Speciaal gebouw
voor onderzoek
snijbloemen bij
Sprenger
Instituut
ÖVIEIM B#LLEI\I
EXPORT BLIJFT ACHTER BU VORIG SEIZOEN
PRIJZEN VOOR SNIJBLOEMEN HANDHAAFDEN ZICH,
Veel werk voor bollen-profeten
Nederland hindert België *t meest
op exportmarkten van bloemen
Teelt orchideeën laatste jaren
snel in betekenis toegenomen
agIÏAND en tuinbouw
leidse courant
maandag 25 jun11979 pagina 9
Als we zo het totale beeld van de bloe
menhandel aan de Honselcrsdijkse
CCWS overzien, is er weinig ruimte voor
klagen, zonder te willen beweren dat er
reden is tot een optimistische beschou
wing.
Men zou kunnen zeggen: „Het kon slech
ter" maar dat zou toch een te grote on
tevredenheid betekenen. Vooral door de
wat warmer dagen in de afgelopen week
nam over het geheel het aanbod toe met
ruim vier miljoen bos of stuks, zonder
dat de prijzen van betekenis worden
aangetast en voor sommige produkten
zelfs van een verbetering sinds voorgaan
de week kan worden gesproken. Het wa
ren bijzonder de tros anjers, de Ameri
kaanse anjers, chrysanten, gerbera en
niet te vergeten de freesia die het in de
prijzen goed deden.
Met de rozen verliep het matiger. Het to
tale veilingbeeld staat in het teken van
de zomer. In het aanbod van trosanjers
zat niet veel verschil met die van vorig
jaar in dezelfde week maar de gemiddel
de prijs lag als totaal toch iets hoger. De
aanvoer van jaarrond troschrysanten
was ruimer maar eveneens toch met be
tere prijzen die tot 80 cent opliepen. Ook
van freesia en irissen was er een ruim
aanbod zonder dat de prijzen werden
aangetast.
In het algemeen wisten de prijzen voor
de snijbloemen afgelopen week zich aar
dig te handhaven. De prijsstijging van
voorgaande week zette ook afgelopen
week zich door, zodat tot dusver de
maand juni beslist niet slecht kan wor
den genoemd in de bloementeelt. Opval
lend is dat na sluiting van de import pe
ri ode voor bloemen door de eigen kwe
kers aanzienlijk meer statice, gypsophilla
en in mindere mate andere soorten bui
tenlandse zomerbloemen worden aange
boden. Kennelijk is er sprake van enige
overschakeling op breder terrein van de
bloementeelt.
Het totale omzetcijfer van de CCWS be
droeg afgelopen wek 11.904.341,96 bij
een aanvoer van 33.684.832 bos of stuks
tegenover een omzetbedrag van
8.800.348,28 en aanvoer van 28.828.635
bos of stuks in het vorig jaar.
Wat gemiddelde prijzen zijn: Amerikaan
se anjers 36(vorig jaar 30) trosanjers
32(28) anthurium 72(68) snijgroen 13(14)
geplozen chrysanten jaarrond 64(53) jaar-
rond geplozen 57(47) gerbera 43(36) free
sia 26(18) lelietakken 49(33) idem kelk
32(42) grote rozen 24(23) idem klein 18(17)
belinda 18(15) red garnette 14(15).
Kb-
De import trosanjers die nog verschenen
noteerden van 21 tot 90 cent en de stati
ce van 35 tot 46. Als totaal blijft het om
zetbedrag ook in juni iets hoger liggen
dan vorig jaar en dat helpt de achter
stand weg te werken.
Wat de potplanten betreft, blijft het nog
redelijk goed gaan zowel voor de groene
als bloeiende soorten. Het aanbod via
het bemiddelingsbureau liep wat terug
hetgeen evenwel minder het geval was
bij de veilingklok, hoewel ook daar soms
een neiging bestond tot vermindering.
Het aantal aangevoerde potplanten be
droeg afgelopen week bijna 600.000 tegen
400.000 in dezelfde week van het vorig
jaar. Als geheel blijft het redelijk goed
gaan in deze handel. Voor deze week
kan wel worden gerekend op het hand
haven van de aanvoer, mogelijk zelfs
nog enige uitbreiding bij wat aanhouden
de warme dagen. Dit zou dan echter de
prijzen niet omhoog brengen, mogelijk
integendeel.
Er komt bij dat het nu met de vakanties
pas goed menens begint te worden en de
bloemenklanten ergens in het Teutobur-
gerwoud, Benidorm of New York zitten.
Dat kan zo nog wel een paar weekjes
doorgaan en kost de bloemenkweker
geld.
Uit de exportgegevens van het K.C.B.
blijkt dat de export van tomaten, kom
kommers en paprika's achter blijft bij
die van vorig seizoen. Deze gegevens
zien er over de periode van januari tot
en met mei als volgt uit De komkomme
rexport was 90.840 ton groot, vorig jaar
bedroeg deze 100.350 ton. De export van
paprika's bedroeg 3950 ton, vorig seizoen
was dit 4500 ton. Bij de tomaten was het
verschil het kleinst, dit jaar 80.490 ton
tegen vorig jaar 80.960 ton. Van enkele
gewassen kan gezegd worden dat ze een
aanmerkelijke uitbreiding wisten te boe
ken. De export van rode en witte kool
viel dit seizoen veel groter uit De export
van deze twee gewassen viel nl. 8000 en
9000 ton groter uit De afgelopen strenge
winter heeft hier veel toe bijdragen. Ver
der viel het op dat er bijna 1000 ton ra
dijs meer uitgevoerd werd. De export
van sla bleef nagenoeg gelijk.
Komkommers gestegen in
prijs.
De komkommerprijzen wisten zich knap
te herstellen ten opzichte van de vorige
verslagweek. Voor de 41-ers trok de prijs
aan naar 52 cent voor de 51-ers 53 cent
en voor de 61-ers 56 cent De binnen
landse aanvoer was wat kleiner en de
export naar West-Duitsland groeide iets,
er ontstond zo een gunstig prijsklimaat.
Door het wisselvallige weer is de aan
voer ook vrij onregelmatig. Dit werkt
een vaste prijsvorming tegen. Voor de
komende week wordt er op dezelfde of
wat lagere prijzen gerekend.
Tomatenprijs onveranderd
De tomatenprijs kon zich de afgelopen
week handhaven. Voor de A-I-tomaten
werd er 1.50 per kilo betaald. De to-
matenexport bleef ten opzichte van vorig
seizoen achter in de afgelopen verslag
week. Zowel West-Duitsland, als Frank
rijk en Engeland namen minder Holland
se tomaten af. Vooral de export naar
Frankrijk verloopt veel moeilijker. Sinds
begin juni ligt export dagelijks wekelijks
1000 ton achter bij die van vorig seizoen.
Slazaadjes in perskluitjes
De aanvoer lijkt weinig verandering te
ondergaan. De kans op aanvoerpieken
lijkt echter groot. Als dit laatste gaat ge
beuren dan loopt de prijs de kans ver
der te dalen. De vleestomaten moesten
halverwege de vorige week een flink
stuk inleveren. De 3x B zakte naar
2.09 per kilo. Ook hier zullen aanvoer
pieken nadelig werken. Aardbeienaan-
voer zal snel groeien. Door het donkere
en natte weer verliep de aanvoer van
aardbeien stroef. Nu het weer verbetert
zal het aanbod van vollegronsaardbeien
snel groter worden. Er werd in de 2e
week van juni 4.90 per kilo betaald.
Bij een snel groeiend aanbod zal deze
prijs in een kort tijdsbestek flink dalen.
Naast de Hollandse aarbeien worden er
dagelijks aarbeien uit België en Italië in
gevoerd. De groothandelsprijs voor deze
aardbeien ligt tussen de 4.40 en 5.30
per kilo.
Overige gewassen
Spinazie werd goedkoper, de prijs daalde
naar 1.30 per kilo. Bij warm weer zal
de prijs verder dalen. Andijvie daarente
gen werd wat duurder, nl. 90 cent per
kilo. Erg vast lijkt de markt niet te blij
ven. Door het koele weer stagneerde de
bloemkoolaanvoer. Er worden binnenkort
flinke oogsten verwacht. De „zessen" de
den vorige week nog 2.10 per stuk.
Voor de komende week wordt er een la
gere prijs verwacht De sla-handel leefde
iets op, maar het is nog steeds niet om
naar huis te schrijven, nl. 17 cent per
krop. De sla lijkt nog steeds goedkoop te
blijven. Voor zware bleekselderij werd er
gemiddeld 96 cent per stuk betaald. Voor
prei lagen de noteringen tussen de 2.70
en 4.10 per kilo.
Veel werk aan de winkel voor de profe
ten in het bloembollenvak. En voor de
klagers ook! De oogstvoorspellingen zijn
uit voorraad leverbaar. Er is keus ge
noeg ook: van een goede oogst tot misge
was met alles wat ge daartussen nog
maar aan varianten weet te bedenken.
Men kan vandaag dus nog alle kanten
uit
En wat de klagers betreft: zij zeggen dat
we na al die extreme weersomstandighe
den geen normale oogst mogen verwach
ten. Eerst een barre poolwinter, daarna
een koud voorjaar en vervolgens een
voorzomer met zondvloedachtige regens
en veel te lage (bodem)temperaturen.
Wat dan nog?
Misschien krijgen de klagers wel gelijk,
maar we zouden willen zeggen: wat dan
nóg? Heeft het bloembollenvak de laatste
vier jaar de wind in de zeilen als gevolg
van groeizame jaren en oogsten die over
de mand liepen? Vergeet het maar! Juist
omdat het de laatste jaren met de oogst
lang niet overal botertje tot de bodem
was, gingen de prijzen omhoog. En als
gevolg van een zekere schaarste ging
ook het buitenland meer vertrouwen in
de bloembollenmarkt tonen omdat men
nu niet het risico liep van zeer lage na-
offertes. Met een stabiele markt is im
mers iedereen gebaat.
Vakmanschap
Geldt trouwens niet voor de gehele agra
rische sector, dat in jaren waarin het al
lemaal vanzelf groeit en dus iedereen het
kan, men zelden of nooit goede prijzen
maakt? Juist als het gaat tegenzitten en
het aankomt op vakmanschap, dan zit de
goede teler meestal „gebeiteld". Dan
blijkt welke teler zijn land in het najaar
op de juiste wijze heeft bewerkt, of hij
alle aandacht heeft gegeven aan de ont
watering in de winter, of zijn plantgoed
op de juiste wijze de grond is ingegaan,
of hij zorg heeft besteed aan een juiste
waterhuishouding en ga-maar-door.
Eerste klappen
Zodra de omstandigheden gaan tegenzit
ten, vallen tien tegen één de eerste klap
pen bij ondernemers die het zo nauw
niet nemen of er met de pet naar
De tulpenoogst is weer begonnen
gooien. In voorspoedige jaren kunnen zij
de vakmensen die extra zorg aan alles
besteden, gewoon uitlachen. Zonder al
die extra aandacht gaat het toch ook
goed? Maar op een gegeven moment
slaat het uur van de waarheid. Dan
blijkt dat de genomen voorzorgen niet
altijd tevergeefs zijn. Neem het jaar-van-
de-grote-droogte 1976. Natuurlijk zijn er
toen ook tegenvallers geïncasseerd door
kwekers die men zonder overdrijving als
prima vakmensen mag betitelen. Maar
dat zijn uitzonderingen. Het gros van de
goede kwekers mocht dan geen topoog-
sten uit de grond halen, ze raapten nog
wel een redelijk aantal leverbaren uit dé
roe. En omdat de prijzen extra goed wa
ren, verdienden ze toch een allervriende
lijkst inkomen.
Zo was het niet alleen met de bollenkwe-
kers, maar ook met de producenten van
uien, aardappelen, groenten, enz. Een uit
zondering moet men natuurlijk maken
voor de veehouders en dan vooral voor
hen die op van nature al droog land zit
ten en niet kunnen beschikken over vol
doende goed water om de haspelautoma-
ten dag-in, dag-uit te laten draaien. Voor
de rest zal de gemiddelde agrariër in ja
ren waarin het allemaal minder goed wil
groeien, een veel acceptabeler exploitatie
rekening hebben dan in perioden waarin
een kind de was kan doen.
Toch nog meevallen?
Topoogsten mogen we dit jaar voor de
bloembollen niet verwachten. Maar als
we niet in een periode van grote hitte
verzeilen, dan kon het allemaal toch ook
wel eens meevallen. We zouden dit jaar
aan topoogsten niets hebben, want de
vraag van exportzijde blijft maar zó-zó.
Er is in de broeierij de afgelopen winter
weinig of niets verdiend, maar de reke
ningen van de olie- en de aardgasleve
ranciers rezen de pan uit. Daarom doen
de broeiers het tot nu toe heel kalmaan
met hun inkoop.
Intussen is het rooien van de bloembol
len begonnen. Binnen enkele weken zal
wel blijken dat de soep niet zo heet zal
worden gegeten als ze wordt opgediend.
Zoals altijd
Bert BRUSSEL De Belgische
r> jai kwekers en bloembollenhan-
Lee delaren hebben meegedeeld
d®r dat zij de meeste hinder on-
e'n' dervinden op de export-
wi markten van Nederland. Ge-
idré constateerd wordt dat Ne
tland derland een moderner pro-
'"QtL duktie-apparaat en meer ef-
renf ficiënte afzet heeft dan Bel-
ieik. gië. Ook Denemarken doet
in. het op de internationale
Dn no markten beter dan België,
de terwijl bij de afzet in
Chrj Duitsland de zware concur-
ené] rentie met de Duitse kwe-
srbrd kers wordt ondervonden.
Verder voldoet het assorti-
jgcgl ment niet volledig aan de
iries'l vraag van de binnen- en
Hey buitenlandse afnemers. Wel
is het assortiment van groe-
De|J ne planten uitgebreid maar
Haas, van gevraagde bloeiende
ssen planten ontbreken in het
ld. 1 Belgische pakket
duyil Gepleit wordt voor een wet-
t telijk promotie-fonds.
Voor versteviging van de
Belgische concurrentiepositie
is het noodzakelijk dat het
potplantenaanbod, dat nu
versnipperd en ondoorzichtig
is, wordt gebundeld, aldus
voo onlangs verschenen rap
port van het Belgische
Landbouw-Economisch-Insti-
tuut.
Uit een enquête die is ge-
houden door het Belgische
i-E^ Comité voor de Distributie
blijkt voorts dat 67 procent
van de Belgische gezinnen
bloemen en 74 procent plan
ten in huis had. In elf pro
cent van de woningen ston
den zelfs drie of vier vazen
met bloemen, in sommigen
zelfs meer dan vier vazen.
Maar 54 procent deed het
met één of twee vazen.
Areaal
Ni Eén procent van het aantal
ondervraagden had meer
dan vijftig planten staan, in
29 procent van het aantal
Belgische kwekers hebben de meeste hinder van de exportmark
ten van Nederland. Voor dit doel worden hier de fresia's ge
plukt.
gezinnen tien. Het aantal te
lers van snijbloemen is in
België niet hoog en bestaat
voornamelijk uit 700 familie
bedrijven waarin 2.200 per
sonen in vaste dienst zijn en
600 in losse dienst
Sinds 1960 blijkt het areaal
weinig te zijn veranderd. In
1975 bestond dat nog uit 285
ha maar was in 1977 ge
daald tot 267 ha.
De produktiewaarde steeg
van bijna 17 miljoen gulden
in 1960 tot ruim 60 miljoen
in 1977. De teelt van rozen
nam aanzienlijk toe en steeg
van 20 tot 30 procent maar
van de anjers liep de waar
de terug van 25 naar 13 pro
cent. De chrysanten namen
weinig in betekenis toe na
melijk van 30 miljoen in
1960 tot 31 miljoen in 1977.
In dezelfde tijd steeg de im
port van bloemen met 766
procent Hiervan leverde Ne
derland 84 procent. Voor
wat betreft de Belgische
bloemenuitvoer is Frankrijk
de grootste klant geworden
met 61 procent van het to
taal tegen 13 procent in
1960.
De totale bloemenuitvoer
van België steeg van 0,2 mil
joen in 1960 tot 1,3 miljoen
gulden in 1977.
Telling
De oppervlakte boomkweke
rij in België breidde in het
afgelopen jaar zich, volgens
de in mei jl. gehouden tel
ling uit met ruim honderd
ha. Daarentegen liep de op
pervlakte vruchtbomen te
rug, maar breidde de teelt
van sierplanten en bos
boomkwekerij zich uit.
Volgens het jongste rapport
kopen Belgische potplanten-
bedrijven 41 procent van het
vermeerderingsmateriaal en
31 marktklare produkten er
bij. Het merendeel van
laatstgenoemde planten
wordt in Nederland gekocht
Als reden wordt opgegeven
de lagere prijzen, omdat die
planten in België niet be
schikbaar zijn en de kwali
teit beter is.
De aankoop bij de Neder
landse handel neemt sterk
toe. In sommige gevallen le
vert Nederland rechtstreeks
aan de Belgische kleinhan
del en verwacht wordt dat
deze ontwikkeling nog zal
toenemen.
De Belgische bevolking
kocht in 1977 ruim 14 mil
joen potplanten waarvan het
grootst aantal bloeiend.
Hiervan werd 52 procent in
de bloemenwinkel gekocht,
18 procent bij de ambulante
handel, 19 procent bij de
kwekers en 11 procent el
ders.
De Belgische export van
potplanten nam in 1977 toe
van 35 miljoen gulden in
1970 tot 89 miljoen gulden.
De Nederlandse export van
potplanten steeg in dezelfde
periode van 24 miljoen gul
den tot 151 miljoen! Van de
Bêlgische export kocht Ne
derland en West-Duitsland
ieder 23 procent, Engeland 5
procent
opnamevermogen beschikt
Toenemende aanvoeren zul
len weliswaar- gepaard gaan
met een lager prijspeil,
maar de omzet zal voorals
nog stijgen.
Wat bedrijfseconomische as
pecten betreft is veel aan
dacht besteed aan de hoge
investeringen in plantmateri-
aal en de relatief lange peri
ode die aan volledige pro-
duktie voorafgaat. Introduc
tie van de cymbidiumteelt
heeft voor de financiering
van het bedrijf dan ook in
grijpende gevolgen. Eerst na
5 6 jaar van introductie
komen voldoende bedragen
beschikbaar voor rente- en
aflossing, terwijl het onge
veer 10 jaar duurt, voordat
alle gemaakte kosten zijn
„terugverdiend". Dit laatste
wordt overigens grotendeels
bepaald door de opbreng
sten. Bij de teelt dienen de
planten dan ook scherp te
worden geselecteerd naar
hun potentiële opbrengsten.
WAGENINGEN Het Spren-
%rkoger Instituut in Wageningen
rheo houdt zich vanaf de oprich-
<j Luting bezig met het onderzoek
sné Hnaar de verwerking en bewa-
'ringen van tuinbouwproduk-
nn,ten. Voorheen betrof dat
hoofdzakelijk groenten en
-Jan fruit, maar de laatste jaren
E«aam het bloemenaandeel in
<^het researchpakket aardig
toe. Het onderzoek met bloe-
L Wijmen vraagt echter om een
us Bnaparte aanpak.
lohaniEJat geldt voor het instrumen
tarium en voor het uitschake
lt pjlen van de verstorende in-
en cMoed van schadelijke vluchti-
m dége stoffen afkomstig van
nhonlfruit Een eigen gebouw heeft
daarom steeds op de verlang-
v <j lijst van de heren onderzoe-
irdus kers gestaan. Dankzij de ge-
tijers. zamenlijke financiering door
*®®"£het Ministerie van Landbouw
'en Visserij en het Produkt-
Ischap voor Siergewassen is
hOQd it specifieke snijbloemenge
bouw tot stand gekomen.
BaajProgramma
Erif
WilfreHet onderzoek met snijbloe-
.Jj^Vnen op het Sprenger Insti-
rard ltuut houdt zich in principe
s Peiibezig met alle problemen die
ihueszich voordoen na het snijden.
KruifiDe volgende concrete thema's
Instaan op het programma.
Boh Bewaring en be waarsy sternen:
:iink. Wat is de juiste opslagtempe-
ratuur voor de diverse bloem
soorten? En wat gebeurt er
BQ^.als het produkt niet onder op-
ten. jtimale omstandigheden wordt
pen. bewaard? Het antwoord op
Ronaldeze vragen is mede de basis
om tot juiste adviezen te ko-
iout, men aangaande de eisen voor
JJJ DEN HAAG De teelt van
orchideeën en meer in het
bijzonder van Cymbidium,
'S f>eduren(Ie de laatste ja-
/os Iren 51161 111 betekenis toege-
Jocj nomen. In 1977 werd voor
meer dan 15 miljoen aan
Cymbidiums geveild.
q,!0^ Instituut heeft in een zojuist
ndt, verschenen publikatie ver-
uwel slag gedaan van een onder-
Luit, zoek naar de bedrijfsecono-
nvaRmische en enkele marktkun-
■j-gylldige aspecten van deze teelt,
ik. Uit dit onderzoek is geble
ken dat de markt voor Cym-
s. Wjbidiums nog wel over enig
koelcellen en gekoeld vervoer.
Vervoerscondities: Hierbij ko
men zaken aan de orde zoals
voor-koeling en fustkeuze uit
het oogpunt van ventilatie,
stevigheid en stapelbaarheid.
Snijstadium: Om de praktijk
een exacte informatie hiero
ver te geven werden kleuren
fotoseries vervaardigd van
een groot aantal soorten snij
bloemen in verschillende ont
wikkelingsstadia van de
bloem, waarbij steeds het
juiste moment van snijden is
aangegeven. Dit werk vond in
nauwe samenwerking plaats
met het Proefstation voor de
Bloemisterij. Voorts werd stu
die gemaakt van de conse
quenties van rauw snijden
voor het latere vaasleven van
diverse bloemsoorten.
Ethyleen: Zeer geringe hoe
veelheden werken al op snij
bloemen in. In dit onderzoek
gaat het om het vaststellen
van de schadelijke hoeveelhe-
Onderzoekruimte
den en hoe deze te voorko
men.
Micro-organismen: In het wa
ter waarin snijbloemen staan,
komt na enige tijd een te
hoog aantal bacteriën voor.
Deze micro-organismen kun
nen om drie redenen nadelig
inwerken op het produkt. Ten
eerste door bij te dragen aan
het optreden van vaatverstop-
ping langs mechanische weg
door een prop te vormen. Ten
tweede: door stoffen te pro
duceren die het proces van
de vaatverstopping kunnen
bevorderen. En ten derde:
door het produceren van stof
fen die meer of minder gifti
ge eigenschappen bezitten
voor de snijbloem.
Kwaliteit: In hoeverre kan
men aan de buitenkant zien
of de snijbloem er ook „van
binnen" gezond uitziet?
Voeding: het onderzoek heeft
uitgewezen dat snijbloemen-
voedsel noodzakelijk is. Voor
tal van snijbloemensoorten is
een „receptuur" ontwikkeld.
Vaasleven: Soms komt een
boeket bloemen onverwacht
snel aan zijn einde. Onder an
dere door bladvergeling, vaat-
verstopping en dergelijke oor
zaken. Een passende voeding
kan uitkomst brengen.
Het gebouw
Het summier opgesomde pro
gramma van de hoofdoorza
ken laat er geen twijfel over
bestaan dat het nieuwe snij
bloemengebouw intensief be
nut zal worden. Hoe ziet dit
er uit? Er bevinden zich vijf
opslagcellen in, twee geklima-
tiseerde uitbloeiruimten en
een werkruimte. De vijf cel
len hebben elk een inhoud
van ongeveer 15 m3. Het tem-
peratuurtraject loopt van -5.
tot 30 graden C bij een zo
hoog mogelijk relatieve lucht
vochtigheid. De temperatuur
schommelingen mogen niet
meer dan een halve graad be
dragen. De ventilatie is maxi
maal 15 m3 per uur. De uit
bloeiruimten hebben ongeveer
50 m 2 vloeroppervlak met een
temperatuurtraj eet van 15 tot
25 graden C met maximale
temperatuurschommelingen
van 1 graad. Het relatieve
luchtvochtigheidstraject loopt
van 50 tot 70% met een afwij
kingsmogelijkheid van minder
dan 10%. De ventilatie is 500
m3 per uur en de luchtsnel-
heid kleiner of gelijk aan 0,2
meter per sekonde. De tempe
ratuur en de relatieve lucht
vochtigheid kunnen op een
dag- en nachtconditie worden
ingesteld. De verlichting kan
met de hand en door een
schakelklok worden bediend
met een capaciteitsregeling
van 0,50 en 100%. Het gehele
gebouw is geconstrueerd uit
ijzeren spanten en panelen.
Dak en wanden zijn geïso
leerd, evenals de vloeren van
de onderzoeksruimten. In het
gebouw zijn de cellen en de
uitbloeiruimten als op zichzelf
staande eenheden gebouwd.