Franz Liszt
moet nu
nog worden
ontdekt
,De pantervrouw'
van Sarah Kirsch
„Rozen op
de rails"
NEDERLANDSE MUSICI
VERENIGD IN KRING:
'v''
Wassenaarse
pianiste:
„Hij had
zijn
demonische
kanten
en zijn
hemelse"
„eigen genre": Liszt
bundelde een groot aantal
genres en Toos past zich
daar graag bij aan. Hoewel
niet moeiteloos.
„Sedert 1973 geef ik aan het
conservatorium les. aan niet
meer dan vijf leerlingen en
nooit aan beginners. Maar ik
vraag me af. of de huidige
pianisten, of zij die er hun
beroep van willen maken,
nog wel zo hard willen
werken als in mijn tijd, toen
ik nog aan het
conservatorium studeerde.
Met de leerlingen die ik nu
heb. kan ik prettig werken.
Maar ik ken ook
conservatoriumleerlingen die
niet studeren wat ze
opkrijgen. hun oefenstof niet
inkijken en wat anders gaan
doen. Of zeggen: ja maar we
hadden toch vakantie? Ik heb
niet gespeeld. Die stuur ik
onherroepelijk weg". Toos.
loos Onderdenwijngaard, pleitbezorgster van Liszt.
3 fc
IASSENAAR Het aantal
oposities van Franz Liszt
an slechts worden geschat;
iommigen spreken over een
i dertienhonderd,
bnderen voegen er zonder
przeling nog eens honderd
an toe. Het is goed
ogelijk, dat de komende
iren daar nog een groot
antal aan wordt
ïvoegd, omdat de
nposities van Liszt
spreid zijn over de hele
tereld en ervan een
ordend overzicht geen
jrake is. Toos
derdenwijngaard, de in
'assenaar wonende pianiste
die al enige jaren bezig is
met een bewuste revaluatie
ircelo an Liszt: ..Nee, Liszt, die
eefde van 1811 tot 1886,
ras geen componist die
lerk maakte om dat
te nmiddellijk te verkopen,
itegendeel. Hij heeft werk
oor leerlingen gemaakt, dat
j hun meegaf en voor
■Mieren. Liszt gaf niet om
iJfltmbeloning. Hij gaf aan
j^Binderen en steunde
Mieren. Tot hij oud werd
mklaagde: „Altijd heb ik
me Ingezet voor anderen.
Wie bekommert zich nu
om mij?". Uit sommige
linden, Engeland, Frankrijk,
sland, Italië, Amerika en
garije, kwam pas de
ages laatste jaren een collectief
^^ivoord; in Nederland is
Vf^onlangs de Stichting Liszt-
Kring opgericht, om met tal
i manifestaties de
aandacht op Liszt te
ttigen, als niet de
nponist van alléén de
Tweede Hongaarse
Rapsodie".
Toos Onderden
wijngaard kwam
ikeer in
onden met de
Engelse Liszt-
ereniging in
anraking en na
de laatste keer
ristzij.dat in
jB Nederland niet
J illeen Mozart.
Beethoven en
Bartok een
posthume
riendenkring
noest worden
eboden. De
pianiste kwam in
ontact met Ad
Ie Roy die er
lezelfde
ipvattingen op na
lield. En zij
'aren niet de
jY tmgen. Misschien
kas de tijd rijp
"Stonden alle
terren gunstig:
logal plotseling
lienden anderen
ichaan. die
orkest-, en orgelwerken te
doen uitvoeren. Meerdere
malen ontving ik naar
aanleiding van recitals bij de
NCRV brieven van mensen,
die schreven een heel andere
kijk op Liszt te hebben
gekregen. En dat nu is mijn
bedoeling: vooroordelen weg
te spelen".
De verse Liszt-Kring wil met
alle muzikale middelen de
muziek van Liszt propageren
en de vooroordelen
wegnemen die nu eenmaal
rond iedere componist
bestaan en rond Liszt in het
bijzonder. De aangeslotenen
krijgen binnenkort de eerste
van een halfjaarlijkse Liszt-
brief en worden in staat
gesteld een reis te maken
naar het Lisztmuseum in
Weimar.
Veelzijdig
Sommigen kennen van de
veelzijdige Liszt de
Hongaarse rapsodieën,
anderen alleen de
pianoconcerten, weer
anderen de symfonische
gedichten, andere
muziekliefhebbers helemaal
niets. Misschien komt dat,
omdat het werk van Liszt
niet in opusnummers of op
een andere wijzeis
gerangschikt. Beethoven en
Mozart kan men op band of
plaat „compleet" hebben en
zelfs het omvangrijke werk
van Vivaldi is gerubriceerd.
Toos Onderdenwijngaard, die
zich aanvankelijk
concentreerde op Schumann
en later op Scriabin, moet
zich bij de samenstelling van
haar programma's laten
root
nthousiasme
oonden vooreen
■iszt-kring: ook
Ie pianist Sas
junge, Ton
Jreyghton. Koos
■roen, Max
tollensleben, Luc
an Hasselt,
tynko Geerink-
tokkeren Ad de
toy (secretaris en
luwende kracht).
De stemming van Toos...
i' 2j vormden net
Jl bestuur
Creyghton werd
Voorzitter van
en stichting, die
inmiddels ruim
honderd
donateurs telt.
Zoos: „We gaan
'"eer Liszt-
f°ncerten geven,
ludie-opdrachten
Verlenen.
toonstellingen
houden en
pnbekend werk
van Liszt op de
l'ammofoonplaat
etten. We
•'achten ook
vooral de
'Onbekende koor-,
...kan plotseling nogal veranderen.
leiden door thema's, om haar
toehoorders niet in
verwarring te brengen. „Liszt
heeft zijn demonische kanten
en zijn hemelse. Er is zo
ontzettend veel in zijn
muziek te ontdekken, zo
gevarieerd en zo veelzijdig. Ik
ontdekte Liszt al lang voor
van een Kring sprake was en
er is nog veel te ontdekken.
Misschien ga ik me later
bezighouden met een
componist van wie nog nooit
een hond heeft gehoord, de
Fransman Charles Valentin
Alkan, een tijdgenoot van
Liszt. Maar dan ben ik
vermoedelijk honderdvijf..."
Van Franz Liszt heeft Toos
Onderdenwijngaard werk op
twee grammofoonplaten gezet
(Editio Laran. De Constant
Rebequestraat 104 in Den
Haag) en ze heeft daarmee
nog maar een fractie van het
totale oeuvre te pakken.
Niettemin geeft deze pianiste
met een doordachte keus
een goede indruk van Liszt,
al kan zij onmogelijk
compleet zijn. Zij speelt op
de plaat onder meer later
werk van Liszt, plus twee
legenden en de monumentale
Todttentanz voor pianosolo,
door Liszt zelf afgeleid van
zijn eerder geschreven werk
voor piano en orkest.
Vertegenwoordigster
Toos Onderdenwijngaard lijkt
een goede
vertegenwoordigster van
Liszt; niet -. door haar
spel. dat t<*rr an uiterst
pianissimc r n bundeling
van alle F'fei. uie onder de
noten kunnen staan. Of door
haar kunst in
interpreteren:
waar mag de
uitvoerende
kunstenaar zich
laten gaan en
waar moeten de
getrainde vingers
zich in toom
houden?
Toos speelde veel
Schumann en
onbekende
pianoconcerten
van Haydn; haar
huidige voorkeur
voor Liszt ligt in
het verlengde
hiervan: Liszt
vraagt om grote
veelzijdigheid, die
ook in de
uitvoerende
kunstenaar
aanwezig moet
zijn. Toos
Onderden
wijngaard bezit
die. Zij geeft toe
last te hebben
van stemmingen,
die elkaar in rap
tempo opvolgen:
van klagerig tot
overenthousiast
en dat zonder
merkbare
overgang. Alsof
haar gedachten
een eigen leven
leiden en
onverhoeds in
haar gesprekstoon
toeslaan. Binnen
de strenge regels
van de piano en
de studie die
nooit ophoudt
„elke dag
oefeningen in alle
soorten en
vormen" speelt
Tooseen
wisselvallig leven,
zich niettemin
bewust van
conventies
waaraan niemand
helemaal ontkomt.
Maar aan de
piano kan zij zich
dankzij deze
eigenschappen
moeiteloos aan de
eisen houden van
Liszt, die zich
evenmin iets
aantrok van een
oprecht verbaasd en wat
verdrietig: „Je gaat toch naar
het conservatorium, voor iets
dat je heilig is en dan zegt
een leerling: mogen we soms
óók vakantie hebben? Dat
snap ik niet. Dat je twee
maanden vakantie neemt
zonder een toets aan te
raken; niet alleen dat je dan
weer helemaal opnieuw kunt
beginnen, nog afgezien
daarvan. Die mentaliteit
verbaast me. Maar er zijn
natuurlijk ook nog goede
leerlingen, die weten wat ze
willen en daarom willen
werken. Ze moeten een
beetje snel van begrip zijn.
En ze moeten kunnen tellen.
O ja, er zijn leerlingen die
denken dat ze kunnen tellen
omdat ze zo muzikaal zijn.
Maar leren tellen is ook
werk. dat erbij hoort en waar
je moeite voor moet doen".
Toos heeft die moeite destijd
gedaan en doet die nóg.
Franz Liszt vaart daar wel bij
en heeft in deze
Wassenaarse pianiste een
puike pleitbezorgster, die zijn
veeleisend werk aankan.
Toos: „Liszt bestrijkt bijna de
hele negentiende eeuw. werd
door zijn vriend Richard
Wagner beïnvloed, maar
beïnvloedde misschien zelf
nog méérdat weet men
nog te weinig ook Wagner
en componisten na hem. List
schreef zelf al, dat hij zijn
speer zo ver mogelijk in de
toekomst wilde werpen".
Die speer wordt nu door
verscheidene musici als
bij toeval gelijktijdig
opgevangen, in Nederland nu
door een hele kring. Men
kan in deze kring stappen
via secretaris A. de Roy. Mgr.
v.d. Weteringstraat 29.3581
EB in Utrecht.
F.J. BROMBERG
Portretten van vrouwen
uit Oost-Duitsland
De Oostduitse Sarah Kirsch is in ons lan<
niet erg bekend. Ze schreef voornamelijl
poëzie en las die voor tijdens het Rotter
damse poëzie-festival Poetry Internationa
van drie jaar geleden. Twee jaar geleder
was zij in de mogelijkheid om naar West
Duitsland te verhuizen, wat zij toen ook
deed. Intussen won zij een grote literaire
onderscheiding in West-Duitsland, de Pe
tra rca-prijs.
Uit het jury-rapport voor die prijs: Sarah
Kirsch is een heks. Heksen rijden op hur
bezems lachend over sociale en innerlijke
grenzen, met zeer veel risico. Ze zijn ver
brand omdat ze de vrijheid liefhebben".
In het eerste werk dat van Sarah Kirsch in
het Nederlands is vertaald, blijkt hoe zij „la
chend over sociale en innerlijke grenzen'
heen gaat. Het gaat hier om een in aanleg
journalistiek boek: vijf portretten van vrou
wen in Oost-Duitsland, waarin duidelijk
steeds het beroep, de sociale bedrijvigheid
ook van die vrouwen aan de orde is. Ach
tereenvolgens gaat het om een dompteuse
(de vrouw uit het titelverhaal. „De Panter
vrouw"). een kaderleidster die nog met Ber-
tolt Brecht heeft gewerkt), een afgevaardig
de (die dus politieke verantwoordelijkheden
heeft), een bedrijfsleider, een arbeidster.
In de portretten zijn zij zelf aan het woord-
in korte heldere zinnen, waarin herinnerin
gen aan hun jeugd, opleiding en vroegere
werkkringen, hun huwelijk en eventuele mis
lukking daarvan, elkaar afwisselen. Steeds is
één aspect centraal gesteld, bij ieder van de
vijf vrouwen hetzelfde: haar betekenis in
haar vrouwenrol en de sociale omstandighe
den. waarin zij geplaatst is.
Terwijl ze in hun verhaal zoeken naar de
essentie van het leven, wordt er in hun ver
slag een beeld opgeworpen van veel meer
dan een leven van een individu. Het leven
van mensen die zich maatschappelijk be
wust zijn. van mensen in moeilijke situaties
van het geloof in het marxisme, die mensen
in een staat als Oost-Duitsland drijft tot ac
tie. het ondernemen van dingen. Een maat
schappijbeeld dus. gegoten in deze vijf por
fretten.
Het is bovendien meer dan verslaggeving in
beperkte zin van het woord. Sarah Kirsch is
scherp in haar wijze van observatie en kan
met weinig woorden veel suggereren. De
vertaling van Martin Mooij, die ook een ver
helderende toelichting schrijft, geeft die in
druk in hoge mate.
De eerste uitgave van dit literair-journalistie-
ke boek dateert uit 1975. Een jaar later was
Sarah Kirsch in Nederland, waar zij over het
poëziefestival van Rotterdam, blijkens de
toelichting van Martin Mooij erg enthousiast
raakte. Ze zei er van: „Zo iets had ik alleen
in het communisme voor mogelijk gehou
den. alleen heb ik het daarin nooit meege
maakt".
Weer een jaar later koos Sarah Kirsch voor
het Westen, toen zij naar West-Duitsland
vertrok. Daarmee is. opnieuw volgens de
toelichting van Martin Mooij, haar geloof in
een socialistische maatschappij niet verdwe
nen. Echter zijn haar wel allerlei illusies
ontvallen.
Via de vijf vrouwen in „De Pantervrouw'
vertelt Sarah Kirsch over haar geloof in die
maatschappij. Steeds zie je dat ook daar al
die illusies verdwijnen, in grote en kleine
kaders. Daarom een uiterst boeiend boek
dat door zijn scherpe observatie op het le
ven en de ideeënwereld van vrouwen in een
Oost-Europees land. de uitgave^ in het Ne
derlands rechtvaardigt.
JAN VERSTAPPEN
Sarah Kirsch: „De Pantervrouw, vijf vrou
wen uit de DDR". Vertaling en toelichting
Martin Mooij. Uitgave De Arbeiderspers
Prijs/ 18.50.
NIEUWE HEILIGENVERHALEN
VAN BELCAMPO
Vraag een doorsnee middelbare scholier
naar Belcampo en je maakt een mooie
kans dat hij het antwoord nu eens niet
schuldig blijft. Hij kent Belcampo vrij waar
schijnlijk als auteur van een aantal merk
waardige, bizarre en fantastische verhalen
zoals dat verhaal over de auto-kannibaal
de tragische man die ontdekt heeft dat er
niets heerlijkers is dan het nuttigen van je
eigen vlees. Om maar eens wat te noe
men.
Belcampo blijft vooral bekend om zijn ver
halenbundels van zo'n twintig of meer jaren
geleden. „Liefdes Verbijstering" en „Spron
gen in de Branding", „Nieuwe Verhalen" en
„Tussen Hemel en Afgrond".
De laatste jaren heeft Belcampo een soort
come-back gemaakt, als je zo'n theaterterm
mag gebruiken. Hij concentreert zich' op
heiligenlevens, niet omdat hij nu zo gesticht
zou zijn, of om zijn religieuze overtuigingen
maar vanwege het vaak zo bizarre, fantasti
sche. ook onwerkelijke karakter van die
oude. legendarische verhalen.
Hij zette deze verwerking van heiligenlevens
in met „De toverlantaarn van het christen
dom", dat een redelijke weerklank had, tot
in het theater toe (Toneelgroep De Appel
bracht naar aanleiding hiervan „De Heilige
met de Krakeling").
Er is nu een tweede bundel heiligenlevens:
„Rozen op de Rails". De symboliek van de
titel laat zich raden: in de dagelijkse werke
lijkheid komen zo nu en dan voorvallen, fi
guren voor, die het mechanisme, het kille
en harde, een nieuw perspectief, een nieu
we dimensie geven. Aan de hand van bizar
re gebeurtenissen in de levens van heiligen
is dat thema dan verder uitgewerkt.
Het zijn soms heel bekende, soms minder
bekende heiligen die Belcampo tot onder
werp van zijn verhalen kiest. Hij vertelt bij
voorbeeld het verhaal van Sint Agnes. waar
bij hij net zo goed oog heeft voor de reali
teit van de familieleden rond Agnes. die niet
in die vrome, christelijke sfeer van Agnes
leven, waarin ze zich heeft geïsoleerd van
haar eigen realiteit.
Het verhaal over Sint Dominicus is een ver
slag van een ontmoeting met de duivel
waar de heilige niet van terug heeft; het
verhaal over Sint Franciscus stelt dat voor
de heilige de mens heeft afgedaan, reden
waarom hij maar verder voor de dieren pre
dikt. Niet dat hij de dieren daarmee zou be
reiken. daar gaat het niet om.
In dit patroon (uitzoeken van gegevens, ver
halen, enz. en dat verwerkt tot een verhaal
over een heilige) raakt Belcampo nergens
aan die indringende fantasie, aan dat bizar
re spel van werkelijkheid en verbeelding
dat in zijn verhalen van twintig jaar of lan
ger geleden zo essentieel was. Je herkent
de auteur eigenlijk nauwelijks in deze tam
me verhaaltjes in een geheel daaraan aan
gepaste stijl geschreven.
JAN VERSTAPPEN
Belcampo: „Rozen op de Rails". Uitgeverij
Querido. Prijs 19,90.