Amerika en de m uziekindnstrie
Symfonie van
een
vasthoudende
oude heer
ELVIS COSTELLO
ARMATRADING
KLASSIEK
/HET BINNENHOF
I FM TC3CWC C35 RSGCf
&ve /H *7&e ^||||r
De macht van de Ameri
kaanse radiostations is
groot Een recent voorbeeld
biervan is bet succes van
de eerste Dire Straits elpee,
die enkele weken na te zijn
uitgebracht al een gouden
plaat opleverde. Dat was
niet te danken aan Warner
Brothers, de Amerikaanse
vertegenwoordiger van de
groep, want deze bedreef
een minimum aan promotie
voor de elpee. Pas toen de
radio gunstig op de langspe-
ler reageerde en de plaat in
de hitlijsten verscheen,
startte de maatschappij een
grootse reclame-campagne.
Zou de plaat niet door de
radiozenders zijn opgepikt,
dan had de platenmaat
schappij er niets aan ge
daan.
De vele grote en kleine pla
tenmaatschappijen hebben
heel goed door in welke po
sitie de talloze stations zich
h vinden. Maar inplaats van
er iets aan te doen, werken
ze er aan mee die macht
nog verder uit te bouwen.
Zo worden bijvoorbeeld
steeds vaker singles door de
radio-stations gekozen. De
disc-jockeys krijgen een el
pee aangeboden. Dan gaat
de maatschappij zitten
wachten welk nummer er
van de langspeler het meest
gedraaid wordt en dat kiest
men dan als single.
Voor de platenmaatschap
pijen schijnt alleen de jaar
lijkse winst te tellen, die
groot moet zijn om op de
beurs van Wall Street hun
gezicht niet te verliezen. Ge
volg daarvan is dat de prij
zen van platen stijgen en al
leen door de radio gedraaide
artiesten verzekerd zijn van
een goede promotie. Er zijn
zelfs maatschappijen die zo
ver gaan dat de eerste elpee
van een artiest of groep
minstens 50.000 exemplaren
moet hebben verkocht voor
dat besloten wordt of er ook
een tweede plaat zal ver
schijnen. Hierdoor is de
New Wave nooit echt door-
Hoe de
Amerikaanse
platen-industrie
op jacht naar
betere
verkoopresulta
ten
de witte
platenhandel
voorzag van
eerste klas
materiaal.
LiVL A" TIC 3UGÜ CAf i. PHILADELPHIA. FEBRUARY 38*13??
NNWGW
DAVID
GtLMOUR
gebroken in Amerika omdat
de radio-stations de muziek
weinig draaiden en de pla
tenmaatschappij hierdoor
nauwelijks enige promotio
nele activiteiten ontplooiden.
Om het de Amerikaanse
disc-jockey naar zijn zin te
maken en de mogelijkheid
te scheppen het aanbod van
nieuwe artiesten toch op de
radio te laten doorklinken,
hebben de platenmaatschap
pijen iets bedacht: de offi
ciële „bootleg", een plaat
met live-opname, die speci
aal en alleen voor de Ameri
kaanse radio-stations wordt
vervaardigd. Doordat de op
lage klein is, zijn deze pla
ten een verzamelaars object,
die iedere platen-gek wel wil
hebben. Er worden dan ook
gigantische bedragen neerge
teld om zo'n kleinood in be
zit te krijgen. De elpees zijn
tevens een goudmijn voor de
illegale perserijen. Hoewel
de platenmaatschappij weet
dat hij hiermee de illegale
bootlegger kwalitatief hoog
staand materiaal in handen
speelt, lijkt deze promotie-
methode erg winstgevend te
zijn. Uit een onderzoek was
namelijk gebleken dat Ame
rikaanse programma-makers
erg gevoelig zijn voor het
uitzenden van live-concerten.
Geen station zal een nieuwe
elpee in zijn geheel draaien,
maar er wordt wel van de
zelfde artiest rustig een uur
durende live-show gebracht
Een van de bekendste voor
beelden is The King Biscuit
Boy Hour, een show die op
240 stations wordt uitgezon
den waarin uitsluitend live
shows te horen zijn.
Grote radio-stations in New
York, San Francisco en Los
Angeles sponseren meestal
in samenwerking met de
platenmaatschappij dergelij
ke live-shows. De radio ziet
de concerten wel zitten om
dat er een groot publiek
naar luistert De platenmaat
schappij heeft intussen zijn
radio-zendtijd. Over de ban
den of. de platen hoeven
meestal geen rechten wor
den betaald. De enige voor
waarde voor uitzending is
dat dit gebeurt als ook an
dere promotie-activiteiten
voor de artiest plaatsvinden.
Vaak komen de artiesten
dan ook naar de studio voor
een interview voordat de
show wordt uitgezonden.
AmeriJca telt echter honder
den stations. Men kwam
voor het probleem te staan
dat de regionale zenders,
minstens zo belangrijk als
hun grote broers, ook be
diend moesten worden.
Naast de officiële bootleg
kwamen er daarom al snel
platen uit met daarop naast
live-opnamen ook kant en
klare interviews, waarbij de
disc-jockey slechts de vraag
hoeft in te spreken. Een van
de vele voorbeelden hiervan
is de 47 minuten durende
„Al Green Radio Special"
uit 1975 waar naast een in
terview en de nieuwe plaat
ruimte is gelaten voor recla
meboodschappen. Recentere
de
Havergal Brian, wiens
overvloedige stroom op een
of andere manier in het
zand is weggelopen..." Toen
ik dit las, had ik nog nooit
van Brian gehoord. Het
frappeerde mij dat in een
boek over de Engelse com-
poneerkunst van deze eeuw
een man met slechts een
enkel zinnetje werd afge
daan en nog wel met een
zinnetje dat zó begon. La
ter bleek mij dat Brian als
een buitenbeentje gold,
meestal werd genegeerd,
zelden of nooit voor vol
werd aangezien.
Aanvankelijk had Elgar in
hem geloofd, Tovey en
Wood bleven het doen maar
het hielp niet. Ook niet dat
S Richard Strauss geïmpo
neerd was door Brians door
gedegen kennis geschraagde
bewondering voor zijn
„Elektra" en het een eer
vond dat de onbekende^
diens expansieve tweede sy
mfonie, die met een monu
mentaal Te Deum eindigde,
aan hem opdroeg.
Het moet een duivelse spe
ling van het lot zijn geweest
die William Havergal Brian
in 1877 in Dresden ter we
reld deed komen. Dresden
staat hier namelijk niet
voor het befaamde Duitse
muziekcentrum maar voor
een gehucht in de potten-
bakkersstreek van Stafford
shire. Verklaart de naam
van de geboorteplaats waar
om deze Brit zich in zijn
muziek op Duitsland en
Oostenrijk oriënteerde, in
zoverre dat zijn thema is
voor koperblazers aan Wag
ner, zijn marsritmen' aan
Mahler, zijn lyriek soms in
het voorbijgaan aan „Der
Rosenkavalier" doet den
ken?
Er lijkt een betere verkla
ring te zijn. Brian moest al
toen hij twaalf was, van
school af om de kost te
gaan verdienen in een ko
lenmijn en later in een
houtbedrijf. Hij kreeg wel
wat muzieklessen maar
moest voor zijn onbedwing
baar natuurtalent doorgaans
in eenzaamheid zelf de juis
te weg zoeken. Geen won
der dat het „vreemd" ging,
wél een wonder dat het
bleef volharden. Want toen
Brian in 1972, 96 jaar oud,
stierf, was hij een organist
met een locale reputatie die
bijna tachtig jaar had be
steed aan componeren. Van
de 32 symfonieën, de even
talrijke andere orkestwer
ken, de vijf opera's, de acht
omvangrijke koorwerken en
wat hij verder allemaal had
geproduceerd, was bijna
niets uitgevoerd of uitgege
ven. Het leek de eigenzinni
ge oude heer niet te kunnen
schelen maar wie durft dat
met stelligheid te beweren?
En wie durft volhouden dat
zijn muziek niet anders was
geworden als hij nu en dan
eens had kunnen horen wat
hij had opgeschreven? In
elk geval hield Brian toi
het bittere eind vol. Zijn
laatste 21 symfonieën com
poneerde hij toen hij de
tachtig al was gepasseerd!
Eind vorig jaar heeft EMI
voor de Engelse markt op
plaat ASD 3486 Brians sym
fonie no. 8 (1949) en no. 9
(1951) vastgelegd in respec
tabele uitvoeringen van de
Liverpool Philharmonic on
der Charles Groves. On
danks de laat-romantische
expressiedrang in uitzonder
lijke bezettingen doen deze
werken merkwaardig be
knopt en zelfs vrij geser
reerd aan. Op de plaat had
naar mijn mening echter
vermeld moeten worden dat
de componist deze twee sy
mfonieën mèt no. 10 (1954)
als „broeders" beschouwde.
Inderdaad is er niet alleen
een inhoudelijke maar ook
een expressieve samenhang.
Daarvan kan alleen die be
langstellende zich vergewis
sen die er in slaagt de eni
ge andere plaat met muziek
van Brian die er ooit is uit-%
gekomen, te bemachtigen.'
Het gaat om Unicom RHS
313 waarop een jeugdorkest
van de Leicesters Schools
juist deze tiende symfonie
heeft vastgelegd, uiteraard
niet professioneel maar
meer dan verdienstelijk.
Wie aldus de drie symfo
nieën na elkaar hoort, er
vaart hun innerlijke verbon
denheid. De naar de vorm
heel vrije achtste is een
overwegend langzame
klaagzang met donkere
hoorn- en tuba-klanken, de
veel conventioneler gestruc
tureerde negende is een tra
gedie die door lyrische mo
menten niet minder tragisch
wordt, en de tiende is als
reactie wisselend vulkanisch
en verstild. Aan het slot
mogen de negatieve krach
ten overwonnen zijn, uitge
schakeld werden ze niet
Zou de stelselmatige mis
kenning Brian toch wel wat
gedaan hebben
Op de al in 1973 versche
nen Unicom-plaat speelt de
jeugd van Leicestershire
ook nog Brians symfonie
no. 21 uit 1963, het werk
van een 87-jarige. Het lijkt
alsof de componist zich hier
geestelijk vernieuwt, opti
mistischer, vitaler, muzikan-
tesker wordt. Particulier,
om niet te zeggen eigen
wijs, is hij in vele details
gebleven maar dat maakt
zijn symnfonieën avontuur
lijk genoeg om er geïnteres
seerd naar te kunnen luiste
ren, ook al zijn het dan
geen meesterwerken voor
de eeuwigheid.
JOHNKASANDER
H
Wings Iedereen die denkt
dat Wings heeft afgedaan,
moet maar eens luisteren
naar de nieuwe elpee „Back
to the egg" om tot de con
clusie te komen dat Paul
McCartney en zijn maatjes
sterker dan ooit tevoor
schijn zijn gekomen. Na de
wat teleurstellende „London
town" lijkt het alsof Wings
er weer echt zin in heeft.
McCartney met zijn unieke,
warm klinkende stem, die
sentimenteel overkomt in
ballads en een rauwe klank
krijgt in stevige rocknum
mers, zingt beter dan hij
sinds lange tijd gedaan
heeft. Vooral in de roc
knummers, die veelvuldig
op „Back to the egg" te
vinden zijn, is hij in vorm.
Op de single „Goodnight to
night" hebben we al even
kennis kunnen maken met
de twee nieuwe Wingsleden,
maar- op de langspeler leren
we ze pas echt kennen. Ste
ve Holly is een uitstekende
rock-drummer. Hij schijnt
Paul goed aan te voelen,
wa nt ze vormen een stevige
ondergrond waarop rocky
gitarist Laurence Juber en
Denny Laine kunnen bou
wen. Het aandeel van de
vaak bekritiseerde Linda
McCartney is beperkt geble
ven. Toch lijkt haar zang
en spel bij iedere elpee be
ter te worden. Paul ziet de
plaat graag als een concept
elpee, die begint met ge
kraak en stukjes radio-uit
zending. Het is het geluid
dat je hoort als je naar een
bepaald station zoekt Dit is
echter een auto-radio en de
passagiers van het voertuig
zijn op weg naar een con
cert (Getting closer) om ten
slotte te arriveren (We're
open tonight). De plaat start
muzikaal met een ritmisch
bespeelde bas en wordt al
snel gevolgd door het „Jet"-
achtige „Getting closer" een
nummer dat uiterst geschikt
is als single. „Back to the
egg" kent een grote varia
tie. Zo is er de rock-ballad
„Spin it on" maar ook het
enige door Dermy Laine ge
schreven „Again and again
voorbeelden van deze vorm
van promtie zijn George
Harrison 33 1/3 David
Bowie Stage Kate Bush
(lionheart) en Genya Ravan
Urban Desire Het mes
snijdt ook hier weer aan
twee kanten. Inplaats van ie
dere keer een club te moe
ten huren, artiesten en appa-
rartuur vervoeren en belas
tingen betalen voor het op
treden, kan er een show in
één club of studio worden
opgenomen en vervolgens
verspreid over heel Ameri
ka. Het is voor de artiest
ook gemakkelijker omdat
technische onjuistheden er
uit gehaald kunnen worden
waardoor er altijd een goed
concert ontstaat. Als hij
„live" zou optreden en hij
zou zijn dag niet hebben,
kan dat weieens nadelig
voor hem werken. Het voor
deel van de interviews is,
dat hij ze maar een keer
hoeft te geven en niet hon
derden keren hetzelfde ver
haal moet ophangen.
Voor het vervaardigen van
de shows, dat al jaren door
platenmaatschappijen zelf
wordt gedaan, zijn er inmid
dels ook een aantal maat
schappijen opgericht. De be
kendste zijn „Superstar Ra
dio Network" en „The Colle
ge Radio Network". Voor de
platen-gek, die vaak stad en
land afloopt om in het bezit
te komen van elpees waarop
stickers als „Promotional
copy - not for sale" of „For
demonstration purposes
only", is de strijd begonnen
de hele verzameling officiële
bootlegs in huis te haien.
Het zal geen gemakkelijke
opgaaf zijn ze bij elkaar te
krijgen. De kans om bijvoor
beeld Elvis Costello, Graham
Parker, AC/DC, David Bo
wie of Joan Armatrading in
je bezit te krijgen is gering.
Veel meer kans maak je
met de illegaal gemaakte
platen van de officiële boot
leg.
HANSPIËT.
and again", een folk-achtige
ballad met acoustische gita
ren. „Old siam, sir" is een
„Admiral Halsey"-achtige
song vol tempowisselingen
en op knappe wijze inge
voegde, prachtige achter-
grondvocalen. Het nummer
ademt een Oosterse sfeer
uit. Arrow through me" de
afsluiter van kant een is
een ballad, waarin gebruik
wordt gemaakt van een bla-
zersquartet bestaande uit
Howie Casey, Tony Dorsey,
Steve Howard en Thaddeus
Richard, die eerder met
Wings op tournee gingen.
„Rockestra theme" opent
kant twee. Over deze door
McCartney georganiseerde
en gefilmde supersessie is
al veel geschreven. Het is
geen byzonder nummer,
maar klinkt wel anders
door de grote hoeveel gita
ren en andere instrumenten
die in het nummer te horen
zijn. Het roek-orkest be
stond o.a. uit David Gil-
mour, Hank Marvin, Pete
Townshend, Kenny Jones,
John Paul Jones, Ronnie
Lane, Gary Brooker, Tony
Ashton en Ray Cooper.
lrAfter the ball" is een
country-getint nummer met
acoustische piano en orgel.
In „Winter rose", eén van
de mooiste nummers van de
plaat, vinden we een senti
menteel zingende Paul, die
begeleid wordt door piano.
„De broadcast" sluit mooi
op deze love-ballad aan. De
eigenaar van Lymphe Cast-
Ie, waar een deel van de el
pee gemaakt werd, leest
met zijn BBC-stem een
stukje voor uit „The little
man". Het is een soort in
termezzo met prachtige vi
oolpartijen voordat het
tweede deel van de super-
sessie „So glad to see you
here" begint, waarin Paul
McCartney als een echte
rocker naar voren komt De
elpee besluit met ,JAy
baby's request" een num
mer dat doet denken aan
„Blue bird". Het is schuifel-
muziek voor de late avond
met lyrische zang. De lang
speler werd geproduceerd
door McCartney en Chris
Thomas. „Back to the egg"
is een uitstekende elpee
waarop veel mogelijk sing
les staan. Het ziet er naar
uit dat Wings weer een gou
den jaar tegemoet gaat.
(EMI).
Carlsberg De Nederlandse
rockgroep Carlsberg heeft
een nieuw gezicht Voor de
elpee „No credit cards" lijkt
het alsof de band de recht
voor je raap rock roll
heeft ingeruild voor wat
meer gepolijste klanten, die
zeker commercieel hun
vruchten zullen afwerpen.
Carlsberg manifesteert zich
op de nieuwe plaat als een
veelzijdige groep, die in
staat is mooie ballads te
schrijven naast de wat rau
we rock roll. Er wordt
een synthesizer gebruikt en
de Gruppetes zijn er om in
onder meer „I really love
you" voor de achtergrond
zang te zorgen. Carlsberg,
die een dosis ervaring heeft
opgedaan door veelvuldig in
ons land op te treden, is een
hechte band. Zanger Hob
Kruisman, die vroeger bij
Ekseption speelde is een pri
ma saxofonist terwijl ex-Bin-
tangslid Jaap Castricum
voor fraai gitaarspel zorgt in
onder meer „Glamour's
hype". Na beluisteren van
de elpee is het eigenlijk niet
helemaal duidelijk waarom
Hilversum juist „AU the pre
sident's men" veelvuldig laat
horen. Dit Dire Straits-achti-
ge nummer is niet represen
tatief voor de groep. Daarbij
zijn de gitaarlicks uiterst
zwak als er een vergelijking
gemaakt wordt met Mark
Knopfler van The Straits.
Mensen die met Carlsberg
willen kennis maken zouden
de elpee moeten beluisteren
en de radio maar even ver
geten. (Dureco).
Electric Light Orchestra
VlaJc voordat ELO's Jeff Ly-
nne de studio in ging om de
nieuwe „Discovery" op te
nemen vertelde hij aan ieder
die het maar horen wilde,
dat de plaat anders zou
worden. Hij wilde weer eens
experimenteren en iets
nieuws proberen. Waar
schijnlijk zijn al die experi
menten zo uit de hand gelo
pen dat hij ze maar niet
heeftgebruikt want van een
nieuw klinkende ELO is op
„Discovery" niets terug te
vinden. Jeff vervalt in het
oude patroon. Er zijn weer
de strijkers en de vaak Be-
atles-achtige composities.
„Discovery" heeft eigenlijk
een goede en een slechte
plaatzijde. Op kant 1 staan
de beste nummers. Er is bij
voorbeeld Need her love"
een love-ballad, waarin Jeff
Lynne's stem die sentimente
le klant en interpretatite
heeft, die maar weinig zan
gers kunnen navolgen. Op
kant 2 Ujkt het alsof Jeff
zijn eigen muziek niet meer
ziet zitten en alle ambities
om nog iets goeds op de
plaat te zetten verloren
heeft Alle componenten zijn
aanwezig, maar het gevoel is
eruit De nummers worden
afgezaagd. De klanken sle
pen zich langzaam voort
naar het einde van de plaat.
Het beste nummer van de
elpee is „The diary of Hora
ce Wimp", dit kleine drama
zou zo van de Beatles af
komstig kunnen zijn. Bij be
luistering kunnen al snel
vergelijkingen worden ge
maakt met „A day in a life"
van „Sgt Pepper". JeffLynne
zou zich moeten beraden
over de toekomst van ELO.
Zo doorgaan betekent in ie
der geval de ondergang van
deze band. (Jet/ CBS).