Nederlandse
synode unicum in
na-conciliaire tijd
Betrekkingen tussen kerk en staat in
Mozambique verslechterd
Pinkster-
boodschap
van
Wereldraad
Eenheid in verscheidenheid" achtergrond
van bijzondere Bisschoppensynode in Rome
Synode voor
Nederland
van grootste
belang
BINNENLAND
LEIDSE COURANT
WOENSDAG 30 ME11979 PAGINA 12
KARDINAAL
WILLEBRANDS:
Kardinaal Willebrands ziet in de
bisschoppensynode-nieuwe-stijl een
vorm van collegiaal bestuur voor
de Kerk, die hij „nu voor Neder
land van het allergrootste belang
acht. De Paus heeft niet besloten
ons toe te spreken, maar heeft er
voor gekozen mét ons te spreken.
De Paus kent de Nederlandse pro
blematiek en onze verlangens en
hij weet hoe wij zoeken naar mo
gelijkheden om ook onderling een
goed collegiaal bestuur op te bou
wen".
Kardinaal Willebrands wees erop, dat de
Kerk in vele landen worstelt met proble
men, die soms van veel grotere omvang zijn
dan die in Nederland. „Onze problemen zijn
niet altijd specifiek Nederlands; ze zijn ei
gen aan onze tijd. Maar ze brengen wel met
zich mee, dat er binnen het bisschoppencol
lege meningsverschillen ontstaan, die leiden
tot een verschil van aanpak. Een normale
bisschoppenvergadering kan slechts op een
zeer beperkt gebied beslissingen nemen, om
dat in de meeste gevallen de autonomie van
iedere individuele bisschop gerespecteerd
blijft. Maar in de komende synode kunnen
besluiten worden genomen. Die moeten door
de voorzitter, de paus, bekrachtigd worden,
maar dan zijn ze voor ons allemaal bin
dend", aldus kardinaal Willebrands.
De Rotterdamse bisschop Simonis sprak
van een „verheugend initiatief'. Verheugend
eigenljk in drie opzichten. Ten eerste omdat
Paus met de bisschoppen, na hen allen ge
hoord te hebben, gaat overleggen. En ten
tweede omdat uit het bijeenroepen van een
synode een grote vaderlijke zorg spreekt
Ook blijkt wel dat de paus de moeilijkhe
den in de Nederlandse kerkprovincie niet
als een bagatel beschouwt. Want wat zijn
we eigenlijk op de wereldkaart?" Wat er op
de agenda komt te staan? „Ik heb er wel
een vermoeden van, maar het past mij niet
dit uit te spreken. De paus zelf zal wel de
agenda samenstellen. Maar nogmaals: Zeer
verheugend."
Bisschop Blnyssen van Den Bosch is er ver
heugd over, dat de paus een procedure
heeft gevonden om uit de problemen van de
Nederlandse kerkprovincie te komen die
ook de Nederlandse bisschoppen voorstaan.
Bisschop Bluyssen denkt wel dat de Neder
landse bisschoppensynode „een moeilijke on
derneming zal worden om uiteindelijk de
problemen op te lossen." Hij hoopt echter,
dat met buitenstaanders meer valt te berei
ken dan met zijn collega's alleen.
Bisschop Gij sen van Roermond toonde zich
gisteren „zeer ingenomen met en dankbaar
voor het feit dat paus Johannes Paulus II
een bijzondere synode van Nederlandse bis
schoppen bijeen wil roepen". Hij wees erop
dat in de loop van de kerkgeschiedenis
vaak bijzondere bisschoppensynodes zijn ge
houden voor bepaalde deelgebieden van de
kerk „vooral ter bespreking en beslechting
van problemen over het verstaan van het
geloof en de beleving van de discipline".
Bisschop Ernst van Breda is ervan over
tuigd, dat het overleg in Rome moeilijk zal
zijn en veel tijd zal vragen. „Maar het is te
hopen dat deze samenkomst wegen voor de
toekomst zal openen". De bisschop van Bre
da is erover verheugd dat het eindoverleg
het karakter van gezamenlijke verantwoor
delijkheid van paus en bisschoppen draagt
„en dat is inderdaad de goede weg wanneer
er in de kerk problemen moeten worden op-
De Nederlandse bisschoppen bijeen in Utrecht, waar zij regelmatig onder voorzitterschap van kardinaal
Willebrands (rechts) vergaderen. Verder: vooraan bisschop Bluyssen van Den Bosch, links bisschop Simo
nis van Rotterdam, naast hem bisschop Gijsen van Roermond, bisschop Ernst van Breda, bisschop Moller
van Groningen en bisschop Zwartkruis van Haarlem
(Van een medewerker)
Paus Paulus VI heeft tegen het einde
van het tweede Vaticaans concilie een blemen binnen het episcopaat. Als zodanig is het
overlegorgaan tussen paus en bisschop- J&HSSTd»
pen mogelijk gemaakt, dat we sinds- niet werken, zonder dat het problemen oproept,
dien bisschoppensynode noemen. Een Het zou om „de voornaamste theologische en pas
concilie, waaraan alle bisschoppen rond torale vraagstukken" gaan. Door het over vraag
de paus deelnemen, heeft beslissingsbe- Stukken te laten gaan heffen paus en bisschoppen
^nflh.nid ofEeHnicbiS,fccrXmcoc vorm SïïSSïïï"'uit DU heeTZs" de ob"e™ve-
entegen, of die nu een algemene vorm rencje voordelen tevens het nadeel, dat de houding
heeft met vele bisschoppen, Of een bui- en het gedrag van de bisschoppen niet ter sprake
tengewone vorm met slechts de voorzit- zouden kunnen komen. Daarmee vervaagt ook de
ters van de nationale bisschoppenconfe- vraag naar karakters en bestuurskunde. En daar
renties, of een regionale vorm zoals on
langs in het Latijnsamerikaanse conti
nent, heeft globaal genomen een advi-
gaat het grotendeels om.
1 a n oïT n" h a insamprikaanspronti- Het tweede gevaar is, dat men onder het motto
langs 111 net LalijnsameriKaanse conil pastoraie en theologische vraagstukken van de
Nederlandse Kerkprovincie" niet
Serende functie. De paus zal de beslui- over de omstreden aanpak van de bisschoppen
ten en richtlijnen moeten bekrachtigen. Gijsen en Simonis, wie gebrek aan overleg met de
Veel bisschoppen, onder wie kardinaal Alfrink,
echte vakkundigen wordt verweten, alsmede een
eenzijdige wijze van verdediging van Romeinse
bijzondere situaties van nood en voorlopige on-
overzichteli j kheid.
De opzet van deze Nederlandse bisschoppensyno
de biedt echter mogelijkheden om de kwestie van
vakkundigheid goed mee te laten spelen. Zoals bij
de Romeinse bisschoppensynodes zullen er thans
ook provinciaals aan het overleg deelnemen. Zij
zullen door de conferentie van provinciaals geko
zen moeten worden. Hiermee is een werkelijk ver
tegenwoordigende stem van enkele duizenden
priesters gewaarborgd. Deze provinciaals worden
namelijk door de leden van de congregaties zelf
gekozen en krijgen na drie jaar geen verlenging
van hun ambt, als ze niet voldaan hebben.
Men kan provinciaals dus niet „droppen" zoals
bisschoppen. Daarmee is tevens een Nederlandse
vakkundigheid in het bestuur gewaarborgd. Deze
provinciaals hebben inzake missie en theologische
opleidingen reeds vaak blijk gegeven van pasto
raal inzicht en toekomstgericht beleid. Daar hun
algemene oversten in Rome zetelen hebben zij
contacten over de hele wereld. Zo kunnen zij de
Nederlandse problematiek met een wereldwijde
wensten tijdens het tweede Vaticaans concilie een standpunten zonder de algemeen aanvaarde gedra- belichting in een ruim perspectief plaatsen,
beleidsbepalend lichaam rond de paus, die samen gingen van het eigen volk te begrijpen en te ver- Rome zal per onderwerp een gespecialiseerde se-
beslissingen zouden nemen. Zo ver is het niet ge- dedigen als een vruchtbare inbreng voor de we- cretaris en rapporteur benoemen. Ook al hebben
komen. Maar een regelmatig overleg van de paus reldkerk. wij in Nederland vaak een andere opvatting over
met een grote groep bisschoppen was reedj een De eigenlijke strubbelingen binnen het bisschop- vakkundigheid en vragen wij begrip voor de eigen
vooruitgang. pencollege worden daarmee omzeild. Dan blijft plaatselijke situatie dan mag men hier toch een
weer de vraag liggen, of de bisschoppen Gijsen en gesprek op niveau verhopen. Dit ook, omdat de
Een verdere vooruitgang was de mogelijkheid, om Simonis een zodanig onbevangen karakter en een Nederlandse bisschoppen thans vakkundigen uit
vaklieden voor specifieke onderwerpen erbij te be- bestuurskunde bezitten om ten behoeve van alle eigen land kunnen aantrekken. Dat is een herne-
n van de geloofsgemeenschap werkzaam te men van de sterkte van het Pastoraal Concilie,
Goede bedoelingen zijn niet voldoende. Het die tijdens het Landelijk Pastoraal Overleg veria-
hun eigen bestuurslichaam aangewezen mochten kritiekloze uitvoeren van bevelen
vroom-gehoorzaam lijken, maar getuigt in feite
niet van wijsheid, omdat het geen recht doet aan
ten werd. Theologen van naam en ook andere
specialisten werden daar kennelijk geweerd, wat
zeer ten nadele van het discussieniveau leidde.
Thans staat in het communiqué, dat de bisschop
pen „de beste manier zoeken om zich te verzeke
ren van de medewerking van deskundigen uit het
Godsvolk, priesters en leken". Eenvoudig zal dat
niet zijn, omdat de bisschoppen Gijsen en Simonis
geen enkele theoloog van de Katholieke Theologi
sche Hogescholen in Rolduc toelaten, en derhalve
ook niet zonder bezwaren in het overleg binnen
de bisschoppensynode zullen laten betrekken. De
zelfde bezwaren hebben zij overigens tegen de
provinciaals, die allen deze hogescholen ondersteu-
Romeinse medespelers zullen aan de spanningen
rond de samenstelling van colleges van deskundi
gen merken op welke wijze bisschoppen met hun
mensen omgaan. Dat lijkt een voornaam criterium
bij de bepaling van pastorale kundigheid te zijn.
Het praten over geloofswaarheid en rechtzinnig
heid geeft nog geen uitsluitsel over de wijze waar
op men als bisschop met waarheden als bijvoor
beeld bisschoppelijke dienstbaarheid om gaat.
Onze conclusie: het spel is open. De beste en de
slechtste mogelijkheden krijgen hun kans. Het is
een riskant spel, omdat niet bekend is, wat de Va
ticaanse autoriteiten en uiteindelijk de paus met
de moeizaam samengestelde rapporten gaan doen.
Dan wordt de hele Nederlandse pastoraal tenslotte
ingezet. Hopelijk heeft men de moed, om tegen de
achtergrond van een goed lopende pastoraal
waar meer voor nodig is dan een beroep op dui
delijke en simpele formulering van geloofswaarhe
den het gesprek over geschikte bisschoppen te
voeren. Bevestiging of afkeuring van pastoraal zal
bij alle pastores, de bisschoppen inbegrepen, moe
ten leiden tot verder gaan of een andere koers
volgen, dan wel stoppen. Zoals bij ieder eerlijk
spel: het blijft spannend.
(Van een onzer redacteuren)
UTRECHT Met het bijeenroepen van een „bij
zondere synode" van de Nederlandse bisschoppen
in Rome teneinde met hen „de gewichtigste pro
blemen van theologische en pastorale aard" te
bespreken, heeft paus Johannes Paulus II een
nieuw accent geplaatst bij de situatie in de Ne
derlandse kerkprovincie.
Een situatie, die niet los kan worden gezien van
het tweede Vaticaanse concilie in het begin van
de jaren zestig dat onder inspirerende leiding van
paus Johannes XXIII een behartenswaardige ver
nieuwingsbeweging te zien gaf, waarvan plurifor
miteit een van de voornaamste aspecten was.
Juist in de Nederlandse kerkprovincie verheugde
men zich in brede kring daarover.
De opvolger van paus Johannes heeft deze lijn
van het tweede Vaticaans concilie niet in alle op
zichten doorgezet. Paus Paulus VI hield voor een
deel vast aan de eeuwenlange centralisatie van
het kerkelijk bestuur en zette met twee bisschops
benoemingen formeel een punt achter de vernieu
wingsgedachte binnen de kerk in Nederland.
Daarbij maakte de paus gebruik van zijn vrije be
noemingsrecht. Zowel de benoeming van dr. A. J.
Simonis tot bisschop van Rotterdam (1970) als die
van dr J. Gijsen tot bisschop van Roermond
(1972) riep zeer veel verzet op in vernieuwingsge
zind Nederland. Prof. dr. F. Haarsma (hoogleraar
in de pastoraal theologie aan de universiteit van
Nijmegen) sprak van „een ernstige beleidsfout",
waarbij Rome zijns inziens zijn onmacht demon
streerde om de weg van de vernieuwing, die zich
tijdens het tweede Vaticaans concilie aftekende,
verder op te gaan. Daarnaast verweet hij Rome
een gebrek aan invoelingsvermogen inzake de Ne
derlandse problemen.
Men kan zich afvragen door welke problemen de
Nederlandse kerkprovincie beheerst werd, dat er
vanuit Rome een pas op de plaats nodig geacht
werd door middel van de bisschopsbenoemingen
van dr. Simonis en later dr. Gijsen.
Dr. L. J. M. Versteeg, destijds secretaris van de
Nederlandse bisschoppenconferentie, vatte de situ
atie eens in het tijdschrift Franciscaans Leven al
dus samen: „Het kenmerkende van de Nederland
se kerk tegen de kerk in vrijwel alle andere lan
den is niet dat er hier zoveel wildere liturgische
experimenten dan elders voorkomen, zoveel ge
waagdere theologische meningen naar voren zijn
gebracht, maar dat de Nederlandse bisschoppen
zich daarvan niet afzijdig hebben gehouden. Ze
hebben niet de ogen gesloten voor de problemen
of deze toegedekt, maar zich ervoor verantwoorde
lijk gevoeld. Door deze open erkenning van be
staande problemen hebben zij zich veel kwets
baarder gemaakt dan vele andere episcopaten".
In dit verband was een van de meest opmerkelij
ke zaken de roep in Nederland om ontheffing van
de celibaatsverplichting. Een in 1968 gehouden
priesterenquête over het celibaat had geleerd dat
velen deze verplichting niet meer als een vanzelf
sprekendheid beschouwden en de problematiek op
z'n minst bespreekbaar achtten. Een in januari
1970 uitgebracht ambtsrapport van het Pastoraal
Concilie pleitte zelfs voor opheffing van de celi
baatsverplichting, waarna de Nederlandse bis
schoppen toezegden de zaak te zullen bespreken
in Rome. De reactie daar echter leerde dat er op
geen enkele wijze sprake van zou kunnen zijn dat
een gehuwd priester een functie zou kunnen ver
vullen met betrekking tot onder meer de eucharis
tieviering.
Dat de benoeming van mgr. Simonis geen op zich
zelf staande zaak was, werd opnieuw bewezen,
toen op 22 januari 1972 bekend werd dat dr. J. M.
Gijsen benoemd was tot bisschop van Roermond
als opvolger van mgr. P. J. A. Moors. Opnieuw
ontstond er een storm van kritiek, hetgeen een
aanscherping betekende van het conflict dat intus
sen was ontstaan tussen Rome en de Nederlandse
kerkprovincie.
De al eerder genoemde dr. Versteeg merkte onder
meer op dat deze benoeming een ontkenning leek
te zijn van de fundamentele drijfveren en de ker
kelijke vernieuwingen in de laatste jaren, en moei
lijk anders kon worden opgevat als een afkeuring
van het beleid van de bisschoppen zelf. Tevoren
had het bisschoppencollege telegrafisch aan Rome
laten weten dat de aangewezen man onaanvaard
baar was. Maar in een persoonlijke brief liet paus
Paulus VI het Nederlands episcopaat weten dat
zijns inziens dr. Gijsen de beste man zou zijn
voor de Situatie waarin de katholieke kerk in Ne
derland verkeerde.
Kardinaal Alfrink moet het als een gang naar Ca-
nossa hebben ervaren toen hij op 13 februari 1972
de paus assisteerde bij de wijding van dr. Gijsen
tot bisschop van Roermond in de Sint-Pieter. De
mening overheerste, dat de communicatiekloof
tussen Rome enerzijds en de Nederlandse kerk
provincie anderzijds juist door deze benoeming
was verdiept. Kardinaal Alfrink gewaagde van
„een verschil in visie op de kerk", terwijl hij
evenzeer tegenstellingen in katholiek Nederland
zelf signaleerde. Dr. Gijsen zelf constateerde on
der meer (vóór zijn benoeming tot bisschop van
Roermond) in Nederland: revolutie, teruggang in
het kerkbezoek, afschaffing van de biecht, verlies
van vroomheid, toenadering tot andere kerken om
samen een algemene kerk te vormen, onzekerheid
bij priesters en kloosterlingen, uittredingen uit het
ambt en weerstanden tegen het celibaat. „Velen,
vooral ouderen, konden de vaart niet meer bijhou
den en heel weinigen waren zo dapper om tegen
de herrie van de progressieven in de echte en ge
matigde uitvoering van de conciliebesluiten te be
pleiten", schreef hij in „Exempel Holland".
„De geschiedenis zal moeten leren of en wanneer
er paal en perk aan deze ontwikkeling kan wor
den gesteld en hoe de kerk van Nederland als een
echt mede-lid van de r. k. kerk tot nieuw leven
kan komen", zo besloot hij zijn artikel.
Wie de recente turbulente jaren binnen de Neder
landse kerkprovincie volgt en analyseert komt tot
de conclusie dat met name het optreden van mgr
Gijsen er de oorzaak van is geweest dat de ver
houdingen in katholiek Nederland zijn verscherpt.
Hij verweet (in Diisseldorf) zijn mede-bisschoppen
dat zij veel te lankmoedig waren geweest met be
trekking tot het toestaan van hervormingen. In
een geruchtmakend interview met Elsevier Maga
zine sprak de Roermondse bisschop zich later uit
voor een persoonlijk ingrijpen van de paus in de
Nederlandse situatie. Eerder had hij afstand geno
men van de Nederlandse priesteropleiding en
stichtte onafhankelijk daarvan het grootseminarie
Rolduc. Hij stelde zich onafhankelijk op ten op
zichte van het missiewerk en de bisschoppelijke
vastenactie en dreigde katholieke politici die hun
medewerking aan een tot legalisering strekkend
wetsontwerp over abortus zouden verlenen, te ex
communiceren.
Temidden van deze baaierd van meningen en con
flicten staat de figuur van de vroegere curiekardi
naal, thans aartsbisschop van Utrecht, mgr.Wille-
brands, opvolger in die functie van kardinaal Al
frink, welke laatste ooit omschreven werd als een
man van gezag zonder dat daar dwingelandij aan
te pas kwam. Kort na zijn benoeming eind 1975
verkondigde kardinaal Willebrands niet in een
vleugelpositie te willen geraken, en er tegelijk van
overtuigd te zijn dat eenheid van geloof samen
gaat met verscheidenheid van beleving. In deze
opstelling past, zo lijkt het, het bijeenroepen van
een synode, waarin beide aspecten kans hebben
tot gelding te komen.
De betrekkingen tossen de
kerken en de regering van.
Mozambique zijn duidelijk
verslechterd sinds de presi
dent van het land, Samora
Machel, de katholieke bis
schoppen tijdens een bijeen
komst op de eerste mei be
titelde als „agenten van het
imperialisme".
Tijdens die bijeenkomst in
Maputo had president Ma
chel de duizenden mensen
daar opgeroepen, „voor de
vijand op hun hoede te zijn,
die de al verwezenlijkte ver
worvenheden van de arbei
ders in Mozambique pro
beerde te saboteren". Daar
bij zinspeelde hij er duide
lijk op, dat de kerken als
„vijanden van de staat"
moesten worden gezien,
vooral de katholieke kerk,
die hij ervan beschuldigde
het volk tegen het socialisme
op te zetten.
Sinds de onafhankelijkheids
verklaring door de vroegere
Portugese kolonie in juni
1975 zijn de betrekkingen
tussen kerk en staat steeds
slechter geworden. In de
cember 1978 heeft het epis
copaat van Mozambique in
een memorandum scherpe
kritiek geuit op het commu
nistische regiem. De onteige
ning werd getypeerd als een
„bron van ontevredenheid".
Ook werd kritiek uitgeoe
fend op het uitzenden van
studenten naar Cuba, zonder
dat „hun ouders daar iets
van wisten".
Van haar kant beschuldigde
de regering de katholieke
kerk ervan een campagne
tegen de Rhodesische gueril
la's die over bases in Mo
zambique beschikken te
hebben geleid. Verder wer
den de katholieke bisschop
pen ervan beschuldigd de
socialistische landen en het
socialisme te hebben aange
vallen.
In een serie artikelen in het
dagblad „Noticias", dat in
Maputo verschijnt, wordt de
katholieke kerk ervan be
schuldigd, de koloniale Por
tugese expansie steeds on
dersteund te hebben en er
aan deelgenomen te hebben.
Bovendien, zo wordt gesteld,
heeft de kerk altijd gezwe
gen over de verschrikkingen
van de slavernij, over de be-
vnjdingsstrijd en over de
verschrikkelijke massamoor
den. Zij heeft stilzwijgend
de bestraffing of de vervol
ging „van die buitenlandse
priesters en bisschoppen ge
accepteerd, die zich moedig
tegen de koloniale agressie
oorlog hebben verzet".
In een nieuw document
heeft de regering herinnerd
aan artikel 19 van de grond
wet van Mozambique, dat de
scheiding van kerk en staat
behelst en benadrukt, dat
„de kerk de wet van de
staat moet gehoorzamen" en
niet het recht heeft buiten
de kerkgebouwen godsdien
stige activiteiten te ontploo
ien. Het document verbiedt
de kerken nieuwe kerkge
bouwen op te richten, omdat
het materiaal nodig is voor
de bouw van scholen.
De regering wil, dat vooral
de katholieke kerk, die-ruim
1,6 miljoen leden telt, zich
aanpast aan de nieuwe
staatsvorm. In Mozambique
zijn er bovendien nog bijna
een miljoen moslims en
500.000 protestanten op een
bevolking van tien miljoen.
De Duitse prelaat dr. Georg
Hüssler (54) is herkozen als
president van Caritas Inter-
nationalis, de internationale
federatie van katholieke ca-
ritasorganisaties, waarvan
voor Nederland „Mensen in
Nood" deel uitmaakt. Dit
gebeurde tijdens de elfde al
gemene vergadering in
Rome, waaraan meer dan
350 gedelegeerden uit ruim
honderd landen tot vandaag
hebben deelgenomen. De
vergadering stond in het te
ken van de dienst aan de
mens, in het perspectief van
de jaren tachtig. Kardinaal
Aloisio Lorscheider, aart
sbisschop van Fortaleza in
Brazilië, hield daarover een
inleiding. Caritas Internatio-
nalis heeft dit jaar al ruim
veertig miljoen gulden be
schikbaar gesteld voor drin
gende hulp en voor ontwik
kelingshulp, vooral in de
derde wereld.
Voor de eerste keer sinds
duizend jaar is op het eiland
Helgoland weer het Vormsel
toegediend en wel aan vijf
kinderen. De laatste keer ge
beurde dat, naar men aan
neemt, door bisschop Albert
van Fiinen (Denemarken).
De eerste, die het sacrament
van het Vormsel op het ei
land toediende is geweest de
Heilige Willibrord, die in 704
uit Utrecht naar Helgoland
kwam, daar drie bewoners
doopte en hen aansluitend
vormde.
„Een nieuw volk, een nieu-
KORTE METTEN
we kerk? Angola" is de ti
tel van een documentatie
map over de recente ge
schiedenis (1974 tot 1978)
van de rooms-katholieke
kerk in Angola. Het lijvig
boekwerk (554 bladzijden) is
een uitgave van de commis
sie „Buitenland" van de Ne
derlandse Missieraad. Het
eerste deel geeft, aan de
hand van een groot aantal
documenten, een overzicht
van de politieke en sociale
geschiedenis van Angola
voor en na de onafhanke
lijkheid (1975). In het twee
de deel wordt de rol van de
kerk in een veranderend
Angola beschreven. Onder
meer wordt gezegd, dat de
katholieke bisschoppen een
discussie met het marxisme
uit de weg gaan en zich al
dus in een verdedigende po
sitie hebben gemanoeu
vreerd.
De Vaticaanse posterijen ge
ven op 25 juni twee nieuwe
series postzegels uit. De eer
ste naar aanleiding van de
1600ste sterfdag van de hei
lige Basilius de Grote, aart
sbisschop en metropoliet van
Kaisareia in Cappadocië. De
tweede ter nagedachtenis
van de jezuiet Angelo Sec-
chi, een Italiaans astronoom,
die leefde van 1818 tot 1878,
grondlegger van de spectros
copie van de sterrenbeelden.
De internationale Pax
Christi zal van 2 tot 4 no
vember in Londen een con
gres beleggen op het thema
„Van zwaard tot ploeg
schaar. Praktische wegen
naar vrede". Het congres zal
worden geopend door kardi
naal Basil Hume, aartsbis
schop van Westminster en
bisschop Bettazzi, voorzitter
van Pax Christi Internatio
nal. De vice-voorzitter, bis
schop Gumbleton, zal spre
ken over de uitdaging van
de vrede in de jaren tachtig
en Shirley Williams, minis
ter van onderwijs over op
voeding tot internationaal
begrip en vrede. Het thema
zal ook in werkgroepen
worden behandeld.
De uitgeverij Friedrich Pus-
tet in Kegensburg heeft de
wereldrechten verworven
voor de volledige werken
van kardinaal Stefan Wyszy-
nski, primaat van Polen. De
zer dagen zal, bij gelegen
heid van de pauselijke reis
naar Polen, het eerste deel
verschijnen onder de titel
„De primaat van Polen over
de paus uit Krakau", met
een voorwoord van kardi
naal Joseph Höffner, voor
zitter van de Westduitse bis
schoppenconferentie. Het
gaat in dit deel om toespra
ken van kardinaal Wyszyns-
ki voor, onder meer, landge
noten in Rome, voor pries
ters en andere gelovigen in
Warschau en Gnesen en
voor monniken in Czestocho-
Het presidium van de Wereldraad van Kerken heeft in zijn
Pinksterboodschap de betekenis van de christelijke hoop
voor de toekomst van de mensheid beklemtoond. De eerste
christenen hadden alles gemeenschappelijk: één belijdenis,
één geloof, eén' doop, een hoop, een'Gód en Vader. Buiten
deze gemeente leven betekende, aldus de verklaring, zoveel
als levend in een wereld zonder hoop en zonder God (Ef.
2:12).
In onze tijd heeft de oecumenische beweging de nauwe
band herontdekt tussen de eenheid van alle christenen
een eenheid die er reeds in het geloof is en de bevesti
ging van de christelijke hoop. Wat betekent de christelijke
hoop in een wereld vol wanhoop en met een weinig hoop
volle toekomst, zo vragen de wereldraadpresidenten zich af.
De commissie voor geloof en kerkorde heeft met haar pro
gramma „Rekenschap van de hoop" een nieuw getuigenis
geformuleerd. Ondanks de verdeeldheid kunnen christenen
zich gezamenlijk tot de wereld richten. Laat ons, aldus de
boodschap, tijdens het Pinksterfeest onze harten en kerken
openstellen voor de vernieuwende kracht van de Heilige
Geest. Alleen door een gezamenlijk getuigenis kunnen de
christenen de mensen hoop en vertrouwen in de toekomst
geven.
De boodschap is 'ondertekend door de honorair president
dr. w. A. Visser 't Hooft en de presidenten patriarch Ilia II,
(Sovjet-Unie), mevrouw Annie R. Iagge, (Ghana), prof. José
Miguez Bonino, (Argentinië), dr. T. B. Simalupang, (Indone
sië), aartsbisschop Olof Sundby (Zweden) en dr. Cynthia
Wedel (USA).