Doorlopend krediet maakt vele mensen lichtzinnig Snuffel neuzen in Mannheim WIJ EN ONZE OVERDAAD (5 en slot) In een vijftal artikelen,heeft dr. J. A. S. van Spaendonck, directeur van de Stichting voor School- en Beroepskeuze in Deventer, de welvaartsuitwassen belicht, waarvan men als het ware op elke hoek van de straat getuige kan zijn. In zijn laatste artikel stelt hij, dat het huidige comfort ons lelijk in de kou laat staan als we met echte levensproblemen te maken krijgen. RUIKT DE LUCHT ZOET, MUF OF NAAR ROTTE EIEREN? stoffen onder de neus gestopt, waarna zij ieder op zijn ei-" gen manier moesten probe ren de geur zo nauwkeurig mo gelijk te beschrijven. Hun taak is nu driemaal daags een for mulier in te vullen, waarop vra gen voorkomen ^als: ruikt de lucht zoet, muf of stinkt de lucht naar rotte eieren? De geleerden achter de scher men, die het hele project bege leiden, willen het „neuzenpro- gramma" liever niet wetenschap pelijk noemen. „Neuzen zijn en blijven maar menselijk en ieder een reageert anders op bepaal de geuren", aldus liet een van hen weten. Juist omdat de reac ties hoe dan ook subjectief zul len zijn, wordt er geen honderd procent nauwkeurigheid ver wacht. Men zal al zeer tevreden zijn wanneer er belangrijke aan wijzingen uit de bus komen. Geuren blijken namelijk sterk af hankelijk te zijn van het weer, de windrichting, nacht of dag en de tijd van het jaar. Bij zon nig. helder weer bijvoorbeeld schijnt het erg moeilijk te zijn sommige zwavelverbindingen op te merken. Maar als het warm en daarbij vochtig is, wordt zwavelwaterstof gevormd en vol gens de deskundigen moet dat ruiken naar rotte eieren. Om een zo juist mogelijk beeld te krijgen worden de rapporten van de „neuzenbrigade" dan ook steeds vergeleken met pen zo uitvoerig mogelijk weerover- zicht. Er zijn niet alleen zittende, maar ook rondtrekkende snuffelaars met speciaal ingerichte voertui de cijferen; er zijn parkeermeterwekkers in omloop, elektrische messen en tandenbor stels. Reisbureaus bieden aan duizenden pasklaar vakantieplezier („Paris complet tiptop verzorgd"). De argeloze toeschouwer zal zich ïh de handen wrijven over de vooruitgang, maar wat schieten we er eigenlijk mee op? Van een aantal praktische beslommeringen zijn we verlost; het comfort laat ons echter in de kou staan, als we met echte levenspro blemen te maken krijgen. Gemakzucht Al in de jaren vijftig constateerde het Ameri kaanse bedrijfsleven, dat men erg gemak zuchtig werd. Een directeur van een bureau voor opinie-onderzoek wees de zakenwereld erop. dat de mensen steeds vaker tegen zichzelf zeiden: „Waarom eigenlijk niet?" en meer en meer bereid waren aan hun wen-, sen en grillen toe te geven. Voor de recla me was de tijd gekomen om op deze trend in te haken. Klaar voor gebruik en instant werden magische termen: het publiek wen ste onverwijld te kunnen toeslaan, als het iets begeerde. Charles Mortimer, president-commissaris van - een groot concern, zag in de afstemming van het adverteren en verkopen op dit „na tionale ongeduld" een voorname taak voor de industrie, een uitdaging. Wat er voortaan op de markt gebracht werd, diende „klaar te zijn voor gebruik, klaar om gedragen te worden, ingeschakeld, meegenomen naar huis. opgediend. Het zal niet lang meer du ren, voordat onze huizen zullen worden ver kocht, ingepakt en thuisbezorgd, en het ge zin zal er meteen in kunnen trekken". Afbetaling Volgenè Mortimer lag het voor de hand, dat het kopen op afbetaling fors zou toenemen. Het publiek raakte er immers aan gewend, dat zijn verlangens zonder uitstel werden in gewilligd, en dat leidde tot impulsief aan schaffen. „De klant van vandaag staat erop, alles dadelijk te krijgen wat hij of zij heb ben wil, of het nu een huis is, een auto, een grasmaaimachine, een pak of een va kantiereis. En de betaling moet dan later maar volgen, met geld dat nog niet ver diend is". Het werd voor winkeliers gemak kelijk mensen over te halen om dure appa raten aan te schaffen. De gespreide betaling gaf de klant de illusie, dat hij maar een ge ring bedrag op tafel hoefde te leggen voor een racemotor of een afwasmachine. In de afgelopen tien jaar is in de westerse wereld het consumptief krediet enorm gegroeid. Ook in Nederland, zoals blijkt uit alarmeren de cijfers, die onlangs door kranten en weekbladen zijn gepubliceerd. In 1968 werd er in ons land meer dan een miljard voor consumptieve doeleinden geleend; men schat dat dit bedrag in 1982 tot ruim zes tien miljard zal zijn opgelopen. Financiering smaatschappijen en banken verleiden het publiek boven zijn stand te leven. Een aan bieding zoals het doorlopend krediet maakt mensen lichtzinnig: wie het bedrag dat hij aflost dadelijk weer mag opnemen, verliest het besef dat hij schuld heeft, want de schijn wordt gewekt, dat deze niet meer hoeft te worden afbetaald. Zo worden we tot verwende kinderen, die geen geduld meer kunnen oefenen. Ge dempte muziek brengt ons in de stemming het er eens goed van te nemen, wanneer we langs de toonbanken van een warenhuis slenteren. Stapels aanlokkelijk verpakte arti kelen lijken ons toe te fluisteren: neem me mee. Reclames geven zachte wenken: „Ver wen uzelf eens met dit badzout". „Geef uzelf dit cadeautje geef het nü!" Deelne mers aan een quiz in een televisieshow wordt een tafeltje-dek'-je voorgetoverd. On der het slagen van kreten van verrukking pakken ze de beloning voor hun onnozele antwoorden aan: ijskasten, elektrische for nuizen, tandems. Passief Mensen die meer voldoening vinden in het consumeren dan in het produceren, worden passief en zelfgenoegzaam, en hebben niet veel lust meer iets te ondernemen. Deze mentaliteit is overal in de maatschappij waarneembaar; ook de jeugd vertoont er de symptomen van. Leerkrachten die graag per soonlijk met tieners praten, bevestigen een indruk die ik de laatste jaren krijg: dat er bij menige jongere niet veel idealisme meer te bespeuren valt. Ongetwijfeld houdt dit verband met de weinig opwekkende econo mische vooruitzichtèn. De dreigende werk loosheid stemt veel jongeren somber over hun toekomst. Maar ook kunnen ze moeilijk weerstand bieden aan de zuigkracht van een gezapig leventje. Er komen Havo'ers en Vwo'ers bij me voor een gesprek of een psychologisch onder zoek. omdat ze zonder aanwijsbare reden op school zwakke cijfers halen en „de mist ingaan". Ze behoren tot een nieuw type. Ze zijn intelligent, hebben een charmant uiter lijk, staan op goede voet met hun ouders en vinden vlot aansluiting bij leeftijdgeno ten. Hun contacten zijn prettig en nogal op-, pervlakkig; ze hebben geen liefhebberijen waar ze fanatiek in opgaan. Ze doen een beetje aan sport, zijn meestal geen lid van een club; ze kijken televisie, drinken koffie, laten de hond uit en draaien een plaatje. Hun puberteit verloopt zonder psychische groeistuipen en allerminst stormachtig. Met hun toegeeflijke ouders komen ze zelden in conflict en er is niets waarvoor ze moeten vechten. Vraag ik zulke jongens en meisjes iemand te noemen, die ze bewonderen en. op wie ze zouden willen lijken, dan reagereq ze wat verbaasd en afwerend. Nee, ze zouden niemand weten onder de volwassenen in hun omgeving en hun vrienden en vriendin nen; er is geen eigentijdse staatsman die hen inspireert, geen historische persoonlijk heid of romanfiguur. Deze afwijzing van voorbeelden zou men kunnen waarderen als verfrissende eigenzinnigheid, indien zij zoch ten naar oorspronkelijke standpunten en hun idealen niet aan anderen wilden ontle nen. Maar deze tieners zijn tevreden met zichzelf, zoals ze nu zijn, omdat ze niet ver der kijken dan hun neus lang is. Onbewust gaan ze ervan uit. dat hun gemakkelijke stijl van leven eindeloos kan worden voortgezet. Onderzoek Het laatste grote onderzoek naar de idealen van de Europese jeugd is in 1969 gepubli ceerd. Naar mijn overtuiging zou nieuwe re search aan het licht brengen, dat het aantal jongeren zonder voorbeeld inmiddels sterk is toegenomen. Het lijkt erop, dat de ko mende generatie de drang verliest buiten het kringetje van zijn dagelijkse bezigheden te treden en naar iets hogers te streven. Betekent dit niet. dat de consumptiemaat schappij in een impasée raakt en de huidige cultuur weinig bezielend meer is? Men zou het vermoeden, afgaande op het toekoms tbeeld van deze groep jongefen: ze hopen van hun latere leven „niets bepaalds", „niet te veel en niet te vyeinig geld", een huwelijk „waarbij je niet te veel aan elkaar vastzit", MANNHEIM Het is zover. Mannheim heeft zijn „snuffe laars". Het zijn vrijwilligers, offi cieel door het gemeentebestuur aangesteld, die dag in dag uit enkele malen met de neus om hoog lopen om bronnen van luchtvervuiling op te sporen. Be gin dit jaar begon Mannheirp met een speciaal programma voor milieubescherming en het is de bedoeling, dat de snuffel neuzen daarbij een belangrijke rol spelen. Drie keer per dag moeten de neuzen omhoog en eventuele kwalijke geurtjes die nen dan onverwijld te worden gemeld. Mannheim, dat een grote chemi sche industrie binnen zijn stads muren heeft, beschikt over een indrukwekkende batterij moder ne meteorologische apparatuur, maar de deskundigen hebben ruiterlijk toegegeven, dat alie reuk-opsporende instrumenten ten spijt, er niets gaat boven da menselijke neus. De zorgvuldig geselecteerde neuzen kregen als eerste opdracht alle geuren en geurtjes in de stad op te sporen en in kaart te brengen. Het uit eindelijke doel is de bronnen van alle geurtjes- en reukellende te achterhalen. Het beste resultaat valt te ver wachten, wanneer de eigenaars van de neuzen in de loop van de dag vrijwel op dezelfde plaats verblijven; Het was dan ook om die reden, dat de voor keur werd gegeven aan huis vrouwen. Maar ook concierges van scholen en zij, die thuis hun kantoor hebben, gooiden hoge ogen met hun neuzen. Om hun reukzin te testen kregen de kandidaten allerlei scheikundige Om-hun reukzin te testen kregen de kandidaat-snuffelaars allerlei sgheikundige stoffen onder de neus gestopt DEVENTER Aan weerszijden van de At- lantische Oceaan wordt door kunstenaars geregistreerd, dat het consumeren" op den duur de energie en levenslust aantast. Op Kurt Halbritters tekening hangen man en vrouw met een lege blik in hun stoel. Hun avonden zijn uitgehold; pantoffels aan, siga retten en fles op tafel, de knop van de tele visie wordt ingedrukt. Ze staren vaag voor ziph uit, de tijd verstrijkt, het leven heeft hun weinig verrassends meer te bieden, en ook elkaar hebben ze niet veel te'zeggen. Hun gezichten zijn vlak en aapachtig. Alleen de televisie brengt nog een beetje kleur in hun bestaan. De supermarkt-dame, die door Duane Han son afgegoten is irv polyester en glasvezel, heeft door veel te eten en te snoepen de belangstelling voor haar uiterlijk yerloren. Op pantoffels en met krulspelden in, een si garet bungelend in haar mond en een lad der in haar kous. sloft ze rond. van maaltijd tot maaltijd. Ze gaat bij de buurvrouw op de koffie, kijkt televisie, vertroetelt haar hond. Ze is letterlijk vormeloos geworden door een leven zonder spanning: ze wacht nergens meer op. Kwaadaardig De kunstenaars lijken iets kwaadaardigs te zien in een bestaan, waarin men zich laat vermaken en verstrooien en waarin opwellin gen gemakkelijk bevredigd kunnen worden. Allerlei apparaten staan ons tegenwoordig ter beschikking, die ons op onze wenken bedienen. We hoeven haast geen vinger meer uit te steken: door het indrukken en omdraaien van knoppen en schakelaars flitst er licht aan, heet of koud water gaat stro men. er klinkt muziek, beelden verschijnen op het scherm en de kamer wordt behaag lijk warm. Deuren van openbare gebouwen springen vanzelf open bij onze nadering, de schoenen worden door rolmatten gepoetst, roltrappen voeren ons omhoog. Dankzij de afstandbediening komert we niet meer uit onze stoel om op een ander televi sieprogramma over te schakelen. Een pagi na boordevol informatie wordt in twee se conden gecopieerd. een rekenmachine van drie tientjes ontslaat ons van het vermoeien Kurt Halbritter; Avondprogramma (1-974). gen. Zij hebben gasmaskers bij zich en zuurstof, want ook een snuffelneus moet af en toe eens zuivere lucht opsnuiven om het onderscheid te kunnen blijven maken tussen de lucht, zoals die zou moeten zijn en de lucht, die gewoonlijk in stedelij ke gebieden hangt. Het zal zeker twaalf maanden duren, voordat de reukkaart compleet is. Mannhèim zal dan beschikken over een overzicht van welke geuren, op welke tijd stippen. in welke gebieden overheersen. Dan zal het ook gemakkelijker zijn de grotq luchtvervuilers op te sporen en maatregelen te nemen om een verdere luchtvervuiling tegen te gaan. de hand aan de ploeg te slaan. Herhaalde lijk maak ik mee, dat een zestienjarige zei een huiswerkschema ontwerpt, er een spor van maakt zijn achterstand op school we< te werken, en tegelijk van plan is zich actie ver tussen leeftijdgenoten te gaan weren. In deze korte reeks van artikelen zijn maa enkele punten van de ingewikkelde con sumptieproblematiek aangeroerd. Ik heb nie de pretentie een oplossing aan te dragen Kunstenaars die de consumptiemens uitbeel den, hebben ons misschien beter door dar wijzelf. Het is bekend, dat psychotherapeu ten weinig kunnen aanvangen met iemant die zijn problemen verdringt en wegwuift Als een mens ontdekt hoe erg hij eraan to< is en hoe dicht hij bij een crisis staat, ze hij hierdoor al de eerste stap naar genezinj en kunnen levenskracht en fantasie terugke ren. kortom een rustige middenpositie met wei nig eisen en bindingen. ■Het is moeilijk met hen een gesprek te voe ren over studie- en beroepsrichtingen, om- dat ze voor bijna elke mogelijkheid hun neus ophalen. En juist het nergens naar on derweg zijn leidt tot verzwakking van het in tellectueel initiatief. Ze ontplooien weinig energie, volgen lessen vaag, en zijn zo spanningloos bezig met hun huiswerk, dat er voor hen geen tekening komt in de leer stof; terwijl een ingewikkelde maatschappij waar de beslissingen moeilijker dan ooit worden, vraagt om een kader dat van zes sen klaar is. Laag niveau Scholen voor mavo 'en voor lager beroeps onderwijs hebben eveneens met gemakzucht van hun leerlingen te kampen. Een directeur van een technische school zei tegen me: „Wanneer we het aan*de jongens en meis jes zelf overlaten te kiezen op welk niveau ze examen willen doen, nemen ze de weg van de minste weerstand en werken onder hun kunnen". Het gebrek aan vechtlust van sommige kinderen ergert trainers van jeugd- sportclubs (die overigens wel kunnen reke nen op enthousiaste jonge leden); bepaalde ouders laten hun kind al na een maand zijn lidmaatschap opzeggen, omdat het geen zin meer heeft, en kinderen blijven zomaar bij een oefenwedstrijd weg, zonder zich af te melden. Toch is er geen reden om zwartgallig te worden vanwege deze situatie. Jongeren zijn uit hun aard vitaal -en luisteren gretig, als iemand hen opmerkzaam maakt op gevoï- gen van overdreven luxe. Het doet hun ge noegen als e§n psycholoog hun zwakke kanten niet verdoezelt en die scherp en zwart-wit beschrijft. Dat geeft hun een kans Ook een snuffelneus moet af en toe eens zuivere lucht kunnen opsnuiven. Duane Hanson: Supermarkt-dame (1973/74).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 18