„Hip" Gerrit Cornelisse werd
commissaris van Leidse politie
Leidenaar wil in garage honden mogen trimmen
Kinderopvang
in Leiden
in het nauw
MAAR HET TONEELSPELEN ZIT HEM IN HET BLOED
MANIFESTATIE IN
WAAGGEBOUW
Trefzeker optreden
Zoeterwoudse koren
^STAD/REGIO
LEIDSE COURANT
DINSDAG 19 JUN11979 PAGINA 5
Als je vandaag op het
Leidse bureau van
gemeentepolitie zou
vragen naar „de
commissaris" zou men
je kunnen verwijzen
naar twee lieden. Maar
dat doen ze niet, want
nog steeds is de heer
Van Voorden de
onbetwiste korpschef
die met de eer gaat
strijken. Niettemin
bezit de Leidse politie
sinds 1 juni een
nieuwe commissaris in
de persoon van
plaatsvervangend
korpschef Gerrit
Adriaan Nicolaas
Cornelisse, tot voor die
tijd hoofd-inspecteur
'van de blauw-zwarte
politiële ordedienst in
Cornelisse, verheven tot het commissariaat van de
deze gemeente. Hoofd
inspecteur Cornelisse
onder intimi bekend
staand als ome Gerrit,
is inmiddels voor de
rest van zijn loopbaan
- nog een maand of
zes - verheven tot het
commissariaat van
politie. Om allerlei
verklaarbare redenen
bezit de Leidse politie
voor het eerst in haar
bestaan twee
commissarissen. Een
glorievolle situatie,
maar wel verdiend
volgens de heer Gerrit
Cornelisse, „al zit voor
mij het „venijn" in de
staart, zo tegen het
functioneel
leeftijdsontslag aan.
Dat is 60 jaar. Op 1
december moet ik de
laan uit wezen".
Je hebt nu dus „de"
commissaris en nog een
commissaris. Hoe zit dat
precies in elkaar Om dat
te verklaren dient men een
diensttechnische formule te
hanteren die in werking
werd gesteld door een
ministeriële beschikking de
dato 1978. Meneer Cornelisse
(„de politieofficieren worden
bij ons aangesproken op
dezelfde manier als bij de
marine, met meneer dus")
werd verheven tot het
commissariaat op grond van
het inwonersaantal van
Leiden.,Nou moet je niet
zo erg op dat aantal
inwoners letten", aldus
meneer Cornelisse, „maar
het is nou eenmaal zo, dat
op dat aantal is geënt de
grootte van het -plaatselijke
politiekorps. Globaal gezien
kan in de gemeenten tusssen
de 100.000 en 125.000
inwoners naast de
commissaris als korpschef
nog een commissaris worden
aangesteld. In feite komt het
er op neer, dat in een
plaatselijk korps van
tweehonderd tot
tweehonderdvijfentwintig
man de plaatsvervangend
korpschef commissaris kan
worden. Dat dit nu gebeurt
vlak voor mijn pensioen
doet niet ter zake. Dat is
geen onderwaardering of zo.
Het is alleen maar zo, dat je
in een gemeente als Leiden
wat de bezettingsgraad
betreft een beetje tussen het
tafellaken en het servet zit
Maar sinds een half j aar
hebben we de mogelijkheid
gekregen om uit te bouwen.
Zit je eenmaal boven de
225.000 inwoners, dan kan er
een hoofdcommissariaat aan
te pas komen. Tot voor kort
hadden we in Leiden een
commissaris en een paar
hoofd-inspecteurs, dat was
een ambtenaar eerste klas
zoals die commissaris te
boek stond. Maar het
stedelijk karakter van
Leiden gaf wel te denken",
aldus meneer Cornelisse.
„Zo heb je bijvoorbeeld
Apeldoorn. Een uit z'n
krachten gegroeid groot
dorp met zo'n 130.000 zielen.
Daar zit een hoofd-
commisaris, met een
nevenzittende commissaris.
In gemeenten als Breda,
Dordrecht en Maastricht
werden opmerkingen
geplaatst, ik zou het geen
protesten willen noemen.
Maar men voelde zich toch
wel tekort gedaan, dacht ik
zo. Leiden was ook zo'n
oude stad die zich boven
een snel groeiende landelijke
gemeente verheven voelde.
Wie nu Leiden binnenkomt,
zal naar ik mag aannemen
zich niet afvragen of hier nu
een hoofdcommissaris met
een commisaris naast zich
op z'n plaats is; alleen de
politieman kan zich dat
afvragen misschien. Het is
een wat technisch
geharrewar. Zo is bij ons de
laatste dagen al de vraag
gesteld: is meneer Van
Voorden weg Nou .meneer
Van Voorden is helemaal
niet weg. Hij is nog steeds
de korpschef. De functies
blijven zoals ze waren.
Alleen technisch gezien is
commissaris Van Voorden
hoofdambtenaar tweede klas
en ik ben nu
hoofdambtenaar derde klas.
Het is even wennen, maar
we blijven hetzelfde werk
doen".
Sinds een jaar op vijf is de
heer Cornelisse al
plaatsvervangend korpschef.
In alle zaken. Op het
moment is meneer Van
Voorden met vakantie, maar
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer.van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
de politiële zaken gaan
gewoon door. „Als korpschef
deelt de heer Van Voorden
zijn taken met mij, dat
noemen wij staffuncties
verdelen. Zo heb ik ook de
„disciplinaire portefeuille",
wat neerkomt op
onderzoeken tegen eigen
politiemensen. Het komt
erop neer, dat ik het
„klachtenbureau" beheer,
klachten dus tegen onze
eigen mensen. Zo hebben we
in 1978 ongeveer twintig
klachten behandeld. Dat kan
een langdurige zaak zijn. Je
moet alle partijen horen en
de zaak dan weer
voorleggen aan de bevoegde
instantie, zoals de officier
van justitie. Men zegt
weieens, dat een politieman
bevooroordeeld zou zijn als
het gaat om disciplinaire
zaken tegenover andere
politiefunctionarissen. Maar
dat gaat niet op, die
redenering. Althans bij mij
zeker niet. Ik ben eerder
geneigd in te grijpen dan
een burger. In mijn functie
voel ik het des te harder
aan. Als een politieman fout
zou zijn geweest, dan zal ik
in zo'n geval ook menen dat
ikzelf fout ben geweest.Om
het zo maar eens te zeggen:
ik ben in dergelijke situaties
bozer op die ambtenaar dan
een „onbevooroordeelde"
burger beoordeelaar zou
kunnen zijn".
Gerrit Cornelisse is geen
haar veranderd door de
uitwerking van het
Koninklijk Besluit van 1978
dat mogelijk maakte, dat hij
commissaris werd. Gewoon
een joviale vent die nog wel
iets los kan slaan tegen de
tijd dat hij werkelijk niet
meer op het bureau aan de
Zonneveldstraat de zaken zit
te regelen. Nu regelt hij nog
een maand of zes de
coördinatie tussen de
hoofden van de
verschillende afdelingen.
„Wat ik daarna ga doen
hoor je wel tegen de tijd dat
ik uitstap. Is die benoeming
van commissaris nou de
kroon op mijn werk Had
het eerder moeten gebeuren
Ach nee, natuurlijk niet
Je kunt een organisatievorm
pas bij een ministeriële
beschikking veranderen. Dat
is geen kwestie van
waardering". De blik van
commissaris Cornelisse drijft
even weg naar de muur
tegenovert zijn bureau. Daar
hangt een vrij oude foto van
zijn vader; die hangt daar al
jaren aan de wand. Gerrit
Cornelisse heeft de sporen
van zijn vader getreden. Die
was op 32-jarige leeftijd de
jongste politiecommissaris
van ons land. Dat was in
Hellevoetsluis, waar ook
ome Gerit werd geboren.
„Vader was toen hoofd van
de rijks- en gemeentepolitie.
Toen hij commissaris werd
was hij niet meer
geüniformeerd, maar hij
kreeg een ambtslint, oranje
met zilver afgezet Dat lint
heb ik nu nog in een kistje.
Hij was ook amateur
wielrenner, in het bezit van
medailles. Hij was er erg
trots op. Een echte Zeeuw,
met gevoelens van
eigenwaarde".
„Het leuke voor mij was
eigenlijk, dat ik zijn plaats
ook heb bereikt:
commissaris van politie. Op
dat gevoel ben ik een beetje
trots. En dan denk ik aan
wat mijn zus in Suriname,
op die afstand, me te
kennen gaf„God, net als
paIk eet en slaap er
niet minder om hoor, alleen
is er iets meer gedronken,
door de feestjes die ik de
laatste paar weken heb
gegeven. En er waren hopen
bloemen en zo. Nog een half
jaar en dan moet ik
wegwezen' Dan ben ik 34
jaar in Leidse politiedienst
geweest. Als het een beetje
wil haal ik misschien nog de
veertig jaar, want ik begon
al in 1939, toen ik van de
HBS afkwam, te zoeken,
maar ik raakte midden in
de mobilisatie terecht en in
'40 werd ik klerk bij de
politie in Woerden. In '43
werd ik ontslagen omdat ik
de (Duitse)
loyaliteitsverklaring niet
wenste te tekenen, waarna
ik onderdook. Met mijn
militaire diensttijd zit ik dus
tegen die veertig jaar aan,
en dat helpt weer mee voor
het pensioen; niet dat dit zo
vreselijk belangrijk is, maar
toch telt het weer".
,Jk ben lang niet ontevreden
over mijn loopbaan. Beslist
niet Niemand heeft me nog
gevraagd of ik het over
wilde doen. Ik heb het
uitnemend naar de zin
gehad. Toch heb ik ooit
zoals mijn zoon Louis,
Nederlands willen studeren.
Die lust verklaart misschien
mijn functioneren binnen de
Leidse Politie Toneelclub,
waarvan ik ruim 25 jaar
regisseur en werkend lid
ben geweest Al jaren was
ik Sinterklaas, zowel binnen
het korps als daarbuiten.
Dat maakt niks uit of je nu
commissaris of
hoofdinspecteur bent Ik
schrijf ook graag, hoe dan
ook. Daar ga ik voor zitten.
Het kan best dat ik daarom,
wanneer men het me ooit
zou vragen en ik zou de tijd
veertig jaar kunnen terug
zettenjk zou zeggen dat ik
iets anders zou willen doen,
maar dan op dat Nederlands
verbale vlak. Maar dat
betekent absoluut niet dat ik
mijn werk van nu met enige
tegenzin zou hebben gedaan.
Toneel, ja, dat betekent veel
voor me. Ik heb een kast
vol spullen, met baarden en
pruiken. Voorlopig ben ik
commissaris en tegen de tijd
van mijn afscheid zien we
wel weer verder".
Hortus
Botanicus
ndex
kopij LEIDEN De directeur van
e'Phet Rijksmuseum van Na-
ituurlijke Historie, prof. Dr.
(DJ W. Vervoort, heeft gisteren in
er H dg Hortus Botanicus de ten-
toonstelling „Plant en Dier"
üe geopend. De tentoonstelling,
ie-k«die in de Oranjerie van de
ïü-sPf Hortus wordt gehouden is ge-
'asSc wijd aan de relatie tussen
or^ planten en dieren.
lil het middengedeelte van de
:r* Oranjerie wordt een overzicht
gegeven van de relaties die er
kunnen bestaan tussen de
planten en de dieren, terwijl
de rest van de tentoonstelling
bestaat uit de uitwerking van
/ew twee van dergelijke relaties
en wel de dieren als bestui-
vers van planten en de plan-
sP j ten als voedsel voor dieren.
GEMEENTE: IN STRIJD MET BESTEMMINGSPLAN
LEIDEN Niet alleen het legaliseren
van een reeds in bedrijf zijnde trimsalon
voor honden stond gisterochtend centraal
bij de behandeling van een door de Leide
naar Stadhouder aangespannen beroep
sprocedure. Ook het officieel mogen om
bouwen van de garage waarin dit ambt
op dit moment wordt uitgeoefend, vormde
voor deze bewoner van de Carneoolstraat
98 een belangrijk punt van discussie.
Het college is van mening dat die verbou
wing tegen het bestaande bestemmingsplan
ingaat en daarom niet mag plaatsvinden.
Een gegeven waar de heer Stadhouder het
vanzelfsprekend niet mee eens is. „In de
wijk is eenvoudig nog plaats voor een der
gelijke salon. Daarbij komt dat er in deze
niet echt een precedent wordt geschapen,
omdat mijn garage de enige is die voor
een andere functie in aanmerking komt
Op last van de brandweer dient elk be
drijfspand een achteruitgang te hebben,
nu, mijn garage is de enige in het rijtje
van zeven die een achteruitgang heeft En
dat dit alles in een garage moet plaatsvin
den is op zich niet ideaal, maar andere be-
PvdA-raadslid mevrouw De Koning kon
ver meegaan met Stadhouder. Zij erkende
eveneens dat bedrijfsruimte in de Mors-
wijk niet voor het oprapen ligt en vroeg
zich af of het college niet akkoord zou
kunnen gaan met het voorstel van de heer
Stadhouder. Zoals mevrouw Koning ook
met L. Beyen van de PSP, de weigering
van het Leids college van B en W waai
het de bouw van een schuur in de tuir
van Stadhouder betreft bekritiseerde. „D<
grootte van een schuur hoeft niet zo nodig
van bovenaf te worden vastgelegd, eerdei
moet de situatie ter plaatse doorslaggevend
zijn", aldus mevrouw De Koning.
LEIDEN De aktiegroep 'Meer Kinderopvang
Leiden' houdt morgen een manifestatie in het
Waaggebouw om de behoefte aan meer mogelijk
heden voor kinderopvang te accentueren. In Lei
den worden thans 1020 peuters in speelzalen op
gevangen, terwijl er 650 op een wachtlijst staan.
De twee kinderdagverblijven in deze stad vangen
114 kinderen op; hier heeft men een wachtlijst
van 105 kinderen.
De aktiegroep is opgericht door vrouwen die het nijpend te
kort aan opvangmogelijkheden willen verbeteren en een dam
willen opwerpen tegen de bezuinigingsdrift van de overheid
die zijn weerslag heeft op de opvangmogelijkheden. Morgen
middag wordt in het Waaggebouw om drie uur een pakket ei
sen overhandigd aan wethouder Tesselaar van Leiden verge
zeld van een groot aantal handtekeningen die de eisen onder
steunen. De overhandiging wordt opgeluisterd met balonnen
en diverse attracties.
In het pakket eisen verzet de actiegroep zich tegen gemeente
lijke plannen om de subsidie in te krimpen. Dit zou, volgens
de dames betekenen, dat de kinderopvang steeds duurder en
zelfs onbetaalbaar wordt, dat de groepen opgevangen kinderen
groter worden zodat de begeleiding achteruit gaat, dat de
rechtspositie van de leidsters verder verslechtered en dat ou
dere leidsters moeten wijken voor jongere en dus goedkopere
krachten.
ZESTIG JAAR....
LEIDEN Het zestig-jarig huwelijk van het echtpaar Jansen -Choudron vorm
de voor Leids burgemeester Vis gistermiddag vanzelfsprekend aanleiding om
„even aan te wippen". In gezelschap van echtgenote besprak de Leidse bur
gervader nog eens met het jubilerende echtpaar hoe de wereld er „vroeger"
uitzag...
LEIDEN Gisteravond werd een zangavond gehouden waar
aan alle koren uit Zoeterwoude deelnamen. Een kinderkoor
een jongerenkoor en gemengde gezelschappen uit Zoeterwou
de boden het publiek dat gisteravond in groten getale wa«
gekomen, een zeer afwisselend programma. Naast volksliedjes
waren er ook delen uit een mis te horen, psalmen en meei
moderne liederen. Elke groep toonde haar kunnen in het gen
re dat haar het beste ligt en, zoals in het slotwoord werd ge
zegd, altijd met een groot enthousiasme en een volledige in
zet
Als eerste trad een kinderkoor op met een reeks volksliedjes
Het deed dit op een zeer vlotte en toch verzorgde manier. In
zetten en rithmen waren steeds nauwkeurig en de klank vai
het koor was trefzeker. Stellig het resultaat van hard repete
ren! In de uitvoering van delen van de mis van Kempter ver
raste eveneens de technische nauwkeurigheid. Enkele moeilijki
passages kwamen er zonder enige moeite uit In deze zeer vre
dige muziek klonken vooral de bassen erg mooi. De verhou
ding tussen de verschillende stemmen vond ik evenwichtig.
De uitvoering van Pange Lingus van Kodëly en het Cantiqui
van Gabriël Fauré verdienden alle lof. De stembeheersing wa
zo sterk dat elke noot weloverwogen en doorleefd klonk en zo
doende volkomen tot zijn recht kwam. Het koor kwam to
prachtig afwisselende effecten: haast doorschijnend zacht
klanken werden evenwichtig opgebouwd tot een krachtig, vc
volume.
De vijf modern-religieuze liederen die als eerste na de pauzi
werden uitgevoerd, droegen een heel ander karakter dan d(
voorafgaande werken. Een combo begeleidde het jongerenkoo
„Iduna" dat uiterst vaardig en gedisciplineerd zong. Maar me
name in het tweede en derde lied vond ik de muzikale uil
drukking soms wat ontbreken. Gelukkig herstelde het koo
zich in de geestdriftig gebrachte Negro-Spiritual „Old man Mc
ses".
Met lof moet nog de uitvoering van Bruckners motet wordei
genoemd. Wat het zangkoor „Meerburg" hiermee muzikaa
deed, dwong respect af. Ook in Psalm 84 was het zeer goe<
op dreef. Alle vaardigheid en inzet kwamen samen in de weei
gave van het slotlied, voor drie koren. De kwaliteit van di
concert en de bijval van het publiek tonen dat het experimen
van een gemeenschappelijke zangavond voortgezet moet woi
den.
DirkVoore