Speciaal gebouw voor onderzoek snijbloemen bij Sprenger Instituut ÖVIEIM B#LLEI\I EXPORT BLIJFT ACHTER BU VORIG SEIZOEN PRIJZEN VOOR SNIJBLOEMEN HANDHAAFDEN ZICH, Veel werk voor bollen-profeten Nederland hindert België *t meest op exportmarkten van bloemen Teelt orchideeën laatste jaren snel in betekenis toegenomen agIÏAND en tuinbouw leidse courant maandag 25 jun11979 pagina 9 Als we zo het totale beeld van de bloe menhandel aan de Honselcrsdijkse CCWS overzien, is er weinig ruimte voor klagen, zonder te willen beweren dat er reden is tot een optimistische beschou wing. Men zou kunnen zeggen: „Het kon slech ter" maar dat zou toch een te grote on tevredenheid betekenen. Vooral door de wat warmer dagen in de afgelopen week nam over het geheel het aanbod toe met ruim vier miljoen bos of stuks, zonder dat de prijzen van betekenis worden aangetast en voor sommige produkten zelfs van een verbetering sinds voorgaan de week kan worden gesproken. Het wa ren bijzonder de tros anjers, de Ameri kaanse anjers, chrysanten, gerbera en niet te vergeten de freesia die het in de prijzen goed deden. Met de rozen verliep het matiger. Het to tale veilingbeeld staat in het teken van de zomer. In het aanbod van trosanjers zat niet veel verschil met die van vorig jaar in dezelfde week maar de gemiddel de prijs lag als totaal toch iets hoger. De aanvoer van jaarrond troschrysanten was ruimer maar eveneens toch met be tere prijzen die tot 80 cent opliepen. Ook van freesia en irissen was er een ruim aanbod zonder dat de prijzen werden aangetast. In het algemeen wisten de prijzen voor de snijbloemen afgelopen week zich aar dig te handhaven. De prijsstijging van voorgaande week zette ook afgelopen week zich door, zodat tot dusver de maand juni beslist niet slecht kan wor den genoemd in de bloementeelt. Opval lend is dat na sluiting van de import pe ri ode voor bloemen door de eigen kwe kers aanzienlijk meer statice, gypsophilla en in mindere mate andere soorten bui tenlandse zomerbloemen worden aange boden. Kennelijk is er sprake van enige overschakeling op breder terrein van de bloementeelt. Het totale omzetcijfer van de CCWS be droeg afgelopen wek 11.904.341,96 bij een aanvoer van 33.684.832 bos of stuks tegenover een omzetbedrag van 8.800.348,28 en aanvoer van 28.828.635 bos of stuks in het vorig jaar. Wat gemiddelde prijzen zijn: Amerikaan se anjers 36(vorig jaar 30) trosanjers 32(28) anthurium 72(68) snijgroen 13(14) geplozen chrysanten jaarrond 64(53) jaar- rond geplozen 57(47) gerbera 43(36) free sia 26(18) lelietakken 49(33) idem kelk 32(42) grote rozen 24(23) idem klein 18(17) belinda 18(15) red garnette 14(15). Kb- De import trosanjers die nog verschenen noteerden van 21 tot 90 cent en de stati ce van 35 tot 46. Als totaal blijft het om zetbedrag ook in juni iets hoger liggen dan vorig jaar en dat helpt de achter stand weg te werken. Wat de potplanten betreft, blijft het nog redelijk goed gaan zowel voor de groene als bloeiende soorten. Het aanbod via het bemiddelingsbureau liep wat terug hetgeen evenwel minder het geval was bij de veilingklok, hoewel ook daar soms een neiging bestond tot vermindering. Het aantal aangevoerde potplanten be droeg afgelopen week bijna 600.000 tegen 400.000 in dezelfde week van het vorig jaar. Als geheel blijft het redelijk goed gaan in deze handel. Voor deze week kan wel worden gerekend op het hand haven van de aanvoer, mogelijk zelfs nog enige uitbreiding bij wat aanhouden de warme dagen. Dit zou dan echter de prijzen niet omhoog brengen, mogelijk integendeel. Er komt bij dat het nu met de vakanties pas goed menens begint te worden en de bloemenklanten ergens in het Teutobur- gerwoud, Benidorm of New York zitten. Dat kan zo nog wel een paar weekjes doorgaan en kost de bloemenkweker geld. Uit de exportgegevens van het K.C.B. blijkt dat de export van tomaten, kom kommers en paprika's achter blijft bij die van vorig seizoen. Deze gegevens zien er over de periode van januari tot en met mei als volgt uit De komkomme rexport was 90.840 ton groot, vorig jaar bedroeg deze 100.350 ton. De export van paprika's bedroeg 3950 ton, vorig seizoen was dit 4500 ton. Bij de tomaten was het verschil het kleinst, dit jaar 80.490 ton tegen vorig jaar 80.960 ton. Van enkele gewassen kan gezegd worden dat ze een aanmerkelijke uitbreiding wisten te boe ken. De export van rode en witte kool viel dit seizoen veel groter uit De export van deze twee gewassen viel nl. 8000 en 9000 ton groter uit De afgelopen strenge winter heeft hier veel toe bijdragen. Ver der viel het op dat er bijna 1000 ton ra dijs meer uitgevoerd werd. De export van sla bleef nagenoeg gelijk. Komkommers gestegen in prijs. De komkommerprijzen wisten zich knap te herstellen ten opzichte van de vorige verslagweek. Voor de 41-ers trok de prijs aan naar 52 cent voor de 51-ers 53 cent en voor de 61-ers 56 cent De binnen landse aanvoer was wat kleiner en de export naar West-Duitsland groeide iets, er ontstond zo een gunstig prijsklimaat. Door het wisselvallige weer is de aan voer ook vrij onregelmatig. Dit werkt een vaste prijsvorming tegen. Voor de komende week wordt er op dezelfde of wat lagere prijzen gerekend. Tomatenprijs onveranderd De tomatenprijs kon zich de afgelopen week handhaven. Voor de A-I-tomaten werd er 1.50 per kilo betaald. De to- matenexport bleef ten opzichte van vorig seizoen achter in de afgelopen verslag week. Zowel West-Duitsland, als Frank rijk en Engeland namen minder Holland se tomaten af. Vooral de export naar Frankrijk verloopt veel moeilijker. Sinds begin juni ligt export dagelijks wekelijks 1000 ton achter bij die van vorig seizoen. Slazaadjes in perskluitjes De aanvoer lijkt weinig verandering te ondergaan. De kans op aanvoerpieken lijkt echter groot. Als dit laatste gaat ge beuren dan loopt de prijs de kans ver der te dalen. De vleestomaten moesten halverwege de vorige week een flink stuk inleveren. De 3x B zakte naar 2.09 per kilo. Ook hier zullen aanvoer pieken nadelig werken. Aardbeienaan- voer zal snel groeien. Door het donkere en natte weer verliep de aanvoer van aardbeien stroef. Nu het weer verbetert zal het aanbod van vollegronsaardbeien snel groter worden. Er werd in de 2e week van juni 4.90 per kilo betaald. Bij een snel groeiend aanbod zal deze prijs in een kort tijdsbestek flink dalen. Naast de Hollandse aarbeien worden er dagelijks aarbeien uit België en Italië in gevoerd. De groothandelsprijs voor deze aardbeien ligt tussen de 4.40 en 5.30 per kilo. Overige gewassen Spinazie werd goedkoper, de prijs daalde naar 1.30 per kilo. Bij warm weer zal de prijs verder dalen. Andijvie daarente gen werd wat duurder, nl. 90 cent per kilo. Erg vast lijkt de markt niet te blij ven. Door het koele weer stagneerde de bloemkoolaanvoer. Er worden binnenkort flinke oogsten verwacht. De „zessen" de den vorige week nog 2.10 per stuk. Voor de komende week wordt er een la gere prijs verwacht De sla-handel leefde iets op, maar het is nog steeds niet om naar huis te schrijven, nl. 17 cent per krop. De sla lijkt nog steeds goedkoop te blijven. Voor zware bleekselderij werd er gemiddeld 96 cent per stuk betaald. Voor prei lagen de noteringen tussen de 2.70 en 4.10 per kilo. Veel werk aan de winkel voor de profe ten in het bloembollenvak. En voor de klagers ook! De oogstvoorspellingen zijn uit voorraad leverbaar. Er is keus ge noeg ook: van een goede oogst tot misge was met alles wat ge daartussen nog maar aan varianten weet te bedenken. Men kan vandaag dus nog alle kanten uit En wat de klagers betreft: zij zeggen dat we na al die extreme weersomstandighe den geen normale oogst mogen verwach ten. Eerst een barre poolwinter, daarna een koud voorjaar en vervolgens een voorzomer met zondvloedachtige regens en veel te lage (bodem)temperaturen. Wat dan nog? Misschien krijgen de klagers wel gelijk, maar we zouden willen zeggen: wat dan nóg? Heeft het bloembollenvak de laatste vier jaar de wind in de zeilen als gevolg van groeizame jaren en oogsten die over de mand liepen? Vergeet het maar! Juist omdat het de laatste jaren met de oogst lang niet overal botertje tot de bodem was, gingen de prijzen omhoog. En als gevolg van een zekere schaarste ging ook het buitenland meer vertrouwen in de bloembollenmarkt tonen omdat men nu niet het risico liep van zeer lage na- offertes. Met een stabiele markt is im mers iedereen gebaat. Vakmanschap Geldt trouwens niet voor de gehele agra rische sector, dat in jaren waarin het al lemaal vanzelf groeit en dus iedereen het kan, men zelden of nooit goede prijzen maakt? Juist als het gaat tegenzitten en het aankomt op vakmanschap, dan zit de goede teler meestal „gebeiteld". Dan blijkt welke teler zijn land in het najaar op de juiste wijze heeft bewerkt, of hij alle aandacht heeft gegeven aan de ont watering in de winter, of zijn plantgoed op de juiste wijze de grond is ingegaan, of hij zorg heeft besteed aan een juiste waterhuishouding en ga-maar-door. Eerste klappen Zodra de omstandigheden gaan tegenzit ten, vallen tien tegen één de eerste klap pen bij ondernemers die het zo nauw niet nemen of er met de pet naar De tulpenoogst is weer begonnen gooien. In voorspoedige jaren kunnen zij de vakmensen die extra zorg aan alles besteden, gewoon uitlachen. Zonder al die extra aandacht gaat het toch ook goed? Maar op een gegeven moment slaat het uur van de waarheid. Dan blijkt dat de genomen voorzorgen niet altijd tevergeefs zijn. Neem het jaar-van- de-grote-droogte 1976. Natuurlijk zijn er toen ook tegenvallers geïncasseerd door kwekers die men zonder overdrijving als prima vakmensen mag betitelen. Maar dat zijn uitzonderingen. Het gros van de goede kwekers mocht dan geen topoog- sten uit de grond halen, ze raapten nog wel een redelijk aantal leverbaren uit dé roe. En omdat de prijzen extra goed wa ren, verdienden ze toch een allervriende lijkst inkomen. Zo was het niet alleen met de bollenkwe- kers, maar ook met de producenten van uien, aardappelen, groenten, enz. Een uit zondering moet men natuurlijk maken voor de veehouders en dan vooral voor hen die op van nature al droog land zit ten en niet kunnen beschikken over vol doende goed water om de haspelautoma- ten dag-in, dag-uit te laten draaien. Voor de rest zal de gemiddelde agrariër in ja ren waarin het allemaal minder goed wil groeien, een veel acceptabeler exploitatie rekening hebben dan in perioden waarin een kind de was kan doen. Toch nog meevallen? Topoogsten mogen we dit jaar voor de bloembollen niet verwachten. Maar als we niet in een periode van grote hitte verzeilen, dan kon het allemaal toch ook wel eens meevallen. We zouden dit jaar aan topoogsten niets hebben, want de vraag van exportzijde blijft maar zó-zó. Er is in de broeierij de afgelopen winter weinig of niets verdiend, maar de reke ningen van de olie- en de aardgasleve ranciers rezen de pan uit. Daarom doen de broeiers het tot nu toe heel kalmaan met hun inkoop. Intussen is het rooien van de bloembol len begonnen. Binnen enkele weken zal wel blijken dat de soep niet zo heet zal worden gegeten als ze wordt opgediend. Zoals altijd Bert BRUSSEL De Belgische r> jai kwekers en bloembollenhan- Lee delaren hebben meegedeeld d®r dat zij de meeste hinder on- e'n' dervinden op de export- wi markten van Nederland. Ge- idré constateerd wordt dat Ne tland derland een moderner pro- '"QtL duktie-apparaat en meer ef- renf ficiënte afzet heeft dan Bel- ieik. gië. Ook Denemarken doet in. het op de internationale Dn no markten beter dan België, de terwijl bij de afzet in Chrj Duitsland de zware concur- ené] rentie met de Duitse kwe- srbrd kers wordt ondervonden. Verder voldoet het assorti- jgcgl ment niet volledig aan de iries'l vraag van de binnen- en Hey buitenlandse afnemers. Wel is het assortiment van groe- De|J ne planten uitgebreid maar Haas, van gevraagde bloeiende ssen planten ontbreken in het ld. 1 Belgische pakket duyil Gepleit wordt voor een wet- t telijk promotie-fonds. Voor versteviging van de Belgische concurrentiepositie is het noodzakelijk dat het potplantenaanbod, dat nu versnipperd en ondoorzichtig is, wordt gebundeld, aldus voo onlangs verschenen rap port van het Belgische Landbouw-Economisch-Insti- tuut. Uit een enquête die is ge- houden door het Belgische i-E^ Comité voor de Distributie blijkt voorts dat 67 procent van de Belgische gezinnen bloemen en 74 procent plan ten in huis had. In elf pro cent van de woningen ston den zelfs drie of vier vazen met bloemen, in sommigen zelfs meer dan vier vazen. Maar 54 procent deed het met één of twee vazen. Areaal Ni Eén procent van het aantal ondervraagden had meer dan vijftig planten staan, in 29 procent van het aantal Belgische kwekers hebben de meeste hinder van de exportmark ten van Nederland. Voor dit doel worden hier de fresia's ge plukt. gezinnen tien. Het aantal te lers van snijbloemen is in België niet hoog en bestaat voornamelijk uit 700 familie bedrijven waarin 2.200 per sonen in vaste dienst zijn en 600 in losse dienst Sinds 1960 blijkt het areaal weinig te zijn veranderd. In 1975 bestond dat nog uit 285 ha maar was in 1977 ge daald tot 267 ha. De produktiewaarde steeg van bijna 17 miljoen gulden in 1960 tot ruim 60 miljoen in 1977. De teelt van rozen nam aanzienlijk toe en steeg van 20 tot 30 procent maar van de anjers liep de waar de terug van 25 naar 13 pro cent. De chrysanten namen weinig in betekenis toe na melijk van 30 miljoen in 1960 tot 31 miljoen in 1977. In dezelfde tijd steeg de im port van bloemen met 766 procent Hiervan leverde Ne derland 84 procent. Voor wat betreft de Belgische bloemenuitvoer is Frankrijk de grootste klant geworden met 61 procent van het to taal tegen 13 procent in 1960. De totale bloemenuitvoer van België steeg van 0,2 mil joen in 1960 tot 1,3 miljoen gulden in 1977. Telling De oppervlakte boomkweke rij in België breidde in het afgelopen jaar zich, volgens de in mei jl. gehouden tel ling uit met ruim honderd ha. Daarentegen liep de op pervlakte vruchtbomen te rug, maar breidde de teelt van sierplanten en bos boomkwekerij zich uit. Volgens het jongste rapport kopen Belgische potplanten- bedrijven 41 procent van het vermeerderingsmateriaal en 31 marktklare produkten er bij. Het merendeel van laatstgenoemde planten wordt in Nederland gekocht Als reden wordt opgegeven de lagere prijzen, omdat die planten in België niet be schikbaar zijn en de kwali teit beter is. De aankoop bij de Neder landse handel neemt sterk toe. In sommige gevallen le vert Nederland rechtstreeks aan de Belgische kleinhan del en verwacht wordt dat deze ontwikkeling nog zal toenemen. De Belgische bevolking kocht in 1977 ruim 14 mil joen potplanten waarvan het grootst aantal bloeiend. Hiervan werd 52 procent in de bloemenwinkel gekocht, 18 procent bij de ambulante handel, 19 procent bij de kwekers en 11 procent el ders. De Belgische export van potplanten nam in 1977 toe van 35 miljoen gulden in 1970 tot 89 miljoen gulden. De Nederlandse export van potplanten steeg in dezelfde periode van 24 miljoen gul den tot 151 miljoen! Van de Bêlgische export kocht Ne derland en West-Duitsland ieder 23 procent, Engeland 5 procent opnamevermogen beschikt Toenemende aanvoeren zul len weliswaar- gepaard gaan met een lager prijspeil, maar de omzet zal voorals nog stijgen. Wat bedrijfseconomische as pecten betreft is veel aan dacht besteed aan de hoge investeringen in plantmateri- aal en de relatief lange peri ode die aan volledige pro- duktie voorafgaat. Introduc tie van de cymbidiumteelt heeft voor de financiering van het bedrijf dan ook in grijpende gevolgen. Eerst na 5 6 jaar van introductie komen voldoende bedragen beschikbaar voor rente- en aflossing, terwijl het onge veer 10 jaar duurt, voordat alle gemaakte kosten zijn „terugverdiend". Dit laatste wordt overigens grotendeels bepaald door de opbreng sten. Bij de teelt dienen de planten dan ook scherp te worden geselecteerd naar hun potentiële opbrengsten. WAGENINGEN Het Spren- %rkoger Instituut in Wageningen rheo houdt zich vanaf de oprich- <j Luting bezig met het onderzoek sné Hnaar de verwerking en bewa- 'ringen van tuinbouwproduk- nn,ten. Voorheen betrof dat hoofdzakelijk groenten en -Jan fruit, maar de laatste jaren E«aam het bloemenaandeel in <^het researchpakket aardig toe. Het onderzoek met bloe- L Wijmen vraagt echter om een us Bnaparte aanpak. lohaniEJat geldt voor het instrumen tarium en voor het uitschake lt pjlen van de verstorende in- en cMoed van schadelijke vluchti- m dége stoffen afkomstig van nhonlfruit Een eigen gebouw heeft daarom steeds op de verlang- v <j lijst van de heren onderzoe- irdus kers gestaan. Dankzij de ge- tijers. zamenlijke financiering door *®®"£het Ministerie van Landbouw 'en Visserij en het Produkt- Ischap voor Siergewassen is hOQd it specifieke snijbloemenge bouw tot stand gekomen. BaajProgramma Erif WilfreHet onderzoek met snijbloe- .Jj^Vnen op het Sprenger Insti- rard ltuut houdt zich in principe s Peiibezig met alle problemen die ihueszich voordoen na het snijden. KruifiDe volgende concrete thema's Instaan op het programma. Boh Bewaring en be waarsy sternen: :iink. Wat is de juiste opslagtempe- ratuur voor de diverse bloem soorten? En wat gebeurt er BQ^.als het produkt niet onder op- ten. jtimale omstandigheden wordt pen. bewaard? Het antwoord op Ronaldeze vragen is mede de basis om tot juiste adviezen te ko- iout, men aangaande de eisen voor JJJ DEN HAAG De teelt van orchideeën en meer in het bijzonder van Cymbidium, 'S f>eduren(Ie de laatste ja- /os Iren 51161 111 betekenis toege- Jocj nomen. In 1977 werd voor meer dan 15 miljoen aan Cymbidiums geveild. q,!0^ Instituut heeft in een zojuist ndt, verschenen publikatie ver- uwel slag gedaan van een onder- Luit, zoek naar de bedrijfsecono- nvaRmische en enkele marktkun- ■j-gylldige aspecten van deze teelt, ik. Uit dit onderzoek is geble ken dat de markt voor Cym- s. Wjbidiums nog wel over enig koelcellen en gekoeld vervoer. Vervoerscondities: Hierbij ko men zaken aan de orde zoals voor-koeling en fustkeuze uit het oogpunt van ventilatie, stevigheid en stapelbaarheid. Snijstadium: Om de praktijk een exacte informatie hiero ver te geven werden kleuren fotoseries vervaardigd van een groot aantal soorten snij bloemen in verschillende ont wikkelingsstadia van de bloem, waarbij steeds het juiste moment van snijden is aangegeven. Dit werk vond in nauwe samenwerking plaats met het Proefstation voor de Bloemisterij. Voorts werd stu die gemaakt van de conse quenties van rauw snijden voor het latere vaasleven van diverse bloemsoorten. Ethyleen: Zeer geringe hoe veelheden werken al op snij bloemen in. In dit onderzoek gaat het om het vaststellen van de schadelijke hoeveelhe- Onderzoekruimte den en hoe deze te voorko men. Micro-organismen: In het wa ter waarin snijbloemen staan, komt na enige tijd een te hoog aantal bacteriën voor. Deze micro-organismen kun nen om drie redenen nadelig inwerken op het produkt. Ten eerste door bij te dragen aan het optreden van vaatverstop- ping langs mechanische weg door een prop te vormen. Ten tweede: door stoffen te pro duceren die het proces van de vaatverstopping kunnen bevorderen. En ten derde: door het produceren van stof fen die meer of minder gifti ge eigenschappen bezitten voor de snijbloem. Kwaliteit: In hoeverre kan men aan de buitenkant zien of de snijbloem er ook „van binnen" gezond uitziet? Voeding: het onderzoek heeft uitgewezen dat snijbloemen- voedsel noodzakelijk is. Voor tal van snijbloemensoorten is een „receptuur" ontwikkeld. Vaasleven: Soms komt een boeket bloemen onverwacht snel aan zijn einde. Onder an dere door bladvergeling, vaat- verstopping en dergelijke oor zaken. Een passende voeding kan uitkomst brengen. Het gebouw Het summier opgesomde pro gramma van de hoofdoorza ken laat er geen twijfel over bestaan dat het nieuwe snij bloemengebouw intensief be nut zal worden. Hoe ziet dit er uit? Er bevinden zich vijf opslagcellen in, twee geklima- tiseerde uitbloeiruimten en een werkruimte. De vijf cel len hebben elk een inhoud van ongeveer 15 m3. Het tem- peratuurtraject loopt van -5. tot 30 graden C bij een zo hoog mogelijk relatieve lucht vochtigheid. De temperatuur schommelingen mogen niet meer dan een halve graad be dragen. De ventilatie is maxi maal 15 m3 per uur. De uit bloeiruimten hebben ongeveer 50 m 2 vloeroppervlak met een temperatuurtraj eet van 15 tot 25 graden C met maximale temperatuurschommelingen van 1 graad. Het relatieve luchtvochtigheidstraject loopt van 50 tot 70% met een afwij kingsmogelijkheid van minder dan 10%. De ventilatie is 500 m3 per uur en de luchtsnel- heid kleiner of gelijk aan 0,2 meter per sekonde. De tempe ratuur en de relatieve lucht vochtigheid kunnen op een dag- en nachtconditie worden ingesteld. De verlichting kan met de hand en door een schakelklok worden bediend met een capaciteitsregeling van 0,50 en 100%. Het gehele gebouw is geconstrueerd uit ijzeren spanten en panelen. Dak en wanden zijn geïso leerd, evenals de vloeren van de onderzoeksruimten. In het gebouw zijn de cellen en de uitbloeiruimten als op zichzelf staande eenheden gebouwd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 9