Ik heb een bewuste
keus gemaakt"
Samenwerking
-lussen
AV Leiden en
De Bataven
levert nu al
nx
resultaat
op
Verloren jaar
voor afdeling
Leiden/Gouda
ill
-SPORTLEIDSE COURANT
-WATERPOLOËR WIM KEMAN VERTREKT NAAR CURAQAO
Secretaris Van Vliet van Bergambacht: „De bedoeling van de
samenwerking tussen de afdelingen Leiden en Gouda is het
bereiken van een volledige integratie van de standaardelftallen
van Gouda/Leiden. Door het invoeren van die hoofdklasse
gaat die integratie volledig naar de knoppen. Die hoofdklasse
berust trouwens op een misverstand. Door een fout van het
bestuur van de afdeling Gouda zijn de clubs uit onze regio te
laat ingelicht. Die nieuwe competitie-regeling was in feite al
van kracht voordat de Leidse clubs konden weigeren. Die in
deling is ons gewoon opgedrongen". Van Vliet zegt verder nog
te spreken namens alle clubs uit de Lek en IJsselstreek
De argumenten van Warmunda. Wedstrijdsecretaris Van der
Vooren: „Die integratie (opgaan in een geheel, red) komt hele
maal niet in gevaar. Komend seizoen spelen er zeven Leidse
en vijf Goudse ploegen in de hoofdklasse". Warmunda ziet nog
veel meer voordelen: Verbetering van het spelpeil, een echte
competitie met promotie en degradatieregelingen, zodat het
plichtmatig uitspelen van de competitie door clubs die toch al
kansloos zijn achterwege blijft en een gelijkwaardiger verde
ling van krachten. Dit zijn wel de voornaamste argumenten
van de club uit Warmond.
Van Vliet: „Inderdaad, wanneer je speelt met twee eersteklas-
sen dan zal het niveau wel wat lager liggen. Aan de andere
kant is er het voordeel dat de mindere ploegen zich op kun
nen trekken aan clubs met meer capaciteiten. Dat argument,
zeven Leidse en vijf Goudse verenigingen in die hoofdklasse
gaat nu wel op. Vorig jaar was die verdeling nogal wat an
ders, tien Leidse tegen twee Goudse ploegen. En dan kun je
toch niet spreken van geïntegreerd voetbal. Integratie, daaraan
moeten we ten alle tijde vasthouden".
In de brief vraagt Warmunda zich af waar de Leidse en
Goudse clubs nu eigenlijk mee bezig zijn. De vraag,,,willen we
alleen maar voetballen of hebben we ook nog ambities om
onze vereniging op een hoger plan te brengen wordt in dat
schrijven gesteld. Feit is wel dat het Leidse voetbal op een
enigszins hoger peil staat dan het Goudse. Van der Vooren:
„De Leidse clubs zijn gewoon beter".Je kunt je dan afvragen
zijn de clubs van de afdeling Gouda bang door die nieuwe re
geling volledig de boot te missen. Van Vliet: „Bergambacht
heeft het afgelopen seizoen aan de top meegedraaid. Hoewel
het in ons voordeel is zijn we toch tegen die hoofdklasse.
Trouwens met die nieuwe promotieregeling die dit jaar is ge
hanteerd zijn we ook akkoord gegaan". Een regeling die erg
onvoordelig voor de Goudse clubs uitpakte. Twee Leidse vere
nigingen, SJZ en KRV, maakten de stap naar de vierde klasse
van de KNVB. Van der Vooren, die Bergambacht het verwijt
maakt alleen voor het eigen belang te werken: „We moeten nu
eindelijk maar eens ophouden met goedvinden wat de Goudse
clubs willen".
Over een ding zijn Van der Vooren en Van Vliet het roerend
eens. Leiden/Gouda gaat wat betreft die eerste klasse een vol
ledig verloren jaar tegemoet. Voor het handhaven van die
hoofdklasse beroept Warmunda zich op het KNVB-besluit,een
nieuwe competitie-regeling in te voeren. De letterlijke tekst in
de brief luidt: „Hieruit (uit die beslissing, red) kan worden af
geleid dat het ook voor de volgende seizoenen geldt. Dit kan
alleen maar worden toegejuicht Terugdraaien na een jaar
hoofdklasse en eerste klasse ingesteld te hebben kan dus niet
mogelijk zijn", einde citaat. Van Vliet is daar nog niet zo ze
ker van: „Na een jaar hoofdklasse gaan we gewoon weer te
rug naar de oude situatie". Bergambacht lijkt in het voordeel,
achttien van de vierentwintig clubs spraken zich uit voor twee
eersteklassen.
Misschien is het verstandig eerst de resultaten van die nieu
we regeling af te wachten. Daarna kan er altijd nog worden
beslist welke competitie-indeling wordt gebruikt voor het sei
zoen 1980-'81. Het argument van Warmunda, dat de clubs wel
eens willen weten waar ze aan toe zijn, lijkt op zijn minst
erg redelijk....
DEN HAAG De centrale training van
Ihet nationale waterpoloteam is in volle
fang. Vanaf de kant moedigt bonds
coach Ivo Trumbic zijn pupillen geest
driftig aan. Dat is ditmaal hard nodig
ook, want de temperatuur in het kille
Haagse Zuiderparkbad blijkt verre van
aangenaam. Toch wordt er door ieder
een hard gewerkt, men heeft er zelfs
nog aardig plezier in. Zo ook de speler
wet capnummer elf, Wim Keman. Op
rich niets bijzonders omdat deze immers
gerust tot één van de grootste fanatieke
lingen mag worden gerekend. Ware het
Tiet dat dezelfde Wim Keman binnen
kort de groep zal moeten gaan verlaten.
Met ingang van 1 augustus heeft hij na
melijk- een betrekking als leraar licha
melijke opvoeding op Curasao aangeno
men, waardoor hij voor het Nederlandse
waterpolo in ieder geval verloren zal
gaan.
Eigenlijk heeft Wim Keman de vrijwel
dagelijkse trainingen er al zo'n beetje
aan gegeven. Maar omdat Trumbic tijde
lijk met een zeer smalle selectie zit, het
jeugdzevental verkeert momenteel nog op
toernooi in Roemenië, deed de Joe
goslaaf alsnog een beroep op Wim Ke
man om de selectie te willen complete-
fen- „Ik wil de jongens niet laten zitten",
'e6t hij uit. „De sfeer is dan ook bijzon
der goed. Ik heb mijn vertrek zeer bij-
"Jds laten weten. Toen er alleen nog
maar wat plannetjes waren, heb ik Ivo
Trumbic al ingeseind dat er mogelijk
iets zou kunnen gaan gebeuren".
Het grote schrikbeeld voor de verant
woordelijke mensen van de zwembond
bat zich opnieuw gelden: in de loop der
jaren hebben steeds meer routiniers om
uiteenlopende redenen besloten het ver
der maar voor gezien te houden. Wim
Keman is weliswaar pas vierentwintig,
maar hij heeft wel reeds 135 interlands
achter zijn naam staan. „In bijvoorbeeld
Hongarije zou je dan pas komen kijken",
aldus de besnorde speler van landskam
pioen AZC Unique uit Alphen aan den
Rijn. „Maar in Nederland behoor je met
zo'n totaal al tot de ervaren lieden. Op
het ogenblik is er nog slechts een zeer
gering aantal routiniers over: eigenlijk
alleen Tonny Buunk en Jan-Evert Veer.
Voor de rest zijn het allemaal jonge kna
pen. Het kwaliteitsverschil is minimaal,
iedereen moet hard knokken voor zijn
plaats in de selectie. Op de twee ouderen
rust momenteel dan ook een zware ver
antwoordelijkheid".
Fantastisch
Wim Keman heeft bewust gekozen. Aan
de ene kant vindt hij het wel degelijk
jammer dat hij zijn collega's in de steek
moet laten, maar tegelijkertijd beseft
hij zich terdege dat zijn toekomst op de
Antillen ligt. „Ik ga daar straks op Cu
rasao trouwens nog wel door met wa
terpoloën. Trainer Tof Hofland van
Asiento, de verreweg beste club daar,
heeft deze baan ook min of meer voor
mij geregeld. Ik ben tot nu toe driemaal
op Curasao geweest. Het is er werkelijk
fantastisch. Mijn vrouw ziet het ook he
lemaal zitten. Bovendien boeit het avon
tuur ons wel. Wat betreft het waterpolo
hoef ik natuurlijk niet veel te verwach
ten. Het niveau daar is zo ongeveer te
vergelijken met de tweede klasse in ons
land".
Het Nederlandse waterpolo zit de laatste
jaren diep in de put. Na het behalen van
de bronzen medaille op de Olympische
Spelen in Montreal van 1976 is het
steeds duidelijker bergafwaarts gegaan.
„We hebben een tijdje op dat fraaie suc
ces mogen teren, maar het ziet er thans
heel somber uit. Sommige oudere spelers
hielden het meteen al voor gezien. Noem
het maar een bepaalde verzadiging. Die
derde plaats van Montreal was natuur
lijk een uitschieter. We kunnen die pres
tatie al lang niet meer waar maken. Het
jeugdteam is vorig jaar op de Europese
kampioenschappen als elfde geëindigd.
D&t was ook al weer een triest diepte
punt".
Bewust
In Montreal was Wim Keman er des
tijds niet bij. Zes weken voordat de
ploeg richting Canada zou afreizen, brak
hij op de sportacademie zijn midden
voetsbeentje. „Ik zou graag nog eens een
Olympisch toernooi mee willen maken.
Maar ik heb nu een bewuste keuze ge
maakt. Mijn werk is per slot van reke
ning het belangrijkste. Ik heb geen mo
ment getwijfeld. In Nederland is het
bijzonder moeilijk om een goede baan
in het onderwijs te krijgen. Vandaar dat
ik dan ook bijzonder blij was met die
tip uit Curacao. En dan komt de sport
heus op de tweede plaats. Ik ga in ieder
geval voor drie jaar weg. Daarna zien
we wel weer verder".
Wim Keman behoort niet tot de eigen
kweek van AZC Alphen. Enkele seizoe
Coach Trumbic deed alsnog een beroep op AZC-speler Wim Keman.
nen geleden kwam hij over van subtop
per VZC Ritmeester. Over de reden van
die verhuizing: „Ik studeerde hier in Den
Haag op de sportacademie en dat steeds
heen en weer reizen naar Veenendaal
kon op een gegeven moment niet meer.
Toen heb ik hier in de buurt een vereni
ging gezocht. Later ben ik ook in Alphen
aan den Rijn gaan wonen. Dat is me
steeds heel goed bevallen. Die club heeft
nu eenmaal veel meer faciliteiten dan de
andere verenigingen. We zijn al verschil
lende malen naar het buitenland ge
weest, hebben in de Europa Cup ge
speeld en zijn ook nu weer Nederlands
kampioen geworden. Zo trekt een club
automatisch nieuwe spelers aan".
De top in het Nederlandse waterpolo is
smal, zeer smal zelfs. Twee verenigingen
maken onderling de dienst-uit, waarvan
AZC Alphen momenteel onbetwist de
sterkste is. Dat zal ook HZC De Robben
volmondig moeten erkennen. „Dat is ge
bruikelijk", aldus Wim Keman. „Tijdens
de vorige generatie was Neptunus
Amersfoort bijna voortdurend opper
machtig. Zo blijven er altijd twee of drie
ploegen die duidelijk boven de r$st uit
steken. Maar voor het nationale team
moeten er juist steeds nieuwe krachten
gezocht worden. In toplanden als Honga
rije en Rusland houdt men steeds een
bepaalde kern vast. Dat blijkt dan ook
wel uit de resultaten. Die achterstand zal
wel nooit meer goed te maken zijn".
DICK KIERS
LEIDEN Het experiment van de afdelingen Leiden en
Gouda om de voetbalverenigingen te verdelen over een
hoofd- en eerste klasse, lijkt een zeer kort leven beschoren.
Deze regeling geldt slechts voor het komende seizoen. Daar
na, in de jaren '8(K81 wordt de zaak naar alle waarschijnlijk
heid weer teruggeschroefd naar de oude competitie-regeling:
twee eerste klassen. Gevolg: een volkomen verloren jaar voor
de clubs die volgend seizoen in de eerste klasse spelen (vech
ten voor een kampioenschap heeft geen zin want promotie is
er immers toch niet te verdienen). In een brief aan de twee
afdelingen en aan de vierentwintig betrokken clubs heeft
voetbalvereniging Warmunda zijn afkeuring over deze gang
van zaken uitgesproken. Warmunda is vóór het handhaven
van die hoofd en eerste klasse. Een mening die voledig ver
schilt met die van de Goudse club Bergambacht. Ook Berg
ambacht heeft een brief geschreven waarin dat terugschroe
ven van de competitie-indeling wordt verdedigd.
De nieuwe atletiekbaan in het Leidse Hout die in september wordt geopend. Cees Hoogen-
boom :„Door dit sportcomplex neemt de atletiek een grote vlucht in Leiden".
een fusie van AV Leiden en
De Bataven. Cees: „Misschien
zijn we nu nog niet rijp voor
een fusie maar ik geloof wel
dat een volledig samengaan
gaat komen. Ik ben er wel
een voorstander van. Maar
vergeet niet dat we tot 1981
in de SALIG zitten". Ook
Marriët zegt voorstander te
zijn van een fusie. AV Hol
land, met ongeveer 280 leden
de grootste atletiekvereniging
van Leiden, De Bataven heeft
160, AV Leiden 60 leden, doet
niet mee aan die samenwer
king op trainingsgebied. Mar
riët doet die zaak af met de
opmerking dat AV Holland
toch altijd tegen de draad in
is. Met het organiseren van
wedstrijden doet AV Holland
wel mee.
De nieuwe atletiekbaan, die
momenteel wordt aangelegd
in het Leidse Hout en waar
van de opening in september
wordt verwacht, vormde de
aanleiding tot de samenwer
king van De Bataven en AV
Leiden. Cees: „Die baan was
de stap naar die samenwer
king". Het tweetal verwacht
erg veel van die nieuwe ac
commodatie. Marriët: „Van de
jeugd van vijftien tot zestien
jaar stopt zo'n zestig zeven
tig procent met atletiek. De
nieuwe baan kan in dat grote
verloop misschien wel veran
dering brengen. Zoiets oefent
aantrekkingskracht uit en dat
is voor de jeugd erg belang
rijk". Cees: „Ik denk dat de
atletiek door dat sportcom
plex een grote vlucht gaat ne
men in Leiden". De leden van
de Leidse atletiekverenigingen
komen vrijwel uitsluitend uit
de regio en niet uit Leiden
zelf. De Bataven bestaat voor
drie kwart uit niet-Leide-
naars, AV Leiden heeft voor
namelijk Oegstgeestenaren in
haar ledenbestand. Cees: „De
Leidse bevolking voelt niet
zoveel voor atletiek. Maar wie
weet, een goede accommoda
tie trekt waarschijnlijk veel
leden. Bij ons is in ieder ge
val de wil aanwezig om er
iets groots van te maken"..
KEES VAN HERPEN
LEIDEN Oplangs besloten
twee Leidse atletiekverenin-
jen, De Bataven en AV Lei
den. tot samenwerking. Een
tmenwerking die zich voor
lopig beperkt tot gezamenlijk
Irainen. Lambert van de
Berg (Bataven), Siefert Dam
mer (AV Leiden) en Jan Har-
land (aangetrokken door de
wee atletiekclubs) zijn de
drie oefenmeesters waarover
Ie leden van AV Leiden en
De Bataven kunnen beschik-
'i'ken-.Er is nu al een duidelij-
r A' vooruitgang in prestaties
llise{ merkbaar",vertelt Marriët
es 11 Boot lid van de technische
,r commissie van AV Leiden.
Cees Hoogenboom, ook lid
een technische commissie
Jmaar dan van De Bataven,
'er, Jbeaamt dat: „Talentvolle at
leten die je vroeger zag weg
zakken krijgen nu opeens een
opleving".
De drie Leidse atletiekvereni-
agen AV Holland, De Bata-
n en AV Leiden, verenigd
de Stichting Accommodatie
eidse atletiekgemeenschap
SALIG) werken al langer sa-
nen maar dan op het gebied
®Pn' ran het organiseren van wed-
he< trijden. Cees Hoogeboom:
'®J H gij wedstrijden heb je erg
title (eej mankracht nodig.Denk
1 Heen maar aan al die juryle-
n en, die bij het hardlopen op
„ie trap bij de finish moeten
Eul Aten". Door het gebrek aan
w®, (<finsners en technisch kader is
'uit dat gezamenlijk organise-
van atletiekwedstrijden
die samenwerking tussen AV
"ien en De Bataven ont-
in. Marriët Boot: „De wed-
.^j-jdgroep van AV Leiden
,w® »erd steeds kleiner, de moti-
is ft vatie verdween, en onze trai-
tenlï ner zat op een dood spoor.
Leiden is meer een gezellig-
lie H heidsvereniging. Daax* is nu al
gen duidelijk verandering in geko-
i bell men, veel van onze leden
>ed 0 gaan er tijdens de training
weer fanatiek tegenaan". Cees
Hoogenboom: „De Bataven is
kun een club waarbij de prestatie
door duidelijk voorop staat. Maar
kunnen ons alleen hand
haven door onze toplopers als
Bram Wassenaar, Gijsbers en
Lelieveld bij de senioren en
Ati Oskam, Sandra Doorlas
en Marcel Honsbeek bij de
jeugd". Technische mensen
hebben we nauwelijks", (tech
nische mensen zijn atleten die
zich bezighouden met hoog
springen, discuswerpen en
meer van dergelijke onderde
len van de atletiek). Door het
gebruiken van eikaars trai
ners trachten AV Leiden en
De Bataven verandering in
die situatie te brengen. Siefert
Dammer, bijvoorbeeld, is een
trainer voor de damestechni-
sche nummers en kan dus
erg nuttig zijn voor De Bata-
Volgens Marriët Boot en Cees
Hoogenboom verloopt de sa
menwerking erg soepel. Mar
riët: „We accepteren eikaars
gebreken. En het loopt erg
goed, de trainers krijgen er
zo ook weer meer plezier in".
Zitten er nadelen vast aan die
samenwerking Cees: „Je
doet nu nog een hoop dingen
dubbel.Omdat veel vergade
ringen nog langs elkaar heen
lopen kost dat vergaderen een
hoop tijd". Je zou kunnen
veronderstellen dat die sa
menwerking een aanzet is tot
Marriët Boot (AV Leiden) en Cees Hoogenboom (De Bataven):„Nu al betere resultaten door samenwerking".