idylle in Warmond: npouvier en lammetje 'even lente tegemoet Dammen bij de dieren ™tad/regio Warmond Grepen uit de Leidse muziekgeschiedenis chronische patiënten Johan Andrea Kauchlitz Colizzi componist met een tekenpen eeuwenoude beuk bij raadhuis LEIDSE COURANT WOENSDAG 21 MAART 1979 PAGINA 5 liet alle honden zijn 1 ender. Dat is maar weer igsvei ens gebleken aan de rand J an een Warmondse i} ieuwbouwwijk, waar onze vrouw in Warmond", utove orrespondente Frieda (nderwater, een vrije me litkijk heeft op een rond reesdi wejland waar eens de Ieren van Duivenvoorde ljan d iet Warmondse slot P® 'eijlingen bewoonden en raarop nu een stel ighen chapen graast. De resten 1 .^ar an het slot zitten nog in e grond. Ze werden B~c^ efotografeerd en daarna 1 ras het „zand erover", mdat grondige ebied onservering een te grote 'e-iV? ans'a6 °P beschikbare nanciën van historische ïne^ archeologische erenigingen betekende. De andamenten van de eestzaal der Van hiivenvoordes liggen nu reer onder het gras dat k2e chapen van lQj ersoneelsleden van het t=r plus aanl J.cul- III 'ie sc"apen werden m de fgelopen winterperiode le scl anig geplaagd door ijk 1 mwonende dartele honden idat i ie via de bevroren sloten iet sc ven overwipten om huis •bruil 'houden onder het rollige vee. Onze vrouw Inderwater zat dan releens te kijken door oor het dolle heen zijn, rijg je ze bijna niet te akken. En het is vooral 1 cUT1611'als er lammetïes °P et spel staan. Het waren owat allemaal drachtige chapen en er moesten eel wat lammeren eboren worden. Vorig aar, bijvoorbeeld, is er Pan vier schapen maar één ammetje groot geworden. )at is wel erg weinig, hè? )e rest werd doodgeboren, "ra f bleef onder maats, vaak rP 11 ;n gevolge van die 'Y® ïvallen van honden die de amschapen achternazitten. 200-j zag ai die narigheid lorp. oor het raam gebeuren, men met En als er een schaap weer eens in de sloot belandde (laat staan dat ieover de dam kwam), greep ik de telefoon om de mensen van Mariënhave te bellen. In zei toen al: als jullie weer eens zo'n achterblijvertje, zo'n krikkemikkig gevalletje over hebben, dan hou ik me aanbevolen". Zo kwam mevrouw Onderwater vorige week in het bezit van een scharminkel, dat na de geboorte geen schijn van kans had. Er was een door honden geplaagd schaap met twee lammeren. Eén ervan was zwart. Dat was goed. Die loopt nu nog te dollen. Maar nummer twee, een wit lammetje, was minnetjes en werd door moeder verstoten. Die magere werd meteen door moe in een hoekje gedrukt. We hebben moeder schaap toen gevangen en vastgehouden en probeerden het kleintje bij haar te laten drinken. Maar moe bleef schoppen en het lukte niet. Toen heb ik het beestje meegenomen naar huis. Daar was onze hond Rakker, een onduidelijke kruising tussen een poedel en een bouvier (hij staat ingeschreven bij de dierenarts als „bastaard bouvier", maar een betere vind je niet en we hoeven er geen prijzen mee te winnen)". Welnu, Rakker Onderwater een gezelligheidsdier en erg aanhankelijk, likte het lammetje meteen schoon. Want dat had Ma Mère l'Oye met kracht van argumenten ten enemale geweigerd te doen. Het lammetje liet het zich dankbaar welgevallen. Mevrouw Onderwater: „we hebben het geen naam gegeven, maar we roepen gewoon sik, sik, sik, nou en dan bokkespringt het de kamer in en gaat bij Rakker liggen, want die is lekker warm. 's Nachts slaapt het in een getimmerd hokje in de schuur en overdag zoekt het vertier in de tuin of bij De heer Onderwater met hond Rakker, een dochtertje en het lammetje sik, sik, sik, dat wat tegenspartelend de fles krijgt. ons binnen. Rakker vindt het allemaal best, zolang het lam niet al te opdringerig wordt want dan gaat-ie op de loop, die Rakker". Sik, sik, sik krijgt om de drie uur de fles, ook 's nachts gaat er een Onderwater het bed uit om het lammekind te laven. „Ik denk nog een week, en dan slaan we de nacht maar over", meent onze vrouw in Warmond. Ze Öp mijn omwegen door staden land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien'en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. bedoelt dan, dat het lam tegen die tijd kan volstaan met voedingen bij daglicht. „Ach, het was echt vel over been, z'n huidje slobberde om z'n botten. Het diertje (dat buitensporige aandacht voor mijn broekspijpen had, T. P.) wordt nu iets forser, maar de rimpels zijn nog niet verdwenen". Dan vraag je je af, waar moeder schaap die ontaardheid vandaan haalt. Als je niet beter wist, van die natuurwetten en zo, zou je zeggen: dat beest is een meid van de vlakte. De kinderen Onderwater zijn gek met sik, sik, sik. en vrijdag nemen de jongens het beest mee naar school voor een spreekbeurt. Met een week of zes hoopt mevrouw Onderwater het lam de wei weer in te kunnen sturen. „Maar het punt blijft, dat het niet meer naar z'n moeder kan, want die blijft haar verloren zoon in elkaar tremmen. Ze bokste het diertje gewoon met de kop onder de voerbak. Kun je nagaan. Als het eenmaal terug is, zullen we het wel een tijdje met de fles moeten bijvoeren. Maar dat doen we erg graag. Dat wolletje is gewoon nu al ons troetelkind geworden. Rakker heeft daar alle vrede mee, hoewel-ie geen overuren wil maken met zijn dienstbetoon. Je kunt met dieren werkelijk alle kanten uit. Vooral jonge mensen kunnen met dieren om zich heen aan "menselijkheid" winnen. Ook kun je leren van dieren. En als er, voor het gevoel, niets meer te leren valt, dan is het altijd nog fijn als er een stel dieren om je heen staat terwijl je met je eigen zaken bezig bent. Iets dergelijks gaan we beleven op zaterdag 31 maart. Op die dag organiseert de Zuid-Hollandse Dambond namelijk, onder het motto "Denksport en recreatie hand in hand", in het restaurant van dierenpark (Zoo) Wassenaar een groot jeugddamtoernooi voor jongens en meisjes tot dertien jaar. Kinderen dammen in het dierenpark; gewoon te gek natuurlijk. Hartstikke leuk lijkt me dat. Zo dachten ook de Zoo directeur en de dam-organisatie erover. De combinatie op zich ligt niet bepaald voor de hand, maar met stenen op je bord en een stel zebra's om je heen die er het hunne van willen weten, sla je twee vliegen in één klap. Het alleraardigste zou vanzelfsprekend zijn, als er een stel damherten de verrichtingen van wit en zwart kwamen gadeslaan. Misschien, dat directeur Louwman van het dierenpark ook in die richting denkt. Goed dan, die denksport hand in hand met de recreatie zorgt voor een toernooi, dat die morgen om 10 uur van start gaat. Het festijn wordt geopend door de vrouw van Wassenaars burgemeester, mevrouw Staab-Mees. Omdat je niet uren achtereen aan het denken kunt blijven, is er tussen "high noon", twaalf uur, en twee uur volop gelegenheid voor de kinderen om zich te vermaken in het dierenpark of in de vele mogelijkheden biedende speeltuin. Om twee uur is het weer ernst en wordt het toernooi, gelardeerd met denkrimpels op allerlei toeren, voortgezet. Als het dan vijf uur is geworden, komt "Hanneke van het dierenpark" (niemand minder dan mevrouw Louwman) de feestelijke prijsuitreiking verzorgen. Daarbij zal ze zich vergezeld weten van een aantal welwillende zoo-dieren en de veelgeroemde Wassenaarse carnavalsvereniging "De Deylknotsen", die nog steeds geen enkel benul heeft van "vasten" en graag de leut wil blijven verkondigen, ook al is het carnaval allang dood en begraven. Dat doet je dan helaas weer verzuchten, dat carnaval "het" carnaval niet meer is sinds het verschijnsel het voorbeeld van Pichegru heeft gevolgd en de (bevroren) grote rivieren is overgestoken. Maar daar hebben onze dammertjes gelukkig geen boodschap aan. Die staan dan te springen om een happening vol winstbejag met aantrekkelijke prijzen te kunnen bijwonen Dat dagje dammen in de buurt van het tamme en wilde wild wordt in elk geval een geweldig evenement. Het inschri jfgeld komt op zeseneenhalve gulden per kind, entree van het dierenpark en twee consumpties inbegrepen. Dat is natuurlijk een schijntje. „Waar kunnen meneer en mevrouw Louwman het eigenlijk van doen?", vraag je je dan af. Niettemin dóen ze het. Men kan zich opgeven bij de plaatselijke damclub en dat is in Wassenaar het Wassenaars Damgenootschap, per adres de heer Noordoven, tel. (01751) 11242. Verder kan men zich aanmelden bij het bureau van de Koninklijke Nederlandse Dambond, tel. 078-147170, of bij de jeugdleider van de Zuid-Hollandse Dambond, tel. 01747-4876, of 01751-11242. Dan nog dit: het initiatief van de Zuid- Hollandse Dambond komt voort uit het feit, dat onlangs een nieuwe categorie pupillen in het leven is geroepen voor de damcompetitie, namelijk de categorie die jongens en meisjes tot en met 12 jaar beslaat. Als het een beetje meezit kan men op zaterdag 31 maart dergelijke toneelt jes in het dierenpark Wassenaar aantreffen: kinderen (min of meer dam mend) temidden van de levende have, in dit geval nieuwsgierige zebra's. De is toeval, dat Colizzi de krijgt om deze nieuwe ei enn<?^ 'n uw krant te ope- )oesb Deze rubriek neemt een en een snap weg uit de iekgeschiedenis van Lei- maar heeft niet ten doel een volledige en chrono- Jsche beschrijving van het tikale wel en wee uit te ten. Zou het dat wel i, dan zou u elke week stuk uit een leerboek on- ogen krijgen en dat is - 'raard - de bedoeling niet. chtpl ^aar iedere week een (rini 'P u** de overvloed van Leidse muziekgeschiedenis vandaag is dat een heel 'ku 'kwaardige componist uit achttiende eeuw: Johan land aan '•cier rek. izzi meer deze musicus in overlijdt, maakt een ad- entie in de Haagsche irant ons duidelijk, dat WelEdele Heer J. A. ichlitz Colizzi" meer was musicus alleen: magister vrije kunsten, doctor -in >sofie, „beroemd om zij kundigheden in de Toon-, kruidkunde, en van een hooggeacht om zijne de hoedanigheden", is grappig om in de gro- laslagwerken te lezen hoe werkelijkheid van een le- tot een fabel kan worden ^giiaakt. Colizzi zou een Ro- vaI n van geboorte zijn, die de Leidse universiteit in de italiaanse taal a'ter d en van wiens hand ook Jiposities verschenen. Er - lot nu toe - 185 compo- 5 van Colizzi bekend en ieder geval drie muziek- oretische werken. Hij p/ ift dus wat dat betreft be- J0wd niet stilgezeten. Maar 's helemaal geen Romein geboorte, ook al zou de "ienaam dat kunnen in vermoeden. -ns eigen opgave werd i Tsjechoslowakije gebo- rond of in 1742. Wan- t hij op 15 juni 1766 aan Hogeschool te Leiden gev rdt ingeschreven als taalle- verl r> heeft hij kennelijk el- oliti15 zijn studie al voltooid, opt uit niets blijkt, dat hij gestudeerd heeft. Het in de achttiende eeuw gewoon om als lid van ha universitaire gemeenschap ok Schreven te worden zon- zelfs maar het voorne- te hebben om iets te deren. Een pastoor, een Astschilder, een musicus of )rpa. J. A. K. Colizzi een hospes konden meeprofi teren van bepaalde voorrech ten van het universitaire lid maatschap op grond van het feit, dat ze met studenten in contact waren. Johan Kauc hlitz heeft ook brood in Lei den geroken en als leraar (privé) in het italiaans heeft hij zijn Tsjechische familie naam veritalianiseerd tot Co lizzi. Hoe hij te boek kwam te staan als Romein? Bij de eerste inschrijving werd op getekend (naar de aard van de tijd in het Latijn): „Ro mein, taalleraar". Later werd dat verbeterd in „leraar ro- maanse talen" en de zoge naamde recensielijsten heb ben dat gespecificeerd: „le raar Italiaans". Let wel: le raar en geen lector. Kenne lijk heeft Colizzi getwijfeld hoe hij zich zou laten in schrijven. Hij zou alle reden hebben gehad om het ook als musicus te doen, want zijn eerste composities waren al in Brunswijk verschenen. Musicus in Brunswijk en le raar italiaans in Leiden, zou dat wijzen op studie in Italië en een verblijf aan het hof in Brunswijk? Dat eerste is mogelijk en het tweede waar schijnlijk, want wanneer Co lizzi in 1775 uit Leiden ver trekt om in Den Haag hof musicus en muziekleraar van prinses Louise, haar moeder, prinses Willemijn, en de late re koning Willem I te wor den, komt dat op ons over als' een soort donderslag bij heldere hemel. Maar wanneer we bedenken, dat er tussen de hoven van Brunswijk en Den Haag nauwe familieban den waren, is het niet on waarschijnlijk om aan te ne men, dat men in Brunswijk goede referenties over Colizzi heeft gegeven. Wanneer prin ses Louise later met de er fprins van Brunswijk trouwt, blijven er zeer vriendschap pelijke contacten tussen de prinses en haar oude leraar bestaan. In Leiden wordt Colizzi ka merbewoner en via een huis genoot leert hij diens zuster Cornelia van Dinter kennen, de dochter van een arts op de Nieuwe Rijn ter hoogte van waar nu de firma Koore man gevestigd is. Het is geen liefde met spoed, want het huwelijk wordt op 1 mei 1772 gesloten en ingezegend in de r.k. statie van sint Bo- nifatius aan de Nieuwe Rijn om de hoek van de Middel stegracht (Appelmarkt heette dat stuk straat toen). Getuige bij dat huwelijk was dé kunstschilder Gerard van Dinter en misschien via hem is Colizzi etsen gaan maken. Het Rijksprentenkabinet te Amsterdam heeft er nog een paar. Het portret van Colizzi is in het bezit van het Leidse prentenkabinet. De Russische vorst Alexan der Kurakim meldt over de musicus - etser-, kruidkundi ge leraar: „Mijnheer Collici, leraar in de italiaanse taal, is zeer talentvol. Hij heeft ook veel kennis van de muziek; geeft lesop het klavier". Hij vertelt ook wat men daar in de achttiende eeuw mee ver dient: twee ducaten per maand 11.-). Het huwelijk van Johan Co lizzi is niet van lange duur geweest. Zijn vrouw overlijdt in februari 1775 na de ge boorte van een tweede dood geboren baby. Daardoor was Colizzi niet in staat om de muziek te componeren bij de viering van het tweede eeuw feest van de universiteit. Al hoewel men dat graag had zien gebeuren. Het bleef bij een mars, die twee keer bij een eeuwfeest werd uitge voerd: in 1775 en in 1975. Colizzi toonde aan, dat mu ziek tijdloos is, ook al is ze tijdgebonden. Is muziekge schiedenis daarom zo'n boeiende bezigheid? JANDOOVE NOORDWIJK Het psychiatrisch ziekenhuis Sancta Maria kan als de staatssecretaris van Volksgezondheid hiermee instemt, nog dit jaar beginnen met de bouw van twee pavil joens voor chronisch psychiatrische patiënten met een totale capaciteit van 160 bedden. Alle hindernissen van de adviserende instan ties zijn genomen door de direktie van het psychiatrisch ziekenhuis, dat in 20 gebouwen aan de Langevelderweg onderdak biedt aan 635 patiënten. De nieuwbouw op het terrein van Sancta Ma ria betekent geen uitbreiding van de opname capaciteit van het ziekenhuis, maar is noodza kelijk voor de huisvesting van de bewoners van het verouderde Lidwina-paviljoen. Nog voor de bouwvakvakantie kan in Sancta Ma ria begonnen worden met de bouw van een centrum voor bewegingstherapie. De huisves ting en begeleiding van langdurige psychiatri sche patiënten is in Zuid-Holland bepaald geen eenvoudige zaak. Veelal ontbreekt ge schikte accommodatie en de belangstelling voor de verpleging van chronische patiënten. Sancta Maria wil beginnen met de bouw van het paviljoen van 122 bedden, dat er ongeveer hetzelfde uit gaat zien als het onlangs geopen de paviljoen De Boekhorst (foto). Dit gebouw wordt bestemd voor de opvang van chroni sche patiënten met een vermoedelijke ver blijfsduur langer dan vijf jaar in woonunits van 14 patiënten. In het kleinere paviljoen worden patiënten opgenomen voor een perio de van twee tot vijf jaar. Dit omdat de pa tiënten in het kleine paviljoen een andere be geleiding krijgen. Bij een eventuele toekomsti ge verschuiving in het aanbod van patiënten, kan het kleine paviljoen vrij eenvoudig ge schikt gemaakt worden voor andere verpleeg vormen. „Nederland is de afgelopen jaren beduidend meer geld gaan stoppen in het maatschappe lijk welzijn. In het kader hiervan staat ook de psychiatrie weer in de belangstelling. Dat heeft de nieuwbouw van de twee paviljoens en het meuwe bewegingstherapiecentrum mo gelijk gemaakt. De huisvesting van chronisch psychiatrische patiënten blijft toch moeilijk", vindt dr. J. A. Verheul, geneesheerdirekteur van Sancta Maria. „In de Westerse maat schappij vorm is er een hoge waardering voor produktie en aktiviteit Recht tegenover die in stelling staat een groep patiënten, die niet zo direkt voor een vlot herstel in aanmerking komt. In de Universiteitsziekenhuizen komt de chronische patiënt nauwelijks aan bod. Daar wil men zoveel mogelijk ziektebeelden in zo weinig mogelijk bedden". Etn ontwikkeling in de psychiatrie is om steeds meer mensen te helpen met steeds min der bedden, c.q. langdurige opname. „We pro beren natuurlijk te voorkomen dat iemand een chronische patiënt wordt. Als hij dat toch is, gaan we werken aan een beter functione ren in de samenleving. De integratie in die maatschappij is een probleem. Vanuit die maatschappij zijn er impulsen om een patiënt te behandelen buiten de sfeer waarin hij is ontstaan. Daar komt langzaam maar zeker een kentering in. Er is nog een zekere collec tieve angst voor het individu, dat de groep voor verrassingen stelt. Even zo goed kwamen er naar aanleiding van het 50-jarig jubileum van Sancta Maria 1200 belangstellenden op de „open dag". Op het moment wordt veel tijd besteed aan de voorlichting en rondleiding van Noordwijkse scholieren. Dat heeft een ef fect op langere termijn. Als die kinderen weer eens zo'n griezelverhaal horen, kunnen ze zeg gen: „...daar klopt niets van, ik heb het zelf gezien...". i hoofdmePaV l'0en °e Boekhc;st' tweelingzusje van het .oekomstige paviljoens WARMOND Het is eigen lijk ongepast om op de Natio nale Boomplantdag met het bericht te komen dat een gro te karakteristieke boom plaats heeft moeten maken voor de •uitbreiding van het gemeente huis maar het is helaas niet anders. Het planten van enke le honderden jonge elzen el ders in de gemeente maakt het verlies van de honderdja rige beuk niet goed. Enkele raads- en commissiele den die van het vellen van de boom hoorden stonden aan vankelijk met stomheid gesla gen. Juist deze boom werd aangewezen als zeer belang rijk en zou beschermd wor den. Op de tekeningen stond de boom steeds ingetekend en vragen in de commissie open bare werken en de raad wer den geruststellend beantwoord zodat iedereen er van over tuigd was dat de beuk kon blijven staan. Oorzaak van de plotselinge beslissing van B en W om de boom toch te of feren was het feit dat de aan nemer „niet uit de voeten kon met de fundering en het hijen op staal heeft er iets mee te maken", zo deelde een ambte naar ten gemeentehuize mede. Het PW-raadslid mevr. Dal- huisen sprak er schande van dat zo'n beslissing genomen werd zonder overleg terwijl er van te voren de indruk werd gewekt dat de boom be houden zou blijven. „Machte loos en woedend vraag ik mij af of de raad nog wel iets j kan doen om iets dergelijks in de toekomst te voorko men". was haar reactie. Ing. Peter v. Dam, lid van de I commissie openbare werken, I vond het ronduit belachelijk I dat bij het maken van de plannen uitdrukkelijk reke ning is gehouden met het be houd van de boom en dat diezelfde boom dan plotseling kan verdwijnen. „Als we niet zo zeer gesteld waren op het laten staan van de beuk dan zouden we de plannen wel licht heel anders hebben op-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 5