Nederlandse synode unicum in na-conciliaire tijd Betrekkingen tussen kerk en staat in Mozambique verslechterd Pinkster- boodschap van Wereldraad Eenheid in verscheidenheid" achtergrond van bijzondere Bisschoppensynode in Rome Synode voor Nederland van grootste belang BINNENLAND LEIDSE COURANT WOENSDAG 30 ME11979 PAGINA 12 KARDINAAL WILLEBRANDS: Kardinaal Willebrands ziet in de bisschoppensynode-nieuwe-stijl een vorm van collegiaal bestuur voor de Kerk, die hij „nu voor Neder land van het allergrootste belang acht. De Paus heeft niet besloten ons toe te spreken, maar heeft er voor gekozen mét ons te spreken. De Paus kent de Nederlandse pro blematiek en onze verlangens en hij weet hoe wij zoeken naar mo gelijkheden om ook onderling een goed collegiaal bestuur op te bou wen". Kardinaal Willebrands wees erop, dat de Kerk in vele landen worstelt met proble men, die soms van veel grotere omvang zijn dan die in Nederland. „Onze problemen zijn niet altijd specifiek Nederlands; ze zijn ei gen aan onze tijd. Maar ze brengen wel met zich mee, dat er binnen het bisschoppencol lege meningsverschillen ontstaan, die leiden tot een verschil van aanpak. Een normale bisschoppenvergadering kan slechts op een zeer beperkt gebied beslissingen nemen, om dat in de meeste gevallen de autonomie van iedere individuele bisschop gerespecteerd blijft. Maar in de komende synode kunnen besluiten worden genomen. Die moeten door de voorzitter, de paus, bekrachtigd worden, maar dan zijn ze voor ons allemaal bin dend", aldus kardinaal Willebrands. De Rotterdamse bisschop Simonis sprak van een „verheugend initiatief'. Verheugend eigenljk in drie opzichten. Ten eerste omdat Paus met de bisschoppen, na hen allen ge hoord te hebben, gaat overleggen. En ten tweede omdat uit het bijeenroepen van een synode een grote vaderlijke zorg spreekt Ook blijkt wel dat de paus de moeilijkhe den in de Nederlandse kerkprovincie niet als een bagatel beschouwt. Want wat zijn we eigenlijk op de wereldkaart?" Wat er op de agenda komt te staan? „Ik heb er wel een vermoeden van, maar het past mij niet dit uit te spreken. De paus zelf zal wel de agenda samenstellen. Maar nogmaals: Zeer verheugend." Bisschop Blnyssen van Den Bosch is er ver heugd over, dat de paus een procedure heeft gevonden om uit de problemen van de Nederlandse kerkprovincie te komen die ook de Nederlandse bisschoppen voorstaan. Bisschop Bluyssen denkt wel dat de Neder landse bisschoppensynode „een moeilijke on derneming zal worden om uiteindelijk de problemen op te lossen." Hij hoopt echter, dat met buitenstaanders meer valt te berei ken dan met zijn collega's alleen. Bisschop Gij sen van Roermond toonde zich gisteren „zeer ingenomen met en dankbaar voor het feit dat paus Johannes Paulus II een bijzondere synode van Nederlandse bis schoppen bijeen wil roepen". Hij wees erop dat in de loop van de kerkgeschiedenis vaak bijzondere bisschoppensynodes zijn ge houden voor bepaalde deelgebieden van de kerk „vooral ter bespreking en beslechting van problemen over het verstaan van het geloof en de beleving van de discipline". Bisschop Ernst van Breda is ervan over tuigd, dat het overleg in Rome moeilijk zal zijn en veel tijd zal vragen. „Maar het is te hopen dat deze samenkomst wegen voor de toekomst zal openen". De bisschop van Bre da is erover verheugd dat het eindoverleg het karakter van gezamenlijke verantwoor delijkheid van paus en bisschoppen draagt „en dat is inderdaad de goede weg wanneer er in de kerk problemen moeten worden op- De Nederlandse bisschoppen bijeen in Utrecht, waar zij regelmatig onder voorzitterschap van kardinaal Willebrands (rechts) vergaderen. Verder: vooraan bisschop Bluyssen van Den Bosch, links bisschop Simo nis van Rotterdam, naast hem bisschop Gijsen van Roermond, bisschop Ernst van Breda, bisschop Moller van Groningen en bisschop Zwartkruis van Haarlem (Van een medewerker) Paus Paulus VI heeft tegen het einde van het tweede Vaticaans concilie een blemen binnen het episcopaat. Als zodanig is het overlegorgaan tussen paus en bisschop- J&HSSTd» pen mogelijk gemaakt, dat we sinds- niet werken, zonder dat het problemen oproept, dien bisschoppensynode noemen. Een Het zou om „de voornaamste theologische en pas concilie, waaraan alle bisschoppen rond torale vraagstukken" gaan. Door het over vraag de paus deelnemen, heeft beslissingsbe- Stukken te laten gaan heffen paus en bisschoppen ^nflh.nid ofEeHnicbiS,fccrXmcoc vorm SïïSSïïï"'uit DU heeTZs" de ob"e™ve- entegen, of die nu een algemene vorm rencje voordelen tevens het nadeel, dat de houding heeft met vele bisschoppen, Of een bui- en het gedrag van de bisschoppen niet ter sprake tengewone vorm met slechts de voorzit- zouden kunnen komen. Daarmee vervaagt ook de ters van de nationale bisschoppenconfe- vraag naar karakters en bestuurskunde. En daar renties, of een regionale vorm zoals on langs in het Latijnsamerikaanse conti nent, heeft globaal genomen een advi- gaat het grotendeels om. 1 a n oïT n" h a insamprikaanspronti- Het tweede gevaar is, dat men onder het motto langs 111 net LalijnsameriKaanse conil pastoraie en theologische vraagstukken van de Nederlandse Kerkprovincie" niet Serende functie. De paus zal de beslui- over de omstreden aanpak van de bisschoppen ten en richtlijnen moeten bekrachtigen. Gijsen en Simonis, wie gebrek aan overleg met de Veel bisschoppen, onder wie kardinaal Alfrink, echte vakkundigen wordt verweten, alsmede een eenzijdige wijze van verdediging van Romeinse bijzondere situaties van nood en voorlopige on- overzichteli j kheid. De opzet van deze Nederlandse bisschoppensyno de biedt echter mogelijkheden om de kwestie van vakkundigheid goed mee te laten spelen. Zoals bij de Romeinse bisschoppensynodes zullen er thans ook provinciaals aan het overleg deelnemen. Zij zullen door de conferentie van provinciaals geko zen moeten worden. Hiermee is een werkelijk ver tegenwoordigende stem van enkele duizenden priesters gewaarborgd. Deze provinciaals worden namelijk door de leden van de congregaties zelf gekozen en krijgen na drie jaar geen verlenging van hun ambt, als ze niet voldaan hebben. Men kan provinciaals dus niet „droppen" zoals bisschoppen. Daarmee is tevens een Nederlandse vakkundigheid in het bestuur gewaarborgd. Deze provinciaals hebben inzake missie en theologische opleidingen reeds vaak blijk gegeven van pasto raal inzicht en toekomstgericht beleid. Daar hun algemene oversten in Rome zetelen hebben zij contacten over de hele wereld. Zo kunnen zij de Nederlandse problematiek met een wereldwijde wensten tijdens het tweede Vaticaans concilie een standpunten zonder de algemeen aanvaarde gedra- belichting in een ruim perspectief plaatsen, beleidsbepalend lichaam rond de paus, die samen gingen van het eigen volk te begrijpen en te ver- Rome zal per onderwerp een gespecialiseerde se- beslissingen zouden nemen. Zo ver is het niet ge- dedigen als een vruchtbare inbreng voor de we- cretaris en rapporteur benoemen. Ook al hebben komen. Maar een regelmatig overleg van de paus reldkerk. wij in Nederland vaak een andere opvatting over met een grote groep bisschoppen was reedj een De eigenlijke strubbelingen binnen het bisschop- vakkundigheid en vragen wij begrip voor de eigen vooruitgang. pencollege worden daarmee omzeild. Dan blijft plaatselijke situatie dan mag men hier toch een weer de vraag liggen, of de bisschoppen Gijsen en gesprek op niveau verhopen. Dit ook, omdat de Een verdere vooruitgang was de mogelijkheid, om Simonis een zodanig onbevangen karakter en een Nederlandse bisschoppen thans vakkundigen uit vaklieden voor specifieke onderwerpen erbij te be- bestuurskunde bezitten om ten behoeve van alle eigen land kunnen aantrekken. Dat is een herne- n van de geloofsgemeenschap werkzaam te men van de sterkte van het Pastoraal Concilie, Goede bedoelingen zijn niet voldoende. Het die tijdens het Landelijk Pastoraal Overleg veria- hun eigen bestuurslichaam aangewezen mochten kritiekloze uitvoeren van bevelen vroom-gehoorzaam lijken, maar getuigt in feite niet van wijsheid, omdat het geen recht doet aan ten werd. Theologen van naam en ook andere specialisten werden daar kennelijk geweerd, wat zeer ten nadele van het discussieniveau leidde. Thans staat in het communiqué, dat de bisschop pen „de beste manier zoeken om zich te verzeke ren van de medewerking van deskundigen uit het Godsvolk, priesters en leken". Eenvoudig zal dat niet zijn, omdat de bisschoppen Gijsen en Simonis geen enkele theoloog van de Katholieke Theologi sche Hogescholen in Rolduc toelaten, en derhalve ook niet zonder bezwaren in het overleg binnen de bisschoppensynode zullen laten betrekken. De zelfde bezwaren hebben zij overigens tegen de provinciaals, die allen deze hogescholen ondersteu- Romeinse medespelers zullen aan de spanningen rond de samenstelling van colleges van deskundi gen merken op welke wijze bisschoppen met hun mensen omgaan. Dat lijkt een voornaam criterium bij de bepaling van pastorale kundigheid te zijn. Het praten over geloofswaarheid en rechtzinnig heid geeft nog geen uitsluitsel over de wijze waar op men als bisschop met waarheden als bijvoor beeld bisschoppelijke dienstbaarheid om gaat. Onze conclusie: het spel is open. De beste en de slechtste mogelijkheden krijgen hun kans. Het is een riskant spel, omdat niet bekend is, wat de Va ticaanse autoriteiten en uiteindelijk de paus met de moeizaam samengestelde rapporten gaan doen. Dan wordt de hele Nederlandse pastoraal tenslotte ingezet. Hopelijk heeft men de moed, om tegen de achtergrond van een goed lopende pastoraal waar meer voor nodig is dan een beroep op dui delijke en simpele formulering van geloofswaarhe den het gesprek over geschikte bisschoppen te voeren. Bevestiging of afkeuring van pastoraal zal bij alle pastores, de bisschoppen inbegrepen, moe ten leiden tot verder gaan of een andere koers volgen, dan wel stoppen. Zoals bij ieder eerlijk spel: het blijft spannend. (Van een onzer redacteuren) UTRECHT Met het bijeenroepen van een „bij zondere synode" van de Nederlandse bisschoppen in Rome teneinde met hen „de gewichtigste pro blemen van theologische en pastorale aard" te bespreken, heeft paus Johannes Paulus II een nieuw accent geplaatst bij de situatie in de Ne derlandse kerkprovincie. Een situatie, die niet los kan worden gezien van het tweede Vaticaanse concilie in het begin van de jaren zestig dat onder inspirerende leiding van paus Johannes XXIII een behartenswaardige ver nieuwingsbeweging te zien gaf, waarvan plurifor miteit een van de voornaamste aspecten was. Juist in de Nederlandse kerkprovincie verheugde men zich in brede kring daarover. De opvolger van paus Johannes heeft deze lijn van het tweede Vaticaans concilie niet in alle op zichten doorgezet. Paus Paulus VI hield voor een deel vast aan de eeuwenlange centralisatie van het kerkelijk bestuur en zette met twee bisschops benoemingen formeel een punt achter de vernieu wingsgedachte binnen de kerk in Nederland. Daarbij maakte de paus gebruik van zijn vrije be noemingsrecht. Zowel de benoeming van dr. A. J. Simonis tot bisschop van Rotterdam (1970) als die van dr J. Gijsen tot bisschop van Roermond (1972) riep zeer veel verzet op in vernieuwingsge zind Nederland. Prof. dr. F. Haarsma (hoogleraar in de pastoraal theologie aan de universiteit van Nijmegen) sprak van „een ernstige beleidsfout", waarbij Rome zijns inziens zijn onmacht demon streerde om de weg van de vernieuwing, die zich tijdens het tweede Vaticaans concilie aftekende, verder op te gaan. Daarnaast verweet hij Rome een gebrek aan invoelingsvermogen inzake de Ne derlandse problemen. Men kan zich afvragen door welke problemen de Nederlandse kerkprovincie beheerst werd, dat er vanuit Rome een pas op de plaats nodig geacht werd door middel van de bisschopsbenoemingen van dr. Simonis en later dr. Gijsen. Dr. L. J. M. Versteeg, destijds secretaris van de Nederlandse bisschoppenconferentie, vatte de situ atie eens in het tijdschrift Franciscaans Leven al dus samen: „Het kenmerkende van de Nederland se kerk tegen de kerk in vrijwel alle andere lan den is niet dat er hier zoveel wildere liturgische experimenten dan elders voorkomen, zoveel ge waagdere theologische meningen naar voren zijn gebracht, maar dat de Nederlandse bisschoppen zich daarvan niet afzijdig hebben gehouden. Ze hebben niet de ogen gesloten voor de problemen of deze toegedekt, maar zich ervoor verantwoorde lijk gevoeld. Door deze open erkenning van be staande problemen hebben zij zich veel kwets baarder gemaakt dan vele andere episcopaten". In dit verband was een van de meest opmerkelij ke zaken de roep in Nederland om ontheffing van de celibaatsverplichting. Een in 1968 gehouden priesterenquête over het celibaat had geleerd dat velen deze verplichting niet meer als een vanzelf sprekendheid beschouwden en de problematiek op z'n minst bespreekbaar achtten. Een in januari 1970 uitgebracht ambtsrapport van het Pastoraal Concilie pleitte zelfs voor opheffing van de celi baatsverplichting, waarna de Nederlandse bis schoppen toezegden de zaak te zullen bespreken in Rome. De reactie daar echter leerde dat er op geen enkele wijze sprake van zou kunnen zijn dat een gehuwd priester een functie zou kunnen ver vullen met betrekking tot onder meer de eucharis tieviering. Dat de benoeming van mgr. Simonis geen op zich zelf staande zaak was, werd opnieuw bewezen, toen op 22 januari 1972 bekend werd dat dr. J. M. Gijsen benoemd was tot bisschop van Roermond als opvolger van mgr. P. J. A. Moors. Opnieuw ontstond er een storm van kritiek, hetgeen een aanscherping betekende van het conflict dat intus sen was ontstaan tussen Rome en de Nederlandse kerkprovincie. De al eerder genoemde dr. Versteeg merkte onder meer op dat deze benoeming een ontkenning leek te zijn van de fundamentele drijfveren en de ker kelijke vernieuwingen in de laatste jaren, en moei lijk anders kon worden opgevat als een afkeuring van het beleid van de bisschoppen zelf. Tevoren had het bisschoppencollege telegrafisch aan Rome laten weten dat de aangewezen man onaanvaard baar was. Maar in een persoonlijke brief liet paus Paulus VI het Nederlands episcopaat weten dat zijns inziens dr. Gijsen de beste man zou zijn voor de Situatie waarin de katholieke kerk in Ne derland verkeerde. Kardinaal Alfrink moet het als een gang naar Ca- nossa hebben ervaren toen hij op 13 februari 1972 de paus assisteerde bij de wijding van dr. Gijsen tot bisschop van Roermond in de Sint-Pieter. De mening overheerste, dat de communicatiekloof tussen Rome enerzijds en de Nederlandse kerk provincie anderzijds juist door deze benoeming was verdiept. Kardinaal Alfrink gewaagde van „een verschil in visie op de kerk", terwijl hij evenzeer tegenstellingen in katholiek Nederland zelf signaleerde. Dr. Gijsen zelf constateerde on der meer (vóór zijn benoeming tot bisschop van Roermond) in Nederland: revolutie, teruggang in het kerkbezoek, afschaffing van de biecht, verlies van vroomheid, toenadering tot andere kerken om samen een algemene kerk te vormen, onzekerheid bij priesters en kloosterlingen, uittredingen uit het ambt en weerstanden tegen het celibaat. „Velen, vooral ouderen, konden de vaart niet meer bijhou den en heel weinigen waren zo dapper om tegen de herrie van de progressieven in de echte en ge matigde uitvoering van de conciliebesluiten te be pleiten", schreef hij in „Exempel Holland". „De geschiedenis zal moeten leren of en wanneer er paal en perk aan deze ontwikkeling kan wor den gesteld en hoe de kerk van Nederland als een echt mede-lid van de r. k. kerk tot nieuw leven kan komen", zo besloot hij zijn artikel. Wie de recente turbulente jaren binnen de Neder landse kerkprovincie volgt en analyseert komt tot de conclusie dat met name het optreden van mgr Gijsen er de oorzaak van is geweest dat de ver houdingen in katholiek Nederland zijn verscherpt. Hij verweet (in Diisseldorf) zijn mede-bisschoppen dat zij veel te lankmoedig waren geweest met be trekking tot het toestaan van hervormingen. In een geruchtmakend interview met Elsevier Maga zine sprak de Roermondse bisschop zich later uit voor een persoonlijk ingrijpen van de paus in de Nederlandse situatie. Eerder had hij afstand geno men van de Nederlandse priesteropleiding en stichtte onafhankelijk daarvan het grootseminarie Rolduc. Hij stelde zich onafhankelijk op ten op zichte van het missiewerk en de bisschoppelijke vastenactie en dreigde katholieke politici die hun medewerking aan een tot legalisering strekkend wetsontwerp over abortus zouden verlenen, te ex communiceren. Temidden van deze baaierd van meningen en con flicten staat de figuur van de vroegere curiekardi naal, thans aartsbisschop van Utrecht, mgr.Wille- brands, opvolger in die functie van kardinaal Al frink, welke laatste ooit omschreven werd als een man van gezag zonder dat daar dwingelandij aan te pas kwam. Kort na zijn benoeming eind 1975 verkondigde kardinaal Willebrands niet in een vleugelpositie te willen geraken, en er tegelijk van overtuigd te zijn dat eenheid van geloof samen gaat met verscheidenheid van beleving. In deze opstelling past, zo lijkt het, het bijeenroepen van een synode, waarin beide aspecten kans hebben tot gelding te komen. De betrekkingen tossen de kerken en de regering van. Mozambique zijn duidelijk verslechterd sinds de presi dent van het land, Samora Machel, de katholieke bis schoppen tijdens een bijeen komst op de eerste mei be titelde als „agenten van het imperialisme". Tijdens die bijeenkomst in Maputo had president Ma chel de duizenden mensen daar opgeroepen, „voor de vijand op hun hoede te zijn, die de al verwezenlijkte ver worvenheden van de arbei ders in Mozambique pro beerde te saboteren". Daar bij zinspeelde hij er duide lijk op, dat de kerken als „vijanden van de staat" moesten worden gezien, vooral de katholieke kerk, die hij ervan beschuldigde het volk tegen het socialisme op te zetten. Sinds de onafhankelijkheids verklaring door de vroegere Portugese kolonie in juni 1975 zijn de betrekkingen tussen kerk en staat steeds slechter geworden. In de cember 1978 heeft het epis copaat van Mozambique in een memorandum scherpe kritiek geuit op het commu nistische regiem. De onteige ning werd getypeerd als een „bron van ontevredenheid". Ook werd kritiek uitgeoe fend op het uitzenden van studenten naar Cuba, zonder dat „hun ouders daar iets van wisten". Van haar kant beschuldigde de regering de katholieke kerk ervan een campagne tegen de Rhodesische gueril la's die over bases in Mo zambique beschikken te hebben geleid. Verder wer den de katholieke bisschop pen ervan beschuldigd de socialistische landen en het socialisme te hebben aange vallen. In een serie artikelen in het dagblad „Noticias", dat in Maputo verschijnt, wordt de katholieke kerk ervan be schuldigd, de koloniale Por tugese expansie steeds on dersteund te hebben en er aan deelgenomen te hebben. Bovendien, zo wordt gesteld, heeft de kerk altijd gezwe gen over de verschrikkingen van de slavernij, over de be- vnjdingsstrijd en over de verschrikkelijke massamoor den. Zij heeft stilzwijgend de bestraffing of de vervol ging „van die buitenlandse priesters en bisschoppen ge accepteerd, die zich moedig tegen de koloniale agressie oorlog hebben verzet". In een nieuw document heeft de regering herinnerd aan artikel 19 van de grond wet van Mozambique, dat de scheiding van kerk en staat behelst en benadrukt, dat „de kerk de wet van de staat moet gehoorzamen" en niet het recht heeft buiten de kerkgebouwen godsdien stige activiteiten te ontploo ien. Het document verbiedt de kerken nieuwe kerkge bouwen op te richten, omdat het materiaal nodig is voor de bouw van scholen. De regering wil, dat vooral de katholieke kerk, die-ruim 1,6 miljoen leden telt, zich aanpast aan de nieuwe staatsvorm. In Mozambique zijn er bovendien nog bijna een miljoen moslims en 500.000 protestanten op een bevolking van tien miljoen. De Duitse prelaat dr. Georg Hüssler (54) is herkozen als president van Caritas Inter- nationalis, de internationale federatie van katholieke ca- ritasorganisaties, waarvan voor Nederland „Mensen in Nood" deel uitmaakt. Dit gebeurde tijdens de elfde al gemene vergadering in Rome, waaraan meer dan 350 gedelegeerden uit ruim honderd landen tot vandaag hebben deelgenomen. De vergadering stond in het te ken van de dienst aan de mens, in het perspectief van de jaren tachtig. Kardinaal Aloisio Lorscheider, aart sbisschop van Fortaleza in Brazilië, hield daarover een inleiding. Caritas Internatio- nalis heeft dit jaar al ruim veertig miljoen gulden be schikbaar gesteld voor drin gende hulp en voor ontwik kelingshulp, vooral in de derde wereld. Voor de eerste keer sinds duizend jaar is op het eiland Helgoland weer het Vormsel toegediend en wel aan vijf kinderen. De laatste keer ge beurde dat, naar men aan neemt, door bisschop Albert van Fiinen (Denemarken). De eerste, die het sacrament van het Vormsel op het ei land toediende is geweest de Heilige Willibrord, die in 704 uit Utrecht naar Helgoland kwam, daar drie bewoners doopte en hen aansluitend vormde. „Een nieuw volk, een nieu- KORTE METTEN we kerk? Angola" is de ti tel van een documentatie map over de recente ge schiedenis (1974 tot 1978) van de rooms-katholieke kerk in Angola. Het lijvig boekwerk (554 bladzijden) is een uitgave van de commis sie „Buitenland" van de Ne derlandse Missieraad. Het eerste deel geeft, aan de hand van een groot aantal documenten, een overzicht van de politieke en sociale geschiedenis van Angola voor en na de onafhanke lijkheid (1975). In het twee de deel wordt de rol van de kerk in een veranderend Angola beschreven. Onder meer wordt gezegd, dat de katholieke bisschoppen een discussie met het marxisme uit de weg gaan en zich al dus in een verdedigende po sitie hebben gemanoeu vreerd. De Vaticaanse posterijen ge ven op 25 juni twee nieuwe series postzegels uit. De eer ste naar aanleiding van de 1600ste sterfdag van de hei lige Basilius de Grote, aart sbisschop en metropoliet van Kaisareia in Cappadocië. De tweede ter nagedachtenis van de jezuiet Angelo Sec- chi, een Italiaans astronoom, die leefde van 1818 tot 1878, grondlegger van de spectros copie van de sterrenbeelden. De internationale Pax Christi zal van 2 tot 4 no vember in Londen een con gres beleggen op het thema „Van zwaard tot ploeg schaar. Praktische wegen naar vrede". Het congres zal worden geopend door kardi naal Basil Hume, aartsbis schop van Westminster en bisschop Bettazzi, voorzitter van Pax Christi Internatio nal. De vice-voorzitter, bis schop Gumbleton, zal spre ken over de uitdaging van de vrede in de jaren tachtig en Shirley Williams, minis ter van onderwijs over op voeding tot internationaal begrip en vrede. Het thema zal ook in werkgroepen worden behandeld. De uitgeverij Friedrich Pus- tet in Kegensburg heeft de wereldrechten verworven voor de volledige werken van kardinaal Stefan Wyszy- nski, primaat van Polen. De zer dagen zal, bij gelegen heid van de pauselijke reis naar Polen, het eerste deel verschijnen onder de titel „De primaat van Polen over de paus uit Krakau", met een voorwoord van kardi naal Joseph Höffner, voor zitter van de Westduitse bis schoppenconferentie. Het gaat in dit deel om toespra ken van kardinaal Wyszyns- ki voor, onder meer, landge noten in Rome, voor pries ters en andere gelovigen in Warschau en Gnesen en voor monniken in Czestocho- Het presidium van de Wereldraad van Kerken heeft in zijn Pinksterboodschap de betekenis van de christelijke hoop voor de toekomst van de mensheid beklemtoond. De eerste christenen hadden alles gemeenschappelijk: één belijdenis, één geloof, eén' doop, een hoop, een'Gód en Vader. Buiten deze gemeente leven betekende, aldus de verklaring, zoveel als levend in een wereld zonder hoop en zonder God (Ef. 2:12). In onze tijd heeft de oecumenische beweging de nauwe band herontdekt tussen de eenheid van alle christenen een eenheid die er reeds in het geloof is en de bevesti ging van de christelijke hoop. Wat betekent de christelijke hoop in een wereld vol wanhoop en met een weinig hoop volle toekomst, zo vragen de wereldraadpresidenten zich af. De commissie voor geloof en kerkorde heeft met haar pro gramma „Rekenschap van de hoop" een nieuw getuigenis geformuleerd. Ondanks de verdeeldheid kunnen christenen zich gezamenlijk tot de wereld richten. Laat ons, aldus de boodschap, tijdens het Pinksterfeest onze harten en kerken openstellen voor de vernieuwende kracht van de Heilige Geest. Alleen door een gezamenlijk getuigenis kunnen de christenen de mensen hoop en vertrouwen in de toekomst geven. De boodschap is 'ondertekend door de honorair president dr. w. A. Visser 't Hooft en de presidenten patriarch Ilia II, (Sovjet-Unie), mevrouw Annie R. Iagge, (Ghana), prof. José Miguez Bonino, (Argentinië), dr. T. B. Simalupang, (Indone sië), aartsbisschop Olof Sundby (Zweden) en dr. Cynthia Wedel (USA).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 12