Historie van fiets belicht in Delftse expositie „Fiets je Jongeren Petrus- Leonarduskoor zitten te springen om een organist Adviesraad wijst afsluiting van Warmonderbrug van de hand Werkloosheid in eidse regio icht gedaald ^fAP/REGIO KORTWEG LEIOSE COURANT DINSDAG 13 MAART 1979 PAGINA 5 henkeo schen jaar o we tie nieuw jonge aar ei naan litgenO' i of al' TUWGROEP: WE ZIJN HET GE-EMMER ZAT, TRAKS MOETEN WESTOPPEN Op mijn omwegen door stad en land kom ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel len wie u graag in deze rubriek zou willen tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar toestel 18 vragen. et is een kordaat, hoewel iet goedkoop, middel om en knots van een adverten- in een krant te plaatsen s je op zoek bent naar in organist Zo'n annonce on men een paar weken deden tegenkomen, met >n enorme kop erboven: EZOCHT. Het was alle- aal meer dan duidelijk, et ging om een organist n de zoeker was een jon- erenkoor in Leiden dat bo- endien een beloning in het vooruitzicht stelde. Die belo- (ling was (een kleine finan- ifcfpèle vergoeding was nader vereen te komen): „Veer- gtal enthousiaste jongeren ie regelmatig op woens- ag- en zaterdagavond hun este beentje voor willen rtten. Dat is niet zo- laar niks. De ijveraars bestuuf™5 en Hans pnh j )omens hadden er geen oant! vonderen van verwacht u.-.-jiiaar dat het lauw loenen tlorend^Nee, dat du worden. nnjas toch een teleurstelling, iportta dat veertigtal maar en- i,Jhousiast blijven, onder din- laanui^t ciaucio. Hoelang nog? n de lege heilige hallen fan de Petruskerk sprak ik bad eifP woensdagavond ter- nenkoi ron<3 het altaar het ge- fplaatst iandicapte koor zonder or ganist z'n stemmen uitsloeg, ajigentijds en licht rockend, Det de twee Hansen die ich zo'n beetje als stuw- roep hebben opgesteld. Ze lillen de boel wat promo- en „om leuk te kunnen aan draaien; maar nou een organist". Zo ver- elde Hans Reizevoort van iet wel en wee van het Pe- ■Leonarduskoor, want zo staat de zaak ervoor, na een soort fusie tussen beide zingende groepen. „Kijk, zo wat twaalf jaar geleden werd in de Petrusparochie een tienerkoor opgericht Dat heeft tot en met 1977 leuk gedraaid en groeide uit tot een geestdriftig jonge renkoor, dat op hoogtijda gen wel tachtig mensen tel de", aldus Reizevoort „Toen werd ons min of meer de das om gedaan. Bij bosjes stapte men op, trad men uit zeg maar, na dat de nadruk meer op de liturgie dan op de muziek was komen te liggen. Ons instrumentaal materiaal was uitstekend, met het combo onder leiding van Mike van Boo ren en met Kees Buur man erin. We hadden suc ces gehad en in '71 werd er zelfs een elpee gemaakt Al lemaal erg leuk, zo'n perio de, nietwaar?" Hans Reize voort heeft dat alles meege maakt Het was zo mooi, dat de jongelui er niet aan moeten denken om dat zo maar prijs te geven. Reize voort: „Kwalitatief was het koor erg goed. Vooral oude re mensen praten nu nog over dat koor van twee jaar geleden. De kerk zat vol als we zongen. Maar door het praktisch wegvallen van de begeleiding en .daar ben je als koor voor 99 procent afhankelijk van kwam er een einde aan het gemoti veerd jeugdige zingen". In april '77 kwam de klad erin. De instrumentalisten verdwenen als sneeuw voor de zon. Dan kun je als jon gerenkoor wensen wat je wil en aan het zingen blij- Het Petrus-Leonarduskoor, naarstig op ziek naar een organist ven, maar zonder de kleur en het ritme van een stelle tje gespecialiseerde muziek- makers ben je niks. „Na tuurlijk niet", vindt ook Hans Oomens, de oud-secre taris van het koor. „Met Kerstmis van dat jaar wak kerde het oude vuur weer aan. Door wat praten hier en daar konden we een paar mensen weer motive ren en het werd nog een beste nachtmis ook. Maar vervolgens zakte de muzika le pudding weer in elkaar. Toch zouden wij zo graag verder willen gaan met het koor. Ziet u, veertig jonge mensen staan nog steeds te popelen om op te treden, om missen te begeleiden en op te luisteren. Maar tegen woordig is men eerder ge neigd om te zeggen: het spijt me, maar vanavond kan ik helaas niet In juni van het vorige jaar stopte het koor. De vaste kern werd na augustus uit genodigd om te komen „as sisteren" in de Leonardus- kerk aan de Haagweg. Met een kwam het oude enthou siasme weer boven. Reize voort: „We zagen die Brazi liaanse dirigent Claucio van dat Leonardus-jongerenkoor in actie en we waren er di rect weg van. Weg, in de goede zin, want we wilden gewoon blijven eigenlijk. Nou, en nu zijn we één. We hebben de koppen bij el kaar gestoken en het werd het Petrus-Leonarduskoor en opereren op twee fron- .ten. Nu hebben we wel die geweldige Claucio als diri gent, maar we zitten puur omhoog met een pianist-di rigent We zoeken iemand die kan improviseren, ie mand die wat kan „swin gen" met de toetsen. Zoiets hoort bij het karakter van een koor als het onze; het moet allemaal spontaan klinken". Het is gewoon het Petrus- Leonarduskoor geworden, waarin het jongerenbloed door de aderen vloeit, „maar de totale medewer king stelt wel wat teleur", moet Oomens bekennen. „We voeren geen actie, maar we moeten toch ook wat steun van de parochie hebben. We hebben ge merkt, dat men duidelijk op ons zit te wachten. Afgelo pen Kerstmis was dat be slist te merken. Het wa6 wel de laatste keer, dat we. in volle glorie te horen wa ren. Nu, drie maanden la ter, wachten we nog steeds af. Het zijn ruim vijfender tig jongeren die zich erg graag willen inzetten, wq blijven repeteren, afspraken worden voor die repetitie- avonden opzij gezet, Claucio inspireert. We willen best wel, maar we kunnen niet Onze grote wens blijft: ver sterking van het koor en de begeleiding, die organist vooral". Reizevoort, die zich in het „management" van het koor goed thuisvoelt en het doen voortbestaan van het en semble als een uitdaging voelt kan echter ook geen ijzer met handen breken. „Als we niemand kunnen vinden, als er werkelijk geen bereidwillige pianist of organist komt opdagen, is het echt met het koor afge lopen. We lopen al zo'n tijd te emmeren. Op een gege ven moment, na al die maanden werken, is de maat vol. Zou er nu werkelijk geen sterveling te vinden zijn die op de manu alen het koor kan komen redden? Dat lijkt me vrese lijk sterk. Het Petrus-Leo narduskoor is een plezierige affaire; jonge mensen met een behoorlijke grein idea lisme ook. „Kunnen jullie nog nieuwe mensen gebrui ken?" „Nou, wat dacht je; erg graag zelfs", spraken Reizevoort en Oomens, als in koor. LEIDEN De Adviesraad voor de Binnenstad vindt dat de Warmonderbrug voor het gemotoriseerd verkeer stad-uit open moet blijven. Zoals bekend overweegt het Leids gemeentebe stuur de brug, die zich in erbarmelijke toestand bevindt, geheel af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer. De Adviesraad wijst er in rijn brief aan het college van b en w op dat de verkeersdruk op de kruising Molenwerf/Rijnsbur- ger- en Maresingel en op de kruising Schuttersveldweg/Oegs- tgeesterweg in de toekomst zonder afsluiting van de Warmon derbrug al groter zal worden. Dit onder invloed van de plan nen met het Schuttersveld en met het plan de Valkbrug voor verkeer in twee richtingen open te stellen waardoor de capaci teit voor het verkeer stad-uit teruggebracht zal worden van twee naar een rijstrook. Bovendien voert de Adviesraad aan dat de Haarlemmerweg, een vanouds op gemotoriseerd verkeer ingestelde weg door de afsluiting van de brug voor een be langrijk deel zal verdwijnen als belangrijke verbinding tussen de binnenstad en de Willem de Zwijgerlaan. Tevens heeft de Adviesraad ongevraagd advies uitgebracht over het voornemen van het gemeentebestuur het instellen van tweerichtingsverkeer van het Traject Verversbrug-Oude Heren gracht en Herenpoortbrug te koppelen aan het afsluiten van de Zijlpoortbrug en het weggedeelte onder de Zijlpoort voor autoverkeer. Teneinde sluipverkeer in de wijken Groenoord, Noorderkwartier en de Kooi tegen te gaan moeten, volgens de Adviesraad nauwkeurige „wijk-verkeerscirculatieplannen" wor den vastgesteld. ,3Ü de uiteindelijke besluitvorming dient ook in overweging te worden genomen welke de negatieve conse quenties zijn voor de bedrijven en de winkels langs de Haven tengevolge van de afsluiting van de Zijlpoortbrug, waarbij tevens een keer een opstelgelegenheid gemaakt moet worden voor begrafenisstoeten en bezoekers van de r.k. begraafplaats naast de Zijlpoort", aldus de Adviesraad aan B en W. Spreekrecht burgerij Voorhout VOORHOUT Het Voor- houtse college wil het „vra genuurtje" dat eens per kwartaal na afloop van een raadsvergadering voor de burgerij wordt gehouden la ten vervallen. In plaats daar- voor zou voorafgaande aan elke raads- en commissiever gadering een spreekrecht van vijf minuten worden inge- voerd voor maximaal vijf personen. De Voorhoutse commissiever- j gadering zullen definitief o- penbaar blijven. De proef met I openbaarheid vanaf 1 januari '78 heeft een dusdanig resul- j taat gehad, dat het college j een definitieve beslissing wil nemen. I ZOETERWOUDE De on- j derlinge wedstrijden die gym- vereniging SJZ elk jaar houdt zullen dit jaar over twee da- gen verspreid worden. Vrij- i dagavond 16 maart komen 1 eerst de meisjes van 9 tot 12 j jaar om 7 uur aan de beurt I Daarna de damesjunioren vanaf 13 jaar en de dames- keurploeg zal om ongeveer 9.15 uur in actie komen. Tus- sendoor worden nog verschil lende demonstraties vrije oe fening en trampolinespringen gegeven. Zaterdag zullen van af 10 uur de kleuters, meisjes 7—9 jaar een als laatsten meisjes 10—12 jaar om de medailles strijden. hap o is de it-leder ad. De gehou Ie viel f te btIDEN De werkloosheid de Leidse regio is in fe- ^or.^ ari iets gedaald. Het J ingeschreven werkloze •■janen verminderde met 34. de vrouwen was er een °uing van 27. Er zijn thans ier|8 mannen als werkzoekend U geschreven en 799 vrouwen. 7m°l vraag naar mannelijke ar- net a^d5krachten bedraagt 765 ïr le vraag naar vrouwelijke ^knemers 285. handefo werd vooral in de w gekenmerkt door het houdende winterweer. Nu ,kou voorbij is, valt te ver- eerst ;hten dat de activiteiten zullen opleven en het tal werkzoekenden zal ver- ideren. Dat er in februari i nog enige daling was, im in hoofdzaak door het dat een aantal wissers uit wijk weer aan het werk Het aantal ingeschreven kontói gevoD«d< kattei thuis diers ;e eu onden l stantF - ing dfck situatie op de arbeids- vissers verminderde met 59. Het aantal schoolverlaters neemt gestaag af. Eind febru ari bedroeg het aantal manne lijke schoolverlaters dat als werkzoekend stond ingeschre ven 106 en het aantal vrou wen in die categorie: 97. In de gemeenten, ressorteren de onder het Gewestelijk Ar beidsbureau Leiden, verliep de werkloosheid in februari als volgt: jan. febr. jan. febr. Alkmade Katwijk Leiden Leiderd. Oegstg. Rijnsburg Valkenb. Voorsch. Warmond Zoeterw. Overigen )sen actueel aar ontkracht [DEN Ook de Haagse aedie ontkomt niet meer de harde realiteit van twintigste eeuwse sa- «deving. Zelfs dit gezel- aP> dat het altijd heeft ge it in nuance en verfij- speelt nu stukken met politiek-actuele betekenis ai«en eerder symbolisch dan ^stisch décor, al haalt er - terecht trouwens -. 'bsen van honderd jaar len voor uit de kast: Pij van de samenleving. De dse Schouwburg had gis mond haar klassiek toneel js de Haagse Comedie haar element. s van de samenleving over een Noorse reder enaar die rijn woon- op wil stuwen in de der vooruitgang. Al zijn le pro aS, prestige en kapitaal iierenfdt^hij aan om de „samen- "'g" ten dienste te rijn. samenleving die steunt fatsoen, rechtschapenheid goddelijke voorzienigheid, in wezen op kapitalisti- ondernemingsdrift Wat nou, dat de hele van de hoofdpersoon op een leugen, vijftien Mner /fi>t - jaar geleden in de wereld, pardon de „samenleving", ge roepen. Vergelijkingen met nu dringen zich op. Wanneer de hoofdpersoon tot het inricht komt dat uiteindelijk persoon lijk belang zijn grootste drijf-- veer is en niet zijn „samenle- vings"-zin, bekent hij openlijk zijn schuld. Tot aan die bekentenis is Pij lers van de Haagse Comedie een boeiend stuk. Alles ligt er, in een Heyermans-achtige sociaal-re alisme, duimendlk bovenop - en de Comedie had niet veel moeite gedaan om dat effect af te zwakken - maar desondanks heeft Ibsen „samenleving" en hoofdper soon zo getekend dat er een beklemmend beeld ontstaat, waarin de reder tegelijkertijd zeer begrijpelijk maar ook ta melijk weerzinwekkend wordt Tot rijn bekentenis, die dan ook onverwacht is en wordt ingegeven door zich plotseling voordoende ontwikkelingen. De slotclaus van de zoon van de reder tenslotte, waarin deze zegt geen pijler van de samenleving te willen zijn, omdat dat zo saai is, zou iro nisch gesproken nog wel fraai hebben kunnen werken, maar sloeg nu in de uiterst serieuze toon van de Haagse Comedie ieder fundament onder de voorstelling uit PAUL VAN DER PLANK De loopfiets, de voorloper van ons hedendaagse rijwiel Anno 1900 had één op de vijftig Ne derlanders een fiets. Een rijwiel heette het nog in die dagen. Momen teel beschikken we met zijn allen over bijna 10 miljoen fietsen. En dat aantal groeit gestaag. Koffiedikkij kers hadden voorspeld dat met de toename van het gemotoriseerde ver keer de fiets in de verdrukking zou komen. Maar niets bleek minder waar. De fietsverkoop beleefde aan het begin van de jaren zestig - het begin van de welvaartperiode - een fikse opleving, die nog geen eind heeft genomen. De autoloze zonda gen tijdens de energiecrisis aan het einde van 1973 deden er zelfs nog een schepje bovenop. Juist het ge brek aan brandstof voor de heilige koe, de auto, drukte de Nederlander met de neus op het bestaan en het nut van het vervoermiddel, dat met een geringe krachtsinspanning een goedkope en betrekkelijk snelle ver plaatsing mogelijk maakte. Hausse Het gevolg was dan ook dat de fietsverkoop in 1974 een waarlijke hausse beleefde, die in de daarop volgende jaren weliswaar wat af nam, maar toch nog altijd boven een miljoen exemplaren per jaar bleef. Dat heeft er inmiddels toe ge leid dat in bijna een derde van de Nederlandse gezinnen zelfs twee fiet sen aanwezig zijn. Een procent bezit zelfs zeven fietsen of meer. Met een tentoonstelling onder de ti tel „Fiets je rot" belicht de Gemeen telijke Archiefdienst Delft in de ko mende twee maanden de historie van de fiets. Tot en met dinsdag 15 mei is voor belangstellenden in het gebouw Oude Delft 169 in Delft veel materiaal te zien over de geschiede nis van het rijwiel, dat even goed de titel had kunnen dragen: „Van be nenwagen tot trimfiets". De gege vens zijn grotendeels toegespitst op de stad Delft en omgeving. Geschiedenis De geschiedenis van de fiets is meer dan honderdvijftig jaar oud. Zoals bij ix> vele uitvindingen claimt ieder goedkope vervoermiddel. Maar feit is dat in Karlsruhe in het jaar 1817 Carl Ludwig Friedrich Christian Freiherr Von Drais zu Sauerbronn de zogenaamde draisineuitvond: een loopfiets met een bestuurbaar voorwiel. Met dit vervoermiddel kon een loopafstand van een uur in elf minuten worden afgelegd. Een echte „benenwagen" dus. Maar de ontwikkeling stond niet stil. Twee Engelsen kwamen zelfs tot een vervoermiddel, dat met de hand moest worden aangedreven, zoals de Vliegende Hollander. De Brit Goru- pes wordt gezien als de uitvinder van een rijwiel, dat zich voortbe woog met beenbewegingen, zonder da i daarbij de voeten de grond raakten. De zoon van een Franse wagenmaker, Michaux, baseerde een ontwerp op de draisine van Von Drais en kwam tot de zogenaamde „vélocipède". De Engelsman John Kemp legde in 1887 het zwaartepunt van het rijwiel tussen de wielen (die inmiddels dezelfde grootte hadden gekregen). Het zadel werd naar ach teren geplaatst Daarmee was onze hedendaagse fiets een feit. rong Over de- oorsprong van het woord fiets is veel gespeculeerd. Er zijn veel veronderstellingen, maar men is er nog niet achter gekomen wat de juiste verklaring is. In het etymolo gisch woordenboek (verklaring van de oorsprong van woorden) van dr. J. de Vries staat onder meer de mo gelijkheid aangegeven dat het woord in 1870 in Wageningen is ontstaan. De naam fiets zou zijn ontleend aan de smid E. C. Viets die rijwielen verkocht. Een verbastering van het woord vielesepee (vélocipède) naar fiets lijkt echter ook aannemelijk. De verbastering van het Franse woord voor snelheid, vitesse, kan eveneens geleid hebben tot het in Nederland bekende begrip fiets. Aan deze verklaringen en nog vele ande re heeft de Stichting Fiets in Am sterdam een stuk gewijd: „Waar komt het woord fiets vandaan?". Elke nieuwe ontwikkeling maakt een scala van reacties los. Negatieve zo wel als positieve. Maar de inhoud van de ingezonden brieven naar de toenmalige courantenmaakte wel duidehjk dat indertijd vooral de ver schijning van dames op een rijwiel weerstanden opriep. Met hun lange rokken zouden ze een gevaar op de weg zijn. In de Kampioen stelde een schrijver over dienstmeisjes op het rijwiel: „Het meisje komt door deze sport in kennis met heren in plaats van met jonge lieden van haar stand. Ze zal zich langzamerhand te goed achten voormeidenwerk." Vrijmoedige dames en „zondagrust verstoorders" op het rijwiel gingen weieens tegen de vlakte, als een te genstander van het wufte vervoer middel een stok tussen de wielen stak. Af en toe werd de smak zelfs gevolgd door een fikse afranseling. Krantenberichten in die dagen spra ken over op hol geslagen paarden, die waren geschrokken van fietsen. Een gemeentebestuur in Zuid-Hol land vaardigde daarom het volgende besluit uit: „De vélocipedist zij ge waarschuwd, dat wanneer een paard en wagen nadert, hij van zijn voer tuig stappe, zich terzijde van de weg opstelle, en de stuurkruk met zijn jas bedekke, opdat het paard niet schrikke." Rijwieleigenaren sloten zich aaneen in wielerclubs. Deftige lieden, zoals de heer Van Marken, directeur van de Gistfabriek in Delft, en andere Delftse prominenten werden lid van 'P.I.M. Periculum in Mora, ofwel Het gevaar ligt in het uitstel. P.I.M. was tevens de voornaam van de beroem de stadgenoot Pim Kiderlen, die op zijn hoge „bi" aan wedstrijden deel nam. Hij had ook de afstand Rotter dam-Leeuwarden op zijn naam staan met een tijd van 16 uur en 25 minuten. Lid worden van een wiel rijdersclub kon alleen als men te vens lid was van de ANWB (de Al gemene Nederlandse Wielrijders Bond). Les Fietsen leerde men in die dagen nog in een zaal, op een fietstoestel of aan de riem vastgehouden door de leermeester. De Eerste Delftsche Wielrijschool in Delft adverteerde met „gevaar voor vallen absoluut uitgesloten". Voor clubs werd het zaalrijden aanbevolen. Het sterkte de spieren en het onderhield het verenigingsverband. Een uitgave van 1893 onderwees de geïnteresseerde in de kunst van het zaalrijden. Daarin werd minutieus over ver plichte figuren uitgewijd. Maar er ging toch niets boven fiet sen in de vrije natuur, speciaal voor de gelegenheid aangekleed in een wielrijcostuum en liefst in clubver band. Een hoornblazer ging voorop. Hij gaf het sein fot vertrek en on derweg wees hij met hoornsignalen op naderend gevaar. In feite de voorloper van de fietsbel. Toeters, fluiten en allerlei rammelaars wer den in de begintijd door individuen aangewend om tijdig te waarschu wen voor de nadering van zoiets ge vaarlijks als het rijwiel. In 1883 vond de Duitser F. H. Dissel iets praktischer uit: de fietsbel, die in 1906 in Nederland voor iedere fiets verplicht werd gesteld. Hoogtepunt Één der hoogtepunten van de ten toonstelling is wel de inhoud van het werkje „Wat moet iedere wielrij der onvoorwaardelijk weten?" van de hand van de Duitser dr. C. Fres- sel, dat in de begintijd van de op komst van de fiets in vertaling in Delft verscheen. Enkele fragmenten hieruit: „Na hetgeen wij in het begin van dit werkje hebben gezegd, ligt het voor de hand, dat de geneesheer in het geval kan komen, om het wiel-. rijden in zekeren zin als een kuur voor een patiënt voor te schrijven. In de eerste plaats dan komen die personen in aanmerking, die uit hoofde van hun beroep zich zeer weinig beweging kunnen gunnen, dus in het bijzonder alle ambtena ren en degenen, die van den vroe gen morgen tot den laten avond op hunne bureaux of kantoren zitten, daar de duffe, slechte lucht inade men, en bij wien zich het gebrek aan beweging vaak in lastige onder lijfskwalen doet kennen. Wanneer zulk een persoon per dag ook maar één uurtje op zijn rijwiel in God's schoone natuur kan vluchten, hoe gelukkig gevoelt hij zich dan niet en hoe spoedig bemerkt hij niet de wel dadige gevolgen voor lichaam en geest" Ook het knellende probleem van het dragen van een corset door dames op de fiets kwam in dit verlichte werkje aan de orde; „Wij hebben u, schoone lezeres, al leen dit te zeggen: wilt ge werkelijk genoegelijke tochtjes maken, zoo ontdoe u vooraf van dit moderne martelwerktuig, er zijn immers te genwoordig zoogenaamde buste-op houders, die ook de taille nog zeer lief doen uitkomen. Ook aan niet wielrijderessen, bij wie de gezond heid en het welbevinden boven de ijdelheid gaat en die zich over voor oordelen kunnen heenzetten, geven wij den raad: leg het corset af en neem den buste-ophouder in ge bruik." Openingstijden van de tentoonstel ling zijn: dinsdag tot en met vrij- dag van negen tot vijf uur, maan dag vanaf tal f twee.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 5