Madeira flirt met alle seizoenen Steeds meer Nederlanders naar zonnig Madeira Steeds meer Nederlanders vinden hun (lucht)weg naar Madeira. Dat blllkt uit een overzicht van het Portugees Nationaal Verkeersbureau. Het aantal overnachtingen van Nederlanders In hotels liep op Madeira van 22.855 In 1972 naar 82.000 In 1977. En er zit weer een forse stijging In. Overigens: de belangstelling van Nederlanders voor Portugal en de Portugese eilanden beweegt zich over het algemeen In een sterk stllgende lijn. Van alle Portugese streken Is alleen de Algarve bij de Nederlanders meer In trek dan Madeira. De Algarve heeft fraaie zandstranden die Madeira ontbeert. Er staat echter tegenover dat Madeira een bijzonder gelijkmatige temperatuur heeft met „uitschieters naar boven en beneden niet meegerekend23 graden gemiddeld In augustus- september en 17 graden gemiddeld In lanuarl, februari en maart. Regen valt er vrij veel In het laatste kwartaal met een gemiddelde van 90 millimeter per maand. Maar In Juni, /uil en augustus wordt slechts twee millimeter gemiddeld per maand genoteerd. De officiële munteenheid Is de escudo, waarvan er de laatste Jaren steeds meer In een gulden gaan. Voor honderd escudo's ontvangt de Portugees nog geen vijf gulden. zwemmen. De rest stilzwijgen zou onrecht zijn. Immers. Madeira biedt meer. Ook voor de toerist die niet alleen lekker wil eten, drinken en luieren is er genoeg te genieten. Het eiland van vulkanische oorsprong bestaat voor 65 procent uit gebergten, Paul de Serra is de naam van de enige hoogvlakte. Daarnaast van zuid naar noord drie passen Encumeada, Poi so Pas en Porte!a Pas met overal een prachtig uitzicht naar de noord- en zuidkust. Aan de noordkust, vanaf het smalle weggetje dat vliesdun langs de rotsen voert, lijkt het water wat grauwer dan aan de zuidkust. Het zal schijn zijn, want aan diezelfde noordkust, het puntje ten noordwesten, ligt Porto Moniz en daar is het water van een wonderlijk blauw. Je kijkt er meters diep tussen de rotsen tot op de bodem van de zee. Porto Moniz, waar serveersters in matrozenpakken bedienen, waar Je wat moeite hebt een kleine drom vliegen het zwijgen op te leggen, waar je heerlijk kunt relaxen in de nationale swimmingpool. Langs de zuidkust vooral een wisselend panorama. Pittoreske dorpjes als Camara de Lobos, waar Winston Churchill niet achter de schildersezel weg te branden was en Ribeira Brava, waar het borduurwerk en de gobelins misschien wel het mooist van het gehele eiland zijn. En goedkoop. Voor een paar honderd escudo's, nog geen tientje, krijg je een copieuze maaltijd en voor nog een paar escudo 's erbij verwen je je tong en verhemelte met een prachtige wijn. Dat hoeft nog niet eens een verdelho (een heerlijke droge) of een boaI (tintelende zoete) te zijn. Er zijn meer goede soorten. Aan de zuidkust wisselen de bananen-, suikerriet- en druivencultures elkaar af. Op de lagere berghelling granen, fruiten groenten. Centrum van rietvlechtwerk is Camacha in het oostelijk deel. Neem daar ook even een kijkje In de oude hoofdstad Machico. De stelle kust van Madeira In de nabijheid van de hoofdstad Funchal. Madeira, 900 kilometer ten zuidwesten van Lissabon, even noordelijker dan de Canarlsche Eilanden, maakt deel uit van een Archipel die verder bestaat uit Porto Santo, de Desert-Ellanden en Selvagens, waarvan de laatste twee onbewoond zijn. (Porto Santo telt ongeveer 3.000 bewoners). De Archipel valt onder Portugal. Het waren de Portugezen die de ellandenreeks ontdekten. Voor Zarco-de-ontdekker staat oen standbeeld In Funchal. Zijn graf bevindt zich In het klooster Santa Clara. Zarco kreeg Porto Santo In 1419 In het vizier en ontwaarde Madeira In 1420. De kapel van Santa Catarlna In het gelijknamige park, daterend uit 1425, Is het oudste gebouw. De eerste cultuur bestond uit rietsuiker, die In Europa aan do man werd gebracht door de Vlamingen. In 1580, toen Flllps II, la „onze" man uit de Tachtigjarige Oorlog, de Portugese troon bezette, kwam ook Madeira In Spaanse handen. De Spaanse bezetting duurde tot 1640. De suikerontginning In Brazilië betekende niets minder dan een catastrofe voor het eiland. Het duurde tot het begin van de 18e eeuw voor een waardig alternatief werd aangeboord: de export van MadelrawIJn. Vooral Engeland en de Engelse koloniën bleken geïnteresseerd. In 1801 werd het eiland door de Engelsen bezet, naar het heette ter verdediging tegen de troepen van Napoleon. Op Madeira werden de Britse troepen van vera voedsel voorzien. Keizerin Elizabeth van Oostenrijk (beter bekend als Sisslwas een van de eerste toeristen (19e eeuw). In de 20e eeuw Is naast suiker en wijn vooral de bananen-cultuur van groot belang geworden. Maar uiteraard speelt het toerisme een even grote rol. De veestapel mag nauwelijks naam heben: 1.000 varkens en kippen. Ook hier geldt overigens dat een exacte telling ontbreekt... Madeira: zon, wijn en bloemen. Madeira: een toeriste in Funchal glimt van de zonnebrandolie en knipt met de vingers naar een toesnellende ober; enkele kilometers westelijker tussen S. Martinho en Quinta Grande hijst de tienjarige Antonio voor de vijftigste keer die dag een loodzware kam bananen op zijn tengere schoudertjes en veegt met een snel gebaar het zweet uit zijn doffe ogen. Madeira, paradijselijk oord waar jaarlijks vele duizenden Nederlanders zich laten verwennen, steeds meer toeristen komen en... steeds meer eilandbewoners gaan. Naar Canada, de Verenigde Staten en Zuid-Afrika, om de armoede thuis te vergeten, een beroep te leren en carrière te maken. Eiland vol contrasten, met immer bloeiende bloemen. Liefst 2.500 soorten, waarvan er altijd wel een honderd of wat hun bonte kleurenpracht ontvouwen. Ongeveer300.000 inwoners telt Madeira. Hoeveel het er precies zijn weet niemand. In de bergachtige gebieden staan de schamele woninkjes ver uit elkaar. Van die 300.000 wonen er liefst 120.000 in Funchal, de hoofdstad. Het is tegelijk de enige plaats met een stedelijk karakter. Als je vanaf Monte. zo 'n 560 meter boven Funchal, over de stad kijkt heb je een vorstelijke blik op de tegen de heuvels gedrapeerde huizen met hun verrukkelijk lichtrode daken. En's avonds pinkelen duizenden lichtjes. Een schitterend gezicht vanuit zee. Verandering Je kunt je geen betere gids wensen dan Joao Carlos Abreu, geboren en getogen in „de drijvende tuin van Portugal", hartstochtelijk begaan met het lot van „zijn" mensen. Joao, studeerde onder meer toerisme en Journalistiek in Rome en Parijs. Hij zag de wereld en weet waar hij het overheeft. Als we hem wijzen op de armoedige omstandigheden waarin vooral de mensen in de sloppen van Funchal leven, op de bedelende moedertjes in de portieken en de schooiende jongetjes op het „platte"land, dan doet hem dat pijn. Het gemiddelde maandsalaris bedraagt ongeveer 7.000 escudo's en dat is nog geen driehonderdvijftig gulden per maand. „Maar het zal veranderen", bezweert hij ons. „Binnen vijf jaar ziet de situatie er gezonder uit. De infrastructuur zal verbeterd worden, het schreeuwende tekort aan scholen en onderwijzend personeel wordt ingelopen. Er moet echter meer gebeuren. De bevolking dient van het belang van regelmatig en goed onderwijs doordrongen te worden. Er is weliswaar leerplicht voor kinderen van zeven tot veertien jaar, maar een groot deel van de boeren in de dunbevolkte delen van het eiland houdt de kinderen thuis. Controle op het naleven van de leerplicht ontbreekt". Madeira gaat betere tijden tegemoet. Joao zelf zal eraan meehelpen. Je ziet het hem Madeira is voor hem een toverwoord. Hij heeft de wereld gezien, dat is waar, maar nergens kon hij het lang volhouden en telkens snakte hij naar het zonnige plekje, die stip in de Atlantische Oceaan: 57 kilometer lang en 22 kilometer breed. En wie Madeira kent weet waarom. Als hij ons van het Sheraton-hotel. waar hij bedrijfsjournalist is, naar het oude stadsgedeelte leidt, vertelt hij duizend uit over de rijke historie van het eiland, dat de oudste toeristische traditie van geheel Portugal heeft. Joao ziet het al helemaal voor zich: het oude stadsgedeelte restaureren, de mensen het gaaf gebleven interieur laten bewonderen, de stad tot leven brengen. Afwisseling Madeira, een dorado voor smulpapen, voor liefhebbers vaneen vorstelijk glas wijn, van zon, zee en Madeira Is nergens vlak. Overal sterk geaccidenteerd, zo niet bergachtig, In allerlei kleurschakeringen. Sleetje rijden In Monte boven Funchal ligt Keizer Karei van Oostenrijk begraven. „A nossa Senhore de Monte"staat op een gedenksteen in de kerk. Van Monte kun je je in een tobbogan- slede naar Funchal laten trekken doormannen in een onberispelijk wit tenue, afgetopt met een immense strohoed. Hebben zij in Alkmaar gekeken of de Hollanders hier... De tobbogan is een rieten slede. De mannen lopen zich in het zweet. Madeira heeft er heel wat voor over om het de toeristen naar de zin te maken. In de hoofdstad ploeteren ossen imposante rieten sleden door de stikvolle straten. Hoe contrasteert dit beeld met dat van de rest van het eiland, waar je slechts de stilte hoort. In Funchal een kakofonie van geluiden, niet alleen op de overdekte vismarkt, al worden daar de meeste decibellen geproduceerd. Madeira legt de bezoeker in de watten. Een moedertje in Terreiro da Luta, waar een metershoge Vredesmadonna over het eiland uitkijkt, sloft drie keer af en aan om thee bij te schenken. Uiteraard zijn die paar escudo 's mooi meegenomen. Zonder die fooi zou het vrouwtje het ook hebben gedaan, want gastvrijheid is hoog in het vaan geschreven in Madeira. Een meer dan honderdjarige ervaring met vakantiehoudende buitenlanders is daaraan niet vreemd. Toerisme betekent nogal wat. Circa veertig procent van de bevolking is er direct van afhankelijk en nog eens zes procent indirect. Joao Carlos Abreu vertelt ons vol trots over de hotelvakschool waaraan hij les geeft. De school levert uitstekende krachtan af die internationaal gewild zijn. Madeira kent geen universiteit, wel een aantal middelbare scholen. Het onderwijs krijgt de komende jaren een facelift. Madeira heeft een aantal onvolkomenheden. Het vliegveld Santa Cruz is er een van. Het bestaat uitzegge en schrijve één start- en één landingsbaan van minimale afmetingen, die beide abrupt bij de zee afbreken. Het landen is beslist geen makkelijk karwei. De piloten moeten behoedzaam tussen de rotsen koersen en hun kist vooral niet te ver de baan op laten schuiven. Vele luchtvaartmaatschappijen bedanken er stichtelijk voor op Santa Cruz aan te vliegen. De jongens-van-de-TAP, de Portugese luchtvaartmaatschappij, lachen erom. Het zijn ware kunstenaars en als je hen een aantal keren hebt bezig gezien krijg je de indruk dat het allemaal nietzo'n vaart loopt. Maar wees eerlijk, veiligheid gaat voor alles en al die brandweerauto's vis-è- vis direct na de landing zijn ook geen op kikkertje. De TAP blijkt in de lucht honderd procent, maar organisatorisch krikkemikkig te zijn. Zelf hebben we in anderhalve dag een mistige vlucht mogen afronden; collega's mochten drie dagen van de speciale sfeer van het vliegveld Lissabon proeven. Een ander minpunt is de toestand van de wegen. Op een enkele uitzondering na. de route Santa Cruz-Funchal voor een deel en de weg omhoog van Funchal naar Monte bijvoorbeeld Is het een aaneenschakeling van kasseien en oneffenheden. Als we gaten van tien tot twintig centimeter diep althans zo mogen noemen. Mensen die een zekere ervaring hebben in het temmen van wHde paarden mogen wat meer hoop hebben. Anderen zijn na een ritje rond het eiland duizend keer door elkaar geschud. Alleen de taxichauffeurs crossen met flinke vaart. Vijftig kilometer op zulke wegen is immers een barbaarse snelheid. Zeker als men weet dat na elke bocht een nieuwe opduikt en rechte stukken van meer dan honderd meter vergeefs gezocht moeten worden. Aan die wegen is heel wat te verbeteren. En arme toerist die tussen St. Vicente en Porto Moniz een tegenligger in het vizier krijgt. Het is: hij terug of ik terug. En dan maarzorgen datje enkele millimeters met je gehuurde Morrlsje van de uitstekende rotsen blijft. Ja, dan heb Je geen tijd meer voor ach en oh's bij het zien van die serie hortensia 's en smeek je Onze Lieve Heer dat je je geen centimeter zult vergissen. Dat „afzien is overigens we! de moeite waard, want je ziet oneindig veel moois. Zelfs de historicus gaat niet voor niets. Van de Spaanse overheersing spreken de Rorte Sao Batista (Torte de Pico) in Funchal, de Torte de Sao Lourenco (Gouverneurspaleis) en de Torte de Santiago (beide eveneens in de hoofdstad) en het driehoekige kleine fort „Nossa Senhore de Amp-uro" in Machico. Van de vroegste (bewoonde) tijden restten de kapel Santa Catarina in het St. Catarina- park In Funchal (1425) en de kathedraal, waarmee men in 1493 begon te bouwen. Uit de Vlaamse periode stammen vele waardevolle schilderijen in het museum Ante Sacra bijvoorbeeld. Er Is een straat vernoemd naar de koopman Joao Esmeraldo, een Vlaming met een wel erg Portugese naam. Bewonderde Botanische Tuin, doe „desnoods"aan diepzee-duiken of haaien vissen, vlieg er eens uit naar het naburige eiland Porto Santo, maak een rustgevende boottocht enneem als kortstondig aandenka aan dit paradijselijke oord een bloemetje mee naar huis. Ze worden keurig in dozen verpakt. De dozen kunnen als bagage met het vliegtuig mee. geen lastige handbagage dus. Geschikt zijn orchideeën, anthuriuim en natuurlijk de estrelitzias, ook wel birds-ot-paradise (of papegaaiebek) genoemd. Het is altijd prijs, want Madeira zet continu de bloemetjes buiten. DICK VAN DER VEEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 20