Blinden willen de
plaats waar ze
recht op hebben
Werkwijze parlement is
aan verbetering toe
Gas voor
verwarming
uit gegiste
varkensmest
rote goudschat
evonden in
fghaanse
oningsgraven
-inenland/buitenland
Politiek
Partij
Parlement
LEIDSE COURANT
VRIJDAG 13 APRIL 1979 PAGINA 15
DEN HAAG „Geef ons de
plaats waar we recht op
hebben" is het verzoek dat
de blinden en slechtzienden
in ons land richten aan ie
dereen die hen die plaats
kan geven: de maatschappij
in het algemeen en de over
heid, werkgevers en vakbon
den in het bijzonder. Zij
hebben daarom van elk van
deze groeperingen een aantal
mensen opgetrommeld die op
een manifestatie, die 21 april
in de Meerpaal in Dronten
wordt gehouden, vragen ten
aanzien van deze wens mo
gen beantwoorden.
De NVBS wil een bestuursplaats bij de Stichting Ge
leidehondenfonds, om te bevorderen dat iedereen de
hond krijgt die hij of zij nodig heeft.
IS,
iroepsmogelijkheden voor blinden en slechtzienden zijn welis-
beperkt, maar veel kunnen ze wel, als ze maar een kans krij-
GROTE MANIFEST A TIE IN DRONTEN
aan de plaats waarop ook blinden en
tienden (visueel gehandicapten) recht
ontbreekt nogal het een en ander,
n ervan uit dat wij gelijkwaardig zijn
lie andere mensen in Nederland. Op ba-
aarvan vragen wij bijvoorbeeld mede
enschap, wanneer het gaat om diensten
ns door bepaalde instellingen worden
end. Dat gebeurt nog veel te weinig", al-
nr. P.A. Kneppers, voorzitter van de in
door een fusie ontstane Nederlandse Ver
lig van Blinden en Slechtzienden (NVBS).
leze vereniging zijn de Nederlandse Blin-
nd, de katholieke bond St. Odylia en
«nootschap Petronella Moens gaan sa-
werken, waardoor de NVBS nu circa 5000
nheeft.
ik vraagt de NVBS bijvoorbeeld aan de
ibibliotheken. Deze door de overheid
sidieerde instellingen zijn niet zo gaarne
iemand te laten meepraten over de lec-
rstrekking. Maar hierin zal verandering
te komen, want staatssecretaris Kraai-
Wouters van CRM heeft daten weten dat
ak dit jaar gerealiseerd moet zijn. „Zo-
aldus de bewindsvrouw, „dan zal ik zelf
hoe die inspraak er zal gaan uitzien",
gunstige ontwikkeling", aldus de lieer
•rs, die ook zou willen dat een dergelij-
gevolgd zou worden, wanneer het gaat
Stichting Geleidehondenfonds. „Maar
helaas niet mogelijk omdat het hier
een particuliere instelling, waar ook
n erheid geen zeggenschap over heeft. Het
organisatie die wordt bestuurd op de
wetse regenten-manier. Geen sprake van
zeggenschap danook bij de besluitvor-
De blinden in Nederland hebben geen
inzicht, laat staan inbreng, in de gang
zaken. Dat hoeft geen afbreuk te doen
iet goed functioneren van de organisatie,
uit de klachten die bij de NVBS binnen-
n over de Stichting Geleidehondenfonds,
iet beter zijn wanneer wij een bestuurs-
e in deze stichting konden bekleden.
Daarmee zou voorkomen kunnen worden dat
mensen, die een goede geleidehond hard nodig
hebben, jarenlang moeten sukkelen met hon
den die niet voor hen geschikt zijn", aldus de
heer Kneppers.
Naar schatting telt ons land 34.000 blinden en
slechtzienden, van wie er 17.000 geregistreerd
zijn bij het Nederlands Blindenwezen. Mensen
die, als ze geen werk kunnen vinden, de
grootste moeite hebben om de touwtjes aan
elkaar te knopen. Want zoals alle gehandicap
ten, hebben blinde en slechtziende mensen
hoge kosten voor bijvoorbeeld taxi's en ande
re vormen van openbaar vervoer, voor kle
ding (want een ongeluk zit in een klein hoek
je), voor hulpmiddelen om de handicap ten
dele te compenseren enz. In ons omringende
landen krijgen gehandicapten automatisch een
uitkering om de kosten voor een deel te dek
ken. In ons land bestaat een dergelijke uitke
ring echter niet. Wel zijn er bepaalde voorzie
ningen zoals de wao en de aaw, maar daar
voor mag je niet over meer dan een bepaald
minimum-inkomen beschikken.
De wensenlijst van de NVBS is lang. Zo zou
men willen dat de vereniging (de blinden in
ons land zijn al 84 jaar georganiseerd) over
heidssubsidie krijgt als belangenbehartigende
organisatie. Op het ogenblik is de organisatie
afhankelijk van contributies en van giften.
Maar de NVBS wil af van de „liefdadigheid".
„We zijn normale mensen, net als iedereen.
Als je dan gaat collecteren voor „de blinden",
bevestig je de bestaande vooroordelen, die
zeggen, dat mensen die hun gezichtsvermogen
missen, hulpbehoevend zijn. Daarom voeren
wij geen financiële acties. Dat kan ook niet
wanneer je uitgaat van gelijkwaardigheid", zo
meent de heer Kneppers.
„Wanneer je blinden een behoorlijke plaats
wilt toebedelen in de samenleving, dan moet
de samenleving belemmeringen wegnemen. Zij
dient de mobiliteit van visueel gehandicapten
te handhaven, danwel te verhogen. Daarom
moet men zeer voorzichtig zijn wanneer het
bijvoorbeeld gaat om bezuinigingen op het o-
penbaar vervoer. Veel mensen, en zeker
slechtzienden, zijn volledig afhankelijk van het
openbaar vervoer. Alternatieven die naar vo
ren worden gebracht zijn lang niet voor ieder
een geschikt. De mobiliteit van blinden wordt
ook bevorderd, wanneer zij als voetgangers op
een veilige mémier aan het verkeer kunnen
deelnemen. Vandaar dat wij graag zagen dat
de gemeenten rateltikkers aanbrachten bij
verkeerslichten, waaruit kan worden opge
maakt of het licht op groen staat. Dat maakt
deze mensen zelfstandiger. Voor slechtzienden
zou men bij oversteekplaatsen de stoepranden
kunnen verven in duidelijk contrasterende
kleuren, zou men verkeersaanwijzingen kun
nen aanbrengen in duidelijke letters op oog
hoogte. Een aantal gemeenten heeft dergelijke
voorzieningen al aangebracht, maar het is nog
lang niet algemeen".
Blinden en slechtzienden willgn trouwens niet
alleen een behoorlijke plaats in de samenle
ving, zij willen een volwaardige plaats. Ook
daaraan ontbreekt het vaak. „Veel mensen
vinden hun levensvervulling in volwaardige
arbeid. Voor ons geldt dat niet minder. Welis
waar zijn onze beroepsmogelijkheden beperkt,
maar veel kunnen wij wel. Alleen zou er meer
en gedegener onderzoek moeten worden ver
richt naar beroepsmogelijkheden".
De arbeidsbemiddeling kan ook wel wat ver
beteringen velen. „Tegenwoordig levert elke
personeelsadvertenties stapels sollicitaties op.
Er volgt een scherpe selectie en daarbij wor
den alle „probleemgevallen" automatisch opzij
geschoven. De visueel gehandicapten vallen
daar altijd onder. Er wordt dan niet bekeken
of de sollicitant capaciteiten heeft Nee, hij is
blind en krijgt niet eens de kans om zijn ca
paciteiten nader toe te lichten of te bewijzen.
Realiseert men zich dan niet dat, als een blin
de op een advertentie reageert, deze voor
zichzelf weet dat hij de problemen die liggen
tussen het werk dat hij moet doen en zijn
handicap kan oplossen. Maar hij krijgt niet
eens de kans", aldus de heer lóieppers die
van mening is dat noch de vakbonden, noch
de werkgevers zich tot nu toe veel gelegen
hebben laten liggen aan de werkgelegenheids
situatie van gehandicapten. Weliswaar bestaat
er de zgn. een-procentsnorm, die stelt dat het
personeel van een bedrijf voor minstens een
procent uit gehandicapten moet bestaan, maar
volgens de heer Kneppers sorteert deze rege
ling weinig effect. Ook hier dus een wens tot
verbetering. Want hoe gering de werkgelegen
heid voor visueel gehandicapten ook is, zij
wordt nog kleiner. De automatisering heeft
veel arbeidsplaatsen voor visueel gehandicap
ten doen verdwijnen. Er zijn er enkele bijge
komen (zoals computer-operators) maar velen
zijn hun baan kwijt geraakt. Om een voor
beeld te noemen: vroeger hadden bedrijven
vier telefonistes nodig; met de automatisering
kan één telefoniste het tegenwoordig alleen af.
Een hele serie wensen en vragen derhalve,
waarop op de manifestatie misschien enige
antwoorden kunnen worden gegeven. Er zal
ondermeer een forum zijn van vertegenwoor
digers van de vakbonden, de werkgeversorga
nisaties en van de politieke partijen CDA,
PvdA en D'66. Ook zal de secretaris-generaal
van het ministerie van CRM op de manifesta
tie aan een stortvloed van vragen worden on
derworpen. Aanvankelijk was het de bedoe
ling dat deze vragen aan minister Garderniers
zouden worden gesteld, maar zij kan alleen
een gedeelte van de bijeenkomst meemaken.
Alle blinden en slechtzienden in ons land wor
den uitgenodigd de manifestatie bij te wonen.
Deelname kost 20 gulden voor blinden en
slechtzienden en 10 gulden voor hun begelei
ders. Hierbij is de reis inbegrepen. Men kan
zich aanmelden bij een van de negentien afde
lingssecretariaten. (Afdeling Den Haag/Delft:
mevrouw A. Snijders in Voorburg, 070
869671; Afdeling Leiden: mevrouw J. de Rooy,
071—891945).
LONNEKE VAN KOOT
(Van een onzer verslaggevers)
GARDEREN De eerste en voorlopig ook enige instal
latie voor het winnen van methaangas uit dierlijke mest
in ons land en vermoedelijk in West-Europa komt dezer
dagen in bedrijf op de varkenshouderij van de heer M.
van- Ee. in Garderen. Uit de mest van ongeveer 2J>00
varkens kan men in de wintermaanden gas winnen,
waarmee de verblijven van de dieren behoorlijk op tem
peratuur kunnen worden gehouden en waarmee zelfs de
verwarming van vrij veel in het bedrijf benodigd water
kan worden geregeld. Ook behoort de verwarming van
de bij het bedrijf behorende woonruimten, in het geval
Van Ee gaat het om drie woningen, tot de mogelijkhe
den.
Daarmee heeft Garderen niet alleen voor ons land maar
voor heel West-Europa een primeur, die overigens al lang
in de pen zat maar door de dreigende energieschaarste
extra aan betekenis heeft gewonnen. Momenteel vereist
de installatie van de vergassingsapparatuur en de aanleg
vammestcontainers nog een vrij groot bedrag. Dat loopt
tegen de ton, maar op den duur zullen de kosten vermin
deren, zodat deskundigen nu al voorspellen dat de win
ning van methaangas uit mest niet alleen een bijdrage
kan leveren aan besparing van de conventionele energie
bronnen, maar ook rendabele zal worden. Voordeel is bo
vendien, dat de stank van de varkensmest door de gis
ting, nodig voor de bereiding van het gas, aanzienlijk
vermindert.
Uit mest gewonnen gas bestaat voor 70 procent uit me
thaangas en rond 30 procent uit koolzuurgas met sporen
zwavelwaterstof. De verbrandingswarmte van een kubie
ke meter van dit gas kan gesteld worden op 5.500 kiloca
lorieën. Eén kuub methaangas kan gelijk gesteld worden
met eenzelfde hoeveelheid aardgas een halve liter diese
lolie of een halve üter petroleum.
De winning van gas uit mest is overigens niet nieuw. Al
voor de eeuwwisseling werd het systeem in Engeland toe
gepast en in de Tweede Wereldoorlog bouwde men in
Duitsland een dozijn van die installaties. In de vijftiger
jaren had Frankrijk er in eigen land en in Algerije hon
derden in bedrijf, maar toen aan het eind van de vijfti
ger jaren .voldoende energie beschikbaar kwam, nam de
belangstelling voor de winning van gas uit mest ziendero
gen af.
Technisch is momenteel zo'n installatie voor de winning
van methaangas uit dunne mest pas te gebruiken als
men kan beschikken over de mest véin 2.500 tot 3.000
varkens. In de mestkelders dient men een voorraad van
tenminste 150 kuub mest te hebben. De mest gaat overi
gens pas gisten bij zo'n 45 graden. Die warmte moet ver
kregen worden door aardgas waarmee de installatie moet
worden „opgestart". Loopt het gaswinningsproces een
maal, dan kan de vereiste temperatuur van het mest-
mengsel door de zelf verkregen gasvoorraad op peil wor
den gehouden. De voor de gasproduktie benodigde mest
dient ten minste 15 dagen opgeslagen te zijn geweest.
Dunne rundveemest, ook voor de fabrikatie van gas te
gebruiken, dient wat meer „belegen" te zijn.
De commissie hinderpreventie veeteeltbedrijven, die de
realisatie van de eerste installatie in ons land heeft gesti
muleerd, besteedt bij de begeleiding van dit projekt ook
aandacht aan de benutting van het geproduceerde gas en
de afzet van de uitgegiste mest. De eerste ervaringen blij
ken over de gehele linie positief en de belangstelling uit
het bedrijfsleven neemt sterk toe.
KOU In een lange tijd. onvindbare koninklijke be-
plaats in Noord-Afghanistan zijn duizenden goudstukken
eraden aangetroffen. Een Russisch-Afghaanse archeologi-
expeditie, die al bijna tien jaar in het bewuste gebied
liet werk was, stuitte op de uit de eerste eeuw stammen-
egraafplaats tijdens routine graafwerkzaamheden op een
Russische archeologen zeiden deze week tegen het Rus-
persbureau Nowosti dat sinds met het graven werd
men, meer dan 20.000 gouden sieraden zijn ontdekt, som
met een gewicht van een kilo. De Russische leden van
ircheologen-team, die pas onlangs in Moskou terugkeer-
noemden de vond één van de grootste van deze eeuw, te
M lijken met de ontdekking van de tombe van Toetancha-
n Egypte in 1922.
Nu toe waren zes graven opgegraven, aldus de Russische
Éfctóologen. Een zevende werd in februari blootgelegd en on-
y| >evvaking geplaatst, totdat het zorgvuldig onderzocht kon
egraven schat werd gevonden in de nabijheid van de stad
rgan, ongeveer 80 kilometer ten zuiden van de grens met
Ussische Oezbekistan,
eide onc*st kwam als volledige verrassing voor de archeologen,
240]'' omdat de graven geen herkenningstekenen droegen,
pchijnlijk om ze te beschermen tegen grafrovers,
is het persbureau Novosti waren de dode koningen ge
ld in twee of drie gewaden vol met het versieringen en
i platen. „Het hoofd van de begraven koning rustte op
rote gouden schotel met een kleine gouden boom als
atie. Om de kaaik zaten gouden linten en op het hoofd
etlgouden kroon", aldus Novosit. De archeologen vonden
toog fijne gouden hangers, bekers, ringen, dolken en bro-
tns Victor Sarianidi, de leider van de expeditie en lid van
C archeologisch instituut van de Russische academie van
Nchappen, stammen de graven uit de eerste en tweede
na Christus. Volgens hem waren duidelijk de invloeden
irfpH ^schillende culturen waar te nemen, zoals Griekse, Ro-
itgaiiK. Ind sche en Chinese. Hij was er bovendien zeker van
log andere koninklijke graven in het gebied zouden wor-
pvonden. Hij zei dat Afghanistan recht zou hebben op de
?nt®r maar dat Rusland het alleenrecht op publikatie van de
zou hebben. De expeditie bestond uit zeven Russische
"Afghaanse archeologen en 150 Afghaanse arbeiders.
DEN HAAG De discussie over de
praktijk van de parlementaire demo
cratie in Nederland is de laatste
tijd weer eens op voile toeren geko
men. Dat is een goede zaak; het is
immers van groot belang dat ge
streefd wordt naar een optimale uit
voering van het vrijwel algemeen
aanvaarde beginsel van de parle
mentaire democratie.
Dat die discussie weer eens op gang is geko
men isin niet geringe mate te danken aan
een recent door de jubilerende Jongerenorga
nisatie Vrijheid en Democratie (JOUD) uitge
geven boekje en de belangwekkende rede die
de tweede voorzitter van de Pvd A-Tweede-Ka
merfractie Ed van Thijn op een JOUD-con-
gres hield.
Veel leden van de Tweede Kamer klagen re
gelmatig dat de Kamer onvoldoende greep op
het beleid heeft en erg vaak achter de feiten
aanholt. Debatten in de Kamer worden dik
wijls als frustrerend ervaren, niet alleen door
de parlementariërs zelf maar ook door belang
stellenden die de debatten volgen. Een van de
zeer concrete klachten is, dat de Tweede Ka
mer onvoldoende bewerktuigd is om haar par
tij mee te blazen in de veelomvattende wetge
vende arbeid.
Wie de praktijk van alledag op het Binnenhof
volgt heeft inderdaad reden om bezorgd te
zijn. Kamerleden rennen van de ene naar de
andere bespreking, krijgen in het algemeen
weinig gelegenheid om echt diepgaand op no
ta's, waarvan een deel niet of pas na heel lan
ge tijd wordt uitgevoerd.
Vooral de oppositie heeft het zwaar omdat het
nogal eens voorkomt dat redelijke moties en
amendementen door de Kamermeerderheid al
leen maar verworpen worden omdat aanvaar
ding politieke consequenties zou hebben. Een
fors minpunt is ook de wijze van functioneren
van de Kamer. Hoe slecht de werkwijze van
de Kamer soms is, bleek vorige week nog
eens toen de Kamer er niet in slaagde de be
sluitvorming over de problematiek van de
psychiatrische patiënten voor het Paasreces af
te ronden. Het ging nota bene over een zaak
die de kamer - terecht - met spoed aan de
orde had gesteld. De besluitvorming werd ge
frustreerd doordat een Kamerlid het presteer
de rond vijf uur in de ochtend een nieuwe
motie in te dienen die een andere zou moeten
vervangen; daarover kon niet meer gestemd
worden.
Een immens probleem wordt léingzamerhand
het gerommel met de Kameragenda. Er gaat
vrijwel geen week voorbij of de agenda wordt
krachtig omgegooid.
Dat is niet alleen verschrikkelijk lastig voor
de Kamerleden zelf - en vooral voor de
woordvoerders van de fracties - maar ook
voor niet-parlementariërs die uit betrokken
heid met het behandelde onderwerp naar het
Kamergebouw komen om een debat bij te wo
nen. Trouwens, ook de ministers en de staats
secretarissen „lijden" onder de yaak chaoti
sche agendering omdat zij hun tijdsindeling
eveneens op die van de Kamer(s) moeten af
stemmen. Wee de bewindsman die - afgezien
van internationale verplichtingen - andere za
ken vóór een discussie met het parlement laat
gaan.
Het wordt allemaal nog navranter wanneer
men bedenkt dat de Tweede Kamer door een
zeer streng man wordt voorgezeten. Aan hem
ligt het niet. Er is niemand die zou willen be
weren dat voorzitter Vondeling niet met hand
en tand tegen het gerommel met de agenda
zou strijden. Integendeel: deze voorzitter doet
dag in, dat uit alle mogelijke pogingen om
orde op zaken te krijgen, maar hij vecht vaak
tevergeefs.
Een niet tegen te houden ontwikkeling is ook
dat het aantal besprekingen waarvan Kamer
leden uit hoofde van hun functie moeten deel
nemen snel toeneemt. Menig Kamerlid maakt
werkweken van tachtig tot negentig uren zon
der dat hij of zij het gevoel heeft dit werk
optimaal verricht te hebben.
Het wordt de hoogste tijd dat de Kamer - en
daarvoor is nu, midden in een parlementaire
periode en met straks een nieuwe voorzitter,
een goed moment aangebroken - zich op haar
functioneren gaat bezinnen. Naar mijn mening
zal de Kamer veel meer aandacht moeten ge
ven aan haar beleidsbepalende functie. Daar,
in het parlement, moet de richting van het
toekomstige beleid worden bepaald. Dat is op
dit moment veel te weinig het geval. Het voor
werk, dat in wezen en in grote lijnen in het
parlement zou moeten geschieden, wordt nu
voor een belangrijk deel gedaan in allerlei ad
viesorganen, interdepartementale werkgroepen,
etcetera. In haar agendering kan de Kéimer
ook meer orde brengen dan nu geschiedt. Zij
zou een duidelijke scheiding moeten aanbren
gen tussen de bespreking van allerlei inciden
tele zaken en die van „het" beleid. Ook zou
de Kamer beter bewerktuigd moeten worden.
De fractiestaven zijn in de afgelopen jaren
wel uitgebreid, maar ze staan nog altijd in
geen verhouding met de staven waarover de
bewindslieden beschikken.
Kortom, er kan en moet nog een heleboel ge
beuren. Overigens is er niet alleen tot pessi
misme aanleiding. De Kamer werkt bijzonder
hard en doet veel om tegemoet te komen aan
de eisen die haar terecht door haar kiezers
gesteld worden. De invloed van de Kamer op
het doen en laten van de regering mag niet
onderschat worden. Ministers en staatssecreta
rissen houden wel degelijk rekening met par
lementaire uitspraken. Zelfs op het terrein
van Buitenlandse Zaken, waarop de invloed
van het parlement nog niet zo heel lang gele
den minimaal was, is véin een toenemende
mate van „sturing" sprake. We hebben on
langs nog ervaren dat minister Van der
Klaauw op enkele buitenlandse reizen duide
lijk mede blijk gaf van de gevoelens die in
het Nederlandse parlement leven.
Al met al is er geen reden om al te somber
over het functioneren van de Tweede Kamer
te praten. Wel is er stof genoeg om over een
verbetering van het functioneren te praten;
hopelijk krijgt die discussie binnen de Kamer
spoedig handen en voeten. Met alleen maar
klagen komen we er niet.
Ook de Eerste Kamer kan haar werkwijze
nog wel verbeteren, al is daar in de laatste ja
ren reeds heel wat aan gebeurd. De senatoren
houden zich, algemeen gesproken, aan de
hoofdlijnen van het beleid en trachten onnodi
ge herhalingen van de Tweede Kamer te voor
komen. Niettemin zou het geen luxe zijn als
deze Kamer nog eens denkt over haar eigen
plaats in ons bestel. Bij begrotingsbehandelin
gen zou zij, juist omdat zij daarvoor gelegen
heid heeft, de achtergronden van het beleid
diepgaander kunnen belichten. Een andere in
teressante vraag is of de Eerste Kamer wel de
taak heeft politieke beslissingen van de Twee
de Kamer om te buigen, zoals een deel van
de senatoren - het heeft er althans de schijn
van - nu met de Sanctiewet wat te nadrukke
lijk (via o.a. een hoorzitting) probeert te doen.
EVERT MATHIES.