Skylab: een bom na vele blunders Space Shuttle, die misschien nog uitkomst had kunnen brengen, is nog lang niet klaar... Plannen Toch hebben de Amerikaanse ruimtevaartleiders nog tot eind vorig jaar met de gedachte gespeeld, dat Skylab via een nogal gecompliceerde reddingsoperatie naar een hogere baan zou kunnen worden gedirigeerd. Dat had dan moeten gebeuren tijdens de tweede proefvlucht van Space Shuttle „Columbia". De astronauten Fred Haise en Jack Lousma (Haise heeft de NASA intussen vaarwel gezegd en een hoge post geaccepteerd bij een vliegtuigfabriek) hebben er een tijdlang zelfs speciaal voor getraind. Het was de bedoeling, dat tijdens die vlucht een speciaal voor dit doel ontwikkeld, onbemand raketsysteem, de TRS (T eleoperator Retrieval System), door de Shuttle in de ruimte zou worden gebracht en vervolgens, radiografisch bestuurd door Jack Lousma, aan Skylab zou worden gekoppeld. Tenslotte zouden dan de raketmotoren moeten worden gestart om Skylab inderdaad hogerop te brengen of op een veilige plaats in de dampkring te schieten. Maar wat gebeurde er? Terwijl Skylab steeds sneller naar de aarde spi raaide, werden de bouwers van de Space Shuttle geconfronteerd met het ene probleem na het andere. In de eerste plaats waren er ernstige mankementen aan de hoofdmotoren (er vonden zelfs explosies plaats) en in de tweede plaats een ontdekking van betrekkelijk recente datum traden er moeilijkheden aan het licht met de hittebestendige „tegels", die op de deltavleugel en delen van de romp zijn bevestigd om de vurige terugkeer door de dampkring te kunnen overleven. Volgens de oorspronkelijke plannen zou de eerste vlucht van de „Columbia"door de astronauten John Young en Robert Crippen al in maart van dit jaar hebben moeten plaatsvinden, maar die ruimtedoop is voortdurend uitgesteld en nu zal het vermoedelijk niet eerder dan volgend voorjaar worden. Dat is op zichzelf natuurlijk niet zo verschrikkelijk dramatisch, al zit de NASA er wel behoorlijk mee in de maag (uiteraard ook met het feit dat het Shuttle project minstens 600 miljoen dollar meer gaat vergen dan was geraamd...), maar voor een Skylab- reddingsoperatie zou het toestel toch duidelijk niet meer aan bod kunnen komen. Als de eerste Shuttle vliegt, bestaat er al lang geen Skylab meer... Brokstukken „Het is wel een gekke situatie", zeggen ze nu bij de NASA. „We kunnen Skylab niet in de ruimte houden en de Shuttle niet van de grond krijgen". Dat is dan echter niet meer dan een constatering die aan de naakte feiten weinig of niets verandert. En die feiten zijn, zoals gezegd, niet zo leuk. Een lading brokstukken met een totaal gewicht van zo'n 27 ton kan in dichtbevolkte gebieden op aarde zonder meer een ramp veroorzaken. En dat bedreigde gebied strekt zich uit van 50 graden zuiderbreedte tot 50 graden noorderbreedte. Nederland ligt weliswaar juist wat noordelijker (het zuidelijkste deel van België bevindt zich daarentegen wèl weer in de gevarenzone), maar het is niet helemaal uitgesloten dat sommige brokstukken bij het binnendringen van de dampkring eerst worden teruggekaatstzoals gebeurt met een platte steen op het wateren daarna op een heel andere plaats opnieuw in de dampkring terugvallen. Wanneer dat op ongeveer 50 graden noorderbreedte gebeurt, kan Nederland tóch nog tot het bedreigde gebied worden gerekend, al moet daar wel meteen aan worden toegevoegd, dat het in zo'n geval voornamelijk om betrekkelijk lichte fragmenten zal gaan, die tijdens hun Het ten dode gedoemde Ameri- i kaanse ruimtestation Skylab staat op het punt de aardse dampkring binnen te dringen, i om vervolgens in een ware stortbui van withete brokstuk- ken te vergaan. Zo'n 60 tot 65 procent van het 77 ton wegen de ruimtevehikel zal volledig verbranden, maar de resteren- j de 35 procent en dat is dan |d nog een totaalgewicht van ongeveer 27 ton zal het aardoppervlak kunnen bereiken en er fs een ramp kunnen veroorzaken. De met cij- s en kansberekeningen goochelende experts de NASA, het Amerikaanse bureau voor k ht- en ruimtevaart, doen daar wel betrekkelijk htig over, maar aan de naakte feiten veran- rt dat niets. les blijkt trouwens dat de r rs van de NASA zich op het n. blik helemaal niet zo lekker u- n. Ze doen hun uiterste best le it te vinden wannéér precies en jj' tl ook waar de ondergang van i ib zijn beslag zal krijgen. Tot er tevergeefs overigens. Skylab lamelijk evengoed boven krijk de dampkring endringen en uit elkaar vallen oven de Sahara of Australië; tb kan een ramp veroorzaken in e, maar ook en dan hooguit oste van wat argeloze vissen roemloos einde vinden in een j ereldzeeën... merikanen hebben alle reden U ich weinig gelukkig te voelen Ie hele situatie rond hun ere trots, de Skylab. Per slot kening hebben ze het aan f te wijten, dat Skylab nu in kleiner wordende cirkels om de draait als een soort ilijk Zwaard van Damocles, die n dief in de nacht, een ische sluipmoordenaar, kan lan. Ooit is weliswaar rogen om het 36 meter lange 0 rte dat in de jaren 1973-74 l- rie verschillende evaartbemanningen onderdak I—te voorzien van raketjes, waarmee het na op van tijd op een „veilige '—bij voorkeur boven een der nen in de dampkring zou en worden teruggeschoten en lunnen vergaan zonder onheil te ten. De NASA zag die Taketjes echter niet zitten. In msch opzicht was het natuurlijk lenkel probleem, maar om ir financiële redenen zag men er maar van af. En dat terwijl de en met hun (kleinere) Saljoet- lelaboratoria toen toch al lang oede voorbeeld hadden gegeven wél stuurraketjes toe te passen. ijaar... iSkylab in mei 1973 na een wat lancering die het toestel r meer één van de twee Izonnepanelen kostte in zijn Ibaan op ongeveer 450 kilometer n de aarde was gebracht, nde men er bij de NASA op, dat ker een jaar of tien in één izou blijven. En aan het eind lie tien jaar zou dan stwijfeld de revolutionaire, nieuwe lependel de Space Shuttle ationeel zijn, waarmee Skylab itueel naar een hogere sopbaan zou kunnen worden ngeerd. blijkt een geweldige misrekening in geweest. Hoewel de rikanen in de loop der jaren al wat kunstmanen en tesondes hebben gelanceerd, die iaal ten doel hadden de zon arde loep te nemen en te uderen, schijnt men zich toch of nauwelijks gerealiseerd te fin, dat diezelfde zon zeer ■matig perioden van betrekkelijke en van grote activiteit maakt (zo'n zonnecyclus neemt ar in beslag) en dat er zo'n n jaar na de lancering van ibeen periode van maximale te-activiteit zou zijn. En de zon oewel zo'n 150 miljoen kilometer ons verwijderd kan van grote ed zijn op de banen van om de e cirkelende ruimteschepen, 'uitbarstingen op de zon ten enorme hoeveelheden Jen deeltjes de ruimte 'lazen en die hebben onder 'tot gevolg dat de bovenste "van de aardse dampkring :en erhit. Daardoor zet deze Pkring als het ware uit en dat kent in de praktijk, dat een skkelijk laag om de aarde tend ruimtevoertuig eerder wordt emdennaarde aarde ;komt dan in een periode van 'geen zonne-activiteit het geval 'ijn. Skylab heeft dat intussen Jen lijve ondervonden. Vier jaar irdan en had gedacht (en opt) valt het ruimtestation in de Pkring terug en daar valt niets 'legen te ondernemen. De Op deze tekening is de baan aangegeven, die Skylab volgt Er is een kleine kans maar de meeste NASA- deskundigen geven er niet zo veel voor.~ - dat men het toestel één of meer extra omwentelingen kan laten maken wanneer het in de dampkring dreigt terug te vallen boven dichtbevolkt gebied. BUI BLIJFT HANGEN, DREIGEND EN ONVERBIDDELIJK voor om de Skylab in een wat andere baan te laten brengen door een Russische Sojoez-ruimtecabine en het station vervolgens door een Amerikaanse raket te laten vernietigen. Hij sprak in dit opzicht van „reële technische mogelijkheden", maar was er kennelijk niet van op de hoogte dat die mogelijkheid in de Verenigde Staten al eens was bestudeerd, waarbij men tot de ontdekking was gekomen dat een dergelijke operatie de capaciteiten van de Sojoez ver te boven zou gaan. Kwalijker nog was de suggestie om Skylab via een raket op te blazen. Het toestel zou dan namelijk al vóór de terugkeer in de dampkring in een enorme zwerm brokstukken zijn veranderd, waarvan een deel toch weer het binnendringen in de atmosfeer zou overleven en op aarde terechtkomen. En die wijd en zijd verspreide brokstukken zouden helemaal oncontroleerbaar zijn en over een veel groter gebied worden „gedistribueerd". Bij de NASA nam men beleefd kennis van Kaminski's voorstel, om het vervolgens meteen van de hand te wijzen. Uitgesloten „Vernietiging van Skylab door middel van een conventioneel, niet-nucleair raketwapen zou onze problemen alleen maar hebben doen toenemen", zegt William O'Donnell van de NASA. Hij voegt er aan toe. dat een raket met een kernlading daarentegen wèl voor een afdoende oplossing zou kunnen zorgen („Daarmee zou je het hele vehikel eenvoudig kunnen verdampen"), maar die mogelijkheid is gewoon uitgesloten. Op grond van de bestaande akkoorden is een dergelijke ingreep onmogelijk. En dus zal Skylab nu heel spoedig een natuurlijke dood sterven. Wannéér precies en waar is onmogelijk te voorspellen. Het is zelfs mogelijk dat het op 20 juli gaat gebeuren, wanneer het precies tien jaar geleden zal zijn dat mensen op de maan landden. Die maanlanding door de astronauten Neil Armstrong en Edwin Aldrin was een historisch gebeuren, dat over de hele wereld grote indruk maakte en iedere rechtgeaarde Amerikaan met begrijpelijke trots vervulde. Het gestumper met Skylab, als gevolg van blunders en foutieve beslissingen in het verleden, geeft de Amerikanen heel wat minder reden tot gevoelens van trots. Washington hoopt nog maar één ding; dat het allemaal met een sisser afloopt Een „sisser" in de meest letterlijke betekenis van het woord. En dat kan gebeuren wanneer de gloeiende metaalregen van Skylab boven zee plaatsvindt Tot zolang blijft de bui hangen. Dreigend en onverbiddelijk. Shuttle niet van de grond te krijgen Skylab niet in de ruimte te houden definitieve terugkeer in de dampkring vrijwel zeker het slachtoffer zullen worden van de hittebarrière en volledig zullen verbranden. Weinig reden dus voor paniek in onze directe omgeving. Dat neemt overigens niet weg. dat er binnenkort echt wel heel wat naar beneden komt. Het is bepaald geen wonder, dat men zich bij de NASA in Washington en Houston ondanks enig uiterlijk vertoon van luchthartigheid niet zo „happy" voelt. Er is niemand die kan garanderen, dat zware brokstukken van het ruimtestation niet op Parijs terechtkomen, of op Rio de Janeiro, op Peking of Los Angeles. Kaapstad of Djakarta, Melbourne of Tokio. En er zijn stukken bij die in een dichtbevolkt gebied een regelrechte ramp teweeg kunnen brengen, zoals de ruim 1750 kilo wegende camerahouder en de ruim 2300 kilo zware koppelingssluis, die de terugkeer in de dampkring zeker zullen overleven. Bombardement Volgens berekeningen van de NASA berekeningen overigens die weinig meer zijn dan schattingenzouden van Skylab 43 stukken van meer dan 100 kilo in de dampkring terugkeren, 143 van 10 tot 100 kilo en 229 van maximaal 10 kilo. Dat zijn dan de stukken die de wrijvingshitte hetzij volledig, hetzij grotendeels—zullen kunnen overleven. Volgens diezelfde berekeningen c.q. schattingen vindt dat Skylab-bombardement plaats in een strook met een lengte van 6500 tot ongeveer 7200 kilometer, met een breedte van zo'n 160 kilometer. En dan kun je nóg zo vaak zeggen, dat 75 procent van de baan die Skylab volgt over het water voert en dat er bij de resterende 25 procent nog heel wat woestijngebied is, dat betekent nog niet dat er „dus" ook geen enkel risico aanwezig is. Tot dusver zijn er nooit ernstige ongelukken gebeurd met in de dampkring terugkerende ruimtevoertuigen. Het meest geruchtmakend was nog het vergaan van de Russiche verkenningskunstmaan Kosmos-954 boven Canada in januari 1978 (het ding had een kleine kernreactor aan boord), terwijl in het begin van de jaren zestig een vreedzaam grazende koe op Cuba het loodje legde, toen ze werd getroffen door brokstukken als gevolg van een mislukte Amerikaanse raketlancering op Cape Canaveral. Maar Skylab is toch wel een bijzonder zware bom, waarvan bepaalde fragmenten de aarde kunnen raken met de snelheid van een juist afgevuurde geweerkogel. De NASA heeft de laatste tijd voortdurend getracht toch nog tot redelijke voorspellingsmogelijkheden te komen, maar dat blijkt steeds weer een onmogelijke opgave te zijn, ondanks het feit dat men in samenwerking met het Amerikaanse luchtverdedigingscommando (NORAD) in Colorado Springs een hele keten van radarposten en volgstatiöns heeft ingeschakeld, die regelmatig computervoorspellingen doorgeven naar het Skylab-coordinatiecentrum in Washington. Die voorspellingen hebben echter geen betrekking op de plek waar brokstukken kunnen worden verwacht, maar op het punt waar het ruimtestation wellicht de dampkring binnenduikt Er bestaat enige hoop dat Skytabs laatste omwenteling om de aarde kan worden voorspeld zes uur voor de eigenlijke terugkeer in de dampkring. Erg veel méér zit er hoogstwaarschijnlijk niet in. Experiment Een recent experiment heeft nog eens overduidelijk aangetoond hoe moeilijk het is om in dit opzicht juiste berekeningen te maken en voorspellingen te doen. Op 29 april j.l. kwam de laatste trap van de raket, die de Russische kunstmaan Kosmos-461 in 1971 in de ruimte had gebracht, in de dampkring terecht Twee uur voor het neerkomen van de brokstukken op aarde voorspelden de Amerikanen dat dit zou gebeuren bij Pitcaim Island (zuidelijke gedeelte van de Stille Oceaan), maar in werkelijkheid gebeurde het ten noordwesten van Hawaii, op bijna zesduizend kilometer afstand. Toch had men de Russische rakettrap dagenlang nauwkeurig gevolgd en gepeild... Ongeveer een maand geleden kon Heinz Kaminski, directeur van het Westduitse ruimte-observatorium bij Bochum, al dat Skylab-gedoe kennelijk niet langer aanzien. En dus lanceerde hij weliswaar geen Space Shuttle, maar toch een plan om het gevaar af te wenden. Kaminski stelde

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 17