,,Het hart optafel",
boek van patiënt,
die in Houston
werd geopereerd
Mensen zorgen beter
voor hun auto dan voo
hun eigen lichaam".
Tienduizenden Nederlanders hebben in
de afgelopen jaren een hartoperatie
ondergaan, de luchtbrug naar Houston
werkt volop en ook in ons land zullen er
meer mogelijkheden voor hartoperaties
komen. Maar wat al die tijd uitbleef was
een duidelijk, gemakkelijk leesbaar boek,
waarin zo'n hartpatiënt eens neerschreef
wat hij dacht en voelde, vóór en na de
operatie, en hoe het allemaal in z'n
werk ging. Zo'n boek zou alleen al voor
de velen die nog een hartoperatie
moeten ondergaan, van grote betekenis
kunnen zijn. Enige bekendheid met
hetgeen gaat gebeuren neemt immers
veel onzekerheid weg en dat kan voor
mensen in een stress-situatie heel wat:
betekenen.
Nu is er zo'n boek. Het draagt de fraaie
carambole-titel „Het hart op tafel".
Auteur is de Zutphense neerlandicus
Hans Werkman, die met zijn werkstuk
een enthousiast onthaal vond bi)
uitgeverij Kok in Kampen. Het eerste
exemplaar van het boek werd onlangs
gepresenteerd aan staatssecretaris
mevrouw mr. E. Veder-Smit
Onderstaand een nadere kennismaking
met het boek en een gesprek met de
Nijmeegse hartchirurg prof. dr. P. J.
Kuijpers, die het boek medisch
begeleidde. Prof. Kuijpers heeft zelf
twee hartoperaties ondergaan en Is
adviseur van de Nederlandse Vereniging
van Hartpatiënten.
Overigens kan het goed zijn te
vermelden, dat niet alle aspecten van
hartoperaties behandeld konden worden.
Werkman heeft vooral ervaringen en
feiten beschreven rondom de
kransslagaderoperatie (ook wel
omleidings-of bypass-operatie genoemd)
en de klepoperatie. De gesloten
hartoperatie (zonder hart-longmachlne)
en de aangeboren hartgebreken bleven
vrijwel buiten beschouwing.
CHIRURG KUIJPERS, DIE ZELF
PATIËNT IS GEWEEST:
ZUTPHEN* Alleen al het
onderzoek, door middel van
hartcatheterisatie.-Een zaal-
genoot In het ziekenhuis
zei tegen Hans Werkman:
„Wat jij krijgt, jongen, daar
zijn een maagonderzoek,
een nierspiegeling en een
leverpunctie niks bij. Ze
stoppen een buis in je arm
en ze rekken je aderen op
dat het niet mooi meer is.
En dan komen ze in je hart
uit". Een staaltje van voor
lichting zoals die in een
ziekenhuis kan worden ge
geven. En de bron va/i het
bericht kan dan ook nog
liggen bij iemand, die het
eens gedroomd heeft tij
dens een nachtmerrie. Het
omgekeerde is even erg.
Tegen iemand, die echt
iets ergs voor de boeg
heeft, zeggen: „Dat? Oh,
daar merk je niks van".
Hans Werkman dan ging na
het opwekkende gesprek
met zijn zaalgenoot eerst
maar eens op onderzoek uit
en kwam er toen achter,
hoe het wél in elkaar zit
met zo'n hartcatheterisatie.
Toen het ging gebeuren,
volgde hij het onderzoek
zelf op de monitor en later
zou hij er in zijn boek mi
nutieus verslag van uitbren
gen. Het is een van de din
gen die dit boek zijn bete
kenis geven: wie een harto
peratie moet ondergaan,
kan alle verhalen van vrien
den, bekenden uit de derde
en vierde hand vergeten.
Hier vertelt iemand die het
zelf allemaal heeft onder
gaan. Maar juist daarom
heeft Werkman het verhaal
zo eenvoudig gelaten, strikt
feitelijk, zodat een ander
zich niet hoeft te spiegelen
"aan zijn emoties. Wellicht is
dat een van de redenen,
waarom het boek ook
boeiend kan zijn voor ie
mand die helemaal geen
hartkwaal heeft.
Het waarnemingsvermogen
van Werkman strekt zich
niet alleen uit tot hetgeen
hij zelf heeft meegemaakt,
hij blijkt ook een open oog
te hebben voor anderen en
hun situaties. Voor mede
patiënten en hun familie,
voor degenen die hem be
handelden en verpleegden,
hier en in Houston, maar
ook voor de buitenstaan
ders. die er helemaal niets
van begrepen. Een proefje
daarvan: We reden in ons
volgepropt Renault 4-tje te
rug naar huis vanuit het
Duitse Waldeck, waar we
een mooie vakantieweek
hadden doorgebracht op
een pensionboerderij. Bij
het afscheid had de boer
gevraagd of we nog meer
vakantiereizen voor de boeg
hadden. „Ja", was mijn
nogal ironische antwoord,
„wir fliegen noch nach
Amerika; ich muss mich da
operieren lassen, eine Her-
zoperationDe man schoot
vol Duitse ontroering, druk
te ons wel vijf keer de
hand en trok bij het wegrij
den nog eens het autopor
tier open om ons „Gute Be-
sserung" te wensen en te
verzekeren, dat hij voor ons
zou „daumen".
Maar Werkman filosofeert
daar dan wel over door en
constateert, dat buitenstaan
ders vaak in 'n soort paniek
raken, als ze horen dat ie
mand een hartoperatie moet
ondergaan. En hij stelt, dat
de patiënt zelf dan eigenlijk
al zo ver moet zijn, dat hij
nuchter met de werkelijk
heid heeft leren leven. En
een van die facetten van
die werkelijkheid is. dat het
sterftecijfer bij deze opera
ties de laatste jaren naar
ongekende laagte is terug
gedrongen. De wetenschap
heeft het terrein van de
hartoperatie voor een groot
deel veroverd. Daarmee is
uiteraard niet gezegd, dat
de spanning er nu ook uit
is. Op die terugreis van het
vakantie-adres naar Neder
land betrapt Hans Werkman
zich erop. dat hij zat uit te
rekenen hoe vaak zijn ver
grote hart nog zou moeten
pompen voordat het in de
operatiekamer stilgezet zou
worden. „Ik kwam op onge
veer vijf miljoen hartslagen
en prompt sloeg de hart
pomp erèènover".
Tussen de bedrijven door
begint Werkman aan een
ontspannen babbeltje over
de geschiedenis van de
hartchirurgie zelf, waarbij
hij kostelijke,verhalen heeft
opgediept. Zo heeft die
hartchirurgie bijvoorbeeld in
het verleden overigens e-
venals andere takken van
de wetenschap een aan
tal opmerkelijke doe-het-zel-
vers opgeleverd, die niet
aarzelden het mes in eigen
lichaam te drijven. Werner
Fossmann was er zo eentje.
In de twintiger jaren van
deze eeuw bestond hij het,
een hartcatheterisatie bij
zichzelf uit te voeren. De
directie van het kleine zie
kenhuis in het Duitse Ebers-
walde, waar hij werkte, had
hem dit ten strengste verbo
den, onder het motto: „Wat
moet ik wel tegen je moe
der zeggen als we je dood
in de operatiekamer vin
den?". Hij deed het toch:
een slangetje door zijn arm
naar zijn hart brengen. Te
voren had hij met een slim
me smoes een zuster, die
hem betrapte bij de voorbe
reidingen, vastgebonden op
de operatietafel. Bijna dertig
jaar later zou hij de Nobel
prijs krijgen voor zijn werk.
Verkwikkend is de nuchter
heid, waarmee Werkman let
terlijk alles wat over hem
kwam, benadert. Ondenk
baar is. dat hij mee zou
doen aan de soms aan hys
terie grenzende bewonde-
Dolgelukkig na een geslaagde operatie in Houston po
seerden deze patiënten bereidwillig voor de fotograaf op
Schiphol.
Een enkel woord, een enkel gebaar Is In de
mer voldoende om elkaar te begrijpen. Rechts
gedeelte van de hart-longmachine, die gedurende
de van de operatie de hele functie van het hart
Werkman, maar de meesten
kunnen er wel veel meer
aan doen dan doorgaans
gebeurt. Het is verbluffend,
hoe weinig mensen zich in
teresseren voor hun eigen
lichaam. Als ze een auto of
een vaatwasmachine kopen
lopen ze alle dealers en alle
winkels af en praten ze er
avonden lang over. Als er
dan naderhand iets aan ka
pot gaat wordt er opgewon
den gedaan over garantie-
bepalingen. Maar als iets in
het lichaam stuk gaat lopen
ze naar de dokter met de
boodschap: „Repareer het
•even en zie maar hoe je
het doet". Alsof je lichaam
niet het belangrijkste bezit
is. Als het echt kapot gaat
heb je toch ook niks meer
aan je nieuwe auto?".
„Als de mensen er tenmin
ste eens mee zouden begin
nen elk jaar een keer naar
de dokter te gaan, ook als
ze zich gezond voelen. Er
kunnen beginnende defec
ten zijn. die door de drager
ervan niet waargenomen
kunnen worden. Is het nou
zo veel moeite, de dokter te
vragen of alles nog in orde
is? Blijkbaar wel zo stelt
professor Kuijpers mismoe
dig vast. „Ze houden wel
nauwlettend in het oog of
de auto alweer aan een
tienduizend kilometerbeurt
toe is. Ook als er geen
rammeltjes en tikjes in de
motor zijn, de garagebaas
en zijn assistenten moeten
er toch even naar kijken, er
zou anders iets kunnen ge
beuren, je komt aan de
kant van de weg te staan
of zoiets. Dèt zijn de zor
gen van de mens anno
1979. Maar het eigen li
chaam. dat draait wel door,
zo wordt gedacht. Terwijl in
de auto de beste olie wordt
gebruikt en in de afwasma
chine het beste afwasmid-
del. wordt het lichaam ge
voed, gedrenkt en onder
houden met spul waarvan
nota bene bekènd is dat
het slecht is. En dan maar
denken dat het allemaal wel
goed gaat. Elk jaar heeft de
auto zo en zoveel kilome
ters gedraaid, alle onder
houdsbeurten zijn op tijd
uitgevoerd. In diezelfde tijd
heeft het lichaam talloze
functies vervuld en niemand
kijkt ernaar, of het allemaal,
nog goed gaat. De garage
baas zou er raar van opkij
ken als het Nederlandse au
topark op een vergelijkbare
manier verwaarloosd zou
worden. Mag de dokter dan
ook zijn eigen gedachten
hebben over de slordige
manier waarop mensen met
hun lichaam omgaan?"
Gaat het tot zover om on
mondigheid die mensen
zichzelf aandoen omdat ze
niet eens beginnen met me
dische zorg voor zichzelf te
vragen, het
stuk begint bij de
patiënt geworden is.
sor Kuijpers signale^ali
zo'n patiënt ir
vallen geen
open doet, waar hij
genlijk best zou
doen.
de specialist?
ik zou niemand
Geef me maar een
het telefoonboek,
toch ook denkbaar
je gaat informeren
voorlichtingsdienst
ziekenhuis, of er
stig over doorpraat jiitg
huisarts, of wat
doet om aan de
men welke specialtoo
best bij je „kleurt" fgs'
gekeerd. fno
De denkende en piet r
patiënt kan dan ook erv
re fasen van betekejacl
voor zichzelf en vor-g
hele entourage. Pret
Kuijpers komt in ok, I
band te spreken oveissc
als dit: een operative
die wil uitslapen mme
niet, omdat het orgarof
schema van het zielgs
voorschrijft dat hij doe
bepaald uur gewekt eer:
wassen moet
sen blijven nog
ven dagen in een
huis alleen omdat
tingen er na die
moeten. Het zijn
paar voorbeelden,
woord is
je 't anders zou
boel niet meer te
ren. Kuijpers: „Dar
die organisaties
aanpassen. De
niet voor de
lijkt mij dat het
het geval zou moi
Het lijkt
hierbij op te mei
i medicus aan he
die zelf patiënt
weest.
Zelf dokter zijnde,
nadat een stilte in
sprek is gevallen:
tiënt doet toch ma.
wat de godheid zegt
acht of dat nou een
of een verpleegkunc
bepaalde situaties m
natuurlijk wel. Maar
ook situaties genoeg
het niet hoeft. Dan
als mens tegenover
iets kunnen en durv
gen. Het gebeurt zo
Dat is jammer, voo
partijen".
„Ja. Zo'n Hans Wi
die dééd het".
„Hij vroeg de dokt
hemd van 't lijf.
praatte met nachtzu ÏIC
de uren die ze same e
waakten. Hij kree wa
woord, nadat hij
initiatief had
vragen te
Professor
moet het
AAD
I
ring voor mannen als dr.
Coley, de geniale hartchi
rurg ifi Houston. Hij heeft
wel oog voor de grote, risi
co's die een chirurg in zijn
werk heeft, maar voor de
rest toont hij evenveel be
wondering voor een goeie
schoenmaker als voor een
goeie chirurg.
Ook waar Werkman over
zijn geloof spreekt, waar hij
duidelijk veel aan ontleent,
gaat hij niet zweven. En
tenslotte waar hij pleit voor
uitbreiding van de mogelijk
heden tot hartchirurgie in
eigen land. Want die reis
naar het buitenland blijkt,
zelfs als er een begeleider
mee gaat. toch heel erg
zwaar. Niet in de laatste
plaats doordat alles wat je
meemaakt zo ver van huis
gebeurt.
En dat maakt het boek ook
lezenswaardig voor mensen,
die vanaf de posten waartoe
zij zijn geroepen naar mo
gelijkheden kunnen zoeken
tot uitbreiding van de hart
chirurgie in eigen land.
NIJMEGEN Hans Werk
man was een mondige pa
tiënt Hij vroeg van alles
aan iedereen die maar
even tijd had. Hij las publi-
katies over zijn kwaal en
over de behandeling daar
van. En hij kwam tot de
conclusie dat een voorge
lichte patiënt een betere
patiënt is. Niet in de zin
van genezen, maar in de
zin van het zelf kunnen
meewerken aan zijn gene
zing. Een man dus naar het
hart van prof. dr. P. J. Kuij
pers, de Nijmeegse chirurg
die hem de nodige medi
sche begeleiding gaf bij
het schrijven van zijn boek
„Het hart op tafel".
Prof. Kuijpers: „Niet iedere
patiënt kan natuurlijk zo'n
kennis vergaren als Hans