Dit christendom stilt religieuze honger Psalmteksten NIJMEGEN „Aan de ene kant constateer ik een geweldige honger naar religie, mystiek, aan de andere kant merk ik dat die honger zich uit sluitend richt op het oos ten. Voor de joods-chris telijke religie bestaat in dat verband geen zich tbare interesse. Eerder stuiten uitdrukkingen af komstig uit deze traditie zelfs op weerstanden. Het zijn „besmette ter men" geworden. Met name jongeren, die zich aangetrokken voelen tot oosterse religies hebben er afstand van genomen; ze woraen er niet door geïnspireerd bij hun zoe nen naar religieuze erva ringen". Religieuze erva ringen, een begrip dat herhaalde malen valt in een gesprek met dr. J. van der Lans, weten schappelijk hoofdmede werker van de vakgroep cultuur- en gods dienstpsychologie aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen. In het af gelopen najaar schreef hij er een proefschrift over: „Religieuze erva ring in meditatie". Naast het schrijven van zijn dissertatie onder zocht Van der Lans een groep van 45 personen (in Nijmegen) op hun re ligieuze ervarings- c.q. belevingswereld. Daarbij constateerde hij dat na genoeg alleen die men sen zich beriepen op een dergelijke ervaring, die beschikten over een reli gieus referentiekader, d.w.z. die vertrouwd wa ren met een religieuze traditie. „Een dergelijk religieus kader zou", aldus Van der Lans, „via katechese en pastoraal werk beter aangeleerd moeten wor den". En verder stelt de Nijmeegse godsdienstpsy choloog: „In mijn onder zoekingen valt op dat jongeren, die vroeger zijn opgegaan in de christelij ke religieuze beleving en die vol geweest zijn van de sfeer binnen de kerk en van de liturgie, op la tere leeftijd zeggen: „Ik ben erop afgeknapt". Of zoals een 17-jarige Havo scholier het uitdrukte: „Je ziet wel priesters en dergelijke. Allemaal men sen, die godsdienstig, christelijk zijn. Maar je kunt niet spreken van „hij is bij God geweest". Dat hoor je gewoon niet, zulke dingen. Je hoort alleen maar: je zou christelijk moeten wor den. En lees maar in de bijbel. Maar je hoort niet hoe andere mensen zul ke dingen ervaren". Op de vraag van het waarom zegt Van der Lans dat er twee zaken zijn, die er z.i. uitsprin gen: - het godsdienstonderwijs op de middelbare school; - het feit dat men binnen het kerkverband nooit ie mand tegenkomt die ge- nerlijke religieuze ringen. Of zoals een pro testantse jongen op merkte: „Je wordt over laden met woorden, maar het blijven woor den, holle woorden, om dat je niet merkt dat 't van binnenuit komt en er een innerlijke ervaring achterzit". Sprekend over het feno meen „religieuze erva ring" komt Van der Lans als vanzelf bij de midde leeuwse mystiek terecht. In de kloosters was de vaak verplichte meditatie juist gericht op het sti muleren van innerlijke godservaringen. „Zijn er eigenlijk voor godsdienst niet heel we zenlijke elementen verlo ren gegaan?", zo vraagt Van der Lans zich af. In zijn proefschrift wijdt hij zo'n veertig pagina's aan de meditatie in de chris telijke mystiek, die zich in de geschiedenis van de christelijke vroomheid van een eenvoudige aan dachtoefening ontwikkel de tot een gecompliceer de techniek, die ongeveer zes eeuwen lang in vele varianten algemeen ge hanteerd werd en die in de tweede helft van de twintigste eeuw plotseling algemeen werd losgelaten. Volgens de oudste mon- nikregels (van Augusti- nus) diende elke bezig heid zelfs vergezeld te gaan van meditatie, waarbij van de klooster ling verwacht werd dat hij psalmteksten opzegde tijdens het lopen, het werken enz. De regel van Cesarius van Arles (zesde eeuw) schreef bijvoor beeld voor dat aan het begin van de gezamenlij ke maaltijd en arbeid een stuk uit de Bijbel moest worden voorgele zen. waarna in stilte ge geten resp. gewerkt werd, waarbij het geleze- ne in persoonlijke medi tatie werd verwerkt. Deze wijze van mediteren het stil of hardop her halen van schriftteksten of psalmwoorden tijdens allerhande bezigheden bleef in de loop der eeu wen gehandhaafd. Bij de regel van Benedictus (eveneens zesde eeuw) wordt meditatie ook een afzonderlijk onderdeel van de kloosterlijke da gorde of, zoals de Kar- thuizer monnik Guigo II in de twaalfde eeuw schreef: „In de aandach tige bestudering van de Schrift zoekt de monnik voedsel dat hij in de me ditatie opneemt, kauwt en herkauwt. Gretig grijpt hij de druiventros, die hem wordt aangebo den, verdeelt haar in stukken, plet de druiven onder de pers, ten/vijl hij zijn verstand aanspoort om te zoeken naar en door te dringen tot de verborgen zin van de Schriften. Spoedig zal er uit de druiventros edele wijn stromen, maar in christelijke burgerlijke cultuur heeft het kapita lisme gelegitimeerd. De uitverkiezing is gekop peld aan economisch welvaren en materiële te genslagen aan zonde, straf. In de middeleeu wen bestond er nog geen tegenstelling tussen orthodoxie en mystiek. Het christendom was nog niet zo bedreigd; dat is pas bij de reformatie ge komen. Toen werd de kerk als machtsinstituut bedreigd. Zoals blijkt uit de richtlijn van Ignatius van Loyola, die zegt dat de kerk altijd het laatste woord heeft en dat het wit zwart is, als de ker kelijke hiërarchie dat be paalt. In zijn proefschrift schrijft Van der Lans dat „in het methodisch va cuüm, dat thans door de breuk met een traditie van drie eeuwen is ont staan, men naar nieuwe manieren van mediteren zoekt. Daarbij staan mid deleeuwse mystici zoals de Brit Eckehart zeer in de belangstelling. Over oosterse meditatietech nieken zegt hij dat die zeer verbonden zijn met lichamelijke en geestelij ke gezondheid in tegen stelling tot de christelijke meditatie in de middel eeuwen, die in het teken stond van het bereiken van geestelijke verlossing en heil". Over het medi teren op zich zegt hij dat „dit niet voor ieder een de weg is". „Maar mensen, die de sondanks aan meditatie doen, gaat het vaak niet om louter religieuze mo tieven. maar juist om een lichamelijke dan wel geestelijke opknapbeurt. Dat is ook bijvoorbeeld het verkoopsucces van Transcedente Meditatie. Bij meditatie in de joods christelijke traditie gaat het om het persoonlijk verwerken van de verhalen. Het beleven van momenten van stilte, waardoor je toekomt aan de verwerking van die verhalen. Helaas is onze samenleving daar niet op ingesteld. Toch vraagt menselijke ontplooiing om enige vorm van reli giositeit. Het geeft een wezenlijke dimensie aan het menselijk bestaan. Voor mijzelf betekent het een grote rijkdom in mijn leven. Het schept n.l. een basis in je leven. Ondanks alle vragen aan het geloven met betrek king tot God, het be staan van God.... Vragen waar je nooit een ant woord op krijgt, maar waarmee je leert leven". „En op die basis, waar ik zopas over sprak, kun je terugvallen op beslis sende ogenblikken in je leven. In die betekenis geeft het zin aan je le ven". KLAAS GOING A PROEFSCHRIFT OVER RELIGIEUZE ERVARING IN MEDITATIE plaats van de dorst te lessen zijn zijn verlan gens erdoor gewekt...". Maar meditatie is meer. Behalve een bewuste aandachtsvemauwing na te streven wil men te vens een pure bewust zijnsverruiming mogelijk maken. Meditatie gaat over in comtemplatie, waarbij eigen activiteit niet meer nodig is en waarbij men niet meer kan weerstaan aan de goddelijke aantrekkings kracht, zelfs als men daar moeite voor zou willen doen. Na de fase van meditatie is contem platie (innerlijke, geeste lijke bespiegeling) voor de middeleeuwse mysti cus een totaal nieuwe er varing" God wordt erva ren op een wijze, die alle bekende begrippen te boven gaat. Ascese is noodzakelijk als voorbe reiding daartoe, terwijl over de aan te nemen li chaamshouding verschei dene soms zelfs te gengestelde adviezen worden gegeven. „Heer Jezus Christus, ontferm u over mij" is de tekst, die veel gesproken wordt door mystici van het christelijke oosten. Tot in onze tijd toe is het Je- zusgebed op de volks vroomheid in het ooster se christendom van invloed geweest; het be roemde Russische pel- grimsboek is daar een voorbeeld van. Dan, in de twaalfde eeuw wordt in de westerse kloosters het contempla tief leven in toenemende mate gecombineerd met het actief beoefenen van de zielzorg. Meditatie komt daardoor ook in dienst te staan van de prediking. „Lezing, medi tatie. gebed en contem platie vormen vier treden van een trap, waarlangs de monnik van de aarde naar de hemel opklimt", zo schrijft Guigo II in 1150. En hij vervolgt met: „De meditatie, die volgt op de aandachtige lezing van de Schrift is een ac tiviteit van het verstand om de verborgen waar heid te zoeken. Ze is on derscheiden van het gebed, waardoor men het hart naar God keert, en van de contemplatie, waarin de ziel boven zichzelf uitgeheven, als het ware in God wordt opgenomen en de eeuwi ge vreugde proeft". Dan breekt wat wel ge noemd wordt het herfst tij van de middeleeu wen" aan. Kerkelijke leiders worden aange sproken op geestelijk en moreel ven/al, de theolo gie is een puur intellec tuele vorm van dispuut geworden en de religieu ze taal van het christen dom heeft evenals thans naar het zich laat aanzien haar expres sieve waarde verloren. Er is behoefte aan hervor ming, waarvan in Deven ter door Geert Grote (1340-1384) en in Zwolle door de Augustijnen van Windesheim vorm wordt gegeven. De nieuwe gees tesstroming staat be kend onder de naam Mo derne Devotie, waarbij de handleidingen voor het geestelijk leven niet meer uitsluitend voor klooster lingen bestemd zijn, maar mede door de opkomst van de boek drukkunst ook voor leken. Ook zij worden door de Broeders van het Gemene Leven aan gespoord om zich naast hun dagtaak te wijden aan gebed en meditatie, waarbij deze niet meer zozeer gericht is op het ontwikkelen en stimule ren van innerlijke ervarin gen, als wel op het be oefenen van deugden. De opkomst van de burger lijke cultuur met zijn rati onaliteit en pragmatisme drukt tevens zijn stempel op het geestelijk leven. Kerkdienaars worden ge zien als dienaren van een organisatie, die de kerkelijke wet leren in plaats van dat ze hun aandacht richten op hel ontwikkelen van een per soonlijk geloof. De cate chisatie is er op gerichl kinderen de geloofsleei verstandelijk aan te leren (en ook de christelijke moraal!) opdat het nette, oppassende leden van de kerkgemeenschap zuller A/orden. In Nijmegen constateerde dr. Van der Lans van daag de dag eenzelfde ontwikkeling. „Het ont breken van een gods dienstige fantasie leidt tot het niet hebben van religieuze creativiteit", zegt hij. „Het leidt even zeer tot het geen ant woord hebben op zin vragen. De zin van het leven, de zin van de ar beid. Neem alleen dat laatste: de zin van ar beid. Door de grote werkloosheid van dit ogenblik zie je dat men sen zonder werk vaak een stuk van hun identi teit verliezen. We moeten naar een heel andere zingeving van ons be staan toe. Het is niet zo dat je leven alleen maar zin heeft als je deel uit maakt van het arbeids proces. Het christendom van de volkskerk heeft zich zo geïdentificeerd met de burgerlijke cul tuur dat het heeft mee gewerkt aan de idee dat je alleen maar meetelt als je werkt. Diezelfde Aard bevingen mogelijk te voorspellen met radongas Wetenschapsmensen van General Electric Company in de Verenigde Staten hebben ontdekt dat de aarde „ademt" en op som mige plaatsen edelgas uitstoot. Mocht deze ontdekking door verdere proeven bevestigd worden dan zou dit wel eens een groot hulpmiddel kunnen zijn voor het voorspel len van aardbevingen. De onderzoekers van GE hebben hun studie -geconcentreerd op het gedrag van het edel gas radon. Radon komt met name vrij bij het verval van uranium, een radio-actief ele ment. dat wijd verspreid in de aardkorst voorkomt. Overigens is radon maar eéri van de vele gassen die van nature in de boven ste lagen van onze planeet aanwezig zijn. De bovenste, betrekkelijk poreuze lagen van de aarde zijn veelal doorzeefd met breuken en scheuren In de afgelopen jaren hebben de onderzoe kers in Thoreau (New Mexico) en in Blue Mountain Lake (New York) de radonconcen- traties in het aardoppervlak gemeten. In deze gebieden treden jaarlijks vele kleine aardschokken op. In New Mexico boorden de GE-mensen in een gebied van 360 bij 140 meter in totaal 55 gaten van ruim 60 cm diep. In deze gaten werden speciale ra- donontdekkers geplaatst, waarmee geduren de een periode van negen maanden, elke maand de radondichtheid in elk gat werd gemeten. In die tijd noteerden de ontdek kers twee tijdvakken, waarin reeksen van ra- donmeetwaarden tenminste tweemaal zo hoog waren als de normale meetwaarden. Na overweging van mogelijke verklaring voor de gevonden abnormaal hoge radon waarden, concludeerden de wetenschaps mensen als meest waarschijnlijk, dat met tussenpozen optredende opwaartse radon- stromingen „ademstoten" in het on derzochte gebied waren opgetreden. Derge lijke gasstoten zouden een stroomsnelheid van rond de tien cm per uur hebben. Een mogelijke toepassing van dit onderzoek, dat overigens nog in een eerste stadium verkeert, zou het voorspellen van aardbevin gen kunnen zijn. Veranderingen in radon- concentraties treden op in aardbevingsge- voelige gebieden en een eerder gedaan onderzoek had al uitgewezen dat een veran dering in radonconcentraties een aanwijzing is voor een komende aardbeving. In Blue Mountain Lake bemerkten de onderzoekers een krachtige verhoging van de radonni- veaus ten tijde van de sterkste aardschokken uit een reeks bevingen Na 36 maanden van onderzoek stelden dr. Fleischer, dr. Mogro-Campero en R.S. Likes vast, dat er geen verband bestaat tussen de verhoogde radonmeetwaarden en atmosferi sche omstandigheden. De aanvankelijk ge opperde uitleg, dat de normale opwaartse radonstroom wordt vergroot door ongebrui kelijk grote hoeveelheden regen, moest wor den verworpen. De eerste maand waarin hoge meetwaarden optraden was weliswaar natter dan normaal, maar was geheel in te genstelling tot de tweede periode, die juist droger was dan normaal. De onderzoekers van GE zullen hun studie voortzetten naar de onderaardse radon stroom in New Mexico en New York en wel licht ook op andere plaatsen. Dit onderzoek wordt gedeeltelijk gesubsidieerd door de Amerikaanse regering. Richard S. Likes, dr. Robert L Fleischer en dr. Antonio Mogro- Campero (v.l.n.r) bij hun radonontdekkers.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1979 | | pagina 11