Anne van den Berg-Lamboo vecht
al 33 j aar voor eerherstel van vader
Kijk op cultuur breidt zich
Rineke Kop en Mark Rietmeijer exposeren in De Schakel
S
[WASSENAARSE HOFJAGER TEN ONRECHTE ONTSLAGEN?
,Baron
vroeg hem
om aan
te blijven
-.STAD/REGIO
JA
LEIDSE COURANT
DINSDAG 10 APRIL 1979 PAGINA 5
NIEUWE
GALERIE
veelbelovend uit naar
Nu de redactie van onze
krant volop deelt in de ver-
huisroes, mag het niet ver
wonderlijk heten dat ook
over deze rubriek een ver
dovend waas is komen te
hangen. Het verhuizen van
een krant is een onthutsend
gebeuren dat tijdelijk
slachtoffers maakt: je komt
van een vertrouwde - al is
het desolate - omgeving in
een nieuwe sfeer die gedra
gen wordt, zoals in ons ge
val, door onwel makende
geuren van verf en lak. Het
is nog helemaal geen ty
pisch krantewereldje, maar
wij, van de redactie, zullen
er in de kortste keren voor
trachten te zorgen dat het
weer „een toestand" wordt.
In dit opzicht kunnen jour
nalisten ver, heel ver gaan.
We volgen een geheel eigen
gedachtengang, die slechts
ingetoomd kan worden door
„hogerhand". De redactie
stelt zich paraat op, pro
beert op de polen van de
nieuwe vloerbedekking zich
zelf weer te worden: alert,
nieuwsgierig in de goede
omgekeerde zin, ijverig ook,
inventief en primeurbewust,
maar vooral speels. Ik ge
loof dat er maar weinig be-
drijstakken zijn die zozeer
voor hun inspiratie op het
luchtige zijn aangewezen als
een stel journalisten.
In deze context mag ik me
gelukkig prijzen, dat ik op
mijn gehandicapte omwegen
(en wat dan nóg!) een aan
tal wetenswaardigheden
aantrof die me tot een rede
lijke bladvulling in staat
stelden. Het mag dan zijn,
dat bijvoorbeeld de gefor
ceerd tot stand gekomen
verzameling Belgen een
stuk cultuurgevoeliger is
dan de noordelijke zakelij
ker buren, toch is steeds de
Leidschendamse gemeen
schap een vitaal exempel
van hoe het ook bij de er
fgenamen van de Unie van
Utrecht kan. Expositie na
expositie golft daar aan en
af. Leidschendam is up to
date, maar de verrijkende
geestelijke achtergrond is er
steeds weer bij de hand.
Zo opende wethouder J. J.
Meijer van Leidschendams
culturele zaken vorige week
aan de Sluiskant 24 de ga
lerie „De Sluis". In het
oude hart van de gemeente
,-De Sluis", die welkom gaat
delen in de expressieve glo
rie van expositiemogelijkhe
den als de polikliniek van
het ziekenhuis Antoniushove
en het centrum „De Scha
kel", is gevestigd in een op
de monumentenlijst voorko
mend 18e eeuws herenhuis,
tegenover één van de twee
oude bruggen. De initiatief
nemers, Wim Vromans en
Jaap Molenaar, hebben van
de uit drie kamers bestaan
Galerie De Sluis aan de Leidschendamse Sluiskant
de benedenwoning een rui
me expositiezaal gemaakt.
Achter de galerie ligt - met
een binnen bereik van het
parkeerterrein aan de Dam
straat - een tuin, die de ga
leriehouders willen gaan in
richten als „beeldentuin".
Op de eerste tentoonstelling
van „De Sluis", die duurt
tot en met maandag 30
april, zijn tekeningen en
grafiek te zien van Robert
Franken en plastieken en
olieverfstukken van Nina
Fermin. Maar „De Sluis"
houdt het niet uitsluitend
bij het picturale element in
de kunst. De Galerie gaat
ook huisconcerten, lezingen
en andere culturele mani
festaties organiseren. Bo
vendien wordt in één van
de expositieruimten een
leestafel ingericht met bin
nen- en buitenlandse tijd
schriften op het gebied van
de beeldende kunst. Vro
mans en Molenaar willen
verder nauwe contacten on
derhouden met buitenlandse
galerieën en ook bemidde
len teneinde het werk van
Nederlandse kunstenaars in
het buitenland onder de pu
blieke aandacht te brengen.
Zo zal „De Sluis" op haar
beurt buitenlandse kunst
naar Nederland halen. Voor
de eerste keer, eind van dit
jaar, zal dit meteen al in
slaan, want dan komt er
een expositie van Morisson
en Nana's van befaamde
Niki de Saint Phalle uit
Frankrijk.
„Niet dat de kunst van zeg
maar een Niki de St. Phalle
doorslaggevend zou zijn
voor het karakter van onze
toekomstige exposities. We
willen ons beslist niet toe
leggen op een bepaalde
stroming in de beeldende
kunst", aldus Wim Vro
mans: „Ons voornaamste
doel is kunst van naar onze
mening goede kwaliteit
brengen. Zo denken wij aan
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u gfaag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
kunstenaars als Jos Ver-
wiel, Poppe Damave, Arlet-
te de Leeuw, Sees Vlag".
In een naast de tentoonstel
lingszaal gelegen kleinere
ruimte is voorts werk te
zien van negen keramisten:
Dorothé van den Berg, Wil,
ma Henkelman, Yvonne
Kleinveld, Eva Myrhage,
Magda Potma, Mari Rigetti,
Niek Schoorl, Kat ja Tuinier
en Wil van den Wijngaard.
Voorlopig, deze maand uit,
dus Robert Franken en
Nina Fermin. Franken (32)
bekwaamde zich in Den
Haag aan de koninklijke
academie en de vnje acade
mie. Hij woonde lang in
Nieuw-Zeeland (waar hij
werk leverde aan musea),
maar kwam vorig jaar uit
een soort „kunstenaarsheim-
wee" terug naar Voorburg,
waar zijn ouders wonen. In
zijn tot het kleinste detail
uitgewerkte pentekeningen
bouwt Franken met duizen
den puntjes aan een compo
sitie die een verstild, tijd
loos karakter heeft. Bij het
zien ervan moet de toe
schouwer. volgens Franken,
een „gevoel van onthech
ting" gewaar worden.
Steeds is er bij Robert
Franken het menselijk oog,
„het symbool van bewust
zijn, van tegenwoordigheid".
Nina Fermin doet het weer
anders. Zij werd dertig jaar
terug, in Zagreb, Joegosla
vië, geboren. Studeerde ook
aan de Haagse vrije acade
mie. Zij houdt de mens als
het centrale thema. De
mens is dan vaak alleen
weergegeven door de kop:
„De mens in de onopge
smukte naaktheid van zijn
gevoelens", vindt Nina. In
haar olieverfschilderijen ko
men dezelfde figuren voor
als in haar plastieken van
„steengoed" en aardewerk,
maar dan meer surrealis
tisch van atmosfeer.
Tenslotte zeggen Vromans
en Molenaar nog iets over
hun cultuurdragende gale
rie. De uitspraken zijn op
te vatten als een artistieke
geloofsbelijdenis. Vromans
meent daarbij, dat „de lief
de tot beeldende kunst ei
genlijk niet begint; ze groeit
en ontwikkelt zich en moet
dit ook blijven doen. Met
medewerking van verschei
dene kunstkenners hoop ik
goed motiveerbaar werk te
brengen". Molenaar houdt
het erbij, dat „kunst een
belangrijke verrijking van
het leven vormt. Ik geloof
dit en ik wil deze overtui
ging naast mijn technische
kennis in onze galerie tot
uitdrukking brengen". Ope
ningstijden: van woensdag
tot en met vrijdag van
twaalf tot zes uur, zaterdag
van elf tot vijf uur en zon
dag van een tot vijf uur en
op de koopavond van zeven
tot neeen uur.
laa- m
BI
Na een blik geworpen te hebben op
„De Sluis" blijven we nog even in Leid
schendam en richten hopelijk mas
saal onze schreden in de richting
van het te goeder faam bekend staande
centrum „De Schakel" in de koopwe
reld van Leidsenhage. Daar hangen tot
en met 27 april wrochtsels van Rineke
Kop en Mark Rietmeijer. Het tweetal
doet dat met tekeningen, schilderijen en
beelden. „De Schakel" is al het één en
ander gewend; de kwaliteit van het ge-
bodene is steeds buiten kijf. Dat kun je
best aan organisator Victor van der
Lee overlaten. Ditmaal roept hij op tol
een beschouwend bezoek, dat Rineke en
Mark deugd zal doen; die leven zich in
hun technieken ook niet louter uit om
vliegen te vangen.
Daar is 27-jarige Rineke Kop, die aan
de vrije academie Psychopolis in Den
Haag afstudeerde in '73. Sindsdien is
zij lerares tekenen. Zelf zegt zij over
haar werk, dat ze lang figuratief, realis
tisch werkte, in rode, bruine en beige
olieverven, „waarvoor ik mensen koos
in relatie tot elkaar en tot hun omge
ving. Later verlegde ik het accent naar
materiaal-onderzoek, kleurgebruik en
het plaatsen van de vlakken, waarbij
het figuratieve element toch nog wel
een rol bleef spelen." Het gevolg van
deze meer zoekende benadering is een
intenser gebruik van kleuren bij Rineke
Kop, maar ook ging ze werken met ver
scheidene materialen in een meer geab
straheerde vormgeving.
„Het schilderen is als proces inhoudelij-
ker geworden en mijn werken zijn
meer doorleefde verhalen", meent Rine
ke zelf. „Ik ben bezig en erg nieuwsgie
rig", moet ze bekennen. Daarin heeft ze
iets van de journalist, behoudens dan
het „meer geabstraheerde", ofschoon je
daar bij sommige schrijvenden ook
geen peil op kunt trekken.
Dan is er nog de in '48 in Den Haag
geboren Mark Rietmeijer, die weg- en
waterbouwkunde studeerde en tot twee
jaar terug werkte op een bouwconstruc
tiebureau. Hij liet het construeren voor
wat het was en begon in Den Haag een
atelier waar hij nu bij leven en welzijn
beelden boetseert in klei en waar hij
giet in het aluminiumcement. Aan de
vrije academie kreeg hij beeldhouwles
sen om zijn boetseren en gieten een ba-
,sis te kunnen geven. Mark kijkt bij hel
maken van zijn beelden terug naar zijn
„verleden". Dat is voor Mark nog niel
zo doorgroefd, maar hij heeft die terug
blik toch van node om de gevoelens te
hervinden die hij als kind had. Meestal
begin je daar pas mee rond je leefwen-
de, na de „point of no return" om
streeks je veertigste. Maar Mark is een
vlotte en wat hij nu nog ziet is vrij
vers en meteen meegenomen voor een
verwerkend kunstprodukt.
„Door middel van gestalten, houdingen
en hun verhoudingen tot elkaar (het is
ook altijd weer hetzelfde) wil ik vorm
geven aan wat mij bij dat kijken voor
ogen staat." Dat is volgens mij nog
steeds geen culturele revolutie, maar je
moet het tóch maar proberen. Dat is al
heel wat. Mark Rietmeijer vervolgt:
„Ooit begon ik met het boetseren van
torso's (die interesse heeft hij onder
meer gemeen met Jan Wolkers, T. P.),
maar later voelde ik me toch niel
happy meer bij deze anatomisch juiste
benadering van mijn onderwerpen
Nou, ik denk, dat ik in de toekomsl
meer ga abstraheren; eenvoud inbren
gen, invullen ook, en weglaten van wal
vertroebelt." Met abstraheren dus meer
mans.
Mark stelt er gaandeweg prijs op, af
wisseling na te streven tussen hel
vormgeven en de technische uit- en af
werking van de vorm. Dat zal je dan
maar gezegd wezen. De gratis te bezoe
ken expositie in „De Schakel" is geo
pend op werkdagen van half twee tot
half vijf, op dinsdag, woensdag en vrij
dag bovendien van 's morgens half eli
tot twaalf uur en op zaterdag van hall
elf tot half vijf en op de koopavonden.
WASSENAAR/BLIJHAM Het be
sluit in 1943 van SS-Brigadeführer
Hans Rauter om te gaan jagen op
het landgoed Raaphorst in Wasse
naar, bracht een dramatische wen
ding in het leven van de toenmali
ge hofjager/houtvester Klaas Lam-
boo. Tot zip plotselinge dood in
1953 werd hij achtervolgd door de
vernedering, die hij direct na de
oorlog onderging: in verband met
collaboratie met de Duitsers werd
hij door koningin Wilhelmina op
staande voet ontslagen en met zijn
gezin van het landgoed gewezen.
Zonder bron van inkomsten trok
hij in bij familie in Voorschoten,
in afwachting van de uitspraak
van de zuiveringscommissie, die
plaatsvond op 8 november 1946 aan
de Raamweg in Den Haag. De te
gen hem ingebrachte beschuldigin
gen werden een voor een ontze
nuwd, maar één feit bleef over
eind: hij had met de fanatieke
commissaris-generaal van openbare
veiligheid, Rauter, gejaagd. Voor
koningin Wilhelmina was deze sa
menwerking met 'de vijand vol
doende reden om te volharden in
haar besluit haar voormalige werk
nemer en goede vriend van haar
prins-gemaal Hendrik, vader van
koningin Juliana, niet in ere te
herstellen.
De naam van de Oostenrijker Hans Al-
bin Rauter had in de loop van de oor
logsjaren een zeer gehate klank in Ne
derland gekregen. Aangesteld als com
missaris-generaal moest Rauter Reich-
skommissar Seyss-Inquart assisteren bij
het besturen van het bezette Nederland.
Zijn naam werd voor de Nederlanders
al spoedig een symbool van de gehate
nationaai-socialistische terreur, niet in
de laatste plaats door de ondertekening
van de vele Bekanntmachungen waarin
doodvonnissen en terreurmaatregelen
werden bekendgemaakt. In 1943 zei hij:
„Er zal in Europa geen Jood meer over
blijven. Ik zal graag in de hemel boeten
voor wat ik hier tegen de Joden mis
daan heb."
Tijdens de bezettingsjaren heeft hij vele
Nederlanders laten ombrengen als repre
saillemaatregel voor aanslagen op Duit
sers en N.S.B.'ers. Het meest verbijste
rend was zijn opdracht in het laatste
oorlogsjaar 117 Nederlanders te laten
fusilleren als vergelding voor een op
hem gedane aanslag bij Woeste Hoeve,
tussen Apeldoorn en Arnhem. In de
nacht van 6 op 7 maart wilde een ver
zetsgroep op de Veluwe een Duitse auto
buitmaken. Bij Woeste Hoeve hield men
er een aan. Daarin bevond zich echter
Rauter, zijn adjudant en een chauffeur.
Bij het hieropvolgende vuurgevecht ver
loren de adjudant en de chauffeur het
leven, Rauter werd zwaargewond. Behal
ve de eerder genoemde 117 gefusilleer-
den, die het gevolg waren van de wraak
op deze aanslag, vonden ook in andere
steden in Nederland executies plaats.
Het totaal aantal slachtoffers bedroeg
minstens tweehonderd. Na de oorlog
werd SS-generaal en politiecommandant
Rauter in Nederland gevonnist en ter
dood gebracht.
Rehabilitatie
In haar villa in het Groningse Blijham
zit Anne van den Berg-Lamboo, dochter
van Klaas Lam boo, de hofjager van
Prins Hendrik. Geboren in 1920 en op
gegroeid op het kroondomein Raaphorst.
Bereid tot haar laatste snik te ijveren
voor de postume rehabilitatie van haar
vader, die - volgens haar zeggen - zoveel
onrecht is aangedaan. Ze hoopt door
middel van berichten in de pers het ko
ninklijk huis zover te krijgen dat de
vroegere hofjager van de Oranjes, na 37
jaar trouwe dienst, in ere wordt her
steld. Hofmaarschalk mr. R. J. E. M.
van Zinnicq Bergmann heeft haar toege
zegd naar de Koningin te zullen gaan.
Mevrouw Van den Berg-Lamboo toont het schilderij, dat de sporen
draagt van het hagelschot dat op haar vader werd gelost.
als de berichten daartoe aanleiding ge
ven. Haar verhaal komt er moeiteloos
uit, af en toe onderbroken als zij het
even te kwaad krijgt met haar herinne
ringen.
„Raaphorst werd in 1943 door de SS ge
vorderd. Rauter woonde met zijn vrouw
en twee kinderen in een huis aan de
Kerkeboslaan in Wassenaar. Mijn vader
hoorde van baron Schimmelpenninck
van der Oye dat Rauter zou komen ja
gen. Hierop zei hij tegen de baron dat
hij niet met Duitsers kon samenwerken.
Hij wilde onderduiken in een zomerhuis
van de heer Palthe bij Stompwijk. De
baron - als zijn directe superieur -
drong echter aan om te blijven, omdat
anders een NSB'er zijn plaats zou inne
men. Op die manier kon mijn vader de
Koningin blijven dienen. In Genève had
Hare Majesteit een grote som geld op
een bank vastgezet voor haar getrou
wen. Rauter heeft op het landgoed
gejaagd van 1943 tot augustus 1944."
Verontwaardigd vervolgt zij: „Er werd
gezegd dat zich op Raaphorst braspar
tijen zouden hebben voorgedaan. Nou,
Rauter is nooit bij ons binnen geweest.
Mijn moeder had gitzwart haar en brui
ne ogen. Zij mocht door haar donkere
uiterlijk nooit tevoorschijn komen als
Rauter kwam jagen. Als ze dat wel zou
doen, zou ze worden neergeschoten, zo
genaamd als een jrchtongeluk, Jager-
pech, zoals de Duitsers dat noemden."
Hofjager Lamboo kon zijn affiniteit met
het Oranje-huis niet verbergen. Het gou
den kroontje bleef op zijn jagershoed.
„Op een keer kwam generaal Von Lin
den aan de deur. Hij had gedronken.
Rauter bleef in de auto zitten. Mijn va
der droeg zijn hoed met het kroontje.
Toen hij zich omdraaide om iets te pak
ken, richtte de generaal zijn jachtgeweer
op zijn hoed en schoot We zijn tot
's nachts drie uur bezig geweest de ha
gel uit zijn hoofd te verwijderen." Een
schilderij, dat ook werd geraakt, heeft
mevrouw v.d. Berg-Lamboo in heiar be
zit. De linkerkant van de lijst draagt
duidelijke sporen van het schot.
Onderduikers
„Miljonairszoon Marcel Renswoude heeft
twee en een half jaar ondergedoken ge
zeten op het landgoed. Zeer tegen de zin
overigens van freule Schimmelpenninck
van der Oye, de zuster van de baron,.
„Het paste niet om onderduikers te
huisvesten in het huis van de Koningin",
waren haar woorden. Mijn vader heeft
veel mensen geholpen. Ook de vader
van ex-minister Max van der Stoel.
Toen Rauter aan het jagen was op het
landgoed, kwam hij een verzetsgroep
Vein dr. Van der Stoel tegen, die daar
oefende. Op de vraag wat zij daar aan
het doen waren, zei mijn vader dat ze
hout sprokkelden. Zij gingen vrijuit"
De Binnenlandse Strijdkrachten (B.S.)
leerden op het landgoed schieten. Nadat
één van de schutters was aangehouden,
kwam de Wassenaarse politieagent Bek
mijn vader - gemeen lachend - arreste
ren. Een weeklang is hij in het Oranje
hotel in Scheveningen daarover onder
vraagd. Al die tijd heeft hij moeten
staan. Bij zijn terugkomst waren zijn
benen als zuilen zo dik."
„Één van de adjudanten van Rauter
was betrouwbaar: Henschel, een jachtof-
ficier. Die heeft veel voor ons gedaan.
Hij zorgde voor voedselbonnen voor de
onderduikers, die ook waren onderge
bracht in een schuur in het bos. Hij
heeft ons nooit verraden. Twee vliegers,
die een noodlanding hadden gemaakt,
werden door hem naar de Biesbosch ge
bracht. Vandaaruit zijn ze naar Enge
land ontkomen. Later ontvingen wij een
kaart dat ze veilig waren overgekomen."
Het is voor mevrouw Van de Berg-Lam
boo nog steeds onbegrijpelijk dat haar
vader zoveel onrecht is aangedaan. „De
baron is zes weken na de uitspraak van
de zuiveringscommissie aangesteld als
kamerheer in buitengewone dienst. Mijn
vader is op 57-jarige leeftijd door de
Koningin gekruisigd. Als gevolg van de
gebeurtenissen liep hij schade op aan
zijn hart. Hij overleed aan een hartaan
val, toen hij nog maar nauwelijks 65
was. Wij hebben nog een rouwkaart
naar het koninklijk paleis gestuurd,
maar nooit iets gehoord."
TOM VAN RIJSWIJK
tl