er zijn trouwens ook mensen, die me vaderlijk aanraden om van repertoire te veranderen. „Niet zo serieus Wim, gooi d'r nou ook eens een hupsakee-nummer tegenaan". Als ik zoiets hoor denk ik: „En dan zeker de zoveelste in de rij worden, weer zo'n kwijlebabbel, die zich de toptien binnenjankt met verstoten liefdes en verwelkte rozen. Nou, over mijn lijk. Ik zing waar ik zelf trek in heb. Want toevallig heb je ook stronteigenwijze dromers. Dat wist mijn vader trouwens al. Die was inspecteur op Schiphol, een keurige baan met veel vastigheid. En die zag ie ook voor zijn zoon Wim weggelegd. Toen hij dan ook hoorde, dat ik het liefst aan het toneel ging, heeft hij van narigheid zijn gebit half opgevreten. „Waarom heb ik nou zo'n afschuwelijk kind", zag je hem denken. Van de zenuwen bleef ik prompt op de Mulo in elke klas een keer zitten. huls. Het eerste jaar slaag ik als de beste van de klas, het jaar erna moest ik die eer delen met een ander. In elk geval kon ik daarna met vlag en wimpel de reclamewereld binnenstappen. Dat heb ik zes jaar volgehouden en toen baalde ik er van. Je zat de hele dag teksten te maken, die nergens op sloegen en na kantoor ging je in het snelle pak achter de secretaresses aan, die zonder uitzondering behoorden tot de categorie „modieuze treurwilgen". Om niet helemaal weg te kwijnen heb ik in die tijd wel steeds teksten voor mezelf geschreven. Drie musicals bijvoorbeeld, waarvan er prompt twee werden afgekeurd. En veel liedjes, die ik na lezing 's nachts van woede in een Amsterdamse gracht gooide. Gek, toch had ik in die periode ook al het idee „het lukt eens, het zal er ooit uitkomen". Dat geloof zit er zo diep bij me Ingeramd: dat krijgt geen mens er meer uit. Ik had al wat lessen bij de actrice Fientje Berghegge en was bezig om mijn bewegingen bij te schaven. En ondertussen natuurlijk denken: „als de Vader Abrahams het al redden met teksten in de trant van „de lucht is blauw, de zee is grauw, ik hou van jou", is voor Hogenkamp nog niet alle hoop verloren. Mallemolen Je weet, wat er daarna gebeurde: Heddy Lester wint de nationale finale van het Eurovisie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 12