Historie van fiets
belicht in
Delftse expositie
„Fiets je
Jongeren Petrus-
Leonarduskoor
zitten te springen
om een organist
Adviesraad wijst
afsluiting van
Warmonderbrug
van de hand
Werkloosheid in
eidse regio
icht gedaald
^fAP/REGIO
KORTWEG
LEIOSE COURANT
DINSDAG 13 MAART 1979 PAGINA 5
henkeo
schen
jaar o
we tie
nieuw
jonge
aar ei
naan
litgenO'
i of al'
TUWGROEP: WE ZIJN HET GE-EMMER ZAT,
TRAKS MOETEN WESTOPPEN
Op mijn omwegen door stad en land kom
ik graag mensen tegen. Elke morgen tussen
tien en elf uur kunt u mij telefonisch vertel
len wie u graag in deze rubriek zou willen
tegenkomen. Het nummer van mijn geduldi
ge telefoon is 071-122244; u kunt dan naar
toestel 18 vragen.
et is een kordaat, hoewel
iet goedkoop, middel om
en knots van een adverten-
in een krant te plaatsen
s je op zoek bent naar
in organist Zo'n annonce
on men een paar weken
deden tegenkomen, met
>n enorme kop erboven:
EZOCHT. Het was alle-
aal meer dan duidelijk,
et ging om een organist
n de zoeker was een jon-
erenkoor in Leiden dat bo-
endien een beloning in het
vooruitzicht stelde. Die belo-
(ling was (een kleine finan-
ifcfpèle vergoeding was nader
vereen te komen): „Veer-
gtal enthousiaste jongeren
ie regelmatig op woens-
ag- en zaterdagavond hun
este beentje voor willen
rtten. Dat is niet zo-
laar niks. De ijveraars
bestuuf™5 en Hans
pnh j )omens hadden er geen
oant! vonderen van verwacht
u.-.-jiiaar dat het lauw loenen
tlorend^Nee, dat
du worden.
nnjas toch een teleurstelling,
iportta dat veertigtal maar en-
i,Jhousiast blijven, onder din-
laanui^t ciaucio. Hoelang nog?
n de lege heilige hallen
fan de Petruskerk sprak ik
bad eifP woensdagavond ter-
nenkoi ron<3 het altaar het ge-
fplaatst iandicapte koor zonder or
ganist z'n stemmen uitsloeg,
ajigentijds en licht rockend,
Det de twee Hansen die
ich zo'n beetje als stuw-
roep hebben opgesteld. Ze
lillen de boel wat promo-
en „om leuk te kunnen
aan draaien; maar nou
een organist". Zo ver-
elde Hans Reizevoort van
iet wel en wee van het Pe-
■Leonarduskoor, want
zo staat de zaak ervoor, na
een soort fusie tussen beide
zingende groepen. „Kijk, zo
wat twaalf jaar geleden
werd in de Petrusparochie
een tienerkoor opgericht
Dat heeft tot en met 1977
leuk gedraaid en groeide uit
tot een geestdriftig jonge
renkoor, dat op hoogtijda
gen wel tachtig mensen tel
de", aldus Reizevoort
„Toen werd ons min of
meer de das om gedaan.
Bij bosjes stapte men op,
trad men uit zeg maar, na
dat de nadruk meer op de
liturgie dan op de muziek
was komen te liggen. Ons
instrumentaal materiaal was
uitstekend, met het combo
onder leiding van Mike van
Boo ren en met Kees Buur
man erin. We hadden suc
ces gehad en in '71 werd er
zelfs een elpee gemaakt Al
lemaal erg leuk, zo'n perio
de, nietwaar?" Hans Reize
voort heeft dat alles meege
maakt Het was zo mooi,
dat de jongelui er niet aan
moeten denken om dat zo
maar prijs te geven. Reize
voort: „Kwalitatief was het
koor erg goed. Vooral oude
re mensen praten nu nog
over dat koor van twee jaar
geleden. De kerk zat vol als
we zongen. Maar door het
praktisch wegvallen van de
begeleiding en .daar ben
je als koor voor 99 procent
afhankelijk van kwam er
een einde aan het gemoti
veerd jeugdige zingen".
In april '77 kwam de klad
erin. De instrumentalisten
verdwenen als sneeuw voor
de zon. Dan kun je als jon
gerenkoor wensen wat je
wil en aan het zingen blij-
Het Petrus-Leonarduskoor, naarstig op ziek naar een organist
ven, maar zonder de kleur
en het ritme van een stelle
tje gespecialiseerde muziek-
makers ben je niks. „Na
tuurlijk niet", vindt ook
Hans Oomens, de oud-secre
taris van het koor. „Met
Kerstmis van dat jaar wak
kerde het oude vuur weer
aan. Door wat praten hier
en daar konden we een
paar mensen weer motive
ren en het werd nog een
beste nachtmis ook. Maar
vervolgens zakte de muzika
le pudding weer in elkaar.
Toch zouden wij zo graag
verder willen gaan met het
koor. Ziet u, veertig jonge
mensen staan nog steeds te
popelen om op te treden,
om missen te begeleiden en
op te luisteren. Maar tegen
woordig is men eerder ge
neigd om te zeggen: het
spijt me, maar vanavond
kan ik helaas niet
In juni van het vorige jaar
stopte het koor. De vaste
kern werd na augustus uit
genodigd om te komen „as
sisteren" in de Leonardus-
kerk aan de Haagweg. Met
een kwam het oude enthou
siasme weer boven. Reize
voort: „We zagen die Brazi
liaanse dirigent Claucio van
dat Leonardus-jongerenkoor
in actie en we waren er di
rect weg van. Weg, in de
goede zin, want we wilden
gewoon blijven eigenlijk.
Nou, en nu zijn we één. We
hebben de koppen bij el
kaar gestoken en het werd
het Petrus-Leonarduskoor
en opereren op twee fron-
.ten. Nu hebben we wel die
geweldige Claucio als diri
gent, maar we zitten puur
omhoog met een pianist-di
rigent We zoeken iemand
die kan improviseren, ie
mand die wat kan „swin
gen" met de toetsen. Zoiets
hoort bij het karakter van
een koor als het onze; het
moet allemaal spontaan
klinken".
Het is gewoon het Petrus-
Leonarduskoor geworden,
waarin het jongerenbloed
door de aderen vloeit,
„maar de totale medewer
king stelt wel wat teleur",
moet Oomens bekennen.
„We voeren geen actie,
maar we moeten toch ook
wat steun van de parochie
hebben. We hebben ge
merkt, dat men duidelijk op
ons zit te wachten. Afgelo
pen Kerstmis was dat be
slist te merken. Het wa6
wel de laatste keer, dat we.
in volle glorie te horen wa
ren. Nu, drie maanden la
ter, wachten we nog steeds
af. Het zijn ruim vijfender
tig jongeren die zich erg
graag willen inzetten, wq
blijven repeteren, afspraken
worden voor die repetitie-
avonden opzij gezet, Claucio
inspireert. We willen best
wel, maar we kunnen niet
Onze grote wens blijft: ver
sterking van het koor en de
begeleiding, die organist
vooral".
Reizevoort, die zich in het
„management" van het koor
goed thuisvoelt en het doen
voortbestaan van het en
semble als een uitdaging
voelt kan echter ook geen
ijzer met handen breken.
„Als we niemand kunnen
vinden, als er werkelijk
geen bereidwillige pianist of
organist komt opdagen, is
het echt met het koor afge
lopen. We lopen al zo'n tijd
te emmeren. Op een gege
ven moment, na al die
maanden werken, is de
maat vol. Zou er nu
werkelijk geen sterveling te
vinden zijn die op de manu
alen het koor kan komen
redden? Dat lijkt me vrese
lijk sterk. Het Petrus-Leo
narduskoor is een plezierige
affaire; jonge mensen met
een behoorlijke grein idea
lisme ook. „Kunnen jullie
nog nieuwe mensen gebrui
ken?" „Nou, wat dacht je;
erg graag zelfs", spraken
Reizevoort en Oomens, als
in koor.
LEIDEN De Adviesraad voor de Binnenstad vindt dat de
Warmonderbrug voor het gemotoriseerd verkeer stad-uit open
moet blijven. Zoals bekend overweegt het Leids gemeentebe
stuur de brug, die zich in erbarmelijke toestand bevindt,
geheel af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer.
De Adviesraad wijst er in rijn brief aan het college van b en
w op dat de verkeersdruk op de kruising Molenwerf/Rijnsbur-
ger- en Maresingel en op de kruising Schuttersveldweg/Oegs-
tgeesterweg in de toekomst zonder afsluiting van de Warmon
derbrug al groter zal worden. Dit onder invloed van de plan
nen met het Schuttersveld en met het plan de Valkbrug voor
verkeer in twee richtingen open te stellen waardoor de capaci
teit voor het verkeer stad-uit teruggebracht zal worden van
twee naar een rijstrook. Bovendien voert de Adviesraad aan
dat de Haarlemmerweg, een vanouds op gemotoriseerd verkeer
ingestelde weg door de afsluiting van de brug voor een be
langrijk deel zal verdwijnen als belangrijke verbinding tussen
de binnenstad en de Willem de Zwijgerlaan.
Tevens heeft de Adviesraad ongevraagd advies uitgebracht
over het voornemen van het gemeentebestuur het instellen van
tweerichtingsverkeer van het Traject Verversbrug-Oude Heren
gracht en Herenpoortbrug te koppelen aan het afsluiten van
de Zijlpoortbrug en het weggedeelte onder de Zijlpoort voor
autoverkeer. Teneinde sluipverkeer in de wijken Groenoord,
Noorderkwartier en de Kooi tegen te gaan moeten, volgens de
Adviesraad nauwkeurige „wijk-verkeerscirculatieplannen" wor
den vastgesteld. ,3Ü de uiteindelijke besluitvorming dient ook
in overweging te worden genomen welke de negatieve conse
quenties zijn voor de bedrijven en de winkels langs de Haven
tengevolge van de afsluiting van de Zijlpoortbrug, waarbij
tevens een keer een opstelgelegenheid gemaakt moet worden
voor begrafenisstoeten en bezoekers van de r.k. begraafplaats
naast de Zijlpoort", aldus de Adviesraad aan B en W.
Spreekrecht
burgerij
Voorhout
VOORHOUT Het Voor-
houtse college wil het „vra
genuurtje" dat eens per
kwartaal na afloop van een
raadsvergadering voor de
burgerij wordt gehouden la
ten vervallen. In plaats daar-
voor zou voorafgaande aan
elke raads- en commissiever
gadering een spreekrecht van
vijf minuten worden inge-
voerd voor maximaal vijf
personen.
De Voorhoutse commissiever-
j gadering zullen definitief o-
penbaar blijven. De proef met
I openbaarheid vanaf 1 januari
'78 heeft een dusdanig resul-
j taat gehad, dat het college
j een definitieve beslissing wil
nemen.
I ZOETERWOUDE De on-
j derlinge wedstrijden die gym-
vereniging SJZ elk jaar houdt
zullen dit jaar over twee da-
gen verspreid worden. Vrij-
i dagavond 16 maart komen
1 eerst de meisjes van 9 tot 12
j jaar om 7 uur aan de beurt
I Daarna de damesjunioren
vanaf 13 jaar en de dames-
keurploeg zal om ongeveer
9.15 uur in actie komen. Tus-
sendoor worden nog verschil
lende demonstraties vrije oe
fening en trampolinespringen
gegeven. Zaterdag zullen van
af 10 uur de kleuters, meisjes
7—9 jaar een als laatsten
meisjes 10—12 jaar om de
medailles strijden.
hap
o is de
it-leder
ad. De
gehou
Ie viel f
te btIDEN De werkloosheid
de Leidse regio is in fe-
^or.^ ari iets gedaald. Het
J ingeschreven werkloze
•■janen verminderde met 34.
de vrouwen was er een
°uing van 27. Er zijn thans
ier|8 mannen als werkzoekend
U geschreven en 799 vrouwen.
7m°l vraag naar mannelijke ar-
net a^d5krachten bedraagt 765
ïr le vraag naar vrouwelijke
^knemers 285.
handefo
werd vooral in de
w gekenmerkt door het
houdende winterweer. Nu
,kou voorbij is, valt te ver-
eerst ;hten dat de activiteiten
zullen opleven en het
tal werkzoekenden zal ver-
ideren. Dat er in februari
i nog enige daling was,
im in hoofdzaak door het
dat een aantal wissers uit
wijk weer aan het werk
Het aantal ingeschreven
kontói
gevoD«d<
kattei
thuis
diers
;e eu
onden l
stantF -
ing dfck
situatie op de arbeids-
vissers verminderde met 59.
Het aantal schoolverlaters
neemt gestaag af. Eind febru
ari bedroeg het aantal manne
lijke schoolverlaters dat als
werkzoekend stond ingeschre
ven 106 en het aantal vrou
wen in die categorie: 97.
In de gemeenten, ressorteren
de onder het Gewestelijk Ar
beidsbureau Leiden, verliep
de werkloosheid in februari
als volgt:
jan. febr. jan. febr.
Alkmade
Katwijk
Leiden
Leiderd.
Oegstg.
Rijnsburg
Valkenb.
Voorsch.
Warmond
Zoeterw.
Overigen
)sen actueel
aar ontkracht
[DEN Ook de Haagse
aedie ontkomt niet meer
de harde realiteit van
twintigste eeuwse sa-
«deving. Zelfs dit gezel-
aP> dat het altijd heeft ge
it in nuance en verfij-
speelt nu stukken met
politiek-actuele betekenis
ai«en eerder symbolisch dan
^stisch décor, al haalt
er - terecht trouwens -.
'bsen van honderd jaar
len voor uit de kast: Pij
van de samenleving. De
dse Schouwburg had gis
mond haar klassiek toneel
js de Haagse Comedie haar
element.
s van de samenleving
over een Noorse reder
enaar die rijn woon-
op wil stuwen in de
der vooruitgang. Al zijn
le pro aS, prestige en kapitaal
iierenfdt^hij aan om de „samen-
"'g" ten dienste te rijn.
samenleving die steunt
fatsoen, rechtschapenheid
goddelijke voorzienigheid,
in wezen op kapitalisti-
ondernemingsdrift Wat
nou, dat de hele
van de hoofdpersoon
op een leugen, vijftien
Mner
/fi>t -
jaar geleden in de wereld,
pardon de „samenleving", ge
roepen. Vergelijkingen met nu
dringen zich op. Wanneer de
hoofdpersoon tot het inricht
komt dat uiteindelijk persoon
lijk belang zijn grootste drijf--
veer is en niet zijn „samenle-
vings"-zin, bekent hij openlijk
zijn schuld.
Tot aan die bekentenis is Pij
lers van de Haagse Comedie
een boeiend stuk. Alles ligt
er, in een Heyermans-achtige
sociaal-re alisme, duimendlk
bovenop - en de Comedie had
niet veel moeite gedaan om
dat effect af te zwakken -
maar desondanks heeft Ibsen
„samenleving" en hoofdper
soon zo getekend dat er een
beklemmend beeld ontstaat,
waarin de reder tegelijkertijd
zeer begrijpelijk maar ook ta
melijk weerzinwekkend wordt
Tot rijn bekentenis, die dan
ook onverwacht is en wordt
ingegeven door zich plotseling
voordoende ontwikkelingen.
De slotclaus van de zoon van
de reder tenslotte, waarin
deze zegt geen pijler van de
samenleving te willen zijn,
omdat dat zo saai is, zou iro
nisch gesproken nog wel fraai
hebben kunnen werken, maar
sloeg nu in de uiterst serieuze
toon van de Haagse Comedie
ieder fundament onder de
voorstelling uit
PAUL VAN DER PLANK
De loopfiets, de voorloper van ons hedendaagse rijwiel
Anno 1900 had één op de vijftig Ne
derlanders een fiets. Een rijwiel
heette het nog in die dagen. Momen
teel beschikken we met zijn allen
over bijna 10 miljoen fietsen. En dat
aantal groeit gestaag. Koffiedikkij
kers hadden voorspeld dat met de
toename van het gemotoriseerde ver
keer de fiets in de verdrukking zou
komen. Maar niets bleek minder
waar. De fietsverkoop beleefde aan
het begin van de jaren zestig - het
begin van de welvaartperiode - een
fikse opleving, die nog geen eind
heeft genomen. De autoloze zonda
gen tijdens de energiecrisis aan het
einde van 1973 deden er zelfs nog
een schepje bovenop. Juist het ge
brek aan brandstof voor de heilige
koe, de auto, drukte de Nederlander
met de neus op het bestaan en het
nut van het vervoermiddel, dat met
een geringe krachtsinspanning een
goedkope en betrekkelijk snelle ver
plaatsing mogelijk maakte.
Hausse
Het gevolg was dan ook dat de
fietsverkoop in 1974 een waarlijke
hausse beleefde, die in de daarop
volgende jaren weliswaar wat af
nam, maar toch nog altijd boven
een miljoen exemplaren per jaar
bleef. Dat heeft er inmiddels toe ge
leid dat in bijna een derde van de
Nederlandse gezinnen zelfs twee fiet
sen aanwezig zijn. Een procent bezit
zelfs zeven fietsen of meer.
Met een tentoonstelling onder de ti
tel „Fiets je rot" belicht de Gemeen
telijke Archiefdienst Delft in de ko
mende twee maanden de historie
van de fiets. Tot en met dinsdag 15
mei is voor belangstellenden in het
gebouw Oude Delft 169 in Delft veel
materiaal te zien over de geschiede
nis van het rijwiel, dat even goed de
titel had kunnen dragen: „Van be
nenwagen tot trimfiets". De gege
vens zijn grotendeels toegespitst op
de stad Delft en omgeving.
Geschiedenis
De geschiedenis van de fiets is meer
dan honderdvijftig jaar oud. Zoals
bij ix> vele uitvindingen claimt ieder
goedkope vervoermiddel. Maar feit
is dat in Karlsruhe in het jaar 1817
Carl Ludwig Friedrich Christian
Freiherr Von Drais zu Sauerbronn
de zogenaamde draisineuitvond:
een loopfiets met een bestuurbaar
voorwiel. Met dit vervoermiddel kon
een loopafstand van een uur in elf
minuten worden afgelegd. Een echte
„benenwagen" dus.
Maar de ontwikkeling stond niet stil.
Twee Engelsen kwamen zelfs tot een
vervoermiddel, dat met de hand
moest worden aangedreven, zoals de
Vliegende Hollander. De Brit Goru-
pes wordt gezien als de uitvinder
van een rijwiel, dat zich voortbe
woog met beenbewegingen, zonder
da i daarbij de voeten de grond
raakten. De zoon van een Franse
wagenmaker, Michaux, baseerde een
ontwerp op de draisine van Von
Drais en kwam tot de zogenaamde
„vélocipède". De Engelsman John
Kemp legde in 1887 het zwaartepunt
van het rijwiel tussen de wielen (die
inmiddels dezelfde grootte hadden
gekregen). Het zadel werd naar ach
teren geplaatst Daarmee was onze
hedendaagse fiets een feit.
rong
Over de- oorsprong van het woord
fiets is veel gespeculeerd. Er zijn
veel veronderstellingen, maar men is
er nog niet achter gekomen wat de
juiste verklaring is. In het etymolo
gisch woordenboek (verklaring van
de oorsprong van woorden) van dr.
J. de Vries staat onder meer de mo
gelijkheid aangegeven dat het woord
in 1870 in Wageningen is ontstaan.
De naam fiets zou zijn ontleend aan
de smid E. C. Viets die rijwielen
verkocht. Een verbastering van het
woord vielesepee (vélocipède) naar
fiets lijkt echter ook aannemelijk.
De verbastering van het Franse
woord voor snelheid, vitesse, kan
eveneens geleid hebben tot het in
Nederland bekende begrip fiets. Aan
deze verklaringen en nog vele ande
re heeft de Stichting Fiets in Am
sterdam een stuk gewijd: „Waar
komt het woord fiets vandaan?".
Elke nieuwe ontwikkeling maakt een
scala van reacties los. Negatieve zo
wel als positieve. Maar de inhoud
van de ingezonden brieven naar de
toenmalige courantenmaakte wel
duidehjk dat indertijd vooral de ver
schijning van dames op een rijwiel
weerstanden opriep. Met hun lange
rokken zouden ze een gevaar op de
weg zijn. In de Kampioen stelde een
schrijver over dienstmeisjes op het
rijwiel: „Het meisje komt door deze
sport in kennis met heren in plaats
van met jonge lieden van haar
stand. Ze zal zich langzamerhand te
goed achten voormeidenwerk."
Vrijmoedige dames en „zondagrust
verstoorders" op het rijwiel gingen
weieens tegen de vlakte, als een te
genstander van het wufte vervoer
middel een stok tussen de wielen
stak. Af en toe werd de smak zelfs
gevolgd door een fikse afranseling.
Krantenberichten in die dagen spra
ken over op hol geslagen paarden,
die waren geschrokken van fietsen.
Een gemeentebestuur in Zuid-Hol
land vaardigde daarom het volgende
besluit uit: „De vélocipedist zij ge
waarschuwd, dat wanneer een paard
en wagen nadert, hij van zijn voer
tuig stappe, zich terzijde van de weg
opstelle, en de stuurkruk met zijn
jas bedekke, opdat het paard niet
schrikke."
Rijwieleigenaren sloten zich aaneen
in wielerclubs. Deftige lieden, zoals
de heer Van Marken, directeur van
de Gistfabriek in Delft, en andere
Delftse prominenten werden lid van
'P.I.M. Periculum in Mora, ofwel Het
gevaar ligt in het uitstel. P.I.M. was
tevens de voornaam van de beroem
de stadgenoot Pim Kiderlen, die op
zijn hoge „bi" aan wedstrijden deel
nam. Hij had ook de afstand Rotter
dam-Leeuwarden op zijn naam
staan met een tijd van 16 uur en 25
minuten. Lid worden van een wiel
rijdersclub kon alleen als men te
vens lid was van de ANWB (de Al
gemene Nederlandse Wielrijders
Bond).
Les
Fietsen leerde men in die dagen nog
in een zaal, op een fietstoestel of
aan de riem vastgehouden door de
leermeester. De Eerste Delftsche
Wielrijschool in Delft adverteerde
met „gevaar voor vallen absoluut
uitgesloten". Voor clubs werd het
zaalrijden aanbevolen. Het sterkte
de spieren en het onderhield het
verenigingsverband. Een uitgave van
1893 onderwees de geïnteresseerde
in de kunst van het zaalrijden.
Daarin werd minutieus over ver
plichte figuren uitgewijd.
Maar er ging toch niets boven fiet
sen in de vrije natuur, speciaal voor
de gelegenheid aangekleed in een
wielrijcostuum en liefst in clubver
band. Een hoornblazer ging voorop.
Hij gaf het sein fot vertrek en on
derweg wees hij met hoornsignalen
op naderend gevaar. In feite de
voorloper van de fietsbel. Toeters,
fluiten en allerlei rammelaars wer
den in de begintijd door individuen
aangewend om tijdig te waarschu
wen voor de nadering van zoiets ge
vaarlijks als het rijwiel. In 1883
vond de Duitser F. H. Dissel iets
praktischer uit: de fietsbel, die in
1906 in Nederland voor iedere fiets
verplicht werd gesteld.
Hoogtepunt
Één der hoogtepunten van de ten
toonstelling is wel de inhoud van
het werkje „Wat moet iedere wielrij
der onvoorwaardelijk weten?" van
de hand van de Duitser dr. C. Fres-
sel, dat in de begintijd van de op
komst van de fiets in vertaling in
Delft verscheen. Enkele fragmenten
hieruit:
„Na hetgeen wij in het begin van
dit werkje hebben gezegd, ligt het
voor de hand, dat de geneesheer in
het geval kan komen, om het wiel-.
rijden in zekeren zin als een kuur
voor een patiënt voor te schrijven.
In de eerste plaats dan komen die
personen in aanmerking, die uit
hoofde van hun beroep zich zeer
weinig beweging kunnen gunnen,
dus in het bijzonder alle ambtena
ren en degenen, die van den vroe
gen morgen tot den laten avond op
hunne bureaux of kantoren zitten,
daar de duffe, slechte lucht inade
men, en bij wien zich het gebrek
aan beweging vaak in lastige onder
lijfskwalen doet kennen. Wanneer
zulk een persoon per dag ook maar
één uurtje op zijn rijwiel in God's
schoone natuur kan vluchten, hoe
gelukkig gevoelt hij zich dan niet en
hoe spoedig bemerkt hij niet de wel
dadige gevolgen voor lichaam en
geest"
Ook het knellende probleem van het
dragen van een corset door dames
op de fiets kwam in dit verlichte
werkje aan de orde;
„Wij hebben u, schoone lezeres, al
leen dit te zeggen: wilt ge werkelijk
genoegelijke tochtjes maken, zoo
ontdoe u vooraf van dit moderne
martelwerktuig, er zijn immers te
genwoordig zoogenaamde buste-op
houders, die ook de taille nog zeer
lief doen uitkomen. Ook aan niet
wielrijderessen, bij wie de gezond
heid en het welbevinden boven de
ijdelheid gaat en die zich over voor
oordelen kunnen heenzetten, geven
wij den raad: leg het corset af en
neem den buste-ophouder in ge
bruik."
Openingstijden van de tentoonstel
ling zijn: dinsdag tot en met vrij-
dag van negen tot vijf uur, maan
dag vanaf tal f twee.