Duitse zelfreiniging in de Bondsdag Moeizaam gevecht voor meer mensenrechten Huisdier kan eenzaamheid van bejaarde verlichten binnenland/buitenland WEL OF NIET IN BEJAARDENCENTRUM? Illllllllllllllll llll LEIDSE COURANT ZATERDAG 31 MAART1979 PAGINA 9 GEKETEND 1 Qat was weer even een nooi verzetje voor de Xtrtiers achter de balie de hoofdingang Ier Tweede Kamer. Oinsdagmiddag gebeur- het, zo rond een luroftwee. Zen groep jongeren, gewapend met stapelt- es stencils, betrad de lil en vervoegde zich )ij de portiers. Of die pamfletten even uit ge teeld mochten worden voor bij komen de kamerleden. Het ging \amelijk om de drei gende ontruiming van ■en aantal door de groep gekraakte heren huizen aan de statige Haagse Groot Hertogin- ielaan. „Nee, mensen, het spijt ons, maar dat kan niet zomaar wor den uitgedeeld", klonk het vanachter de balie. „Ja, maar....", wierpen de krakers tegen. En met allerlei argumenten begonnen zij een dis cussie met de blauw geüniformeerde heren. Deze Iaatsten hadden daardoor helemaal niet in de gaten, dat het hier slechts ging om een afleidingsmanoeu vre. Want terwijl de portiers aan de praat werden gehouden, slo pen twee mannelijke krakers snel naar de trap met de rode loper, die naar de eerste eta ge van het parlement sgebouw leidt. Fluks haalde het tweetal een paar zware kettingen tevoorschijn en keten den zich daarmee, met behulp van enkele hangsloten, vast aan de trapleuning. Om hun nek hingen zij bordjes met de pakkende tekst „Wij willen wonen". Ziezo, de actie was ge lukt. GEKETEND 2 Een halve minuut later hadden de portiers het in de gaten. „Heren, dat kunt u niet doen. Will u zich weer losma ken?",vroegen ze op vriendelijke, doch be sliste toon. „Dat kan niet", luidde het antwoord. „We heb ben de sleuteltjes van die hangsloten niet bij ons". Dit was voor de por tiers het sein om tot actie over te gaan. De politie werd gebeld (na vijf minuten stormden er zes agenten binnen) en er werd een seintje gegeven aan de chef van de veiligheidsdienst van het Kamergebouw, die even later lijkbleek, alsof het om een terro ristische actie ging, kwam aangesneld. On dertussen, gebruik ma kend van de ontstane paniek, distribueerden de niet geketende actie voerders onbekommerd hun proteststencils aan verbaasde voorbijgan gers, zoals Ruud Lub bers en Joop den Uyl. Inmiddels was ook wel duidelijk, dat de tra pleuningkrakers niet bereid of in staat wa ren, zich vrijwillig van hun boeien te bevrij den. „Dan bellen we de brandweer om ze los te maken", besloot de vei- ligheidsdchef. Zo ge zegd, zo gedaan. En tot grote hilariteit van de omstanders, arriveerde er tien minuten later een heuse brandwee rauto op het Binnen hof. De vuurbestrijders traden kalm binnen, voorzien van een grote kniptang. Rinkelrin- kelkrmnnKNAP! zei de eerste ketting. De twee de toonde evenmin veel weerstand. En voldaan over het welslagen van hun ludieke actie heten de krakers zich gewil- hg door de pohtie mee voeren. „Huisvrede breuk", vermeldde het proces-verbaal. GEFOPT 1 heeft donderdagmorgen de woede gewekt van vele mede-parlementa riërs. Toen een debat over het wel en wee van het Rijksinkoopbu- reau zou beginnen, kon men de in de vergader zaal aanwezige Kamer leden slechts op de vin gers van één hand tel len. De rest van de le den was öf niet in het debat geïnteresseerd, óf bezig met andere werk zaamheden, zoals het bijwonen van commis sievergaderingen, het behandelen van de bin nengekomen post enzo voorts. Minister An- driessen (Financiën) stond wat verloren ach ter de regeringstafel. Al vaker heeft Vonde ling zich kwaad ge maakt over het feit, dat bij sommige debat ten alleen de woord voerders uit de ver schillende fracties aan wezigzijn. „Dat is een rotgezicht, zo'n lege vergaderzaal. Niet alleen voor de mi nister of staatssecreta ris achter de tafel, maar ook voor het pu bhek op de tribunes en voor de mensen in het land, want fotografen maken maar al te graag een „sfeerplaa tje" voor hun kranten, waarop je een minister tegen een vrijwel lege zaal ziet praten", zo zei Anne vaak. Herhaalde oproepen van zijn kant, om indien enigszins mogehjk toch van elke grote fractie minstens vier vertegenwoordigers bij een debat aanwezig te laten zijn, hebben slechts sporadisch hun uitwerking gehad. GEFOPT 2 Donderdagmorgen vloog de woede over de grote leegte Vonde ling pas goed naar de keel. Hij nam een bruusk besluit en druk te op de bel, die nor maal gebruikt wordt om de Kamerleden bijeen te roepen voor een stemming over wetsontwerpen, moties of amendementen. Die bel is in alle uithoeken van het gebouw te ho ren. Een snerpend, bij na veertig seconden durend geluid. Het was dan ook geen wonder, dat de Kamer leden bij bosjes aan kwamen snellen, elkaar verwonderd toeroe pend: „Gaan we stem men? Nu? Waarover dan?". Eenmaal in de zaal aangekomen zagen ze dat ze gefopt waren. „Wat heeft dit de bete kenen?", nep WD-af- gevaardigde Annehen Kappeyne van de Co pe 11 o. Maar Vondeling keek stuurs voor zich uit en gaf met een ge zicht van „julhe weten best wat ik bedoel" het woord aan minister Andnessen, waarna de meeste Kamerleden morrend weer afdro pen. DICK VAN RIETSCHOTEN RIK IN'THOUT /AN DER KLAAUWS EERSTE OOSTEUROPEES BEZOEK: iOFIA Twee thema's stonden deze :k centraal tijdens de eerste reis van dr. Christoph van der Klaauw als Ne- lerlands minister van Buitenlandse Za un: de voorbereiding van de volgend aar in Madrid te houden voortgang- inferentie over de uitvoering van de 1975 ondertekende slotakte van Hel- inki (de conferentie over vrede en vei lheid in Europa) én de betrekkingen ossen Nederland enerzijds en Roemenië in Bulgarije anderzijds. Zowel in Boe- larest als in Sofia heeft Van der laauw duidelijk gemaakt dat in Ma id de wezenlijke zaken van de slotak- van Helsinki aan de orde zullen moe- komen: ontspanning en ontwape- verbetering van de economische itrekkingen, maar evenzeer de mensen- De Nederlandse minister wil dit jaar al (iet mogelijke doen om tijdens de confe rentie in Madrid meer resultaten te be reiken dan op de in 1977 in Belgrado ge- Jouden eerste voortgangsconferentie. Waarschijnlijk gaat de Nederlandse mi- lister spoedig nog meer Oosteuropese janden bezoeken om ook van de visie ran enkele andere regeringen persoonlijk innis 'te nemen en het Nederlandse tandpunt over te brengen. )e stijl van Van der Klaauw moge wel- icht een andere zijn dan die van zijn 'oorganger Max van der Stoel, maar van en beleidswijziging ten opzichte van- )ost-Europa is geen sprake. Met dezelfde tracht als Van der Stoel pleit Van der Ilaauw voor verbetering van de mensen- échten in Oost-Europa, zoals ook deze ireek gebleken is. fie verwacht mocht hebben dat Van der Qaauw het op dit gebied in Roemenië ^makkelijker zou krijgen dan in het terk aan de Sowjet-Unie gebonden Bul- arije vergist zich. Zeker, Roemenië aart ten opzichte van de andere War- chau-Pakt-partners een eigen koers in jjn buitenlands beleid, maar het interne egime in Roemenië is nog aanzienlijk traffer dan in Bulgarije, dat op de bui- enlandse bezoeker veel vriendelijker verkomt. Wie in Boekarest rondloopt ntmoet aanzienlijk meer politie-agenten lan Sofia. Boekarest maakt op de be- oeker een kille indruk, in Sofia is het - iter lijk - gezelliger. )at houdt overigens helemaal niet in dat lulgarije een land is waar het commu- isme een menselijk gezicht toont; wie Ie situatie daar wat beter bekijkt merkt Wras dat van vrijheid van meningsuiting n andere verworvenheden helemaal niet esproken kan worden. Terwijl in Roe- lenië enkele bewegingen van dissidenten pereren (zoals de „vrije vakbond" en et comité voor de vrijheid van gods- ienst) en daar op alle wijzen tegen- ewerkt worden, is in Bulgarije van der elij ke bewegingen' in het geheel geen ONTWKKELINGSLAND Een belngrijk punt, dat tijdens het be zoek vai Van der Klaauw aan Roemenië telkens /eer aan de orde kwam, is dat dit land zich als ontwikkelingsland be schouwt Het 21 miljoen inwoners tellen de Roerenië is krachtig bezig zijn eco nomisch achterstand, ook ten opzichte van nahurstaten, in te halen en heeft ook nogde gevolgen van de verschrikke lijke aadbeving in 1977 te overwinnen. De Roeieense president Ceausescu zei in zijn esprek met de Nederlandse mi nister at Roemenië al het mogelijke doet on" een van de belangrijkste men- senrechtn, het recht op arbeid, in prak tijk te hengen. Daarmee trachtte hij de ministereen wapen uit handen te slaan, wat overgens niet zo best gelukte. Wat de .ïternationale politiek betreft had Van dei Klaauw het in Boekarest „ge- makkeli.ter" dan in Sofia. Globaal ge sproken zitten Roemenië en Nederland op één ijn ten opzichte van het nieuwe beleid L China en is er ook overeen stemming over het feit dat het maandag onderteknde vredesverdrag tussen Israël en Egype - als eerste stap - een belang rijke bijrage is aan een hopelijk te be reiken agehele vrede in het Midden-Oos ten. Ooi ten aanzien van het ontwape- ningsbelid staan Roemenië en Neder land nie zo héél ver van elkaar af. Bei de landn hebben in het nabije verleden voorstelen gedaan tot oprichting van een ontwapoingscomité onder auspiciën van de Verengde Naties. BUIAARUE De Bulparse minister van Buitenlandse Zaken Eadenov was, zoals te verwach ten was min of meer „his master's voi ce". Nié voor niets wordt gezegd dat, als Moslou niest Sofia de zakdoek al te voorschin haalt. Dus: geen goed woord over he vredesverdrag tussen Israël en Egypte ;n felle aanvallen op het beleid van de Chinese regering. Het was op- merkelij dat Mladenov zelfs in zijn offi ciële re<e tijdens het diner met Van der Klaauw meende de daden van het „mis dadige Chinese regime" aan de orde te moeten stellen. In de besprekingen tus sen Mladenov en Van der Klaauw werd van Bulgaarse zijde min of meer gesug gereerd dat er een kans zou bestaan dat de NAVO en China elkaar zouden vin den. De Nederlandse minsiter raakte door deze Bulgaarse uithaal in een wat gecompliceerde positie, omdat ons land nu eenmaal vrij genuanceerd denkt over de koerswijziging in Peking (grotere o- penheid ten opzichte van het Westen, meer „democratie" via muurkranten e.d.). Bovendien was het niet zo elegant van de Bulgaarse minister om van dit bezoek van de Nederlandse minister ge bruik te maken om een felle aanval op Peking te lanceren. NIET ONTEVREDEN Van der Klaauw is, de bezoeken aan Roemenië en Bulgarije overziende, niet ontevreden over wat bereikt kan worden. Van concrete resultaten kan men bij der gelijke officiële bezoeken nauwelijks spreken, ze zijn min of meer een stap op een lange weg. Dat de weg naar een ont spannen en democratisch Europa zeer lang is, lijdt geen twijfel. De Nederland se minister van Buitenlandse Zeiken hoopt, dat gesprekken, als deze week in Boekarest en Sofia gevoerd, een beschei den bijdrage aan het bereiken van het uiteindelijke doel kunnen leveren. Een heel concreet voorbeeld van respec tering van mensenrechten had deze week de specifieke aandacht van Van der Klaauw: de uitreisvisa voor 24 Roemeen se vrouwen en mannen die met Neder landse mannen respectievelijk vrouwen willen trouwen. Of de Roemeense rege ring deze visa op korte termijn zal ver strekken is nog met zeker, maar een feit is dat in het verleden gebleken is dat dergelijke gesprekken op het hoogste ni veau uitermate belangrijk kunnen zijn; niet zelden werden na dergelijke ge sprekken heel wat uitreisvisa verstrekt. Ook de economische betrekkingen tussen Nederland enerzijds en Roemenië en Bulgarije anderzijds zullen door de ge sprekken van de afgelopen week positief bevorderd worden. In het gevolg van de minister bevond zich een hoofdambte naar van Economische Zaken, die inten sief met zijn collega's in Boekarest en Sofia van gedachten gewisseld heeft. Al met al was het bezoek dat de Neder landse minister aan deze twee landen bracht niet zonder spannirife (mede als gevolg van de eerder deze week vermel de incidenten in Boekarest), maar van groot belang. Alle betrokkenen zijn er van overtuigd dat de verhoudingen tus sen de landen van Europa niet door de wapens bepaald mogen worden. Alleen via gesprekken kan een beter begrip voor elkaar tot stand komen, ook over essentiële zaken als mensenrechten. EVERT MATHIES (Van een onzer verslaggevers) HOLTEN Het ziet er niet naar uit dat het houden van huisdieren door bejaarden in tehuizen zoveel rumoer zal maken als het hebben van een tv- toestel in bepaalde centra. Zoals be kend we gisteren in de krant bericht ten, wil staatssecretaris Wallis de Vries van CRM bewerkstelligen dat er een ruimere regeling komt voor het toelaten van huisdieren in bejaardente huizen en verzorgingstehuizen. Hij kwam tot deze uitspraken, nadat hij de Nederlandse Vereniging ter bescher ming van dieren opdracht had gegeven een rapport op te stellen over dit on derwerp. Landelijk verschilt het huisdierentoela- tingsbeleid van tehuis tot tehuis. Er zijn tehuizen waar huisdieren onder bepaal de voorwaarden bij hun respectievelijke bazen of bazinnen mogen intrekken. Maar er zijn er ook waar dat niet is toegestaan. Directeur E.A. Postma van een middel groot bejaardencentrum in het land heeft zelf een hond, woont weliswaar niet in een bejaardencentrum, maar vindt het uitermate schrijnend wanneer bejaarde mensen, die, wanneer ze naar een tehuis moeten toch al op een punt in hun leven staan, waarop afscheid ne men eerder regel dan uitzondering is, ook nog hun vaak enige en trouwste vriend moeten inleveren. De heer Post ma zegt over dit onderwerp het volgen de: „honden mogen wel met bezoekers mee naar binnen, want wat is vaak het geval als oude mensen naar een verzor gingstehuis gaan? Ze hebben een huis dier. De tehuizen staan er nu nog om bekend dat huisdieren minder gewenst zijn, dus zorgen ze ervoor dat het dier in de familie wordt opgevangen. Die fa milie komt regelmatig op bezoek en neemt, behalve kinderen, kleinkinderen en hun achterkleinkinderen, ook eventu ele vroegere huisdieren mee op bezoek. Heel normaal. En wat ons betreft, geen bezwaar, als de mensen maar een paar regels nakomen." Regels?. Ja, daar ontkom je niet aan. In de voorstellen van de dierenbescher ming komen ze ook ter sprake. Het is vanzelfsprekend erg moeilijk een onbe perkt aantal huisdieren toe te laten. In bejaardencentra leven betrekkelijk veel mensen op een klein oppervlak. De ka mers zijn niet overdadig groot en de mensen moeten als ze naar een cen trum verhuizen meestal ook meubelen inleveren. Er zal door de mensen zelf voor de die ren gezorgd moeten worden. Het perso neel heeft andere taken en kan niet met het collectief uitlaten van honden en het schoonmaken van kattebakken belast worden. Ik maak me overigens niet zoveel zorgen om huisdieren in te huizen. Er zijn al enkele tehuizen waar huisdieren zijn en de ervaringen zijn daar goed." „Vanzelfsprekend kan het toelaten van huisdieren in bejaardentehuizen kritiek ontmoeten^ Kritiek van de bewoners zelf bijvoorbeeld. Van mensen die niet van huisdieren houden of er bang voor zijn. De bewonerscommissies zullen zich daarovoer moeten bezinnen. .Het zal een kwestie worden van afwegen van voor- en nadelen. Een van de voordelen is dat een huisdier bijzonder goed ge zelschap kan zijn in de strijd tegen de vereenzaming van sommige mensen." (Van onze correspondent Ami de Vree) ONN „Over elke moord groeit een aal gras, maar over Auschwitz zal ook ia honderden generaties nog geen gras roeien". Met deze uitspraak wilde ex- dnister Maihofer donderdag Ln de 3C ondsdag duidelijk maken, dat voor em het motto ..moord is moord" niet ^"pgaat en dat hij daarom een onder- cheid wil maken tussen een „gewone" >rd en datgene wat er onder de Na I's in de concentratiekampen en daar- ten aan gruwelijks is geschied. Mal ers benadering was er een van de ele, die in het parlementaire debat verjaring van moord naar voren len gebracht en die bewezen hoe ilijk het Nazi-verleden ook juridisch strafrechterlijk te verwerken is. >e plenaire vergaderzaal was voor Bond- dagbegrippen goed gevuld. De fractie- oorzitters, vaak geconfronteerd met lachten uit de burgerij over de aanwe- igheid van slechts enkele specialisten dfs bij de allerbelangrijkste kwesties, adden ongetwijfeld hun parlementariërs angespoord om lijfelijk aanwezig te ijn, nu het aanzien van de Bondsrepu- liek zowel in eigen land, als in het bui- aland op het spel stond. Ook de ma- ier waarop de afgevaardigden met el- omgingen, was anders dan anders. De gebuikelijke hatelijke tussenroepen bleven <p een enkele uitzondering na, achterwege en van polemiek was nauwe lijks spnke. Het feit dat de mening over de verjaing dwars door de drie fracties loopt er dat men eindelijk weer eens van de gehate „fractiedwang" verlost was, heet daaraan ongetwijfeld bijgedra gen. In het biitenland, ook in Nederland, kan men no; al eens de mening horen dat na aflooi van de verjaringstermijn op 31 decembe 1979 alle Nazi-misdadigers, die nog op nijd voeten zijn, niet meer ver volgd zaden kunnen worden, erger nog: dat er «aarna sprake zou zijn van een soort aljemene amnestie. Deze indruk veroorzakt door onkunde, of moedwillig versprei» is onjuist. Alle oorlogsmis daden, lie men kent en waarvan men weet wi erbij betrokken waren, vallen zowiezoniet onder de verjaringstermijn, omdat ir een gerechtelijke procedure over op gang is gebracht. Dat zijn er duizendci, en vaak gaat het om gevallen waarbij de vermoedelijke dader waar- schijnlij! allang dood is. Als de Bonds dag zou besluiten om moord en daarmee ook de noorden uit de tijd van de Na zi's te l.ten verjaren, is de kans dat er nieuwe, grote gevallen aan het licht ko men, uitcst gering. Maar zelfs de kleinste kans dat na 1 ja nuari 1980 een oud-SS'er van Zuid-Ame rika naar de Bondsrepubliek verhuist en daar in geuren en kleuren vertelt, wat hij in het concentratiekamp X tijdens de oorlog allemaal heeft uitgevreten, zonder dat er nog een mogelijkheid bestaat om hem daarvoor gerechtelijk te vervolgen, doet bij veel Duitse politici de haren te berge rijzen; en dat dient uitdrukke lijk gezegd niet alleen om de indruk, die zoiets in het buitenland achter zou laten of om de chantagepolitiek die er het gevolg van zou kunnen zijn. Dat zoiets niet mag gebeuren, zei de bejaar den CDU-afgevaardigde Grabl, die tegen verjaring zal stemmen is „een daad van moreel politieke zelfreiniging". De kwestie al-of-niet-verjaring van (Nazi- )moord heeft allerlei haken en ogen, die de beslissing zo moeilijk en de discussie daarom zo interessant maakt. Slechts zel den gaat het erom nu eindelijk eens een streep achter het verleden te zetten (al zal dat bij enkele politici wel een rol spelen). Neen, de voorstanders van verja ring hebben alleszins acceptabele argu menten. Processen zijn zeer moeilijk te voeren, getuigen zijn oud en kunnen of willen niet meer met het verleden wor den geconfronteerd. Wat krijg je dan: eindeloze rechtbankzittingen, verwijten van „jullie proberen expres de zaak te traineren, en dan, tot overmaat van ramp, waarschijnlijk vrijspraken wegens gebrek aan bewijs. Daarnaast zijn talloze grote oorlogsmisdadigers, die door de ge allieerden tot levenslang waren veroor deeld, door diezelfde geallieerden al lang weer op vrije voeten gesteld. En die zou den nu op de publieke tribune mogen aanschouwen hoe de „kleine visjes" zelfs na 1980 nog berecht worden? Een ander argument: de rechtszekerheid en het vertrouwen in de justitie. Graf von Stauffenberg, zoon van de bekende officier onder wiens leiding in 1944 een aanslag op Hitier werd gepleegd, argu menteert zijn vasthouden aan een verja ringstermijn met de meer dan 100-jarige rechtstraditie ervan. Verjaring, aldus von Stauffenberg, geeft uitdrukking aan het feit, dat aan het menselijk weten en kennen grenzen zijn gesteld. Het is hoogmoed, de illusie te koesteren van een perfekte rechtsorde. Volgens hem is het een misverstand te menen, dat verjaring een streep zet on der onrecht; het loslaten daarvan daar entegen zou het aanzien van de Bondsre publiek als rechtsstaat geen goed doen. De argumenten, die tegen de verjaring worden aangevoerd, zijn minstens even sterk. De woordvoerders van deze rich ting zeggen dat het aantal processen en het geringe resultaat ervan niet doorslag gevend mag zijn. Het gaat er om, datge ne wat gebeurd is, aan het daglicht te brengen, zolang dat mogelijk is. Dat zijn wij verplicht aan de individuele slachtof fers van het naziregime; zij mogen niet ondergaan in de naamloze anonimiteit van massamisdaden. Verjaring van nieuw ontdekte nazimoorden, betekent ook dat men discriminerend optreedt, ten aanzien van nog lopende of nog te beginnen processen; daar kan men dan ook beter gelijk een eind aan maken. Bovendien zijn wij Duitsers de allerlaat- sten die de geallieerden hun fouten voor de voeten kunnen werpen of die het recht hebben te wijzen op de oorlogsmis daden van andere volken (zoals regelma tig in West-Duitsland te horen is). Het argument dat de rechtsvrede ver stoord zou worden, noemen de tegenstan ders van verjaring op zijn zachtst ge zegd, merkwaardig. Is deze namelijk niet onder Hitler met instemming of op zijn minst zonder verzet van de Duitsers op een veel ernstiger mate verstoord? Afge zien daarvan: het vertrouwen in het recht zou toch volstrekt geschokt wor den, wanneer het na 1 januari 1980 mo gelijk zou zijn, dat oorlogsmisdadigers vrij in de Bondsrepubliek zouden kun nen rondlopen! „Recht", zei minister Vo gel van justitie donderdag, „is geen star iets, waar nooit beweging in zou kunnen komen". Tussen al deze (en talloze hier niet ge noemde) argumenten voor en tegen de verjaring van moord, houdt Maihofer een pleidooi om alleen nazimoorden niet te laten verjaren. Hij verwijt de Bonds dag, dat zij doekjes windt om het werke lijke bloeden: de mogelijke verjaring van oorlogsmisdaden. Zoals het nu gaat, zegt de voormalige minister, wordt een moord uit jaloezie, in 1949 gepleegd, gelijkges teld aan de concentratiekampgruwelen van 1944. Tot nu toe ziet het er niet naar uit, dat zijn standpunt, dat eigenlijk het eerlijkst de problematiek behandelt, ook maar enige steun in de Bondsdag zal krijgen. Met de algemene opheffing van de verja ring van moord, kan de Bondsrepubliek zich namelijk geen enkele buil vallen, terwijl ze zich bovendien schaart in een rij van landen, waar een dergelijke ver jaring allang niet meer bestaat of nooit heeft bestaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 9