Geef het
kind
speelgoed
naar zijn
leeftijd
«*v. -
Veertienjarige
omroepster van
,,13-Speciaal"
wil serieus
worden genomen
Misschien oordeel ik daardoor wat
minder snel dan vroeger. Ik was eens
bij een meisje dat zich opvallend
kleedde, dat ik tevoren nogal een trut
vond. Maar toen zij had uitgelegd.
volgens het rollenpatroon eigenlijk
voor de meisjes bestemd is.
Omgekeerd is hetzelfde te zien.
Uit het onderzoek is gebleken dat,
afhankelijk van de leeftijd, tussen de
tien en vijftien procent van gevraagde
treinen en racebanen voorkomen op
verlanglijstjes van meisjes. Omgekeerd
komt negentien procent van de
poppewagens bij jongens terecht.
Hierbij moet wel worden vermeld, dat
naarmate de kinderen ouder worden
zij steeds verder naar het aloude
rollenpatroon terugkeren. Kinderen van
vijftien jaar halen het dus nauwelijks
meer in hun hoofd om een
poppewagen of een speelgoedfomuisje
voor hun verjaardag te vragen.
Dit komt mogelijkerwijs, doordat de
kinderen wanneer zij wat ouder
worden, al gauw in een bepaald hokje
gedwongen worden. Een andere
opstelling van het kind is in de
praktijk al gauw abnormaal of gek. De
heer H. A. J. Koch, docent pedagogie
aan de Rijkspedagogische Academie
bevestigt dit. „Door hun omgeving
worden kinderen vaak in een bepaalde
richting gestuwd". Het wordt meestal
gek gevonden als het kind een
afwijkend verlanglijstje inlevert. Het
kind zal dus al gauw tot de keuze
overeenkomstig die van de ouders en
zijn omgeving komen.
Tejong
De verlanglijstjes welke de kinderen
inleveren worden, op de eerder
geschilderde uitzonderingen na,
klakkeloos door de ouders
overgenomen. Volgens het Intertoy-
onderzoek is dit de oorzaak van alle
„ellende". „De kinderen hebben de
neiging zichzelf te overschatten",
aldus Intertoy. De ouders gebruiken
voor hun keuze van het speelgoed
.meestal alleen de schriftelijke wensen
van de kinderen in de vorm van het
verlanglijstje. Zodoende krijgen veel
kinderen, volgens Intertoy, speelgoed
waarvoor ze eigenlijk veel te jong zijn.
De heer Koch voegt hieraan toe: „In
hun ijver om hun kinderen te stuwen
in hun ontwikkeling kopen de ouders
zelf ook vaak speelgoed waarvoor het
kind eigenlijk te jong is". In beide
gevallen gebeurt met het, vaak
peperdure, speelgoed precies
hetzelfde Nadat het nieuwtje eraf is
verdwijnt het al rap in de kast of op
zolder.
Volgens de heer Koch is er een
verschil in spel tussen de kinderen
van de kleuterschool en die van de
lagere school. „Binnen het
kleuteronderwijs speelt het kind vrijwel
alleen omdat hij of zij dat leuk vindt.
Op de lagere school daarentegen is
het épelen meer een middel om het
leerproces aan de man of liever
gezegd aan het kind te brengen".
Ook de ouders zien vaak het
speelgoed alleen als een middel om
de kinderen verder te helpen in hun
maar van school. Op school zeggen
ze allemaal... Bijvoorbeeld toen het
een rage was om op gympies te lopen
en ik bij een zwarte broek geen
bruine schoenen wilde.dragen. maar
die gympies wel.. En toen m'n moeder
zei, dat die gympies niet waterdicht
zijn, net alsof die bruine schoenen dat
wél waren..."
Niet alle ouders vinden „13 Speciaal"
zo'n geweldig programma, omdat
kinderen elkaar meningen doorgeven,
die niet altijd stroken met de
opvattingen van de ouders. Birgit: „Ik
denk dat mensen van mijn leeftijd
meer eigen beslissingen nemen en
een eigen mening hebben, dan de
ouders leuk vinden. We denken ook
vaak dat we veel alleen aankunnen,
dat we onze ouders op die leeftijd van
veertien, vijftien niet zo nodig hebben.
We doen het huishouden desnoods
zelf wel. Maar achteraf, als je denkt
dat je wel even het eten kan koken,
dus zonder hulp. merk je dat het toch
moeilijker is dan je dacht. Hoe lang
moet bijvoorbeeld de bloemkool op...
Nee, je wilt misschien zelfstandig zijn,
maar je kunt ze, je ouders dus, toch
niet missen, eigenlijk".
Kinderachtig
Hoe eigenwijs Birgit zich soms kan
voelen, haar broertje te grazen neemt,
tot 't jong huilend naar zijn kamertje
gaat: „Dan vind ik mezelf helemaal
niet zo groot. Komt m'n vader erbij,
krijg ik op m'n kop... Dan voel ik me
ook erg kinderachtig hoor".
Birgit van veertien weet dat zij in een
leeftijd zit waarin veel gebeurt, de
strijd om de macht met de ouders
hoog kan oplaaien en in sommige
gevallen gedachten boven komen
zoals op kamers wonen, weg van huis.
Birgit: „Sommige dingen kun je niet
met je ouders bespreken. Als je een
vriendje hebt of zo, als het uit is
geraakt. Ze zeggen tóch, dat je moet
wachten tot je ouder bent en je de
ware liefde leert kennen. Onderhand
voel je je toch maar ellendig en zou
je willen, dat ouders je wat serieuzer
HILVERSUM Even gemakkelijk alt
iemand die tientallen jaren
omroepwerk heeft verricht, verbetert
de 14-jarige Birgit elke
maandagavond in het programma
„13-Speciaal" op Hilversum 3 tussen
zeven en acht de foutjes die zij
maakt, als zij een plaat verkeerd
aankondigt. Zij neemt interviews af
en stelt telefonisch haar luisteraars
geïnteresseerd vragen. Maar toch
voortdurend met de ondertoon: als
het niet goed is, volgende keer dan
maar beter. Birgit presenteert slndt
de eerste uitzending in oktober 1976
wekelijks dit AVRO-
radiojeugdprogramma.
Dat zij voor dit werk is gekozen
berust, zoals zij zelf aanvoert, op
„stom geluk", maar hoofd
jeugduitzendingen radio, Boudewijn
Klap, beschouwt Birgit als een vondst.
„Ze is zo spontaan en altijd gewoon
gebleven. Dat willen we zo houden.
Interviews geeft ze maar zelden, al
wordt ze veel gevraagd. Ze moet niet
te vaak in de krant, dat hebben we
met haar ouders afgesproken. Alleen
bij uitzondering; anders zou ze heel
gauw haar spontaneïteit verliezen".
Dankzij de wakende macht van
Boudewijn Klap heeft Birgit gedurende
de afgelopen drie jaar niets van haar
nonchalante werkwijze verloren,
althans niet aantoonbaar. Haar
jeugdige luisteraars, geschat op een
aantal dat het miljoen benadert, weten
niet beter dan dat een meisje van hun
leeftijd platen aankondigt, problemen
behandelt en doorgeeft en vragen stelt
rond een thema dat in de uitzending
van die week aan de orde is.
Wekelijks komen tientallen brieven bij
de AVRO binnen, vrijwel altijd
serieuze, waarin waardering voor het
programma doorklinkt. Er was maar
èén brief bij, waarin een jongen zijn
liefde verklaarde. Birgit: „Toen hij
schreef, dat hij een foto van me had
gezien, vertrouwde ik het helemaal
niet meer". Maar ze voegt er aan toe:
..Hoewel ik eigenlijk toch wel een
beetje nieuwsgierig naar die knul was.
natuurlijk".
Men heeft Birgit geaccepteerd. Zij
fungeert gedeeltelijk als doorgeefluik
van problemen waarmee de
hedendaagse jeugd te maken heeft en
is ook spreekbuis voor die jeugd.
Bovendien kan zij er af en toe een
eigen mening op na houden.
„13 Speciaal" begon als een
problemenprogramma voor
brugklassers, maar groeide, wat
inhoud betreft, met Birgit mee. Hoewel
de brugklassers nog steeds reageren,
wordt de groep oudere luisteraars,
met zestien- en zeventienjarigen,
groter. Birgit komt voor dit
programma stipt op tijd in de AVRO-
studio, neemt brieven door die
Boudewijn Klap voor haar heeft
geselecteerd. Om zeven uur zit zij
gereed achter de microfoon, om
meteen na het journaal haar
programma aan te kondigen. Vrij van
zenuwen naar het lijkt, spontaan en
zonder kouwe drukte.
Kapsones
Waarmee niet is gezegd, dat Birgit het
programma afwerkt zoals een ander in
een broodje kaas hapt. Birgit: „Vooral
in het begin had ik wel last van
kapsones en voelde ik me nogal
iemand. In die tijd hoorde ik wel eens
opmerkingen als: „We weten wel. dat
je populair bent" en nog steeds word
ik eraan herinnerd, dat ik dat
programma presenteer. Maar het kan
me niet zo veel schelenin zekere zin
streelt het je ijdelheid".
Maar van die ijdelheid maakt Birgit
geen gebruik en zeker zal zij haar
mening niet aan anderen opdringen.
„Ik heb geen uitgesproken eigen
meningen, die afwijken van die van
anderen. Maar het is wel zo. dat ik
Kate Bush heel erg goed vind. En als
ik een plaat van haar aankondig, dat
zeg ik er wel bijnou even goed
luisteren. Dat wel. Maar ik zeg niet.
dat iedereen doodstil moet zijn; met
zo'n onderwijzend vingertje".
Het programma betekent meer voorde
14-jarige Birgit dan aankondigen
alleen „Je hoort veel en je luistert.
Birgit, de veertienjarige presentatrice van 13-speciaal
aanhoort en even persoonlijk verwerkt
als haar luisteraars. „Soms gebruik ik
thuis argumenten die luisteraars
aanvoeren. Maar dan zeg ik niet, dat
ik die van het radioprogramma heb,
waarom zij zich zo kleedde, dacht ik
er opeens heel anders over. Misschien
is dat soort gesprekken van invloed
op me".
En dan zijn er de meningen, die Birgit
ontwikkeling. Zij vergeten daartij da
een kind ook wel eens kind wil zijn.
Het leerproces hoeft dus niet altijd
voorop te staan.
Vroeger werd voor de aankoop van
speelgoed het gezegde „jong geleer
is oud gedaan" veelvuldig gehanteei ff
De meisjes werden door middel van
een pop voorbereid op het
moederschap. De jongen moest het
met het „mannelijke" speelgoed, zoj 5
auto's en treinen, doen. Dit proces is
nog steeds niet uitgewerkt. De rollen
worden naarmate het kind ouder
wordt, nog steeds volgens vaststaan
patronen verdeeld. De reclame speel
hier natuurlijk handig op in. Vaak is
het gevolg van de publiciteit dat het
kind bij de ouders gaat zeuren. De
televisie en de verschillende brochur
zijn daarbij erg belangrijk. Plaatjes
niet groter dan een flinke postzegel
leveren soms hoge verkoopcijfers of
De ouders, die toch willen dat hun
kind zo snel mogelijk vooruit komt.
doen hier onwillekeurig aan mee.
Tentoonstelling
In het kader van het jaar van het kind|J
hebben de Unesco en de Bernard vaP
Leerfoundation onlangs in het Haagi
Babyion een tentoonstelling gehoudl
met als onderwerp het speelgoed uit** j
de gehele wereld. De expositie bevatl 11
duizend stuks speelgoed uit ruim
vijftig bij de Unesco aangesloten
landen. De stukken speelgoed waren
in de meeste gevallen vervaardigd va|
simpele afvalmaterialen. Stukken die
vaak door de ouders, de
schoolmeester of de kinderen zelf zijl I
gemaakt. Het steriel verpakte I
speelgoed uit het westen steekt daarjj
wel erg bij af.
Medewerker van de Bernard van Cl
Leerfoundation. de heer R. Z. Swaab^
„Deze tentoonstelling van dit
speelgoed is een kreet tegen het
speelgoed van het westen. Wij kunne
voor wat de simpele technieken betrag,
nog wat van de ontwikkelingslanden*^
leren". Koch: „Het kind wordt door cf-j^
westerse wereld afgescheept met
namaakvliegtuigen, namaakauto's,
namaakcomputers en dergelijke. Ve<
stukken speelgoed hebben helemaal
geen waarde voor het kind. In veel Ln.
ontwikkelingslanden worden de ^0l
kinderen minder ver van de realiteit jjjnc
gehouden dan in de westerse wereld^"
Daar doen zich mede daarom veel flSV,
minder problemen voor rond een an(
verschijnsel als de puberteit". jpa"
Het volwassen worden in die landen Ljl
mede door de afwisseling van spel eig
realiteit geen enorme sprong, maar Ljjjjj
een geleidelijk proces. De manier L|f
waarop wordt gespeeld kan dus van
invloed zijn op de ontwikkeling van ;r h)
het kind. Alleen dient er voor wat Ln
betreft de middelen die het kind ter [J.m
beschikking krijgt, bewust te worder^_e|
gekozen. i(,ei
namen. Natuurlijk, als je met je mte
zoveelste vriendje komt aanzetten, j; er
je niet verwachten dat je toch weer jn z<
serieus wordt genomen. Maar je voWoe
je er niet minder rot om. Dan ga je loos
dus naar een vriendin en begin je eW
zo'n beetje... dan maakt zij een frgc
opmerking en dan ik en dan komt hfari
hele verhaal er weer uit". [ëui
Op die manier werkt „13 Speciaal":»» al
het bespreken van problemen en jiaa
probleempjes, het doorgeven van jS c
meningen, waardoor veel jeugdiger cfie
jong-volwassenen tot de ontdekkinj0n,
komen dat zij met hun problemen jjke
tenminste niet alleen staan, al zijn i(,n s
het uiten daarvan de jongens wat Ljy
stunteliger dan meisjes van dezelfdLa,
leeftijd. En dat zij met het oplossenk,aa
van die problemen, of het lukt of ni^nt
evenmin alleen zijn. twe
Birgit: „Soms stuit je ook echt op pVjn
verrassingen. Hoor je van iemand,
het op de mavo niet zo wilde lukkerfcn
en dat zij daarom naar de |atj€
modevakschool ging. Merkte het km c
meisje, dat veronderstelde dat ze |ten
meteen in de eerste klas leerde klerLV(
maken, dat zij tóch weer wiskunde iom
kreeg. En de rest. Kleren maken wata
er niet bij. Zo geven we ook
informatie door, ervaringen van hncj;
ouderen". Let
Hoewel Birgit nu ruim twee jaar rac|t ,s
presenteert, gaat haar belangstellii|n
niet naar dat beroep uit. „Ik wil ietSKjk
anders dan secretaresse of Bnvs
omroepster. Ja. vroeger wilde ik gen
kinderarts worden. Ik wil nu iets meig^
paarden; werken in een manege lijK^et
me machtig. Maar nü nog niet, ik w^g
eerst m'n school afmaken. Want st£ak(
dat ik nu naar een manege zou gaa£j|jj|
en dat het me toch niet zou bevallefje
Dan kan ik natuurlijk wel solliciteraje||e
maar als ze dan vragen wat ik kan, [j va
moet ik zeggen dat ik paarden kan r,
borstelen en mest opruimen". an e
Birgit denkt na. ziet nog een aantal»^
lange jaren school voor zich en pei|Wo
hardop: „Nou ja. Misschien wil ik 0^ t
m'n twintigste wel weer iets heel a||
anders. Jfan
F. J. BROMBEr
DEN HAAG Speelgoed wordt door
veel wetenschapsmensen als een
voedingsbodem voor de verdere
ontwikkeling van het kind gezien.
Anderen menen dat het accent niet
alleen daarop moet liggen. Zij zijn
van mening dat kinderen ook de
gelegenheid moet worden geboden te
spelen zuiver en alleen omdat zij dat
leuk vinden. De speelgoedwereld
blijkt er één te zijn welke
voortdurend aan het veranderen is.
De aard van het speelgoed verschilt
van jaar tot jaar. De techniek doet
steeds meer haar intrede in de
wereld van het speelgoed. Vroeger
was een kinderhand al gauw gevuld
met een speeltje dat van hout was
vervaardigd. Op dit moment moeten
er complete racebanen aan te pas
komen om het de kleinen naar de zin
temaken.
November vorig jaar is een onderzoek
openbaar geworden naar de vraag van
de kinderen met betrekking tot het
speelgoed. Dit Intertoy-onderzoek werd
gehouden door vragenformuliertjes in
de diverse brochures van de
speelgoedwinkels te doen. De respons
was vrij grootongeveer 20.000
kinderen reageerden. Hieruit bleek dat
er zich nog al wat veranderingen
voordoen wat de vraag naar speelgoed
betreft. Tachtig procent van de door
jongens gevraagde artikelen kwam drie
jaar geleden helemaal niet in het
assortiment van de
speelgoedhandelaar voor. De meisjes
doen het wat dit betreft iets rustiger
aan. Over dezelfde periode veranderde
de aard van het meisjesspeelgoed met
„maar" 50 procent.
In de vraag naar speelgoed, zo blijkt
ook uit het rapport, bestaat nog
steeds een bepaald rollenpatroon.
Jongens kiezen in meerderheid nog
steeds voor jongensspeelgoed en
meisjes voor datgene wat volgens de
winkelier voor hen bestemd is. Toch
lijken er enige veranderingen op
komst. Afhankelijk van de leeftijd
kiezen wat meer jongens dan een
aantal jaren geleden speelgoed dat
f.
Sgljll
iliiiiW