Jlerensingelkerk wordt bedreigt Pottenbakker Pieter Groeneveldt wil van ophouden weten uit lekkend dak itioor hemelwater t^ad/regio LEIDSE COURANT VRIJDAG 13 APRIL 1979 PAGINA 5 Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. Allemaal voor het behoud van de Herensingelkerk. „Je weet gewoon niet wat je het beste kunt doen in een ge meenschap die niet draag krachtig is", vertelt de pen ningmeester „der tijdelijke zaken" van de parochied Wie ook een steek in z'n ziel heeft ontvangen, bij het zien van de balans van het vorig jaar, met ruim 13.000 gulden schuld, is Aad Sin- gerling, actief in het Lei- den-Noordse leven en lid te vens van het zangkoor. Sa men met koordirigent Har- rie Thorn klom hij laatst tot boven in de nok, van het kerkdak en zag daar een inferno: „minstens vijftig schimmelplekken en aange taste houten dakbinten. Dat zal pater Piet nog nooit ge zien hebben, denk ik. Moet- ie ook maar niet zien, want die man, onze enige pastor, heeft al genoeg ellende aan z'n hoofd. Enfin, ik schrijf nogal veel gedichten en ik wilde reclame gaan maken voor onze kerk in nood. Het orgel is vorig jaar prima gerestaureerd; best in orde, maar nu is er weer de drei ging van het water boven op het koor. Er moet nu 152.000 gulden op tafel ko men voor het dak. Nou, dat komt er nooit, in Lëiden- Noord, waar de meeste be woners al bejaard zijn. Als de kerk gesloten zou moe ten worden, zijn die mensen er de dupe van. Mijn he mel, dat geld is wat. Wat zou je zeggen als je weet dat de penningmeester meer aan stookkosten kwijt was dan dat er aan collectegel den binnen is gekomen?" „Ik wil dit bekend maken in heel Leiden en daarbui ten. De meeste mensen we ten het nog niet. Men denkt vaak: die pater Piet zeurt maar over geld; maar die man staat er toch maar als enige pastor helemaal alleen voor. Die man heeft het heel erg hard op,het ogen blik, ook al zou hij daar niet voor uit willen komen. De jongeren zijn hier veelal weggetrokken, maar wie hier eens gedoopt en ge trouwd is zal, naar ik hoop, willen reageren. Hier in Lei den Noord, wonen de mees te bejaarden van de stad en er is niet eens een bejaar dencentrum. Je moet er niet aan denken, dat er iets met die kerk zou gebeuren. Waar moeten die slechten ter been dan naar toe? Het is nog de enige kerk van Noord, ook protestantse kerken zijn er niet meer te vinden. Als de mensen hier, en vooral de ouderen onder ons, niet meer naar de kerk zouden kunnen... Vreselijk vind ik dat", zo voelt Aad Singerling het. Singerling, die z'n buurt tot in de meest verborgen hoe ken kent: „doodzonde van zo'n stevig, gaaf gebouw. Als het oude rommel was kon je zeggen: breek maar af en bouw een kapelletje. Maar er zit geen scheurtje in, in die kerk van ons". Toen schreef Singerling een gedicht, dat hij „Noodkreet" noemde en het gaat als volgt. „Hij staat er nog maar al leen die Herensingelkerk. Het bolwerk is van steen maar het dak is niet meer sterk. Die kerk in Leiden-Noord is de enige die er nog staat en geloof mij op mijn woord, dat het zo niet langer gaat. Want die kerk verkeert in nood en het dak lekt overal. De kans is nu heel groot, dat ook hij verdwijnen zal. Als er in Leiden-Noord niet ene kerk meer staat, dan is het voor Gods Woord in Leiden-Noord te laat Daarom schreef ik dit ge dicht het Paasfeest komt weer aan. De smeek u, stort een gift zodat die kerk bij ons blijft staan. Geef de penningmeester werk en stuur een gift aan hem Dan blijft de Herensingel- kerk voor ons een Betlehem...". Dan, bijna nog mooier dan het poëm van Aad Singer ling, laat ik het gironummer klinken: 2690949. Het adres is Penningmeester, Heren- singelkerk te Leiden. Ook zou ik verder willen voor stellen, het lied van Aad Singerling en zijn Herensin gelmedemensen, die zo'n groot stuk van hun werke lijk welzijn vinden in hun eigen kerk, niet solo te la ten zingen. Dat moet ge woonweg meerstemmig kun nen. Het is, net zoals eens met het Bio-vakantie-oord: allemaal een duit in het zakje, en heel veel levens, tot en met de zwakkere waakvlammetjes, blijven ge zond op de zijwegen naar het eindspoor. Geen ontwik kelingshulp deze keer, maar het lenigen van een nood vlak om de hoek. Dat kan toch niet verkeerd zijn. OVERZICHTS EXPOSITIE 90-JAMGB iei IORSCHOTENSE nog niet KUNSTENAAR kunstenaar te zijn. „Ik wil ook geen kunstenaar genoemd -wordenik ben pottenbakker." Hij laat zich er wel op voorstaan dat hij romanticus in hart en nieren is. In een gesprek duikt steeds weer de in vloed van zijn Chinese voorouders op. Als afstammeling van een Chinese grootmoeder voelt hij zich zijn leven lang aangetrokken tot de Chinese cul tuur, die tientallen eeuwen onverbreke lijk verbonden is geweest met aarde werk. Chinese voorwerpen tegen een wand van de woonkamer getuigen van zijn voorliefde. De Chinese muur, noemt hij het. Eenvoud De oermaterie klei krijgt bij Pieter Groeneveldt op de elektrisch aangedre ven draaischijf een vorm, die opvalt door zijn serene eenvoud en harmoni sche lijnen. „Moderne en grillige vormen liggen me niet." Voor de Voorschotense kunstenaar ook geen barok of Jugend stil. Zijn geraffineerde gebruik van gla zuur voegt een dimensie toe aan de ont werpen, waarbij hij gebruik maakt van zachte, somtijds tere kleuren, die het wezen van de kleur van de gebruikte klei intact laat. De keramikus wil het produkt „zijn eigen persoonlijkheid laten tonen". Opvallend daarbij is dat de va zen, kommen en potten op een voetstuk staan en bijna alle een deksel hebben. „Aardewerk zonder voet is als een schil derij zonder lijst," is zijn mening en huisgenoot, Jacques Huyser, demon streert het standpunt van de kunstenaar door een vaas van zijn voetstuk te ne men en zonder meer op de schoorsteen mantel te zetten. „Je moet het laten zien als een apart voorwerp," zegt Pieter Groeneveldt, „anders wordt het lomp." De toepassing van deksels, eventueel met ornamenten versierd, verklaart hij aldus: „Je moet niet in een donker gat kijken. Je kunt mijn vazen voor bloe men gebruiken, maar als die er niet in staan, moet het deksel er weer op." De vormen van de ornamenten zijn subtiel aangeduid, zonder details. „Bij het vor men met de hand word je gewezen, bui ten je om." Portretschilder Geboren in het Nederlands-Indische Ba tavia op 27 maart 1889 als zoon van een hoge gouvernementsambtenaar kwam hij rond de eeuwwisseling naar Neder land om rechten te studeren. Zijn voor keur ging echter uit naar de beeldende kunst Na zijn studie in Amsterdam en Parijs was een atelier aan het Haagse Sweeünckplein zijn- eerste onderkomen als portretschilder. Van het gezeur van zijn opdrachtgeefsters kreeg hij echter weldra genoeg. „Jonge, ijdele vrouwen kunnen erg vervelend zijn. Ze hebben kritiek op hun eigen uiterlijk, waardoor je het type, volgens hen, niet goed weer geeft Langzamerhand bekwaamde ik mij in de pottenbakkerij. En met succes. Hij is nog vrijwel dage- hjks aan het werk in zijn atelier, dat zich op de begane grond van zijn wo ning bevindt. De ene expositie wisselt de andere af. Momenteel is zijn werk tentoongesteld in het gemeentehuis van De Lier. Na de overzichtstentoonstelling in Voorschoten gaat zijn werk naar het Culturele Centrum van Philips in Eind hoven. De lege plaatsen van het ver kochte keramiek moeten regelmatig wor den aangevuld. Op zijn lauweren rusten is er voor Pieter Groeneveldt niet bij. En hij heeft er ook geen enkele behoef te aan. „Ik heb geen enkel bezwaar te gen het leven. Het is gezellig, en ik heb zin om te werken," is het levenslustige credo van dti negentigjarige. Pal naast de kerk woont de heer J. M. Silvester jr., pen ningmeester van het kerk bestuur, wiens achtertuin in de gevarenzone ligt Zo on middellijk tegen het gods huis aangeplakt moet de heer Silvester bij velen de indruk maken zowat alles met het gebouw van doen te hebben. Daarom heeft hij bij wijze van voorzorgsmaa tregel onder zijn naambord je op een papiertje de ver melding „geen koster" ge zet. Kopzorgen genoeg vooi de heer Silvester. Als hij, met een fikse westenwind, in zijn tuin staat, loopt hij de kans dat hij (of één van zijn huisgenoten) een stuk lei op z'n hoofd krijgt. Her haaldelijk laten van die leien, voorzien vaak van scherpe punten, los en tui melen omlaag. Levensge vaarlijk dus voor de familie Silvester. Dat de penning meester almaar tegen die zijgevel van de O.L. Vrouw- Hemelvaart en St. Jozef, moet aankijken is tot daai aan toe, maar hij wil wei graag het leven er bij be houden. „Buiten dat dak om hebben we het eigenlijk niet eens zo vreselijk slécht", moet de heer Silvester bekennen, „er is, vergeleken met een paar jaar terug, een duidelijke toename van het kerkbe zoek hier. Veel Merenwij- kers ook, die het daar op kerkelijk gebied niet zo erg zien zitten, komen naar de Herensingel. Maar toch moeten we de boel zien draaiende te houden. En dat is die post van onder houd: ruim anderhalve ton, veel te gek eigenlijk. Daar moeten we met acties en subsidies iets aan zien te doen. We zijn met het bis dom in gesprek; misschien dat van die kant iets te ver wachten valt, maar ook het diocees kan niet zomaar met stevige middelen over de brug komen. Over een half jaar zullen we toch wel moeten beginnen met dat dak. Anders slaat de her fststorm onder de leien en duvelt de zaak naar bene den. De offerte van ruim 150.000 gulden dateert al weer van oktober vorig jaar. Men klimt niet zomaar tientallen meters hoog om een geweldig dak te repare ren. Het grote probleem zijn de koperen haken waarin de leien hangen. Die raken op. Ze zijn 54 jaar oud en dan mogen ze wei eens vervangen worden". Dat zijn feitelijk dingen, waar je niet zo gauw bij stil staat, maar inmiddels neemt het aantal kale plek ken in het dak toe. „Alle leien moeten eraf en wor den ontspijkerd en dan de leien er weer op", weet de heer Silvester. „Misschien erg simpel, maar doe dat maar even, op die hoogte. Er zit voor minstens een ton aan arbeidsloon in die onkosten. Pater Piet zou zeggen: „De parochie leeft, maar het zijn de centen...". Het enige wat we kunnen doen is aandacht voor onze problemen vragen. Zo komt de Guldens-actie door de hele wijk en bereikt zowel katholieken als niet-katho- lieken. En men geeft graag. Dat hebben we al ruim een maand lang gemerkt. Elke 1 week gaat een legertje vrij willigers langs de deuren om een guldentje op te ha len. Ik moet zeggen: het loopt erg goed. Zo'n actie moet een sneeuwbaleffect krijgen. Dan is er nog de Evenementen-groep, die o.a. een „rommeltjes markt" in elkaar heeft gezet. Op de zaterdagen 21 en 28 april is het weer zover in de pasto rie. Dan kan men z'n spul letjes, zoals speelgoed, plan- Bejaarden zijn bij sluiting 't meest de dupe ten, vazen, potjes, boeken, platen, huishoudelijke arti kelen en nog veel meer kwijt voor de uiteindelijke markt die in mei wordt ge houden. Daar verwachten we ook veel van", aldus de heer Silvester. van de Voorschotense Groeneveldt is een dichtvorm. Een altruïstisch medemens in de loop van leven meer de menselijke zakelijke kant heeft getoond. Als van de bloemenwinkel „Shehe- aan het Noordeinde in Den de „Groeneveldt Aardewerkfa- n Voorschoten bleek hij zakehjk :ces. Aan zijn zakelijke onderne- hield hij wel wat over: een lief- bloemen en planten en zijn ar- ontwikkeling van het pottenbak zestig jaar ervaring als kera- en het heuglijke feil dat hij op 27 in goede gezondheid de negentig leeftijd heeft bereikt, is voor de Voorschoten aanleiding om in van de Openbare Bi- Voorschoten een overzich- van zijn werk te organiseren, van Voorschoten, dr. Ier Haar, opent op vrijdag 20 half negen 's avonds de ten- die de sfeer van de om zich heen koestert. Geen oude man, maar een aristro- gedistingeerd in het pak gesto- en met keurig gekapt sneeuwwit allerminst de indruk weki een Pieter Groeneveldt in werktenue tu&en de bedrijven door even uit injjijn serre. 1 te j teraadl 'J"dak( staat er slechter voor met de Herensingel- r dan een buitenstaander zich voor kan engdefllen. Nog geen 55 jaar oud bevindt de paro- aaniiekerk van O. L. Vrouw Hemelvaart en St. edaw,ief aan de Leidse Herensingel zicb aan de fed van de afgrond. Sierlijk de spits als een --en opk geheven boven het lekkende puntdak uit; ictarel,/ van buiten, nog zeer solide in zijn bak- ™e reD vormgeving. Maar inderdaad zo lek als itig mandje. Er boeft maar even een mals bui- deel! te vallen of al gauw moeten op bepaalde oninènpgebiedjes in bet kerkgebouw beneden 2(K,^imers worden geplaatst om bet regenwater °!^enjkujuieij opvangen. De zondagse kerkgangers ian nog net niet met de voeten in het wa- duit, maar erg lang kan het zo niet doorgaan. en b ouwens. pater Piet (De Ridder) nog evoer eds missionaris van bet zuiverste gehalte bereid om slechts met het allernoodzake- „Jkste te zien rond te komen: „Als ik iets or een dubbeltje kan doen boef ik geen gul- zijiin te hebben", zo is ongeveer zijn mentati- mog(f( van onthechting heeft al herhaalde ma- zijn kudde en buitenparochiële gelovige zoekers te kennen gegeven, dat de zaak ge iten zal moeten worden als er niet iets ge urt met bet dak. j Herensingelkerk: de laatste kerk in Leiden-Noord iemand begeerten of naar eer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 5