'Grote Vier9 gaan opgewekt Euro-verkiezingen tegemoet Niet alle christen democraten als Strauss Europees Parlement meer naar kiezer toe Europa is geen uniforme massa maatschappij In Straatsburg optreden als een horzel binnenland LEIDSE COURANT WOENSDAG 6 JUN11979 PAGINA 17 DEN HAAG De cam pagne voor de eerste rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parle ment is bijna ten einde. Donderdag 7 juni om acht zetels in het Europees uur 's morgens gaan de stembussen open. Van de tien groeperingen die in Nederland met een lijst uitkomen maken er slechts vier een kans om Parlement te gaan bezet ten. Theoretisch is die kans er ook voor de ande re zes, maar die is uiterst minimaal, omdat de kies deler ditmaal zeer hoog zal liggen: er zijn maar 25 BOUKE BEUMER (CDA): Het was voor veel christen-democraten in ons land een grote verrassing toen ze een paar maanden geleden ver namen dat het CDA-bestuur graag drs. Bouke Beumer (44) als lijsttrekker voor de Europese verkiezingen be noemd zou zien. Beumer, wie is dat?, vroegen heel wat mensen buiten de ARP zich af. Waarom wordt Wim Ver geer het niet?, dachten sommigen in de KVP. Ook Beumer zelf was verrast door zijn uitverkiezing als lijstaanvoerder. De bescheiden oud-burgemeester van Midwolda, klein van gestalte en in de CDA Kamerfractie enigszins als backbencher fungerend, leek niet de eer staangewezen man om in deze ook electoraal zeer moei lijke eerste Europese verkiezingsstrijd als voortrekker tè fungeren. Wie hem thans, een paar maanden later, gadeslaat, móet wel tot de conclusie komen dat hij aardig in zijn nieuwe hoedanigheid gegroeid is. Nee, hij is geen meeslepende orator, maar wel een goede spreker die met hart en hoofd meent wat hij zegt. Een politicus die ook eerlijk naar voren brengt dat hij het niet in alles eens is met zijn geestverwanten in de Europese Volkspartij (EVP), het samenwerkingsorgaan van de Europese christen-de mocraten. Natuurlijk beschouwt Beumer het als een nadeel dat hij niet zo bekend is als enkele van zijn collega-lijstaanvoer ders, zoals Vondeling en Berkhouwer. Hij ziet het ook als een handicap dat hij niet over een royale Europese erva ring beschikt, zoals bijvoorbeeld de lijsttrekker van de WD. Hij is zich evenzeer bewust van het feit, dat er in de EVP verschillende krachten werkzaam zijn. Bouke Be umer is een echte anti-revolutionair, een politicus die vindt dat de Bijbel richtsnoer is voor het handelen in staat en maatschappij, ook in Europa. Wars is hij van de neiging tot conservatisme die een flink aantal van zijn geestverwanten in de Westduitse CDU en (vooral) CSU kenmerkt. Hij is ook bereid duidelijk te maken dat het programma van de EVP geen „bijbel" voor hem is. Beu mer haalt graag delen van het CDA-program „Niet bij brood alleen" erbij, om duidelijk te maken wat hij in het Europese Parlement wil gaan doen. Een interessant feit is'dat de Nederlandse christen-demo cratische samenwerking juist in Straatsburg van 'start ging. Al aan het begin van de vijftiger jaren namen poli tici als Sassen (KVP), Bruins Slot (ARP) en Schmal (CHU) in dezelfde christen-democratische fractie zitting. Ze gingen toen in de leer bij de CDU waarin de politieke samenwerking tussen rooms-katolieken en protestanten juist gerealiseerd was. Pas heel veel later kwam in Ne derland zelf de samenwerking tussen KVP, ARP en CHU tot stand, en nog steeds is die niet perfect. Politiek zou men Bouke Beumer tot de linkervleugel van het CDA kunnen rekenen, hij was aan het slot van de moeizame kabinetsformatie van 1977 een van de „loyalisten". Beumer heeft het in deze verkiezingscampagne bepaald niet gemakkelijk. Tegenstanders verwijten hem nogal eens dat hij in dezelfde Europese „club" zit als bijvoor beeld Franz Josef Strauss, de aartsconservatieve CSU-lei- der. Beumer vindt deze verwijten wel vervelend, maar hij bestrijdt dat met een man als Strauss de EVP gekarakte riseerd zou zijn. Hij wijst op vemieuwingstendensen bij de Belgische CVP en voelt zich nauw verwant met de progressieve vleugel van de Italiaanse Democrazia Chris tiana. Den Uyl noemde onlangs het EVP-program „onver valst conservatief". „Onjuist", zegt Beumer en hij wijst er onder meer op dat de benadering van bijvoorbeeld de economische orde in het EVP-program dichtbij die van het CDA-program ligt. Bouke Beumer en zijn lijst-genoten maken zich op om in het nieuw Europees Parlement de grote problemen van onze tijd aan te pakken. Hij is nuchter genoeg om te be seffen dat oplossingen niet in een mum te verwezenlijken zijn, maar in deze parlementaire periode zal wel een flin ke aanzet daartoe gegeven moeten worden. Bouke Beumer staat aan het begin van een nieuwe leven speriode. Een sympathieke realist die met het nodige ide alisme zijn toekomstige werk tegemoet treedt. Hij is zich ervan bewust dat hetmoeilijke jaren zullen worden, voor Europa èn het Europese Parlement. Hij is zelfstandig ge noeg om binnen de christen-democratische fractie, als hij dat nodig vindt, een afwijkend standpunt in te nemen, maar dat doet hij ook in solidariteit met zijn fractiegeno ten. Zijn grote kennis van de economische problematiek zal hem zeker van pas komen, omdat juist op dat gebied enorm veel werk verzet zal moeten worden. Hij hoopt van harte dat de EVP nu verder naar eenheid za' groeien. ANNE VONDELING (PvdA): De lijstaanvoerder van de Partij van de Arbeid bij de Europese verkiezingen, dr. Anne Vondeling, heeft in ver gelijking met verreweg de meeste van zijn „concurren ten" het voordeel dat hij alom bekend is. De PvdA heeft dan ook een van haar „zwaargewichten" ingezet, een man met 33 jaar Haagse ervaring (als Tweede Ka merlid, fractievoorzitter, minister tweemaal en ten slotte Tweede Kamervoorzitter). Velen hebben zich afgevraagd wat Vondeling (63) be weegt om nu in het Europees Parlement zitting te gaan nemen. De PvdA-lijstaanvoerder heeft daar geen enkele moeilijkheid mee. Hij blaakt van enthousiasme om aan zijn nieuwe taak te beginnen en zit nu al vol ideeën voor de parlementaire vergadering waarin hij zitting gaat ne men. „Het is ongelooflijk belangrijk wat er nu gaat ge beuren. Soms zou je denken dat men dat buiten de EJuro- pese Gemeenschap beter ziet dan erbinnen. Het Europees Parlement, beperkt in zijn bevoegdheden, heeft heel wat meer te vertellen dan veel andere parlementen ter we reld. En we kunnen er nog veel meer aan verbeteren, ook binnen het kader van het Verdrag van Rome. Dit Europees Parlement is fascinerend en uniek. De Europe se samenwerking is een voorbeeld voor de hele wereld. Elders worden landen vaak uit elkaar gedreven, hier komt men dichter bij elkaar". Vondeling vindt het van zeer groot belang dat de kiezers in groten getale opkomen. Op de vraag wat hij als mini mum ziet antwoordt hij: „Vijf jaar geleden hebben we raadsverkiezingen gehad met een minimale opkomst, zo'n 62 procent of in die buurt. Dat zou ik nu ook als mini mum willen beschouwen". Hij is verheugd dat langzaam maar zeker blijkt dat de bekendheid met „Europa" toeneemt. „Als je de kennis van de Europese samenwerking van nu vergelijkt met bijvoorbeeld die van twee jaar geleden, Constateer je een forse verbetering". Vondeling en de zijnen zullen er alles aan doen om die kennis verder op te voeren. Hij vindt dat het Europees Parlement er veel meer dan nu „bovenop moet zitten". De PvdA-lijsttrekker stelt onder meer voor dat het parle ment aanzienlijk meer hoorzittingen gaat houden. „We moeten naar de mensen toe", aldus Vondeling. Ook vindt hij dat het Europees Parlement meer dan tot dusver bij de actualiteit aansluiting moet zoeken. „Ik heb dat bij voorbeeld als fractievoorzitter in de Kamer indertijd sterk benadrukt. Je kunt echt wel zeggen dat de Kamer nu bovenop de verschillende ontwikkelingen zit". Een an dere zaak waaraan Vondeling straks veel aandacht wil geven is de samenstelling van de Europese Commissie. Naar zijn mening kan het parlement daarop meer in vloed uitoefenen dan tot nu toe geschiedt. Een van de geluiden die de laatste tijd nogal eens ge hoord worden is dat de programma's van de aan de Eu ropese verkiezingen deelnemende partijen in een aantal opzichten veel op elkaar lijken. Vondeling daarover: „Kijk eens naar de Nederlandse (binnenlandse) partijpro gramma's van een jaar of vijftien geleden. Die waren lang niet zo geprofileerd als nu". Hij neemt aan dat zo'n ontwikkeling zich ook in Europees verband zal kunnen voordoen. Als centrale zaken voor de komende jaren (waarmee het Europees Parlement zich sterk zal moeten bezighouden) ziet Vondeling het werkgelegenheidsprobleem en de ener gievoorziening. De oud-minister van Landbouw heeft ook geprofileerde ideeën over het landbouwbeleid van de Eu ropese Gemeenschap Het ziet er volgens velen niet naar uit dat de socialisti sche fractie in het Europees Parlement de eerste tijd als een grote eenheid zal optreden. De Britse Labourpartij staat, zoals bekend, zeer sceptisch tegenover de Europese samenwerking en tussen bijvoorbeeld, de SPD en de PvdA bestaan nogal wat verschillen van mening. Het ge- meenschappeijke socialistische program is vrij mager, de „eigen" nationaal Europese programma's bevatten zeer wezenlijke zaken. De socialistische fractie, die in het Eu ropees Parlement ongetwijfeld de grootste wordt, zal tal van bekende politici in haar gelederen hebben, o.a. Willy Brandt en Francois Mitterrand. Een zaak waaraan Vondeling veel waarde hecht is het contact met het thuisfront Hij zal als „eerste Nederlan der" in de socialistische fractie de vergaderingen van het PvdA-bestuur kunnen bijwonen en de PvdA-ers zullen ook nauwe betrekkingen uitoefenen met de geestverwante fractie in de Tweede Kamer. Uiteraard zal eveneens veel contact met de kiezers plaats hebben. Kortom, werk te over. ook voor de eind juni aftredende Kamervoorzitter. Nederlandse zetels te ver delen. Volgens de prognoses zal de PvdA er negen a tien verwerven, het CDA acht a negen, de VVD vier a vijf en D'66 twee. De ge kozen PvdA-ers, CDA-ers en VVD-ers zullen toetre den tot Europese fracties, D'66 zal voorlopig als kleine afzonderlijke frac tie optreden. Vorige keer stonden we in deze rubriek stil bij de kleine groeperingen (de lijsten 5 tot en met 10), vandaag zetten e PvdA, CDA, VVD en D'66 in de schijnwerper. CORNELIS BERKHOUWER (VVD): Voor de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie was het geen vraag wie haar lijst voor de Europese verkie zingen zou moeten leiden. Je zult maar een oud-voorzit- ter van het Europees Parlement in je midden hebben die het werk in Straatsburg, Luxemburg en Brussel nog lang niet moe is en graag het Europees Parlement-nieu- we-stijl wil helpen opbouwen. En daarom wordt de WD-lijst uiteraard geleid door dr. Cornelis Berkhouwer (60), op dit moment Twee de Kamerlid en vice-voorzitter van het Europees Parle ment. Sinds 1956 zit hij al in de Tweede Kamer, die hij nu gaat verlaten. Vele jaren houdt Berkhouwer bijge naamd Boerekees zich al met de Europese politiek be zig. Toen hij 23 jaar geleden in de Kamer kwam, werd hij direct belast met Buitenlandse Zaken, een portefeuille die de toenmalige Alkmaarse advocaat en procureur met veel ambitie ter hand nam. Berkhouwer gelóóft in Europa. Hij ergert zich aan uit spraken als zou de Europese samenwerking negatief geïn terpreteerd moeten worden. Hij gelooft ook in „zijn" Eu ropees Parlement. Niet dat Berkhouwer vindt dat deze vergadering ideaal functioneert, o nee, hij heeft er echt wel kritiek op. Maar Berkhouwer zou wel graag zien dat men wat meer oog krijgt voor het unieke van het ver schijnsel dat Europees Parlement heet. Zeer trots is Berkhouwer op het feit, dat de Europese li beralen erin geslaagd zijn een gemeenschappelijk pro gramma uit te brengen. De Federatie van Liberale en Democratische Partijen in de Europese Gemeenschap (ELD) telt dertien partijen uit acht landen (alleen Ierland ontbreekt). In de inleiding van dit programma staat on der meer: „Wij, Europese liberalen en democraten, willen geen twijfel laten bestaan over onze zienswijze: wij gelo ven in de fundamentele betekenis en waardigheid van de individuele mens die wij zien als een verantwoordelijk en mondig burger, die anderen niet onderdrukt of uitbuit noch aan hen onderhorig is, maar volledig lid is van een maatschappij, gegrondvest op recht en rede, op menselij ke solidariteit en respect voor anderen". De WD en de ELD wensen dat de huidige Europese Ge meenschap uitgroeit tot een werkelijke unie van staten en volken. „Deze unie moet democratisch zijn en nieuw leven inblazen aan vele tradities waarop wij, Europeanen, met recht trots mogen zijn". Het is bepaald geen „mager" programma dat de ELD heeft opgesteld. In de afgelopen jaren is in Europese li berale kring hard gewerkt aan deze tekst. Berkhouwer glimlacht als hij van niet-geestverwanten te horen krijgt, dat het programma „maar een sausje" is, dat de interne verdeeldheid bedekt. Tegenstanders laten immers con stant weten dat de „progressieve" Britse en Westduitse li beralen het niet met een „conservatieve" groepering als de WD zullen kunnen vinden. De lijsttrekker wijst op de praktijk van zowel de samenwerking in de huidige Straatsburgse liberale fractie als van die in de Federatie. Hij twijfelt helemaal niet aan de saamhorigheid in de ELD-fractie in het nieuwe parlement Berkhouwer ver klaart dat de liberalen graag bereid zijn stukken nationa le soevereiniteit over te hevelen naar het Europese vlak. „Maar dan onder versterkte Europese parlementaire con trole. En daarvoor moeten nu juist de directe Europese verkiezingen gehouden worden. Overigens willen we van Europa geen kleurloze smeltkroes of gecollectiveerde massamaatschappij maken, waarin alles uniform gemaakt is, ook het consumptiepatroon". Berkhouwer ijvert al jaren om „Europa" dichter bij de mensen te brengen. Bekend is zijn pleidooi voor een Eu ropees paspoort, maar evenzeer denkt hij aan een Euro pese munt. Onlangs heeft hij in het parlement ook het hete hangijzer van de Rijn vervuiling aan de orde gesteld. Veel mogelijkheden ziet hij voor ontwikkelingssamenwer king tusen Europa en de Derde Wereld. Het curieuze doet zich voor dat de man die een aantal jaren naast de voorzitterszetel (van o.a. Berkhouwer) zat, nu op de WD-lijst tweede échter Berkhouwer staat: de huidige griffier van het parlement, mr. Hans Nord. Ook zijn kennis van en betrokkenheid bij de Europese inte gratie lijdt geen enkele twijfel. De liberalen hebben als enige groepering een motto voor de verkiezingen: „Gewoon jezelf kunnen zijn". Daarmee willen ze uitdrukkelijk afstand nemen van naar hun me ning collect!vistische tendenzen in de huidige Europese maatschappij. AAR DE GOEDE (D'66): Het grote succes dat Democraten '66 bij de Tweede Ka merverkiezingen van 1977 en de staten- en raadsverkie zingen van 1978 boekte, was voor deze partij een belang rijke stimulans om te besluiten tot deelneming aan de eerste rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Par lement. Het herrezen D'66 rook een kans om zijn sinds 1966 ontwikkelde en in praktijk gebrachte ideeën over politiek en maatschappij ook op Europees niveau in praktijk te brengen. De eerste vraag die D'66 zich (vorig jaar) in dit verband stelde was: hóe gaan we ons in het Europees Parlement opstellen; gaan we ons aansluiten bij de socialistische of de liberale fractie of zullen we een afzonderlijke fractie vormen? Dat was, in het licht van de korte geschiedenis van de jonge partij, vanzelfsprekend een netelige vraag. Aangetekend kan worden dat D'66 ook in het „oude" Eu ropees Parlement al eens vertegenwoordigd was, namelijk door het Eerste Kamerlid Eisma en het Tweede Kamerlid Engwirda; beiden sloten zich toen aan bij de socialisti sche fractie. Vorig jaar november nam het D'66-congres het besluit om zich de eerste jaren niet bij een van de drie grote Europese fracties aan te sluiten. Na drie jaar zal de D'66-fractie in het Europees Parlement rapporteren over de gang van zaken en vervolgens een advies aan het con gres uitbrengen. Lijstaanvoerder Aar de Goede (50) betreurt dit besluit niet. Hij is best bereid om voorshands in het 410 leden tellende parlement een fractie van twee a drie leden aan te voeren. „We zullen een horzelfunctie kunnen vervullen. De grote drie munten uit door verdeeldheid, wij zullen er alles aan doen om duidelijke uitspraken te verkrijgen". De Goede is bepaald geen nieuweling in de politiek. De in Leiderdorp wonende lijsttrekker van D'66 was al van 1967 tot 1973 lid van de Tweede Kamer (na een aantal jaren bij Reactor Centrum Nederland gewerkt te heb ben), en van 1973 tot 1977 vervulde hij de post van staatssecretaris van Financiën in het kabinet-Den Uyl. Hij werd begin dit jaar als lijsttrekker voor „Europa" ge kozen, nadat Hans van Mierlo en Laurens-Jan Brinkhorst voor de eer hadden bedankt. Tweede op de lijst is mr. Suzanne Dekker, ambtenaar van het ministerie van Eco nomische Zaken. Aar de Goede wil, zo vertelt hij, sterke nadruk leggen op de democratisering van de Europese instellingen. Naar zijn mening zal het Europees Parlement al direct na zijn aantreden een politiek debat moeten houden waarop de Europese Commissie dient te reageren. Verder wil hij ij veren voor een Europese „grondwet". „Europa is nu een gemeenschap waarin politici, ambtenaren en andere des kundigen de hoofdrol spelen, we moeten naar een Euro pa toe waar de burgers veel te zeggen hebben". Veel aahdacht zal het bewaren van de vrede moeten krij gen, maar ook de solidariteit met de Derde Wereld zal in het zoeklicht van het parlement dienen te staan. D'66 zal veel doen aan een beter milieubeheer in Europa. Actuele zaken voor de komende jaren worden ook de (kern)ener- gieproblematiek en de werkgelegenheid. De immense werkloosheid in de EG (ongeveer 6 miljoen werklozen) zal gezamenlijk aangepakt moeten worden. Als we dat niet doen zou dit aantal wel eens kunnen gaan oplopen tot 10 a 15 miljoen werklozen". Voor een volksvertegenwoordiger van D'66 moet het wel een gruwel zijn, dat hij in een parlement met weinig be voegdheden zit. „Ja, maar we kunnen er samen wel wat aan doen", zegt De Goede, die als een realist bekend staat. Hij is vol spanning over de opkomst bij de eerste Europese verkiezingen. „Je moet van een mislukking spreken als de opkomst onverhoopt beneden de 50 pro cent zou blijven", aldus de lijsttrekker van D'66, die de afgelopen weken avond aan avond met zijn mede-kandi daten, Tweede Kamerleden en bestuursleden op pad ge weest is om de Nederlanders de boodschap van zijn par tij over te brengen. Over het algemeen was de belangstel ling niet overweldigend, maar ontevreden is De Goede beslist niet. Wél is hij boos over de „bevoordeling" van de drie grote partijen, niet alleen omdat deze „drie" door de Europese Gemeenschap van extra financiële middelen voorzien zijn ten behoeve van hun verkiezingscampagne, maar ook om dat de kleinere partijen op forumbijeenkomsten nogal eens genegeerd worden en haar ook door de. „Hilversum- se" media niet ten volle recht gedaan zou worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 17