Vooreerste
zalm uit
de Theems
500 pond
Boterham
(liefst de
bruine)
moet weer
optafel
komen
te schieten. De natuur
wil het zo. Tegen de tijd
dat ze dit bezoek aan
hun landelijke
kraaminrichting moeten
brengen, wegen de
vissen ruim 3 kilo.
Operatie-zalm kost 80.000
gulden per jaar. Ze
wordt gefinancierd door
de klanten van de
Thames Water Authority,
de organisatie die in de
zone van de Theems
verantwoordelijk is voor
de drinkwatervoorziening,
de riolen en de
bewerking van het
afvalwater. Sinds het
begin van de jaren vijftig
heeft Thames Water er
ook voor gezorgd, dat de
Theems opnieuw een
zuivere rivier is. In het
Londense deel van de
stroom leven momenteel
al 97 vissoorten.
Toen de zuiveringsactie
begon, was de Theems
praktisch onbewoond.
Overeen afstand van
336 kilometer leefde toen
alleen paling. De vieze
toestand van het
Theemswater deerde hem
niet zo erg, omdat hij
toch geregeld aan de
oppervlakte moest komen
om verse lucht te
happen. Vapdaag de dag
is dit water niet alleen
geschikt om door
miljoenen mensen
gedronken te worden,
maar ook—aldus de
Thames Water Authority
om opnieuw
duizenden zalmen in
leven te houden.
Vroeger zat de Theems
letterlijk vol zalm. Dat
was toen geen dure
vissoort. Het gewone
volk kreeg zoveel zalm te
eten, dat het op een
gegeven moment zelfs
daartegen in opstand
kwam. Het wilde wel
eens wat anders onder
de tand krijgen. Dat er
ooit opnieuw overvloedig
zalm in de Theems zal
zitten, is uiteraard
Dr. Peter Splllett (r), die werkt voor Thames Water Authority, neemt zorgvuldig de maat van een gevangen
zalm. Het visje werd twaalf maanden geleden In een van de zijrivieren van de Theems uitgezet.
twijfelachtig.
Biologen en andere
experts van Thames
Water zijn echter van
oordeel, dat de condities
voor nieuwe zalmteelt via
de Theems weer
uitermate gunstig zijn.
Dit te bewijzen, is hun
voornaamste doel. Als ze
gelijk krijgen, zal het
meteen vaststaan, dat de
Theems vandaag de dag
een kompleet schone
stroom is. Alle
milieubeschermers zullen
erom juichen.
Zalm heeft niet alleen
zoet en zout water
nodig, maar ook enorm
veel zuurstof. Die vindt
hij natuurlijk niet in een
dode stroom. Tussen
Chiswicken
Hammersmith in Londen
is de Theems trouwens
nog relatief vuil, wat vele
jonge zalmpjes die daar
moeten passeren het
leven zou kunnen kosten.
Op zijn trektocht via de
stroom naar de zee moet
de zalm ongedeerd door
niet minder dan 44
sluizen zien te komen.
Daar zullen zalmtrappen
aangebracht worden. De
waterkeringen zijn ook
talrijk. Thames Water
geeft toe, dat duizenden
jonge zalmpjes zullen
sneuvelen. Maar dat is
de noodzakelijke prijs,
die men voor dit
experiment zal moeten
betalen.
Als later van elke 50.000
visjes er ongeveer
duizend terugkeren om
kuit te schieten in de
Eye, de Pang of de
Tillingbourne. zullen de
experts van Thames
Water best tevreden zijn.
Maar zelfs wanneer niet
meer dan 500 jonge
baanbrekers de weg naar
hun jeugdverblijf
terugvinden, is dat nog
geen reden om de moed
te verlüèzen. Pas wanneer
minder dan één procent
het experiment overleeft,
zullen de biologen en
anderespecialisten
ongerust worden.
In het beste geval zal
operatie-zalm na de
eerste zeven jaar
verlengd worden. Thames
Water is bereid er in
totaal zowaf600.000
pond(ongeveer
tweeëneenhalf miljoen
gulden) tegenaan te
gooien. De actie om
Vadertje Theems weer
schoon te maken en
nadien zo zuiver mogelijk
te houden, heeft tot nu
toe een derde deel van
dit bedrag gekost.
ROGER SIMONS
zalmpjes in de drie
zijrivieren uitgezet
worden. Het zijn
eenjarige visjes van 10
tot 12 cm lengte. Ze
blijven 12 maanden inde
zoetwaterrivieren en
groeien snel. In die
periode krijgen ze een
zilverachtige kleur.
Dan breekt voor de
zalmpjes de tijd aan om
via de Theems koers te
zetten naar de wijde zee
en de oceaan. Jonge
zalm, die de vele
dreigende gevaren
overleefd heeft, zal een
paar jaar later terugkeren
naar de Engelse
zijrivieren om daar kuit
;N HAAG Sinds de Tweede Wereldoor-
eet de Nederlander steeds minder
rood. En van wat hij koopt, gooit hij ook
)ld< og met gulle hand weg. Pakweg tien pro-
laiK(»nt verdwijnt In de vuilniszak, zo Is bere
ed op grond van cijfers van da Stichting
erwljdering Afvalstoffen. En dan Is er ook
J dffl een hoeveelheid dagelijks brood die
op de vuilnisbelt terecht komt, maar
inifvenmln de menselijke maag passeert: het
hc rood dat aan dieren wordt gevoerd en de
ioK laalfuurtjes die op straat en In de vrije
n hptuur domweg worden weggegooid. De
nderStelllng is dan ook heel reëel, dat
menselijk broodgebruik ongeveer vijf-
noo in procent lager ligt dan de broodver-
Je» top.
dl
orko De daling van het broodverbruik na de oor-
bg is heel geleidelijk gegaan. Cijfers uit de
i h( flren van de oorlog en kort erna hebben
p i einig zin, omdat ze zijn vertekend door de
I dl Sstributie. Een cijfer uit 1951 is echter weer
Zi^el reëel. Toen verbruikte de Nederlander
ir jaar 102,4 kilo brood. Met kleine I
mof rep het vervolgens terug, tot 60,8 kilo per
fty «rsoon in 1976.
ïtifl
broodconsumptie mogen we ons toch wel
enige zorg maken. Dat is althans de mening
van dr. G. J. P. M. de Bekker uit Den Haag,
die vorig jaar in Wageningen promoveerde
op een proefschrift met als titel: „De bete
kenis van brood in de voeding en de facto
ren die op het broodgebruik van invloed
zijn".
De Bekker constateert dat door de ingrij
pende veranderingen die we na 1950 in ons
voedselpakket hebben doorgevoerd een aan
tal ziekten door gebrek aan essentiële voe
dingsstoffen de zogenaamde deficiëntie-
ziekten is verdwenen. „Dat is een pretti
ge bijkomstigheid", meent hij, „maar we
zijn helaas te ver doorgeschoten naar het
extreme, zodat we nu zitten met de beken
de welvaartsziekten. Het broodconsumptiepa
troon heeft daar wel degelijk mee te ma
ken".
Verhouding scheef
De welvaartsziekten zijn vooral een gevolg
van het feit, dat de mens in zijn voedings
pakket te veel vetten en suikers heeft ge
stopt en te weinig koolhydraten. „Twintig
procent van zijn energievoorziening dekt de
mens tegenwoordig met suikers, terwijl het
hooguit tien procent zou moeten zijn. Het
zelfde zien we met de vetten. De consump
tie daarvan neemt toe, maar dat gaat auto
matisch ten koste van de consumptie van
koolhydraten. Willen we met de -koolhydra
ten weer op een wenselijk peil komen, dan
is de enige manier het consumeren van
meer zetmeel. Wel, brood is een uitstekende
en goedkope zetmeelleverancier. Hier zien
we een typisch verschil tussen de arme en
de rijke landen. Brood bevat veel zetmeel
en weinig vet. In de armere landen heeft
brood een veel ruimere plaats in het voed
selpakket".
Een belangrijke pijler waarop het proef
schrift van dr. De Bekker steunt is een on
derzoek naar de broodeetgewoonten bij de
werknemers van vier bedrijven in Arnhem.
Die enquête heeft een schat aan gegevens
opgeleverd, op grond waarvan interessante
conclusies kunnen worden getrokken. Eén
zo'n conclusie is, dat de spectaculaire te
ruggang van het broodgebruik na de oorlog
kan worden toegeschreven aan twee catego
rieën van factoren: het veranderde leef- en
werkpatroon van de mens (de niet-brood-
specifieke factoren) en de veranderingen die
zich binnen de broodsector zelf hebben
voorgedaan (de broodspecifieke factoren).
In de eerste categorie vallen zaken als stij
ging van het aanbod van nieuwe voedings-
produkten, uitbreiding van het aantal ver
strekkingsplaatsen van voedsel (kantines,
snackbars, eethuisjes, e.d.), groei van het
besteedbaar inkomen (waardoor men zich
andere zaken als brood kan permitteren),
kortere middagpauzes (zodat men tussen de
middag niet thuis kan lunchen) en contac
ten met andere volkeren en hun eetgewoon
ten.
Een opvallende factor-in de tweede catego
rie is het grotendeels wegvallen van het be-
zorgapparaat. De Bekker heeft daarover in
teressante cijfers verzameld. In 1961 werd
van de totale broodproduktie in ons land
nog 79 procent aan huis bezorgd. In 1975
was dat percentage gedaald tot 22. En in
tussen heeft die daling zich nog verder
voortgezet. Een andere factor is de verdwij
ning van steeds meer kleine bakkerijen. Ook
hierover zijn cijfers. In 1959 telde ons land
nog 12.250 produktieplaatsen van brood, in
1976 nog maar 4.850. De consument werd
daardoor genoodzaakt het brood meer bij
de grotere bakker te kopen.
Onplezierig
„Die broodspecifieke factoren heeft de con
sument duidelijk als onplezierig ervaren",
meent De Bekker, „en ze hebben er stellig
aan meegewerkt dat het koop- en consump
tiegedrag ten aanzien van het brood is ver
anderd". Dan is er nog de nimmer aflatende
discussie over de broodkwaliteit, die steeds
meer zou dalen. De Bekker gelooft daar
niet zo in, alleen al doordat de bakkerijen
hun concurrentiepositie in het oog moeten
houden. Maar verder is uit onderzoek geble
ken, dat klachten over de broodkwaliteit los
staan van de broodconsumptie. In zijn
proefschrift stelt De Bekker: „Zij die onte
vreden zijn over „hun" brood, eten er dus
klaarblijkelijk geen boterham minder om".
Eerherstel
Omdat brood zo'n uitstekend middel is om
de verhoudingen tussen vetten, suikers en
koolhydraten in ons voedselpakket weer in
gezonde verhoudingen te trekken, verdient
volgens De Bekker het brood een belangrij
ke mate van eerherstel. Maar hoe valt dat
te bereiken? De na de oorlog gegroeide
leef- en werkpatronen laten zich niet éèn-
twee-drie veranderen in voor brood gunstige
zin. De uitgesaneerde warme bakkers zullen
zeker niet gauw hun gedoofde oventjes
weer in gebruik nemen. En de broodventer
zou in de huidige verhoudingen met zijn
bezorgwerk nauwelijks nog een droge boter
ham kunnen verdienen.
Er moeten dus andere maatregelen worden
genomen om het brood weer zijn rechtmati
ge plekje op de etenstafel en in het twaalf
uurtjestrommeltje terug te geven. De bek
ker: „We zullen, vooral door het geven van
voorlichting, een stuk onwetendheid en ook
in zalmpje van een tot twee jaar oud, na een verblijf
in vier maanden In een zijrivier van de Theems. De
Kgezette zalmen zullen aan het eind van dit Jaar alle
i groot zijn. In het volgend voorjaar trekken de over-
vende vissen naar de Atlantische Oceaan.
incif ONDEN De eerste
'ee tngelaar die tussen de
pee rltse hoofdstad en de
i oordzoe een volwassen
vo lm uit de Theems
ntei aalt, krijgt van de
lise ondense
luis ivenautoriteiten een
spi iloning van 500 pond.
ïidd iar het zal nog een
mm josje duren eer
nthouslaste
3 i ioefenaar3 van de
'o ingelsport echt de
9i ins hebben om die
rijs in de wacht te
t es i Vadertje Theems zit al
'n nds 150 jaar geen zalm
maileer. Pas rond 1981-'82
komt daarin verandering.
In drie zijrivieren van de
Theems (de Eye, de
Pang en de
Tillingbourne) worden
momenteel 50.000
piepjonge Schotse
zalmpjes in vrijheid
gelaten. Men hoopt dat
deze visjes in de jaren
tachtig een doeltreffende
bijdrage zullen leveren
om de deskundig
gezuiverde stroom weer
rijk aan zalm te maken.
Het ligt in de bedoeling
die operatie-tenminste
zeven jaar vol te houden.
In de komende zes jaar
zullen dus telkens
opnieuw 50.000 jonge
sawi een serie van vier artikelen besteden wij aandacht aan de eetge-
n jwoonten van de Nederlanders. Vandaag in het slotartikel richten wij
dwlde schijnwerper op het brood, waarvan de consumptie in de loop dér
s»Jjaren een enorme teruggang te zien gaf. Brood hoort echter thuis in
nl^ons voedselpakket om de verhoudingen tussen vetten, suikers en
koolhydraten in gezonde verhoudingen te trekken. Vandaar een plei
dooi voor eerherstel van de boterham.
NEDERLAND EN ZIJN EETGEWOONTEN (4 en slot)
Dr. G. J. P. M. de Bekker draagt het brood op handen In een van de kleine bakkerijen, die ons land nog telt In 1959 waren dat er
nog 12.250, welk aantal Inmiddels met twee derden Is geslonken.
een stuk onkunde over het brood en zijn ei
genschappen bij het publiek weg moeten
nemen. Minstens vijftien procent van het
brood wordt weggegooid. Men weet gewoon
niet wat men aan waardevols weggooit. Ja,
in zijn hart weet iedereen wel dat brood in
het voedingspakket thuis hoort, maar men
ziet het als iets noodzakelijks, als een soort
heilig moeten".
Status
„Brood staat niet in een positief daglicht.
Het image ervan zou best wat beter mogen
zijn, op grond van wat er in zit. Maar wat
zie je? Er zijn duizenden produkten op de
markt die pikanter van smaak zijn dan
brood en aardappelen, en die krijgen de
voorkeur. Met als gevolg dat we te zout en
te zoet eten. De mensen hoeven een pro-
dukt vaak niet meer als er geen lindustrie-
smaakjeaan zit. Brood wordt te zeer gezien
als het voedsel voor de arbeiders. Voor me
nigeen is het eten van weinig brood het ge
ven van uiting aan de behoefte om zijn sta
tus te demonstreren of om zich een hogere
status aan te meten. De stadsmens eet min
der brood dan de plattelander, de leden van
een klein gezin eten minder dan die van
een groot gezin. Vrouwen eten minder
brood dan mannen".
„En dan de onkunde: veel mensen behan
delen het brood gewoon fout eri eten er
dan maar steeds minder van. Ze bewaren
het zodanig, dat het niet meer te eten is. In
diepvries kun je brood uitstekend bewaren.
Maar wat zien we? De mensen ontdooien
een heel brood, eten een paar sneden en
vriezen de rest opnieuw in. Dan zijn ze later
verbaasd dat het brood zo slecht smaakt. Je
moet zoveel sneetjes ontdooien als je van
plan bent te eten".
Presentatie
Niet alleen de voorlichters hebben volgens
De Bekker een taak om het imago van het
brood op te vijzelen naar het peil dat het
verdient. Ook de horeca en de bakkers zelf
zouden het nodige kunnen bijdragen. „Veel
bakkers presenteren hun brood ronduit abo
minabel. Vaak wordt het brood weggestopt
achter de gebakjes, de chocolaatjes en de
andere zoetigheden. Als je voor een produkt
stêèt, dan moet je het ook goed brengen.
Je ziet het in de praktijk wel: bij een bak
ker die zijn broodprodukten leuk presenteert
zie jé eerder rijen klanten staan. Een bakker
kan ook zijn assortiment verruimen. Het is
de vraag of daarmee de totale broodcon
sumptie omhoog wordt gestuwd, maar voor
de betreffende bakkerszaak zal zo'n verrui
ming alleen maar positief werken".
Wit-bruin
Bij de gestage teruggang van de broodcon
sumptie valt intern een sterke verschuiving
te constateren van wit brood naar bruin
brood. De Bekker is daar wel gelukkig mee.
niet zozeer omdat de voedingswaarde van
bruin brood hoger is (de verschillen zijn mi
nimaal), maar omdat het gehalte aan voe
dingsvezels, mineralen en vitamines hoger
is. Juist de voedingsvezels zijn van belang
als het gaat om het voorkomen van wel
vaartsziekten. „Als we kans zien de popula
riteit van brood te verhogen, moeten we
vooral proberen dat meerdere brood bruin
brood te laten zijn".
Beleg
Bij die pogingen tot opvijzeling van de
broodpopulariteit moet wel goed aandacht
worden besteed aan wat de consumenten
daar op leggen of smeren. „Brood wordt
nooit als een los element gegeten. Datgene
wat men er op smeert en legt is maar al te
vaak vetrijk. Kijk, als je je extra boterham
zó belegt, schieten we niet veel op. Om het
positieve effect van verhoogde broodcon
sumptie zo groot mogelijk te maken moeten
we de nadruk leggen op de kwaliteit als be
leg van fruit en groente, zoals sla. aard
beien. radijs, komkommer, tomaat. En als je
nou beslist zoet beleg wilt gebruiken, smeer
er dan eens geen margarine of boter op.
En denk eens na over de dubbele boterham
met enkel beleg. Die boterham zou ook in
ere hersteld moeten worden".
RINK DROST