„Een man is
automatisch
koning
en een vrouw
tweederangs"
■jAAG In de tijd dat zij
besteeg, sierden bord-
gediplomeerd rijwiel-
en „gediplomeerd
maker" nog menige pui.
dit gebruik doorgetrok-
ze zou aan het hek van
jk het opschrift „ongedi-
J majesteit" hebben
laten bevestigen. Het
er: koningin Juliana bezit geen diplo-
kon ze bij gebrek aan een papiertje
moest blijken dat ze met succes de
tare school had doorlopen, niet eens
niversitaire studie in Leiden voltooien,
haar toen met een eredoctoraat
OOP.
13
och zit ze er nog steeds, op die
troon. Zeventig jaar oud. Zozeer
zijn de tijden veranderd, dat de
waarde van diploma's even hard
gekelderd blijkt als die van de
munt waarop haar beeldenaar
Werklozen, onder wie een le-
dat had ze nooit kunnen be
toen ze de woorden sprak: „Gij jonge-
nog zoveel ideaalkracht hebt, zult de
mogelijkheden bestendigen die het
bieden in een nieuwe wereldformatie".
naar de noodrem van
en vervroegde pensionering
jereikt, wil zij, de ongediplomeerde, van
lortere werkdag weten, laat staan van
veel meegemaakt. Heel veel. Dat kan ik
ggen. Ik ben échter een gelukkig mens.
nog steeds mijn man naast me, ik heb
Jeren en ik doe mijn werk erg graag",
in zijn op haar leeftijd in staat het haar
ggen?
en aanvulling voordat volksdelen over dit
Dliplomeerd" gaan vallen. Toen ze in 1930
redoctoraat in de letteren "èn de wijsbe-
ontving, kreeg ze lof toegezwa&id voor
nende ijver, lust tot onderzoek, helder
en oorspronkelijkheid van geest, geest-
es harten om toch vooral de dingen
t goed te verstaan, nauw wegende kritiek
ig tot begrip van algemene normen",
ilificaties kwamen uit de mond van haar
or, prof. J. Huizinga, een geleerde die
ijks bekend stond om zijn vleiende tong.
ij deze eigenschappen van hoofd en hart
te zich kunnen ontplooien "tot de konin-
i ze op haar zeventigste verjaardag nog
js. Een oud-minister: „Ze weet onvoor-
r veel van actuele problemen. Ze verstaat
ee, gaifst om- zonder blijk te geven van haar
nnlijke mening, een waar college te hou-
die problemen. Je proeft de brede ba-
tol roP 20 n v's'®rust
im n kamervoorzitter Vondeling, van
huis uit toch republikein: „Ze doet
het werk van staatshoofd fantas
tisch. In dit verdeelde land is er nie
mand die het werk van staatshoofd
D00.- k zo goed kan doen als de koningin.
Vooral is mij haar toewijding opge-
en dat in een functie waarvoor niet eens
Irije beroepskeuze geldt. Al heeft ons
geen werkelijke macht, de invloed
koningin is groot omdat iedereen van
fijsheid en plichtsbesef overtuigd is. In dit
I heeft ze werkelijk grote klasse; is ze te
len voorbeeld voor de velen die vreaen
leven na 65 jaar voorbij is",
ril 1909 om 6.50 uur in de ochtend:
jaar na de dag van haqr huwelijk heeft
Majesteit Koningin Wilhelmina het' leven
n prinses geschonken. Men wanhoopte
^en vreesde reeds dat er aan de eeu-
IACH 3e Oranjeboom geen nieuwe loot meer
itspruiten". Dolle blijdschap, op het uit-
af, in den lande. Heel anders dan bij
bQorte van Wilhelmina zelf, toen een
durfde schrijven: „Het is maar
lisje". Astrologen konden meteen aan de
.Juliana heeft in haar geboortehoroscoop,
pn-maan-driehoek. Dit duidt vooral op de
ghéid van tweestrijd. Ze zal zich kunnen
|gen in een grote innerlijke rust en vaak
I ze populair zijn bij anderen. Ze zal een
in mens zijn; iemand die geen eerzucht
langezien ze de neiging zal hebben een
en rustig leven te leiden. Het evenwicht,
ale harmonie van het karakter vertoont
irk positief beeld",
zo. Aan de baby die op Het Loo via
en kleuterschap langzaam bakvis werd,
t nog niet af te zien. De archieven geven
het volgende prijs: „Iedereen aan het
opgetogen over de eenvoud, het natuur-
het ongewoon gewone van dif' konings-
Ze geeft zich geen houding, is onge
in, is echt, heeft niet de paieislucht in-
d, maar de lucht van Nederland. Een
oes, met haar lieve natuurlijkheid en har-
lanhankelijkheid. Een zonneschijntje",
leide ze op, „in de ruime natuur en de
Ie atmosfeer van het Gelderse". Vanwege
ïinklijke plichten die Wilhelmina wegrie-
'as ze dikwijls alleen met haar vader die
erk aan zijn dochter hechtte. Juliana zelf-
iebben samen veel stoute dingetjes ge-
Een tijdgenoot: „Het vaderlijk gezag
meer bij tot de vorming van de prinses
meesten weten".
KONINGIN JULIANA,
DIEP GEKWETST:
oven de leerplicht was een konings
kind natuurlijk verheven, maar
niet boven de plicht om te leren.
Ideaal van moeder Wilhelmina:
haar dochter enerzijds een zo ge
woon mogelijke schoolopleiding te
bieden, maar daarnaast een oplei
ding die karaktervorming op basis van inzicht
stelde boven verstarde aanwerving van parate
kennis. Via privéonderricht waarbij lager en
middelbaar niveau in elkaar overvloeiden, be
reikte ze dé leeftijd van 18 jaar waarop ze vol-
Rechts: In januari 1940 liep Juliana met haar
mede-oudleden door de Leidse straten tijdens
een reünie van vrouwelijke studenten. In de
„Vergulde Turk" werd gezamenlijk de lunch
gebruikt.
en greep ze de directe telefoon naar premier
Den Uyl met het bevel: „Wilt u daar onmiddel
lijk mee laten ophouden!" Meer voorbeelden
kennen we niet, mochten ze er al geweest zijn.
„Ik ben een onpartijdig mens, door roeping en
van nature", heeft ze over zichzelf gezegd.
Maar ook: „Ik heb het voordeel op een uitkijk
toren te staan". Door haar scherpe verstand
(„dat zich het best doet gelden in een gesprek
onder vier ogen of in kleine kring, want in
groot gezelschap voelt ze zich nooit helemaal
op haar gemak", aldus iemand die haar goed
kent) heeft ze zich wel degelijk een invloedrijke
positie weten te veroveren. „Haar adviseurs
kunnen haar niets op de mouw spelden. Ze
komt alles te weten, ook over persoonlijke wrij
vingen, en kan alles controleren doordat ze met
personen van alle politieke richtingen praat. Bo
vendien hebben adviseurs door haar onkreuk
baar persoonlijk gedrag in hoge mate eerbied
voor haar; reden tot eerlijke openhartigheid bij
de gesprekken".
Macht mag ze dan in onze grondwettelijke mo
narchie niet bezitten, „ik heb nog altijd mijn
morele verantwoordelijkheid", om haar eigen
woorden te gebruiken.
Het vermogen om gekwetst te worden, dat
heeft ze ook, menselijk als ze is. Vaak praat ze
er niet over, maar een enkele keer wel. Toen
de storm rond de affaire Greet Hofman was ge
luwd, kon men haar horen verzuchten: „Waar
om trachten sommige mensen een wig te drij
ven tussen een man en een vrouw in vergeefse
pogingen tot het vernietigen van een diepge
wortelde egnheid?" Dezelfde verzuchting heeft
ze misschien geslaakt naar aanleiding van de
Lockheed-affaire die haar diep moet hebben be
roerd, maar waarover ze zich nooit heeft kun
nen uitspreken.
Ook dit heeft ze gezegd: „Ik heb hartgrondig
het land aan- kouwe drukte en pompeus gedoe.
En als iemand denkt mij daar een plezier mee
te doen, dan vind ik het eigenlijk nogal grie
vend, dat men zo over mij denkt". Bij een an
dere gelegenheid vertrouwde ze haar gehoor
toe: „Ik vind het afschuwelijk dat er zoveel mis
verstanden ^bestaan... dat ik enorm rijk, conser
vatief en hooghartig zou zijn".
Hierbij dan ook een tip voor iedereen die de
koningin ooit een brief zou willen schrijvep: on
derteken hem nooit met „uw dienstwillige die
naar"., want daar heeft ze een verschrikkelijke
hekel aan.
elden echter heeft ze zich zo ver
toornd geuit als naar aanleiding van
de geboorte van haar eerste klein
zoon, Willem-Alexander. „Een erg
lieve jongen overigens. Maar bij een
officiële gelegenheid riep een vrouw
uit het publiek: we hebben een ko
ning. Hoe weet je nu of een kind in de wieg
ooit een koning zal zijn? Maar een man is au
tomatisch koning en een vrouw is tweederangs.
Dat heeft me diep gekwetst".
Zo'n uitlating leert dat Juliana naast haar hoog
geschatte nederigheid („Wie ben ik dat ik dit
doen mag?") ook een gezonde portie eigen
waarde heeft, als koningin en als vrouw. Daar
om moeten de speculaties over haar aftreden
die toenamen met het klimmen der jaren, haar
geërgerd hebben. Lichamelijk is ze van ijzer,
weet iedereen uit haar omgeving. En geestelijk
is ze steeds sterker geworden. Haar uitzonderlij
ke gevoeligheid heeft ze allengs beter in de
hand weten te krijgen door het gegroeide ver
mogen om afstand te nemen. Daarna heeft ze,
toen het verdriet om allerlei gezinsproblemen
eenmaal overwonnen was, aan het plezier om
haar kleinkinderen een jeugdige vitaliteit ont
leend.
75 Procent van haar onderdanen roemt haar
eerlijkheid, 73 procent haar geschiktheid voor
het ambt, 6^ procent haar vermogen om dicht
bij gewone mensen te staan, 53 procent haar
liefheid. Geen enquête zou een betere Lands
vrouwe aan kunnen wijzen. Waarom zou ze dan
gaan?
„De vervulling van mijn functie is vaak anders
geweest dan ik had verwacht", heeft ze be
kend. „Soms voldoening gevend, soms teleur
stellend. Soms prettig, soms onaangenaam.
Soms moeilijker, soms makkelijker dan ik had
verwacht. Maar altijd boeiend en interessant".
Haar motto daarbij was: „Laten wij ons uiterste
best doen; laat ons de rest aan God overlaten".
Koningin Juliana bijvallen in dit streven..., een
beter cadeau kunnen we haar op haar zeventig
ste verjaardag niet geven.
PIET SNOEREN
gens de geest van de grondwet „tot regeren in
staat geacht werd".
„Ze was zo nodig bereid en gereed om die le
venstaak op zich te nemen", schrijft een bio
graaf, „maar ze hunkerde naar verdere ontplooi
ing zonder de lasten van het landsbestuur,
naar ontwikkeling uit eigen kracht zonder de
belemmering van maatschappelijke .plichten".
Moeder Wilhelmina die uit eigen bittere erva
ring wist wat het betekende al op 19-jarige
leeftijd een kroon te moeten dragen, stimuleer
de de wens van haar dochter en zo ging ze de
twee jaren in Leiden studeren die er op haar
eigen dringende verzoek drie zouden worden.
Ongediplomeerd, ja, maar allerminst onge
schoold. Een krant beschrijft haar in die tijd al
dus: „De prinses was gekleed in een zeegroen
avondtoiletje, wat nu niet zo erg harmonieerde
bij haar gezonde rode gelaatskleur. Bovendien
schaterlachte ze". Geen beste beurt.
„Juliana heeft altijd", zegt koningin Wilhelmina
in haar memoires, „een sterke behoefte aan
menselijke gemeenschapgevoeld. Dat is een
kenmerkende trek in haar karakter".
Zelf vertrouwde Juliana een boezemvriendin
ooit toe: „Als ik geen andere bestemming had,
zou ik maatschappelijk werkster willen worden".
Later verklaarde ze in een officiële toespraak:
„Een roéping tot maatschappelijk werk waarbij
met zo groot mogelijke krachtsinspanningen te
vens een zo groot mogelijke fijngevoeligheid
gepaard moet gaan, behoort naar mijn mening
tot de mooiste roepingen die er zijn".
Maar koningin moest ze worden, en als volgt
sprak Wilhelmina over haar bij de overdracht
van troon en kroon: „Grobt was het geloof van
de stammoeder wier naam zij draagt, de taaie
volharding en offervaardigheid; groot was het
verstand, de bezieling en het moederlijk hart
van Juliana, de moeder van de Vader des Va
derlands. Ik kan mijn dochter geen betere wens
meegeven dan dat zij, geheel als kind van haar
eigen tijd, bezieling moge putten uit deze lich
tende gestalte voor wie gold: ik heb de goede
strijd gestreden; ik heb de loop geëindigd, ik
heb het geloof behouden".
september 1948. De inhuldiging van
Juliana als koningin. Krachtens het
geldende protocol moest prins
Bernhard enkele passen achter haar
de Nieuwe Kerk in Amsterdam bin
nenschrijden. Maar dat weigerde ze
beslist. „Heren, ik ben wettig ge
trouwd". Veel kans tot eigenhandig ingrijpen
heeft ze daarna niet meer gehad; daarvoor is
de leiband van de ministeriële verantwoordelijk
heid te straf. Ze deed het nog in 1952 toen ze
onder dreiging met aftreden de oorlogsmisdadi
ger Willy Lages gratie van de doodstraf gaf. Ze
probeerde het in 1970 toen het kabinet haar er.
slechts met de grootste moeite van kon weer
houden naar de door Molukkers bezette ambts
woning van de Indonesiche ambassadeur te
gaan om haar rebellerende onderdanen toe te
spreken.
In 1975 zag ze op de televisie hoe gewapende
politiemannen optraden tegen zwakzinnigen en
zwakzinnigenverzorgers in opstandig Dennendal
Boven: 6 September 1948: de inhuldiging van
Juliana als koningin. Prins Bernhard niet,
zoals het protocol eiste achter, maar naast
zijn vrouw.