oor Sjaak en Nanny Milikan staat
ienstlift over enige dagen stil
eidse kinderopvang vraagt meer steun
/ANUIT DRUKKE STADSGEHOORZAAL NAAR HET
uANDELIJKE WERVERSHOOF
Stichting
,Het kleine Leidse
woonhuis"
restaureerde
eerste pand
De Lakenhal trekt i
ïeer bezoekers
ilikan weg uit de
adsgehoorzaal. En
evrouw ook nog. Dat
voor ontelbaren
jna niet te vatten.
Ie scharen zullen als
itheemd achterblijven
het tweetal
i wuiven als het
ilgende week
terdag spoorslags
f irtrekt naar het
istfriese
(rvershoofwaar het
isteloze echtpaar een
itrek bezit midden in
polder. Daar gaat
it leven voor Sjaak
ilikan en Nanny,
boren De Groot, op
31 andere golflengte
gder.
eg van de daverende
uziekfeesten, de
umonieën van fameuze
kesten, de wolkende gratie
nde
dlroomdanswedstrijden -
ke your partner, please,
eg ook van de intensieve
toelendans" bij de
nvangrijke bezettingen van
om8 amens en tentamens. Geen
itvangsten meer van
ininklijke bezoekers, geen
tar 1 leurtochten door de
coi tacomben meer bijwonen
Pa s de BVD of welk ander
Sch cherchewezen ook
ont veiligend optreedt,
[er %rwijderd van de grappen
1 jen grollen die men binnen
kJÏi 1 cömP'ex kent, los ook
n de spanningen en
rond
enementen. Sjaak kan
•aks het directorate
.stolen zijn en madam
;e k >eft als horéca'se niet meer
11 akker te liggen van koude
iffetten, massale lunches
de inkoop van soepen,
tegeibrieksvoorraden lucifers
aar man heeft zich één
ïer laten „gaan" in die
:hting, jaren terug, en
_ar is men nog niet
8(verheen). Voor Milikan- De
t ge'root staat de dienstlift
'eraser enige dagen stil.
gen ij dag 29 juni klinken op
esch ti receptie de laatste
wa koorden van een 15-jarig
!naa|treden. Dan komt er volk
de been, want wie is er
oit in contact geweest met
rhei igulerende Sjaak Milikan
zijn kleine maar
ilwaardige echtgenote,
aarna staat de Leidse
:n Stadsgehoorzaal er gekleurd
bij immers Milikan foetsie
[tekent een leemte die om
en nieuw begin vraagt,
o roenoordhallen-directeur
anc ndré de Jong er als
el z( ilendirecteur te z
v ha >ndsjokken, is natuurlijk
lat anders dan de
at 1< nnptomen te ondergaan
tn een gesticulerende, soms
ond^recieus gebarende Sjaak,
:'n pappenheimers exact
>or
staa
Sjaak en Nanny Milikan, de 'broeikaskweker' en de onverzettelijke 'madam
Beton' van de Stadsgehoorzaal. f
kende. Nee, het zal voor ons
niet eenvoudig wezen als die
twee eenmaal
onderuitzakken aan de
Onderdijk in het
WervershoofSë.
Milikan heeft ons nog een
keer te woord gestaan. Aan
de pers heeft hij nooit een
duidelijke hekel gehad en
anders heeft hij dat keurig
verborgen gehouden.Vóór
zich een „draaiboek" met
behartenswaarigheden uit
een verleden en naast zich
z'n madam. Zware en
luchtige zaken, nog een keer
geëtaleerd bij een vertrek.
Laten we het blij en zomers
houden, was de opzet voor
de terugblik. In 15 jaar tijd
heeft Milikan bijna
tweeëneenhalf miljoen
bezoekers onder zijn
aanschijn gehad. Hij blijft
er met één over. Wat hij nu
wil zeggen is, dat zijn
„beheersperiode gekenmerkt
is geweest door een
stormachtige politieke
ontwikkeling". Daar zat hij
tussenin. Niet alleen politiek
vanzelfsprekend, ook sociaal-
cultureel zat hij zijn ogen
uit te kijken. „Daar waren
de concerten met dames met
stola's op het balkon. Het
kledingaspect is een
afstraling van het sociale
gebeuren", vertelt nu
Milikan, die „ze daarna weer
zag komen op klompen en
nu dragen ze weer lange
jurken". Ook Sjaak Milikan
is flexibel moeten blijven in
zijn optreden. Aanpassen.
Alleen de tarieven werden
niet aangepast en dat
betekent de gruwel voor een
stadsbestuur dat de inflatie
is vergeten.
Ietwat pijnlijk zegt
Milikan:,rnijn werk gaf me
vaak het gevoel van een
broeikaskweker tezijn. Ik
heb veel zien komen en
beginnen en weer zien
weggaan. De Leidato groeide
bij ons uit het jasje en
verdween, de Kat-Expo dito,
hup met de autoshows die
de zaal binnenreden, het
volksdansfestival (zeg soms
maar het volkss jansfestival)
ging naar de GroenoordhaL
Ik dacht weieens: we
hebben hard gewerkt, succes
op succes, en dan was het
weer weg. Daar gingen de
evenementen naar de hal,
die me, overigens, nooit erg
heeft aangesproken, afgezien
van de troubles die ik in dat
verband heb gekend. Ach
man, die Stadsgehoorzaal,
daar heb ik intens mee
geleefd. Woeste
personeelsfeesten;
improviseren vaak, als er
artiesten plotseling uitvielen.
Voor mij waren de
ballroomwedstrijden het
mooiste dat er was. Daar
ben ik echt gek van.
Commercieel gezien
betekende dat minimaal
twintig uitverkochte
zondagen per jaar, met een
toeloop van vele duizenden
mensen. De omzet van zo'n
danszondag evenaart die van
twee dagen veemarkt.
Gouden erfenis voor een
restaurateur. Ik was en ben
verliefd op het bezit van die
danserij".
En dan die
examentoestanden. „Dit jaar
marcheren we naar de
honderdduizend kandidaten
voor examens of tentamens.
In één jaar tijd. Geweldig.
Het is een dagelijks sjouwen
met stoelen door onze
jongens. Soms drie keer op
een dag moeten we de boel
helemaal omzetten.
Changementen zijn dat. De
Stadsgehoorzaal blijft volop
functioneren binnen dit
sociaal-culturele leven in
Leiden. Ddar kom je niet
omheen. Nou en als ik dan
moet praten over de zorgen
om het stijgende verlies dat
de zaal oplevert, wel dan
vraag ik me nog steeds af
wat men zit te tetteren. De
oplossing is doodeenvoudig.
Vijftien jaar inflatie hebben
niets geleerd. Elk jaar
bedroeg de geldontwaarding
zo tegen de tien procent.
Cumulatief bekeken kun je
berekenen, dat als je in een
jaar een tientje uitgeeft, je
er het volgend jaar tien
procent bij moet doen. Maar
ik mocht nooit de prijzen
verhogen. Ja, twee
prijsverhoginkjes mocht ik
in 15 jaar toepassen. We
hebben waanzinnige
zaalhuurtjes van een paar
honderd gulden per dag. In
Den Haag betaal je dan een
paar duizend gulden. Elke
verhuring kost geld, met je
stijgende vaste lasten. Het is
een gemeentelijke
aangelegenheid en
toestemming van de
economische minister om de
prijzen te kunnen verhogen.
Nogmaals: toekomst is er
volop voor de
Stadsgehoorzaal. Het
volgend jaar zijn we al
grotendeeld volgeboekt. Het
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
gebouw is niet te missen".
„Onze cliënten, daar moeten
we het van hebben. Mijn
klanten zijn groepen
mensen, met uitzondering
misschien van de bezoeken
van leden van het
Koninklijk Huis* omgeven
door organisatoren die je
radeloos maken". En dan
vertelt Sjaak Milikan allerlei
anecdotes. Van een koningin
die incognito een
universitaire lunch
meemaakte en samen met
een enigszins kreupele
hofdame, jonk vrouwe Van
Roell, in de dienstlift
omhoog ging waar de
huzarensalades van de
vorige gelegenheid nog aan
de wand kleefden. „Mijn
vrouw kreeg toen
onvoorbereid de order om
even voor 500 sherry's te
zorgen. Diesherrygolf
bracht haar even van haar
stuk en toen ze mij met
hare majesteit en de
hofdame uit de lift zag
komen vroeg ze me vrij
luid: „wie heb je in
hemelsnaam nou weer aan
je staart hangen Toen ik
haar even later in rustiger
sfeer meedeelde, dat het
hare majesteit de koningin
der Nederlanden was, liefje
zei ik, was ze uit het veld
geslagen en heeft zich die
dag verder niet meer
vertoond. En zoiets is zelden
gebeurd, nietwaar vrouw
Koninklijk Huis-verhalen bij
de vleet Bezichtiging vooraf
van onder andere „de pot"
ofwel het toilet, waarvan de
vorstin zich mogelijk mocht
bedienen omdat ze ook
maar een mens is. Milikan
doofde met dure wijn een
walmende asbak in de
artiestenbar van de
schouwburg bij de officiële
opening in '76, even voordat
de koningin er zich ophield.
Herinneringen aan het
„concertwezen", „op een
ijzeren routine gebouwd, wat
de organisatie betreft".
„Fijne mensen over het
algemeen, die dirigenten.
Zoals Van Otterloo; ik was
kapot van zijn dood. Toch
heb ik hem eens witheet
gezien. Dat was op een feest
van een wolfabriek met
lieden die zeeën pilsjes
hadden verorberd en
fabrieksmeisjes die het
balkon oprenden omdat ze
zich verveelden en toen
beneden in de zaal Van
Otterloo gewaar werden en
luidkeels tijdens het concert
uitriepen: .moet je die man
zien met dat stokje... Hij
staakte meteen het optreden.
Moet je nagaan: het
Residentie Orkest op een
wolf abriekparty, met Anton
Geesink op de gaanderij als
toetje. Willem van Otterloo
probeerde het even later
weer en net toen hij een
Carmenstukje wilde inzetten,
vroeg een inspeciënt:
„Willem, heb je een kwartje,
voor het orgel Van
Otterloo woedend".
Een Antwerps
slangennummer. Ook op een
feestavond. Milikan,
bereidwillig, wilde helpen en
opende een mand met een
zeven meteriange python,
waarna hij vol afschuw een
heenkomen zocht op een
ladder. Het was vaak lachen
geblazen. Ook een keer met
Joop den Uyl, die toen nog
lijstaanvoerder was voor de
PvdA. Na zijn rede riep hij
vol vuur:en nu kameraden,
staat er nog één ding te
doen:stem op lijst 1. Dat
was in die dagen de KVP.
En de oploop van vele
duizenden die boer Koekoek
wilden horen. Er werden
ruiten ingeslagen bij
Milikan, want er kon
niemand meer in. „Toen zat
ik 'm ook te knijpen. Je had
ook angst bij het begin van
een kleine brand, bij een
bom-alarm. Verschrikkelijk
is het dan, als je een
beslissing moet nemen als er
meer dan duizend mensen in
je gebouw zitten". Madam:
„zo te horen hebben we hier
een ontzettend leuk leven
gehad". Ze trekt een gezicht
Wel echt leuk is de korte
story van de high brow
meneer die aan een
Milikankelner om de
wijnkaart vroeg. De ober zei
zoiets van: dat zal dan wel
cola of eenpils worden,
maar de meneer bleef de
kaart raadplegen en alles
afkammen. Toen hij er niet
meer kon uitkomen zei de
heer: nou, ik laat het maar
aan u over, ober: geef maar
iets fris. Waarop de ober, tot
grote hilariteit en trots van
Sjaak Milikan, het raam
opengooide in de foyer („het
vroor toen zowat twaalf
graden") en uitriep:
alstublieft, iets fris; en mag
ik dan gelijk even afrekenen
Milikan vertelt nog iets over
de liefde, dat eigenlijk niet
in dit boek mag worden
opgetekend. Een ingesloten
paartje midden in de nacht
dat er niet meer uitkon
omdat het na afloop van de
avond spoorloos was voor
het controlerende oog van
de suppoost. Ze moeten toen
even gebivakkeerd hebben
tussen de toneelgordijnen.
En het paartje ,dat op 24
meter hoog een
volksdansfestival had
voltooid en niet door
Milikan bedreigd kon
worden omdat-ie hoogtevrees
heeft.
Sjaak kan me nog meer
vertellen, volgens z'n
draaiboek. Hij eclipseert. Na
een werkzaam tijdvak. Hij
was zakelijk gezien de
directeur-boekhouder en
madam bediende de horeca-
winkel. Milikan: „we komen
nooit op eikaars terrein, we
hebben steeds succesvol
gescheiden gewerkt. In
Wervershoof wordt het
tuinieren en ons met
sperziebonen bezighouden".
Hagenaar Sjaak Milikan,
restaurateur, ooit verbonden
geweest aan de Nederlandse
Reis Vereniging waar hij de
hoteldirectie had en
repatrianten uit Indië
opving, in dienst van het
Erasmus Huis in Utrecht, op
een wenk van gedeputeerde
Van Praag verhuisd naar de
Leidse Stadsgehoorzaal, via
de gebruikelijke advertentie.
Straks de overdracht aan
André de Jong en de
gemeente en dan is het
gebeurd. Daarna drie
maanden helefnaal rust
Doktersvoorschrift Hij
wordt binnenkort 63. „Tien
jaar heb ik aan Wervershoof
gespijkerd. Mijn vrouw heeft
in de afgelopen tijd eigenlijk
nog nooit iets gezien of
gehoord. Ze had alleen oog
voor het eten en drinken en
hoeveel mensen er waren
Dat interesseerde haar
alleen. Voor mij is een
spijker, kwast, verfpot en
een pot bier voldoende. Dan
heb je geen kind meer an
me. Helemaal alleen in de
polder". Nanny: „ik wil nou
weieens een keer uit Ik
hoop dat Sjaak dat doet".
Verder is er de
boekenmanie van mevrouw,
ooit wegens haar
onverzettelijkheid madam
Beton genoemd. In
Wervershoof liggen
duizenden boeken
voorhanden.
G" AD/REGIO LEIDSE COURANT DONDERDAG 21 JUNI1979 PAGINA 5^,
EN In het Waagge-
bood de actiegroep
kinderopvang Leiden"
rmiddag 1250 handteke-
aan wethouder DJ.
r aan. Met de hand
en wil de actiegroep
meer bewerkstelligen,
kinderopvang voor ieder-
betaalbaar wordt,
voldoende en verant-
1 gebeurt en dat dus
subsidie voor de al be
de voorzieningen plus
die voor uitbreiding van
uoderopvang in Leiden
ven moet worden. Om
H-lei problemen op te lossen,
nige Bestek '81 van de baan,
•j rijs „het Leidse Welzijns-
van mening.
:amit
3r(je nanifestatie werd georga-
n ai rd in het kader van het
voor i^beleid, dat voor het
'ezie ^-cultureel werk geen
middelen in het vooruit-
stelt. Daarentegen vindt
Leidse Welzijnswerk",
suc3extra middelen hard no-
TÜn om de vele grote pro-
jas en te kunnen aanpak-
toe'de Leidse club- en
ij ei thuizen is er maar vijf
ent stijging van de prijs-
w ai lensatie. De nieuwe sub-
it B opzet is verkeerd, want
lannjLeidse situatie vereist
financële middelen dan
ader over de gemeente thans
eldei hikt. De bezuiniging op
imer ijnswerk tasten voorzie-
uit 1 en aan, die onmisbaar;
geve voor het doorbreken van'
ëisoleerde positie van de
n de£f0uwen- fmémciële
Jolï ^erur|gen voor de opvang
jeugdwerklozen ontbre-
bestek '81 versterkt deze
n sr be. Er is geld nodig om
lere lcc°modatie van enkele
s djfthuizen te verbeteren.
Van
n /J slotte heeft het Ministerie
jSnoialp Zaken de
De aanbieding van de handtekeningen aan wethou derTesselaar (2e van links).
steld, dat degenen die in
W.S.W. verband aan het wel
zijnswerk deelnemen, betaald
moeten worden. Dit te betalen
bedrag van vier tot acht pul
den per uur wordt niet gesub
sidieerd, maar dit bedrag kan
door de club-en buurthuizen
niet opgebracht worden. Dus
zal deze maatregel leiden tot
vermindering van de mede- ken. De CPN en de Partij
werkers.", aldus het Leidse van de Arbeid maakten door
Welzijnswerk, dat samen met middel van een solidariteits-
de gemeente een oplossing verklaring duidelijk, dat zij
voor deze problemen wil zoe- de actie steunen.
LEIDEN De stichting „Het
kleine Leidse woonhuis"
heeft haar eerste pand geres
taureerd. Het huisje, gesitu
eerd aan de Uiterstegracht,
nummer 38, dat nu door de
stichting verkocht gaat wor
den, is gerestaureerd onder
architectuur van Boudewijn
Veldman. De stichting, die
zich tot doel heeft gesteld
kleine vervallen panden met
een historische waarde en die
karakteristiek zijn voor Lei
den, op te knappen en hun
historische waarde te herge
ven, wil eveneens onnodige
kosten tegengaan. Daarom is
in dit eerste geval ook beslo
ten tot een cascobouw, iets
dat inhoudt dat voor-, achter
en zijgevels, evenals de balk
laag en het dak zijn gerestau
reerd. Er is hiermee duidelijk
een bijdrage aan het herstel
van het stadsbeeld gegeven,
tevens biedt deze cascobouw
de toekomstige bewonerfs)
het voordeel dat zelf een in
deling van het huis kan wor-
het
kun
nen op die manier ook in ei
gen hand worden gehouden.
Het casco zelf valt overigens
in dit geval te berekenen op
69.000 gulden.
Het „Kleine Leidse woonhuis"
is een ideële stichting. Dat
neemt echter niet weg dat er
zakelijk te werk wordt ge
gaan. De stichting gelooft in
eenvoud, zonder dat daarbij
uit het oog wordt verloren
dat aan bepaalde normen
dient te worden' voldaan. Na
restauratie stelt de stichting
de panden het liefst te willen
verkopen. Het werkkapitaal
kan op die manier klein blij
ven.
Overigens streeft de stichting,
die goed samenwerkt met
stichting Diogenes en Stads
herstel, naar het opzetten van
een tienjarenplan, zodat op
afzienbare termijn een groot
deel van de beeldbepalende
panden in Leiden gerestau
reerd is. Er wordt in dit ver
band mede gedacht aan het
ombouwen van panden die nu
als pakhuizen en garages
worden gebruikt tot woonhui
zen en daarbij bestaat bij de
stichting met name veel be
langstelling voor huizen met
historische waarde, ook al
staan die nog niet op de mo
numentenlijst
Vaak verkeren deze, toch
voor Leiden gezichtsbepalende
huizen, in een dermate slechte
staat dat particulieren aan
een grondige restauratie niet
toekomen. De stichting kan
de restauratie in eigen beheer
laten uitvoeren ofde huizen
met een „opknapbeurt" door
verkopen. In de diverse bin-
nenstadswijken kan door de
stichting, in overleg met de
daar gevestigde wijkcomité's
mogelijk een lijst worden sa
mengesteld van pandjes én
kan de aanstaande leegstand
worden gesignaleerd. Het her
stel van de huizen zal zich tot
het meest noodzakelijke be
perken. Douche, toilet, keuken
en eventuele centrale verwar
ming vormen de belangrijkste
onderwerpen. Ook zal de
stichting adviseren bij het on
derhoud van aan de te res
taureren panden grenzende
woningen.
Het verkrijgen van het eerste
pand kende overigens een
trage ontwikkeling. De ge
meente Leiden stelt nu een
maal strenge eisen (erfpacht,
antispeculatie- en kettingbe-
ding) waardoor niet alles
even snel verloopt als de
stichting eigenlijk zon willen.
LEIDEN Het stedelijk museum De Laken
hal heeft vorig jaar aanzienlijk meer bezoe
kers getrokken dan in 1977. Passeerden in dat
jaar 37.888 bezoekers de loketten, in 1978 wer
den bijna vijftigduizend (49.110) kaarten ver
kocht
Het molenmuseum De Valk daarentegen
moest het in '78 met minder bezoekers doen.
Van 31.602 naar 29.476. De directeur van het
stedelijk molenmuseum, de heer Wurfbain,
wijt deze teruggang van zeven procent met
name aan de grote schoonmaakbeurt aan het
begin van het jaar. Het museum was daar
door anderhalve maand gesloten, zoals het
overigens ook tijdens de Tour de France én
drie oktober dicht was.