Kurhaus Onderzoek naar gevallen van hersen vliesontsteking in Academisch Ziekenhuis 'Gemeente bestuur moet krakers aanpakken' ,HET GESPREK': FASCINERENDE ERVARING George G. slaat B en W van Leiden weerom de oren over St. Jansbrug Behoud Hollands polderlandschap botst met huidig landbouwbeleid" Aan trekkelijk jubileumconcert Streekmuziekschool STAD/REGIO LEIDSE COURANT VRIJDAG 4 ME11979 PAGINA5 Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. De armoedige aanblik van de St. Jansbrug Het deed hem deugd, dat ts en W daarover op 19 april antwoordden. Was de heer George tevreden met het antwoord? Om de dooie dood niet. Vanzelfsprekend niet. Want de heer G. blijft de heer G. en die is niet uit het stadsveld te slaan: „uw antwoord is voor mij ronduit verbazingwekkend, ergernisgevend en het klinkt u mogelijk brutaal in de oren gewoon niet acceptabel." Dat is George G. ten voeten uit. Aan de hand van een aantal brieven voer ik u mee naar het begin van een stukje polemiek zoals door de heer G. op touw gezet. Op 9 september dan verwees G. het college terug naar een aantal „schrijvens" van zijn hand, eerder verstuurd. Het ging over medelingkasten en zo, ondingen zogezegd, zinloze kasten, met verbleekte onleesbare informatie. Volgens de heer G. En dan de St. Jansbrug. over de restauratie waarvan hij zeer benieuwd was. George G.: „U stelt een eventuele restauratie in het vooruitzicht, maar wanneer? Sedert januari '78 staan er aan de westzijde hekken wegens het gevaar, dat de kapotte leuning oplevert (zie foto). Daarnaast is het hele complex Visbrug, Hoogstraat, St. Jansbrug al jaren aan een verfbeurt toe. Alles bij elkaar een troosteloos en armoedig gezicht voor bewoners en toeristen, uit het oogpunt van Leiden Promotion een onaanvaardbare situatie." Tot zover de heer G., bij wie het woord „onaanvaardbaar" op de lippen bestorven ligt. Heer G., die al lang blij was een paar maanden later te vernemen, dat de „kast" bij de St. Jansbrug zou verdwijnen, kreeg een paar weken geleden van het college een briefje. Daarin stond, dat in een algehele restauratie van de St. Jansbrug momenteel niet voorzien is, „omdat de toestand waarin de brug verkeert dit op korte termijn niet noodzakelijk maakt." Wel nodig, menen B en w, is een onderhoudsbeurt, „mede om het aanzien van de brug te verbeteren. Voor deze onderhoudswerkzaamheden is in het kader van de zg. Interim-Saldo-Regeling voor de wijk Maredorp een bedrag gereserveerd van 10.000. Het uit te voeren onderhoud zal voornamelijk bestaan uit schilderwerk. Voor zover nu valt te bezien, zal dit werk in de loop van 1981 worden uitgevoerd." Nou, George ziedend natuurlijk. Opnieuw klonk zijn „onaanvaardbaar". Eigenlijk zonde, dat hij niet met vetorecht in de Veiligheidsraad zitting heeft. Hij zou een goeie zijn. Maar George omkleedt zijn toorn met redenen: „Een brug zo in het centrum van Leiden, waar wekelijks tienduizenden mensen passeren, daarnaast toeristisch gezien een druk bezocht punt, er drieëneenhalf jaar zo bij te laten staan is gewoon een kwestie van verkeerd beleid. Zeker waar u (het arme college dus, T.P.) zelf schrijft, dat het om een bedrag van slechts 10.000 gaat. In een stad waar wekelijks honderdduizenden besteed worden aan restauratiewerken, moet een bedrag van 10.000 gulden toch geen enkele rol spelen. Op andere terreinen is het toch ook geen punt?" Er worden nu voorbeelden genoemd. Zo voert de heer G. aan, dat paaltjes en verkeersbelemmerende maatregelen altijd kunnen putten uit een welvoorzien pot, gezien de gestaag voortgaande werkzaamheden in deze sector. En dan: „veertien dagen vóór de aanvang van de asfalteringswerkzaamheden in de Ir. Driessenstraatis er nog bestratingsonderhoudswerk gepleegd aan deze straat." Met bestraffende vinger gaat George Gussenhoven verder: „kapitalen zijn er besteed aan plannen en tekeningen voor voetgangersbruggetjes in de binnenstad die de democratische normen in acht genomen helemaal niet doorgaan, want raad en andere belanghebbenden waren in meerderheid tegen. Discussies, vergadertijd en geld besteden aan dwaze plannen zoals de Mare en Waardgracht opengraven; aanleggen van een „basketbalveld", van een stoep voor het nieuwe Stadskantoor." Allemaal issues die deze city-slicker met afschuw vervullen. Hij heeft nog meer noten op zijn anti zang, maar het weergeven daarvan zou het verhaal een Max Havelaar effect meegeven: ,fik weet, dat mijn verhaal eentonig is .„Treffendis niettemin het staaltje stadshuiskunde, dat George G. het college (dat inmiddels met vuurrode koontjes één en ander heeft moeten incasseren) als huiswerk meegeeft. „Mijns inziens moet voor u, als er mankracht en financiën beschikbaar zijn, altijd een eerste keus zijn het behoud en onderhoud van wat Leiden nog heeft aan historisch bezit. En daarnaast een economisch klimaat scheppen dat ondernemers aantrekt en niet afschrikt, willen we tenminste financieel in de toekomst het hoofd boven water kunnen houden." Het is alsof George G. eerst ruggespraak heeft gehouden met JeÜe Zijlstra, alvorens LEIDEN De Leidse Wo ningstichting vindt dat het Leids gemeentebestuur een strenger ontruimingsbeleid ten aanzien van gekraakte woningen moet voeren. Dit stelt de directeur van de LWS in antwoord op vragen van het PSP-raadslid J. van der Putten. Het raadslid had een in het Herengracht/Zijlsingelgebied gekraakte woning toegewezen gekregen. Hij verweet begin maart de LWS in een brief dat deze als verhuurder wel wist dat het om een gekraakt pand ging. In zijn antwoord ontkent de directeur dat dit het geval is geweest. Maar volgens de LWS doet het er niet toe of zij ervan op de hoogte was of niet. "Het kan u bekend zijn dat de gemeen te een legale huurovereen komst met een erkend wo ningzoekende en door het Ge meentelijke Bureau Huisves ting aan ons voorgedragen kandidaat verlangt, om een ti tel tot ontruiming te hebben, ingeval de woonruimte weder rechtelijk in gebruik is geno men", aldus het antwoord van de LWS, die vervolgens de heer Van der Putten uitnodigt zijn kritiek op het "ontkra- kingsbeleid aan te kaarten bij het college van b en w van Leiden. LEIDEN Echt goede dingen worden maar door weinigen genoten. Dat bewees Instituut Houtappel gisteravond in het LAK met hun voortreffelijke voorstelling „Het gesprek". Twee van de zeven spelers. Voskamp en Lambregts, die ook de regie voerden, hadden in 1976 een gesprek met de befaam de architect Hendrik Wijdeveld in het bijzijn van rijn be roemde vrouw Charlotte Kohier. In „Het gesprek" wordt dit gesprek gereconstrueerd. Die reconstructie is een fascinerende theater-ervaring. In de allereerste plaats, omdat Wijdeveld een zeer boeiende persoon lijkheid is, die in half-mystieke termen spreekt over zijn leven, zijn werk en zijn grote levenskracht. In de tweede plaats, om dat we precies kunnen zien wat er bij zo'n vraaggesprek met zo'n oude man allemaal mis kan gaan. Vragen vangt hij niet op; in zijn beantwoording glijdt hij af naar détails die met de oorspronkelijke vraagstelling nauwelijks meer iets te maken hebben; in de loop van het gesprek vervalt hij in herhalingen; sommige essentiële zaken komen er niet uit Maar toch: seniel of afgetakeld is in ieder geval de gespeelde Wijdeveld geens zins. „Het gesprek" boeit ook omdat de acteur die Wijdeveld speelt een voortreffelijke prestatie levert Zonder dat ik Wijdeveld zelf in levende lijve heb gezien, weet ik zeker dat deze acteur hem in woord en gebaar zo goed mogelijk probeert te benade ren. Dat kan men afleiden uit de uiterst beheerste en verzorg de manier van spelen. Ook de andere acteurs en actrices sug gereerden door hun volkomen in de hand gehouden spel en exact naspelen van de echt-gebeurde situatie. Houtappel beweegt zich met „Het gesprek" op een tussen-ge- bied tussen beeldend theater, gewoon toneel en documentaire. De strakke verbinding met de realiteit geeft het documentaire karakter; het uitspreken van wat eigenlijk een monoloog is, heeft een toneel-aspect; het zeer precieuze, bijna mimische ac teren vertegenwoordigd in combinatie met een fraai, wit décor en goede belichting de kant van het beeldend theater. Onge woon toneel dat nu wel eens hout snijdt, kortom. Paul van der Plank HOE GROOTSCHALIG HET ER TOE KAN GAAN OVER KLEINSCHALIGE CITY-ZAKEN de Leidse bestuurlijke consorten om de oren te slaan. Maar hij is toch een realist ook, als George schrijft: „mogelijk zult u denken (let wel, G. heeft het niet over zeggen, T.P.): „Ach man, zeur niet over die kleine zaken en zie wat voor grote restauraties er gebeuren". Alsof B en W dat zouden kunnen denken, laat staan zeggen. Echter luister verder, want George G. leent de klappen van de „bespelende" zweep: „Uiteraard zie ik wel dat b.v. de Herengracht met omgeving Nieuwe Rijn en Oranjegracht weer een prachtig stukje Leiden wordt, dat de Zijlpoort met het nieuwe stadspark (en dadelijk nog die bouwmaterialen weg of achter groen verscholen) er veel mooier bij ligt, dat de Koornbrug met de gerestaureerde marktenroute een fraai stadsbeeld gaat worden, maar we moeten ook in deze zaken kleinschalig denken." Kleinschalig, net zoals de Leidse city, als erfstuk van het historische verleden. Typisch Leids, mag je concluderen, maar niettemin hebje grootschalig drijvende inspiratoren als G. nodig die bijna wakker liggen van het kleinschalige. Als min of meer duidelijk voorbeeld voert George G. dan aan: „Als onze stadsverkeerschirurg de paaltjes-injectie toepast, telt hij toch ook de stoeptegels en de kinderhoofdjes?" Nou ja, vooruit dan maar. Tenslotte de zegebede aan het einde van het epistel van de apostel George aan de gemeente van Leiden: „Ook nu moet de stad, waar het kan, aantrekkelijk blijven. Voor de Leidenaar, de inkopende huisvrouw uit de regio en niet in het minst de toerist, want anders raken we mooi nog meer klandizie kwijt." Het is eigenlijk geen zegebede, maar weer die heen en weer gaande wijsvinger van de onheislbode die nog net geen wraakengel is. Hoogachtend, G. W. M. Gussenhoven. Was getekend. Met bijbehorend post scriptum: „wil de wethouder van milieuzaken zijn licht ook eens laten schijnen over de Marebrug, ik dacht dat er in die omgeving (schouwburg en Lakenhal) kunst genoeg te zien valt." Maar meneer George toch, de wethouder zeker die van milieuzaken heeft in Leiden geen licht. Die loopt met molentjes. Dat wist u toch ook wel? LEIDEN - De gevallen van hersenvliesontste king bij vijf patiënten met neurologische af wijkingen van het Leids Academisch zieken huis rijn niet te wijten aan menselijke fouten bij de toediening van de betrekkelijk nieuwe contrast-vloeistof Amipaque bij radiologisch onderzoek. Een voorlopig onderzoek van het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en de Dienst Bijwerkingen Geneesmiddelen heeft namelijk uitgewezen, dat er geen sprake is geweest van bacteriologische of virologische besmetting, waardoor infectie zou rijn opge treden. Bij de betrokken patiënten trad na toediening van de vloeistof, nodig om organen of weefsel op röntgenfoto's beter zichtbaar te maken, een extreem heftige chemische reactie op, die ge paard ging met koorts, nekkrampen, hoofdpij nen en braken, kenmerken van hersenvliesont steking. De vijf patiënten zijn inmiddels gene zen, vier zijn er reeds naar huis, de vijfde verblijft nog in het Academisch Ziekenhuis in afwachting van een operatie, die niets met deze zaak uitstaande heeft. Monsters van de gebruikte contrastvloeistof zijn voor onderzoek opgestuurd naar de fabri kant, het Noorse pharmaceutische concern Neyegaard in Oslo. De Nederlandse vertegen woordiger, Pharmachemie bv in Nederland heeft de partij geblokkeerd waar de in het A.Z.L. gebruikte vloeistof deel van uitmaakte. Hij ziet echter vooralsnog geen aanleiding an dere gebruikers te vragen het middel voorlo pig niet toe te dienen. Directeur A. de Vita van Pharmachemie: „Amipaque is nu een paar jaar in gebruik. Alle radiologen zijn er razend enthousiast over. Er hebben zich nooit eerder ernstige problemen voorgedaan." De afdeling radiologie van het Academisch Ziekenhuis Leiden onder leiding van prof. A.E. Voorthuisen ziet veiligheidshalve wél af van het gebruik van Amipaque tot het onder zoek volledig is afgesloten. De regionale ge neeskundige inspecteur in Zuid-Holland, de arts L.C. Buysert, verwacht dat dit onderzoek op korte termijn wordt afgerond. V erzekeringsagent van de wal in de sloot NOORDWIJK Uit vrees zijn rijbewijs kwijt te raken, kwam een Haagse verzeke- tingsagent (27) tot merkwaar dige capriolen. Ter gelegenheid van het tien jarig bestaan van de zaak waar hij werkte, bracht hij met enkele vrienden een be zoek aan een café in de bad plaats. Het feest werd daar uitbundig gevierd en met veel geestrijk vocht laafde men de dorstige kelen. In een vrolijke stemming stapte het gezel schap weer in de auto's en reed men via de Beeklaan weer in de richting van de re sidentie. De verzekeringsman probeerde daar de wagen van een voor hem rijdende vriend in te halen, juist toen vanaf de Boekerslootlaan een auto de Beeklaan opreed. Om een aanrijding te voorkomen, maakte de Hagenaar zo'n vreemde manoeuvre dat hij met wagen en al in een naast de weg gelegen sloot terecht kwam. Daar de assuradeur bang was dat de politie er achter zou komen, dat hij z'n auto onder invloed bestuurd had, stapte hij snel in de wa gen van zijn vriend en reed met hem naar Den Haag te rug. Een politiepatrouille trof kor te tijd later de BMW onbe heerd in de sloot aan, maar kwam middels het kenteken al gauw achter het adres van de Hagenaar. Deze wist ech ter van de prins geen kwaad 's-GRAVELAND Volgens de scheidende directeur van de Vereniging Tot Behoud Van Natuurmonumenten, mr. H. P. Gorter, is het behoud van het Hollandse polderlandschap, de grootste opgave waarvoor de natuurbescherming rich ge plaatst ziet. Het gaat daarbij om agrarische landschappen die grote en karakteristieke landschappelijke waarden hebben en ook natuurwetenschappelijke, zoals de weidevogels. Mr. Gorter, die op een kennismakingsbijeenkomst met de nieu we directeuren op Schaep en Burgh te 's-Graveland sprak, meent dat voor dit behoud veel meer geld nodig zal zijn dan Bestek '81 toestaat. „Als we willen behouden wat het behou den waard is, dan komen we in botsing met het op produktie- vergroting en efficiency gerichte huidige landbouwbeleid. Als het aan de landbouw alleen lag, zou in het Hollands polder landschap het waterpeil ingrijpend verlaagd moeten worden, waardoor de sloten hun rol in het landschapsbeeld verliezen en de weidevogels verdwijnen. Dan zouden ook de boerderijen worden verplaatst naar het midden van open ruimten, welke gebieden door meer verharde wegen zouden moeten worden ontsloten. Dit betekent een totale verandering van het meest karakteristieke Hollandse landschap", aldus mr. Gorter. Voor hem is nu de grote vraag hoe uit dit belangenconflict met de landbouw te komen. Niet, zo meent hij, door vruchte loos te polariseren, maar door beide partijen duidelijk en goed onderbouwd hun verlangens op tafel te laten leggen en te trachten tot een integratie van belangen te komen. en verklaarde glashard aan de informerende agenten niet te weten hoe zijn auto in Noordwijk kwam. Volgens de verzekeringsagent moest de wagen zijn gestolen en deze bewering staafde hij door ADVERTENTIE prompt aangifte te doen. Toen hij echter korte tijd la ter met de door getuigen waargenomen feiten werd ge confronteerd, zag hij in dat ontkennen niet baatte en ver telde hij de ware toedracht. Al zal hij zeventig maal zeventig keer zijn neus stoten, nooit zal hij versagen, doordouwer George W. M. Gussenhoven, de grote waker over city's stedeschoon. Deze Leidenaar heeft al herhaaldelijk om belet gevraagd bij Burgemeester en Wethouders van Leiden. Hij klopt dan niet aan met het vriendelijk verzoek, „gehoord" te worden, nee, zijn schriftelijke benadering van het college heeft onveranderd veel weg van het binnendringen van een stormram door de stadhuismuur. Hij blijft in zijn vele brieven steeds beleefd, maar in feite giet hij fiolen van toorn uit over de hoofden van de zich vaak van niets kwaads bewuste stadsbestuurders. George Gussenhoven, die bekwaam omgaat met het foto-apparaat, dat hij altijd bij zich draagt om elk misverstand in de binnenstad ter documentatie vast te leggen, is eraan gewend dat het college vele maanden van de schrik moet bekomen alvorens in enkele regels de waarschuwende schriftelijke vinger van Gussenhoven te bedwingen. Inmiddels is George dan al verscheidene malen van leer getrokken om een antwoord van B en W los te branden. En als dat komt, stelt het feitelijk geen éne snars voor, vindt George. Zo ook nu weer. Er loopt weer eens een briefwisseling tussen kemphaan Gussenhoven en de gemeente Leiden. Hij draait er ook zijn hand niet voor om, bij het begin van het jaar het college de beste wensen te doen voor „1979, waarin we gezamenlijk zullen proberen Leiden een beter aanzien te geven." Hoe burgemeester Vis en zijn gekozen kornuiten in het dagelijks bestuur deze heilwens hebben geconsumeerd, is me niet bekend, maar er zal geen besluit vallen dat een aanhef meekrijgt als „het komt ons en de heer Gussenhoven voor dat Dat zal de heer George niet van zijn stuk brengen; hij gaat voort met het hameren op verbetering van elk ontsierend plekje in de city, dat hij, als liefhebbend en militant bewoner, signaleert, na vele andere voorgaande ronden met schriftelijke gevechten rond verfoeilijke objecten, lanceerde Georg Gussemhoven op 9 september van het vorige jaar een vraag over de restauratie van de St. k Jansbrug bij de Hoogstraat. LEIDEN Zijn het gewoonlijk leerlingen die op uitvoerin gen van de muziekschool spelen, gisteravond kwamen de lera ren aan bod in een jubileumconcert dat gehouden werd in de Zuiderkerk. Ter gelegenheid van het 145-jarig bestaan van de Leidse Streekmuziekschool trad een selectie aan van het lera rencorps. In de feestrede, gehouden door wethouder P. H. Schoute, die voorzitter is van de muziekschool, werd een kort historisch overzicht gegeven van ontstaan en groei van de- school. In 1834 werd de muziekschool geopend in het Stadsgebouw aan de Breestraat. Na vele verhuizingen en bijna evenveel naamsveranderingen is men terecht gekomen aan het Rapen burg, als Leidse Streekmuziekschool, één van de oudste mu ziekscholen van Nederland. Het lerarenconcert kreeg in een veelzijdig programma veel respons van het publiek. Veel ou ders van leerlingen hadden de kans om de leraren van hun kinderen te beluisteren aangegrepen, en genoten van het gebo- dene. Het programma begon met een trio dat bestond uit Peter Bik (dwarsfluit), Lena Bik-Eijkelboom (hobo), en Hans Stoop (klari net). Erg aardig klonk het Rondo dat ze speelden, een met veel trillers en loopjes gelardeerd werk. David Poliakine volg de met een pianosonatine van Orthel, die hij nogal terloops speelde. Het werk van Czerny dat hij na de pauze ten gehore bracht werd echter in zijn handen een juweeltje van precisie en luistergenot. Het zachte geluid van de gitaar, bespeeld door Bert Maas, kwam helaas niet geheel tot zijn recht in de grote kerk. Maas speelde zeven van de twaalf preludes uit 1959 van Henk Badings. Een tweede trio, dat bestond uit Nora Gortzak (blokfluit), Piet Kunst (blokfluit) en Ciska Mertens (luit en trombone), bracht een aantal werken uit de Middeleeuwen en de Renaissance. Vooral Ciska Mertens verdient een compli ment voor haar „toonvastheid" bij deze zo moeilijke instru menten. De blokfluiten hadden een erg mooie fluwelige klank. Vooral in de Suite in g van Matthew Locke was een mooie sa menklank te beluisteren. Na de pauze volgde een duo, be staande uit Henny Ravestein en Henk Briër. Gespeeld werden Tempo di menuetto van Fritz Kreisler, Variations van Lalo en Zes Roemeense dansen van Bela Bartok. Bartoks dansen wer den goed aangevoeld en geïnterpreteerd door Henny Ravestein. Henk Briër kweet zich nauwgezet van zijn begeleidingstaak. VERENA KOPERDRAAT V Parel aan Nederlands witte kustlijn. Markant silhouet in renaissance aan het Noordzee strand. Voornaam Haags karakter dat de badplaats Scheveningen zijn inter nationale allure geeft. Met een eeuw geschiedenis en een gastenboek dat wordt gesierd met namen van groot industriëlen, kunstenaars en filmsterren, politici en tal van vorsten die het tot zomerverblijf uitverkozen. Dat Kurhaus schittert opnieuw als het in aanwezigheid van H.K.H. Prinses Beatrix op 8 mei a.s. voor een nieuw glorieus tijdperk wordt opengesteld. Ter gelegenheid van die feestelijke gebeurtenis verschijnt het fraai gebonden boek Kurhaus baken van Scheveningen Het boeiende relaas van zijn lange en rijke geschiedenis, verlucht met reproducties van unieke foto's en geschriften. Het boek meet 28 x 22 cm en u kunt het nü bestellen door f 22,50 over te maken op giro 550401 van A. Sijthoff B.V., Den Haag. (Inlichtingen: telefoon 994576). Dan hebt u het de tweede week van mei in huis. Vanaf 15 mei verkrijgbaar bij de erkende boekhandel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 5